AH 221113
Stoomvaart Maatschappij „Nederland".
KANGEAN (thuisreis) passeerde 21 november Gibraltar.
AH 221113
Stoomvaart Maatschappij „Nederland".
KANGEAN (thuisreis) arriveerde 23 november te Lissabon (met brand).
(zie scheepvaartberichten).
AH 241113
Londen, 23 november. Het Nederlandse stoomschip Kangean, van Batavia naar Amsterdam bestemd, is met brand in ruim 3 te Lissabon binnengelopen. Assistentie wordt verleend.
— (Amsterdam, 24 nov.) Volgens van de directie van de Stoomvaart Mij. „Nederland" ontvangen telegram is het thuis varende vrachtstoomschip Kangean 23 dezer te Lissabon binnengelopen wegens brand in ruim 3, waarin geladen is: Tabak, kopra en parafine. Men tracht met de aan boord aanwezige eigen brandblusmiddelen het vuur meester te worden. Nader wordt ons door de directie bericht: Daar men de brand niet met eigen middelen meester kon worden is gisterennamiddag assistentie van sleepboten met pompen, aangenomen. Ruim 3 en het onder-tussendek 3 waren hedenmorgen te 3 uur onder water gezet. Het blijkt echter onmogelijk de brand in de in het boven-tussendek geladen kopra te beteugelen. De toestand is slecht en de vrees bestaat dat het nodig zal zijn het schip te doen zinken.
AH 251113
Het Nederlandse stoomschip Kangean, van Batavia naar Amsterdam bestemd, is met brand te Lissabon binnengelopen. De toestand is slecht en de vrees bestaat dat het nodig zal zijn het schip te doen zinken.
Bij de „Nederland" zijn nog de volgende telegrammen binnengekomen: Van gistermiddag 3 uur: De brand neemt toe; men gaat voort met het volpompen van het schip, hetwelk met achtergedeelte op moddergrond ligt. De bemanning is aan de wal. De gezagvoerder en de officieren zijn nog aan boord. Van 5 uur: De bemanning is weer aan boord. Wij hopen de brand onder controle te krijgen.
AH 251113
Amsterdam, 25 november. Volgens bij de directie van de Stoomvaart Mij. „Nederland" ontvangen telegram is de brand aan boord van het stoomschip Kangean (zie Ochtendblad) sedert het laatste bericht weer verergerd en is men thans bezig het gehele schip vol water te zetten om het vuur meester te worden.
AH 251113
Amsterdam, 24 november. Bij de directie van de Stoomvaart Mij. „Nederland" zijn nog de volgende telegrammen ingekomen betreffende het stoomschip Kangean.
Hedenmiddag, 3 uur. De brand neemt toe, men gaat voort met het volpompen van het schip, hetwelk met het achtergedeelte op moddergrond ligt. De bemanning is aan de wal, de gezagvoerder en officieren zijn nog aan boord.
(5 uur). De bemanning is weer aan boord. Wij hopen de brand onder controle te krijgen.
AH 261113
Amsterdam, 25 november. Volgens door de directie van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" uit Lissabon ontvangen telegram van 2 u. 35 namiddag is de brand aan boord van het stoomschip Kangean geblust.
AH 261113
Amsterdam, 25 november. Bij de directie van de Stoomvaart Mij. „Nederland" is verder bericht ontvangen, dat ten behoeve van het stoomschip Kangean (zie avondblad) twee grote pompen zijn aangenomen. Men hoopt woensdagnacht of donderdagmorgen met het pompen te beginnen.
AH 271113
Amsterdam, 27 november. Volgens bij de directie van Stoomvaart Mij. „Nederland" ontvangen telegram is aan boord van het stoomschip Kangean (zie vorig Avondblad) met uitpompen begonnen van machinekamer en ruim 3. Bij hoog water is het gehele schip behalve het voorste boven tussendek onder water. Bij laag water is het dek bij het achterschip 3 voet en bij de voorsteven ongeveer 8 voet boven water.
AH 281113
Londen, 27 november. Volgens „Fairplay" is het stoomschip Kangean (zie vorig Avondblad) verzekerd voor GBP 84.167 en wordt de waarde van de lading geschat op ongeveer GBP 200.000. Assuradeurs, zegt het blad verder, werden in de laatste tijd nogal getroffen door brand aan boord van thuis varende boten van Nederlands Oost-Indië. o.m. is in 1911 de Knight Companion te Batavia ladende in brand, geraakt, waarvan de schade op GBP 12.000 werd begroot. In oktober 1911 is het stoomschip IXION op zee verbrand; de waarde van de lading werd geschat op GBP 75.000, terwijl in november van datzelfde jaar het stoomschip VAN NECK, ladende te Macassar, door brand werd vernield, met de inhebbende lading die geraamd werd op GBP 10.000.
