| 1921-12-00: |
Final Fate:
Amsterdam, Raad v/d Scheepvaart: Uitspraak jaar 10 april, 1922. "MARIA" (PKMN) 1910 te Groningen van staal gebouwd in eigendom van de schipper Douwe Stienstra, Groningen. 127 brt, 98 nrt, 220 ton. Vertrok op 22 december 1921 van Middlesborough naar Malmo (4 personen aanboord) + vrouw van de schipper. De lading zout tot 206 ton het uitwateringsmerk was niet aangeladen. Al spoedig werd het weer ongunstig, op 24 december kwamen zware buien op uit het W.Z.W., het zeil scheurde uit de lijken en de boom brak. Een reservezeil werd aangeslagen en enkel op de schoot bijgezet. Op 25 december was de wind uitgegaan naar N.N.W. en besloot de schipper af te houden naar de Elbe, maar daar de wind des nachts weder kromp tot west, met afnemende koelte, zette de schipper koers naar het Skagerrak. Op 27 december werd het Skagerrak ingezeild en des avonds het lichtschip Trindelen, des nachts om 3.00 het lichtschip Anholt Knob gepasseerd. Inmiddels was het wederom stormweer uit het Z.Z.W. tot Z.W. geworden, zodat de "MARIA" niet meer kon koersen, doch bij de wind moest zeilen. Voordat men Anholt voorbij was sloegen de stagzeil en stagfok weg, weshalve de schipper in de vroege morgen van 29 december onder lij van Anholt voor anker ging met 45 vaam ketting. De zeilen werden zoveel mogelijk nieuw aangeslagen en hersteld en 's morgens 30 december ging de "MARIA" anker op met Z.W. wind en aanvankelijk goed weer, 's middags om 1.00 uur de gasboei Middel-grund aan bakboord, de wind nam toe uit zuidelijke richting, zware sneeuwbuien. De schipper in de mening, zodat hij niet boven Kullen zou kunnen komen, besloot af te houden naar Hallands Vaderö. Om 6.00 uur 's avonds kwam de "MARIA" ten anker voor B.B. anker op 10 vadem water met 45 vaam ketting in de peiling Hallands Vaderö West en Vingaskär Z.Z.W. . Later in de avond ging de wind over in storm uit het Z.W. en vond de schipper het geraden ook S.B. anker te laten vallen met ongeveer 40 vaam ketting. Om 9.00 s ‘avonds bemerkte men dat het schip begon te drijven, beide ankers werden tot het eind gestoken waarna ze weer hielden. Om 6.00 uur s’ morgens van de 31e december liep de wind met stormkracht uit naar het N.W. en werd de ankerplaats lager wal. De zee was hoog, het was dik van de sneeuw, om 8.30 uur braken de grondtalies van het roer, zodat dit loswerkte en de roerhaken los gingen, in het achteronder stond reeds water. De storm hield aan, geweldige brekers kwamen over het schip en weldra bemerkte men dat schip wederom dreef. Steeds meer naderde de "MARIA" de kust, en daar dat het niet mogelijk was er af te zeilen en er alle kans bestond dat het schip op de rotsen zou stoten, besloot de schipper na scheepsraad de ankerkettingen te laten slippen en te trachten met behulp van een voorzeil de "Maria" op een geschikte plaats te laten stranden, tot behoud van opvarenden en schip en lading. Nadat om 12.30 uur de ankerkettingen geslipt waren, kwam de "Maria" om 12.30 uur op het strand in de nabijheid van Torekov. Tevergeefs trachtte een reddingboot te naderen Er is door een vuurpijltoestel met de wal verbinding gekregen en 's namiddags om 3.00 uur zijn de opvarenden daarmee van boord gehaald. Het schip is wrak geslagen en het is niet gelukt iets te redden.
|
