1994-03-19: |
Final Fate: Het schip werd op 14-04-1994 van een nieuw brandmerk voorzien t.w.: 5997 Z G 1994 als LYDIA, met als eigenaar Johan Albert van den Ende, ondernemer te Dordrecht. Omschrijving: Motorschip, type coaster, romp van staal, bestemd voor de pleziervaart, hebbende een dek, een voorpiek, ruim, machinekamer, stuurhut, 4 hutten met totaal 6 slaapplaatsen, salon kapiteinshut met 2 slaapplaatsen. Omschrijving motor: een 4 cyl. 4 takt MAN dieselmotor van 206 kW (=280 Pk), type 4GV 28,5-42, bouwjaar 1948, motornummer 430115, ingeslagen op het motorblok. Gebouwd te: Delfzijl in 1950. (Het schip staat nu (02-2012) nog zo bij het Kadaster teboek.)
Het schip wilde in de nacht van 19/20 maart 1994, ondanks een verbod van de scheepvaartinspectie, naar zee varen maar strandde in een zware storm op de strekdammen in het Haringvliet. Het werd geborgen door berger Theunisse uit Dintelsas die er beslag op liet leggen voor het bergingsloon. Het bergingsloon werd betaald maar er werd opnieuw beslag gelegd, nu door het waterschap wegens schade aan de strekdammen. Ook dit werd betaald. Dezelfde dag liet een ex. kapitein het schip aan de ketting leggen vanwege Fl. 180.00,-- achterstallige gage. Wederom probeerde het schip, dat in middels 'Lydia' met thuishaven Dordrecht heette, zee te bereiken maar het personeel van de Krammersluis lichtte de waterpolitie in die het schip weer naar Dintelsas liet varen. Uiteindelijk is het schip als jacht naar zee vertrokken, met aan boord oud baggermateriaal voor Ghana. Het zou sindsdien varen in de omgeving van Banjul/Daka.
23-04-1994 Schuttevaer: De coaster, die tot voor kort “Don Jaime II“ heette, heeft de afgelopen weken al twee keer eerder tevergeefs geprobeerd zee te bereiken. Angst van de kapitein, een vaarverbod van de Scheepvaartinspectie, een domme stranding en twee andere beslagleggingen staken daar stokjes voor. De in Groniongen gebouwde oude kustvaarder heeft eerst een jaar of twee in Dordrecht in de Koolhaven gelegen, vlakbij bergingsbedrijf Van den Ende. Ze heette toen “Rebel”. In maart werd de naam veranderd in “Don Jaime II” en kocht de eigenaar, een Ierse Ltd., die kantoor houdt in Geneve en eigendom is van onder anderen twee Franse broers en de zoon van een van hen, Panamese papieren voor het schip.T egelijk kreeg de Chileense kapitein Panamese koopvaardijpapieren. Een slordigheidje daarbij: die papieren werden gedateerd op 8 maart, terwijl de gezagvoerder vijf dagen later 'examen' had gedaan. Dat lazen Rijkswaterstaat en de Willemstadse waterpolitie in de documenten, toen de “Don Jaime II” in de stormnacht van 19 op 20 maart in het Vuile Gat op het Haringvliet met een gangetje over beide strekdammen voor het haventje van Hitserse Kade was gerammeld en omhoog was komen te zitten. De kapitein en zijn onofficielle loods hadden zich door een al te royaal gebruik van de golfonderdrukker van het radarscherm vergist in de breedte van het vaarwater. Een lelijke tegenvaller voor de eigenaren, deze fout. Want het was klaarblijkelijk de bedoeling dat de “Don Jaime II” onopgemerkt via Stellendam naar zee te brengen, volgens de ladingpapieren richting Ghana in West Afrika.
Vaarverbod: De coaster mocht zich in het geheel niet op het Haringvliet bevinden, omdat hij daags tevoren van de Scheepvaartinspectie wegens verregaande gammelheid een vaarverbod had gekregen en alleen toelating had om voor een waslijst van reparaties en verbeteringen naar een werf in Krimpen aan de IJssel te varen. Dat vaarverbod was ook al zo'n tegenvaller, nota bene direkt volgend nadat de kapitein de eerste hoop van de eigenaren om richting Ghana op te stomen de dag ervoor, op 17 maart,de bodem had ingeslagen. Toen werd via de Nieuw Waterweg gevaren, maar had de Chileen de bibbers gekregen van de enorme zeegang net buiten de pieren van Hoek van Holland en rap de steven gewend. Na de stranding op het Haringvliet kon de gezagvoerder niets anders doen dan hulp inroepen. Die kreeg hij van berger Theunisse uit Dintelsas, die er in de vliegende storm met uitschieters tot 12 beaufort een flinke kluif aan had om de “Don Jaime II” van de strekdam te trekken. Vanwege het vaarverbod en het vermoeden van de autoriteiten dat een luchtje aan het schip zat, bracht Theunisse de coaster naar de Noorder voorhaven van de Volkeraksluizen en liet hij deurwaarder F. Gerritsma uit Klundert beslag op de “Don Jaime II” leggen om zijn hulploon veilig te stellen. En voor extra zekerheid sleepte hij de coaster daags nadien naar Dintelsas om er zelf een oogje op te kunnen houden.
