1938-03-04: |
De Banier 04-03-1938: Gecompliceerde Aanvaring. Terneuzen, 4 Maart. — Tijdens het schutten van zeeschepen aan de Westsluis te Terneuzen heeft in den afgeloopen nacht een gecompliceerde aanvaring plaats gehad. Aan bakboordszijde van de sluis lag het Finsche stoomschip „Emral" gemeerd, terwijl aan stuurboordszij de het Nederlandsche motorschip „RAKET", thuisbehoorende te Groningen, was vastgemaakt. Van Gent naderde het Noorsche stoomschip „Ibis" dat tezamen met beide schepen zou afschutten. Personen, die zich op de sluis bevonden, viel het op dat de „Ibis" zoolang haar snelheid behield, zelfs toen zij zich reeds vlak voor de sluis bevond. Op de „Raket" werd men ook op dit feit opmerkzaam gemaakt en door het vieren der meerdraden trachtte men erger te voorkomen. Inmiddels was de „Ibis" beide schepen genaderd. Als een wig perste de boot zich tusschen de „Emmi", waar men met de schroef achteruitsloeg, en de „Raket". Dit schip werd voortgeduwd en kwam in aenvaring met den oostelijken ebdeur van het buitensluishoofd. De deur bekwam groote schade aan de bovenzijde, doch het draaiwerk blijkt goed te functionneeren, zoodat de scheepvaart geen stagnatie zal onder vinden. Wel moet de deur er uit gelicht worden en vervangen worden door een andere, doch de stremming die dan zal ontstaan, wordt gering geacht. De „Raket" had echter groote averij bekomen. Het achterschip werd zwaar beschadigd terwijl de dekspanten van het sloependek ontzet werden. Ook de machinekamer moet ontzet zijn. Persoonlijke ongevallen kwamen gelukkig niet voor, hetgeen zeer wel mogelijk was geweest daar de echtgenoote van den kapitein zich Juist ter ruste had begeven in een der verblijven van het achterschip. Naar de loods van het aanvarende schip mededeelde had hij herhaaldelijk de scheepstelegraaf op achteruit gesteld, doch de gegeven order werd in de machinekamer niet opgevolgd. Daardoor was het hem onmogelijk geweest de gang uit het schip te krijgen. Ook de "Emmi" bekwam averij aan stuurboordszijde van den achtersteven en aan de brug, een schade op £ 800 geschat wordt. De „Emmi" heeft inmiddels de reis naar zee voortgezet. De „Raket" en de „Ibis" zijn de sluis weer uitgevaren en hebben op het kanaal vastgemaakt in afwachting van een expertise-onderzoek. De „Ibis" bekwam slechts geringe averij. Vanwege den Rijkswaterstaat wordt voor de beschadigde sluisdeur een cautie gevraagd van f 16.000.— (De schade aan het m.s. Raket werd te Harlingen hersteld.)
Nader bericht in het Utrechts Dagblad van 05-03-1938: Een onder invloed van sterke drank verkerende machinist van het Noorse stoomschip „Ibis" is vannacht oorzaak geweest van een ernstig ongeluk in de grote Westsluis. Ofschoon de loods bij het binnenvaren in de sluis voortdurend het signaal „vaart minderen" naar de machinekamer seinde, bleef het schip, daar de machinist er niet op reageerde, met veel te grote snelheid doorlopen. Het drong zich als een wig tussen twee andere schepen, die reeds in de slulskom lagen. Er werd schade toegebracht aan een der sluisdeuren terwijl ook de twee schepen ernstig werden beschadigd.
|