Inloggen
AMSTERDAM - ID 410


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1917-08-00 / 1920-01-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1917
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Vrachtlogger
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. Boot, Leiderdorp, Zuid-Holland, Netherlands
Delivery Date: 1917-08-00
Technical Data

Gross Tonnage: 155.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 125.00 Gross tonnage
Deadweight: 240.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 2: 30.20 Meters Registered
Beam: 6.73 Meters Registered
Depth: 2.74 Meters Breadth, moulded
Draught: 2.62 Meters Other
Configuration Changes

Datum 00-00-1918
Type: Rigging changed
Omschrijving: Re-rigged in Norway

Ship History Data

Date/Name Ship 1917-08-00 AMSTERDAM
Manager: Vrachtvaart Maatschappij Amsterdam, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Vrachtvaart Maatschappij Amsterdam, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NDFT

Ship Events Data

1917-00-00: Als logger op stapel gezet, later tijdens de bouw op de werf verlengd voor gebruik als vrachtlogger.
1920-01-19: Final Fate:
Vertrokken van Fowey naar Bergen, Noorwegen met 190 ton klei. Sindsdien vermist met 6 bemanningsleden aan boord. (Zie: Uitspraak R.v.d.S. 10 mei 1920)


Bijvoegesel tot de Nederlandsche Staatcourant van Maandag 31 mei 1920 no. 103:
Uitspraak nr. 48 van den Raad voor de Scheepvaart betreffende het vermist worden van het zeilschip Amsterdam.

Het uitblijven van het zeilschip Amsterdam deed het vermoeden rijzen, dat dit vaartuig door een scheepsramp zou zijn getroffen. Overeenkomstig het voorstel van den hoofdinspecteur voor de scheepvaart besloot een commissie uit den Raad, dat deze een onderzoek zou instellen naar de vermoedelijke scheepsamp en haar oorzaak, welk onderzoek plaats had in 's Raads openbare zitting van 20 April 1920. De Raad nam kennis van de gegevens, door de scheepvaartinspectie en den reeder verstrekt omtrent het vertrek en hetuitblijven van het vaartuig, waarbij o.m. het proces-verbaal van verhoor van Frank Vrolijk, reeder te Scheveningen, eigenaar van de Amsterdam, en eenige brieven van den kapilein aan den reeder. Uit een en ander is den Raad het navolgende gebleken: Het. zeilschip Amsterdam, onderscheidingssein N.D.F.T., was in 1911 te Leiderdorp van staal gebouwd. Oorspronkelijk als logger opgezet, is het later op de werf verlengd, ten einde als vrachtlogger te kunnen worden gebruikt. Het schip was gebouwd onder speciaal toezicht van en Germanischen Lloyd klasse 100 A.4 Noord-Oostzee en in het bezit van een certificaat van deugdelijkheid onder letter F. In den loop van het jaar 1918 werd in Noorwegen een geheel nieuw tuig ingezet. 19 Januari 1920 is de Amsterdam, met een lading klei, ruim 190 ton - terwijl haar laadvermogen ongeveer 208 ton bedroeg - onder kapitein J. Sebel, bemand met 6 personen, van Fowey vertrokken met bestemming Bergen in Noorwegen. Sinds het vertrek van Fowey is niets meer omtrent het schip of de opvarenden vernomen. Op grond van bovenstaande gegevens neemt de Raad aan, dat de vrachtlogger Amsterdam op of na 19 Januari 1920 na vertrek van Fowey, met bestemming Bergen in Noorwegen, is vergaan en dat de 6 opvarenden bij die ramp het leven hebben verloren. Bij gebrek aan volledige gegevens vermag de Baad de oorzaak niet vast te stellen. Aldus gedaan op 20 April 1920 door de heeren mr. A. -T.J Cnoop Koopmans, voorzitter; W. Allirol, I,). H. Hinlopen, C. .T. Canters, (i. J. Lap, leden, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. H. B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door den voorzitter in bet openbaar op 10 Mei 1920. (get.) A. J. Cnoop Koopmans, W. Allirol, Hinlopen, C. J. Cantebs, G. J. Lap, H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1920
Kapitein: Sebel, J.

Algemene informatie
Nieuwe Vlaardingse courant. 26-05-1920 GESTRAND EN AFGESLEEPT.
 
De vrachtlogger AMSTERDAM, kapitein van der Harst, van de Ned. Reederij en Handels-Maatschappij  te Scheveningen, directeuren de heeren P. J. H.
Qeinschmidt en G. Pronk Cz., is op de rotsen bij Flugeskjof gestrand en door de Nederlandsche zee sleepboot BRABANT, van Bureau Wijsmuller afgesleept.
 
Dit bericht gaat over een andere vrachtlogger met dezelfde naam, dit kan verwarring geven.