Loon. Het beslag kon na goed een week worden opgeheven, toen een van de Franse eigenaren samen met ex. kollega berger Van den Ende als hun Nederlandse vertegenwoordige opdaagde met geld. Prompt daarop volgde evenwel een nieuw beslag, dit keer van de ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, die dik een halve ton wilde hebben voor herstel van de schade aan de strekdammen bij Hitsertse Kade. Ook die vordering is uiteindelijk betaald, want vorige week vrijdagmorgen zette de deurwaarder Gerritsma ook achter dat beslag een punt. Nog dezelde dag echter liet de inmiddels van boord gestapte ex. kapitein de “Don Jaime II” in de vluchthaven Dintelsas opnieuw aan de ketting leggen. Hij claimt nog zo'n 180.000 gulden aan achterstallig loon. Ofschoon het schip inmiddels naamloos was gemaakt, bracht de deurwaarder het beslag ten uitvoer.
Jacht: Blijkbaar is dat de eigenaren te gortig geworden, want zondagmorgen vroeg gooide de bemanning de trossen los en voer het schip het Volkerak op richting Krammersluis, opnieuw met Ghana als reisdoel. Alleen stond toen opeens de naam “Lydia” op het schip, met Dordrecht als thuishaven. Het personeel van de Krammersluis liet zich daar echter niet door foppen en herkende de coaster, die nu als jacht te boek staat, als de ex.”Don Jaime II” waar een konservatoir beslag op rustte. De waterpolitie werd ingeseind en die wist de bemanning er onder dreiging met aanhouding toe te brengen het schip weer naar Dintelsas te varen. Voor de poging schip en lading aan de beslaglegging te onttrekken, werd proces-verbaal opgemaakt.
Rechtbank: Deurwaarder Gerritsma zegt maandagmorgen een boos telefoontje van de opvarende zoon van de ex. berger Joop van den Ende te hebben gekregen. 'Waar ik het lef vandaan haalde het schip te laten tegenhouden en te laten terugkeren,vroeg hij. Ik vroeg hem daarop waar hij het lef vandaan haalde te proberen er tijdens de beslaglegging vandoor te gaan. Het antwoord daarop was dat hij met mij niet meer kon praten, waarna het gesprek ten einde was.' Ofschoon Gerritsma zich afvraagt of de claim van de Chileense ex. kapitein steekhoudend is, zegt hij tegelijk dat er niets aan afdoet dat de beslaglegging op verzoek van de advokaat van de Chileen officieel is gesanktioneerd door de president van de Bredase rechtbank.
Overtollig: Het schip heeft als lading een paar personen auto's en zo'n honderd ton scheeps-en bergingsmateriaal in het ruim, afkomstig van Van den Ende. Naar Joop van den Ende drie weken geleden zei, gaat het om overtollig materiaal zoals een kraan, ankers en een paar containers die de eigenaren van het schip gekocht hebben in de loop van de tijd dat de coaster in Dordt lag. Hij kondigde toen aan dat berger Theunisse en de ambachtsheerlijkheid binnen afzienbare tijd schadeloos gesteld zou worden, waarna opnieuw geprobeerd zou worden de reis naar Gambia te vervolgen. Als jacht of desnoods als sleep achter een zeesleper, want de waslijst met voorzieningen en reparaties die volgens SI uitgevoerd moeten worden voor de coaster als vrachtschip verder mag, is te gek om over te praten. Dat werk kost meer dan het hele schip waard is.' De Dordtenaar wilde toen niet ingaan op vragen over de schijnbare ontsnappingspoging via het Haringvlliet en de betekenis van de verscheping van de personen auto's van zijn gezinsleden en het overtollige bergingsmateriaal naar Ghana. Begin deze week was hij niet bereikbaar voor kommentaar. Zijn prive-telefoonmummer is overgegaan naar een andere abonnee: op het zakenadres wordt niet opgenomen. |