1954-09-27: |
Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van de stranding op 27 september 1954 van het motorschip Megrez-N bij Cabo Frio nabij Rio de Janeiro, tijdens reis van Vitoria naar Sao Francisco do Sul. Na enige tijd kwam het schip weer vlot. Oordeel van de Raad is dat het vastlopen van de Megrez-N op 27 september 1954 op de rotsen bij Cabo Frio moet worden geweten aan een ernstig te kort schieten in zijn navigatie door kapitein van Keulen. De, door betrokkene in zijn kaart getrokken, koerslijnen, welke volgens hem de stand van zijn schip zouden weergeven, kunnen niet overeenkomstig de werkelijkheid zijn; immers, uit deze gegevens zou moeten worden afgeleid, dat zijn schip na de laatste koerswijziging om 17 uur, in één uur en vijf en twintig minuten, een afstand van 29 mijl zou hebben afgelegd en dat hij het licht van Thome, dat 18 mijl zichtbaar is, op een afstand van 28 mijl zou hebben gezien. Een en ander is onmogelijk. Als gevolg van de door de kapitein aangegeven onjuiste koers, mede ten gevolge van het steeds slechter wordende zicht liep het op de rosten van Cabo Frio. Het mag een gelukkige omstandigheid worden genoemd dat het vastlopen geen ernstige ramp ten gevolge heeft gehad en dat de schade beperkt is gebleven tot de voorpiek en dat het schip spoedig op eigen kracht is vlot gekomen. De Raad acht de schuld van de kapitein zo ernstig, dat de Raad kapitein van Keulen de bevoegdheid ontneemt om als kapitein op zeeschepen te varen voor de tijd van twee weken. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 21 februari 1956 |