AH 291113
Amsterdam, 28 november. De Stoomvaart Maatschappij „Nederland" heeft uit Lissabon het telegrafisch bericht ontvangen, dat het stoomschip Kangean gisteren namiddag is vlot gekomen en aan de kade aldaar gemeerd ligt. Nader werd aan de „Nederland" uit Lissabon geseind: Morgen (zaterdag) zal te Lissabon de eerste expertise worden gehouden over de beschadigde lading ex. Kangean. Vermoedelijk zullen experts aanraden de minst beschadigde lading naar Holland door te zenden ten einde verdere waardevermindering te voorkomen en omdat voor de meeste Indische producten geen markt te Lissabon is. In dit geval zal onmiddellijk een stoomschip gecharterd worden om de hierboven genoemde lading naar Amsterdam te vervoeren. Verwacht wordt dat de Kangean zelf over ongeveer drie weken gereed zal zijn om onder eigen stoom de reis naar Holland te aanvaarden.
AH 021213
Amsterdam, 1 december. Volgens bij de directie van de Mij. „Nederland" ontvangen telegram uit Lissabon gaat de lossing van het stoomschip Kangean (zie Ochtendblad 29 nov.) geregeld voort en is het Duitse stoomschip ELECTRA van de Mij. „Neptun" te Bremen gecharterd om 3 of 4 dec. van Lissabon naar Amsterdam te vertrekken met al de tabak (behalve de verbrande pakken), een gedeelte van de koffie, thee en verschillende andere artikelen.
AH 061213
Amsterdam, 5 december. Volgens nader bij de directie van de Stoomvaart Mij. „Nederland" ontvangen bericht, zal het stoomschip Kangean (zie Ochtendblad 29 nov.) waarschijnlijk in de eerste helft van de volgende week de reis van Lissabon naar Amsterdam kunnen voortzetten.
AH 061213
Amsterdam, 6 december. Volgens bij de Stoomvaart Mij. „Nederland" ontvangen bericht is het stoomschip ELECTRA met lading uit het stoomschip KANGEAN (zie vorig avondblad) op 5 december 's namiddags van Lissabon naar Amsterdam vertrokken.
AH 101213
Stoomvaart Maatschappij „Nederland".
KANGEAN (thuisreis) vertrok 9 december van Lissabon.
AH 151213
Stoomvaart Maatschappij „Nederland".
KANGEAN (thuisreis) arriveerde 14 december van Java te Amsterdam.
AH 151213
De brand van de KANGEAN.
Gistermiddag is de KANGEAN, een van de nieuwste vrachtschepen van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland', te Amsterdam aangekomen. Zoals men zich herinneren zal, kreeg het schip op de reis hierheen aan de Portugese kust brand in de lading, zodat het bij Lissabon onder water moest worden gezet. Omtrent die brand hebben gisteren enkele officieren van de KANGEAN ons in een onderhoud, dat wij met hen hadden, verschillende bijzonderheden verteld. Wij laten het relaas hier volgen: De KANGEAN was de 18e oktober van Tjilatjap vertrokken met een lading tabak, kopra, koffie, thee en rotting. De laatste haven, die aangedaan was, voor brand werd ontdekt, was Gibraltar. Zondag 23 november, 's morgens om half een, werd bij kalm weer omstreeks twaalf uur na het passeren van de Taag, bemerkt, dat er rook kwam uit de luchtkokers van het achterschip. Kapitein Veenhoven gaf last te stoppen, en luik 5 werd geopend, waarbij bleek, dat er brand woedde in het onder-tussendek van dat luik in de lading bestaande uit tabak, koffie en kopra. De brandslangen werden klaargemaakt om water te geven en het Halley-apparaat, dat dient voor uitzwaveling, doch tevens als brandblusapparaat, werd in werking gezet om de brand te smoren. Daartoe werd het hele schip luchtdicht gemaakt en werden luchtkokers en luiken gesloten. Door de persing van de ontwikkelde gassen sloegen zo nu en dan de luiken open, waaruit af en toe vlammen opstegen. Men bepaalde zich er toe, met de brandslangen de luiken en het dek nat te houden. Na gehouden scheepsraad werd 's nachts om twee uur besloten terug te gaan en naar Lissabon op te stomen. Een uur vóór het schip daar aankwam, was d zwavelvoorraad uitgeput, zodat het Halley-apparaat moest stopgezet worden. Te twee uur zondagmiddag kwam de KANGEAN bij Lissabon. Het schip werd naar een ondiepe plaats gebracht, en een sleepboot, de Cabo da Roca, welke te hulp was geroepen, pompte luik 5 vol. Ook de „brandweer" van een plaatsje bij Lissabon kwam aan boord. Dat waren, zo vertelde ons een van de officieren, een paar heren, keurig gekleed, met lakschoenen aan, in een roeibootje. Het „materiaal" bestond uit een handpompje met twee slangen. Tegen de brand kon deze „brandweer" natuurlijk weinig uitrichten. Inmiddels breidde de brand zich uit. De verf van de tunnel begon, ter hoogte van de dieptank (luik 4) te bladderen en de platen werden heet. Maandagmorgen werd besloten het achterschip onder water te zetten, zodat de KANGEAN met het achterschip aan de grond kwam te zitten en met het voorschip in de hoogte. De vuren werden getrokken en de ketels werden afgespuid om springen te voorkomen. De Chinese stokers gingen van boord, doch bleven in een boot langszij om een veiliger verblijfplaats te hebben. De Hollandse bemanning - dit in tegenspraak met de eerste berichten - bleef aan boord. Intussen was ook de lading van het boven-tussendek gaan branden. Bij luik 8 werden daarop slangen in het boven-tussendek gelegd van de Cabo da Roca en andere inmiddels verschenen sleepboten, en leden van de bemanning daalden in luik 3 af, maar werden na enige tijd door de verstikkende rook tot terugkeren genoopt. Om uitbreiding van de brand te voorkomen werd op maandagmiddag de lading van het boven-tussendek tussen luik 2 en 3 „verwerkt". Tegelijk met de KANGEAN lag ook het Nederlandse oorlogsschip Kortenaer voor Lissabon. Het bevreemdde ons en de gehele bemanning, zo vertelden ons de officieren, dat men van dat schip geen hulp aanbood of ook maar enige belangstelling toonde in het lot van het brandende Nederlandse koopvaardijschip. Dinsdags werden de patrijspoorten ingeslagen en zo kon van buiten af water worden gegeven op de fel brandende lading. Diezelfde dag werd besloten ook een deel van het voorschip onder water te zetten. Dit geschiedde en toen kon men - het was dinsdagmiddag 12 uur - zeggen, dat men de brand meester was. Doch men bleek te vroeg te hebben gejuicht. Want 's avonds te zes uur, bij het vallen van het water, begon de lading weer te branden. Weer werd begonnen met spuiten. Bij het volgende hoogtij, 12 uur 's nachts, kwam het schip vrijwel geheel onder water. Het water stond boven het bovendek met uitzondering van het hoger gelegen voorschip. Maar toen was de brand dan ook uit, en voorgoed. Na gedeeltelijk leeggepompt te zijn, werd het schip naar de kant gebracht; de lading werd grotendeels overgebracht op de Electra van de Neptun-lijn. De broeiende kopra bleef aan boord en na voorlopige reparatie vertrok de KANGEAN in de avond van 9 december naar Amsterdam, waar het schip zonder ongevallen gistermiddag aankwam. Niet zodra was de KANGEAN binnen of de Amsterdamse brandweer kwam aan boord. Zij behoefde echter geen dienst te doen. Zo zagen wij het schip gistermiddag, een donker gevaarte, want door het blussingswerk was de dynamo voor het elektrisch licht defect geraakt. Over het dek, dat midscheeps verbrand is voor zover het van hout was en kromgetrokken wat betreft het ijzeren deel, geleidde een van de officieren ons naar zijn hut, waar bij het knusse licht van een petroleumlampje hij en twee van zijn collega's eenvoudigweg, onopgesmukt, het verhaal deden van de brand op de KANGEAN. Heden is met het lossen van het schip begonnen, dat ligplaats heeft genomen bij loods AA aan de Handelskade.
NRC 161213
Amsterdam. De staking van de bootwerkers, die gisteren het lossingswerk aan de KANGEAN hebben neergelegd, daar de Maatschappij „Nederland" het geëiste loon van NLG 100 per man had van de hand gewezen, is hedenochtend opgeheven. Na onderhandeling van een inspecteur van de Maatschappij Nederland met de bootwerkers en het bestuur van de bootwerkers-vereniging "Recht en Plicht", waarbij de inspecteur voor het werk, zo dit tot maandagavond uiterlijk duren zou, NLG 40 per man toezegde, benevens verzekerde een billijke vergoeding voor de eventuele arbeid na maandagavond te zullen toekennen, zijn de bootwerkers, ten getale van ongeveer 150, weer aan het werk getogen.
NRC 171213
Advertentie. Stoomschip KANGEAN.
De directie van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" bericht, dat te haren kantore en in haar nis ter beurze voor belanghebbenden in de lading van bovengenoemd stoomschip ter lezing zijn gelegd (resp. ter lezing zullen worden gelegd) de expertise-rapporten betreffende de beschadigde lading, uitgebracht door de op verzoek van de gezagvoerder door de Arrondissements-Rechtbank benoemde deskundigen.
Amsterdam, 17 december 1913.
AH 311213
De brand in het stoomschip KANGEAN.
In het verslag, dat wij in ons nummer van 15 december gaven van de brand aan boord van het stoomschip KANGEAN, maakten we gewag van de bevreemding van de officieren en de gehele bemanning, dat de commandant van het Nederlandse oorlogsschip Kortenaer geen hulp bood, ja, zelfs geen belangstelling toonde. Bij onderzoek bleek ons, dat daadwerkelijke hulp in de gegeven omstandigheden niet meer had kunnen baten. Wat het beweerde gebrek aan courtoisie betreft, heeft de commandant van de Kortenaer onze correspondent het volgende opgemerkt:
„Wij kwamen," aldus vertelde de heer E. Coenen, destijds commandant van H.M. Kortenaer, thans belast met het bevel over H.M. Heemskerck, die ons met grote welwillendheid in zijn hut aan boord van laatstgenoemd schip ontving, „des morgens tegen 9 uur ter rede van Lissabon. Op een afstand van ongeveer 1.500 meter lag een brandend schip. Tegen 12 uur kwam de Nederlandsche consul aan boord en zei, op het schip wijzend: „Dat is een Hollands schip, dat daar in brand staat". Wij vernamen toen, dat het het stoomschip KANGEAN was, dat de vorige dag naar Lissabon teruggekeerd was met brand aan boord, dat vergeefse pogingen waren gedaan om de brand te blussen, doch dat de commandant het op het droge gebracht had en de luiken had geopend, waardoor het schip geheel onder water liep. De verslaggever merkte op, dat men in de bladen zich beklaagd had, dat de Kortenaer geen hulp aan het brandende Hollandse schip verleend had. „Onder deze omstandigheden," dus zei de heer Coenen, „was van hulp verlenen geen sprake. Ten eerste, waren wij zelf in beslag genomen doordat wij, met behulp van een loods, in een absoluut vreemd vaarwater onze weg moesten zoeken - zoals u weet, ligt Lissabon een eind landwaarts - en bovendien moesten wij aanstonds saluutschoten lossen voor het gouvernement, zoals te doen gebruikelijk is. Dan was onze enige stoomsloep in gebruik om voortdurende communicatie met de wal te onderhouden. Ten tweede brandde het schip toen reeds 24 uur, en had men natuurlijk reeds alle pogingen tot blussen gedaan, waarvan het eind was, dat men het op de grond liet lopen. „Onder deze omstandigheden hulp te verlenen," ging de heer Coenen voort, „zou slechts gestrekt hebben de algemene verwarring te verhogen. Bovendien, welke hulp had ik moeten verlenen? Een brandspuit had ik niet aan boord, niet anders dan onze eigen slangen, en, waar door de geopende luiken het water reeds bij tonnen vol in het ruim liep, wat zouden daar een paar straaltjes uit onze slangen hebben geholpen? Trouwens, het feit, dat hulp niet nodig was, werd bevestigd doordat de kapitein van de KANGEAN noch hulp vroeg noch zelfs anderen bij zich aan boord duldde. Wanneer men toch hulp nodig heeft, wordt die wel gevraagd. „Een ander geval nog ware het geweest, wanneer de Kortenaer reeds op de rede gelegen had vóórdat de KANGEAN binnenkwam. En niet één van mijn officieren, noch de eerste officier, noch de anderen, heeft aan de noodzakelijkheid van hulp te bieden, gedacht."