Inloggen
APOLLINARIS III - ID 549


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1929
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5201790
Nat. Official Number: 4428 Z ROTT 1929
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Meyer & Co.'s Scheepsbouw-Maatschappij N.V., Zaltbommel, Gelderland, Netherlands
Werfnummer: 552
Launch Date: 1929-09-22
Delivery Date: 1929-11-08
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 4
Power: 120
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 1607 Type C/D (280x350)
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 199.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 132.00 Net tonnage
Deadweight: 250.00 tons deadweight (1016 kg)
Grain: 14000 Cubic Feet
 
Length 1: 36.34 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 33.40 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.61 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.35 Meters Depth, moulded
Draught: 2.90 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1929-11-08 APOLLINARIS III
Manager: P. Fauchey's Cargadoorsbedrijf N.V. (Harm Mulder Bzn en Anton W. van der Heide), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Harm Mulder Bzn, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NFLD

Date/Name Ship 1930-04-24 APOLLINARIS III
Manager: P. Fauchey's Cargadoorsbedrijf N.V. (Harm Mulder Bzn en Anton W. van der Heide), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Scheepvaart Maatschappij Schouwen, Voorburg, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder: Harm Mulder Bzn en A.A.W. Goudswaard (expediteur Rotterdam)
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NFLD
Additional info: 1934 callsign PCSQ

Date/Name Ship 1937-02-08 PARKSTONE
Manager: John Carter (Poole) Ltd., Gloucester (England), Great Britain
Eigenaar: John Carter (Poole) Ltd., Gloucester (England), Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Poole / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1948-11-00 PARKSTONE
Manager: Victor W. Rowless & Co., Gloucester (England), Great Britain
Eigenaar: I.P. Langford (Shipping) Ltd., Gloucester (England), Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Gloucester (England) / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1949-00-00 PARKSTONE
Manager: P.V. Lockett, Gloucester (England), Great Britain
Eigenaar: P.V. Lockett, Gloucester (England), Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Gloucester (England) / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1951-10-00 PARKSTONE
Manager: Benjamin Ackerley & Son Ltd., Gloucester (England), Great Britain
Eigenaar: Benjamin Ackerley & Son Ltd., Gloucester (England), Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Gloucester (England) / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1954-05-00 LADY SONIA
Manager: D.J. Bradley & D.J. Bradley Jr., London, Great Britain
Eigenaar: D.J. Bradley & D.J. Bradley Jr., London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1957-00-00 LADY SONIA
Manager: D.J. Bradley, London, Great Britain
Eigenaar: Thomas Watson (Shipping) Ltd., Rochester, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Rochester / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1961-07-00 LADY SONIA
Manager: Intercon Coaster Ltd., Rochester, Great Britain
Eigenaar: Intercon Coaster Ltd., Rochester, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Rochester / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1963-10-00 LADY SONIA
Manager: R.S. Briggs & Co. (Shipping) Ltd, Rochester, Great Britain
Eigenaar: M.W. Hardy & Co. (Mercantile) Ltd., Rochester, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Rochester / Great Britain
Callsign: MMRL

Date/Name Ship 1966-00-00 LADY SONIA
Manager: P. Williams, Cardiff, Great Britain
Eigenaar: P. Williams, Cardiff, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Cardiff / Great Britain
Callsign: MMRL

Ship Events Data

1929-09-22: Algemeen Handelsblad 22-09-1929: Voor rekening van den heer H. Mulder, firma P. Fauchy, te Rotterdam werden bij J. Meyer's Scheepsbouwmaatschappij te Zalt-Bommel te water gelaten twee motorzeevrachtbooten met 260 tons laadvermogen, gebouwd onder British Lloyds + 100 A.l. Deze schepen zullen worden voorzien van 4 cylinder 144 P.K. „Bronsmotoren", aan de schepen een snelheid geven zullen van 8 a 9 knoopen. De schepen zijn bestemd voor de kustvaart op Engeland en Oostzeehavens en gebouwd volgens teekening van D. C. Muhring, Technisch Bureau voor Scheepsbouw te Rotterdam.
1929-11-06: Als APOLLINARIS III, zijnde een motorschip, metende 564.71 m3, liggende te Rotterdam, door C. van Silfhout, scheepsmeter te Rotterdam, ten verzoeke van Harm Mulder, expediteur te Voorburg, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 4428 Z ROTT 1929 op het achterschip aan B.B. zijde op de lichtkap motorkamer.
1929-11-08: NRC 09-11-1929: Scheepsbouw. Proefvaart motorvrachtschip APOLLINARIS III. Rotterdam, 8 Nov. Op den Nieuwen Waterweg heeft de proefvaart plaats gehad met het door J. Meyer's Scheepsbouw Mij. te Zaltbommel gebouwde motervrachtschip Apollinaris III, groot plm. 260 ton, voor rekening van den heer H. Mulder in firma P. Fauchey alhier. Schip en motor zijn geclassificeerd onder Klasse Lloyds Register + 100 Al en Scheepvaart-inspectie. Het vaartuig is gebouwd volgens de plannen van het technisch bureau D. C. Muhring, alhier.
1931-07-25: Algemeen Handelsblad 26-07-1931: APOLLINARIS 111. (Londen. 25 Juli.) Het Nederlandsche motorschip „Apollinaris III" heeft, wegens slecht weer, schade bekomen. Het schip heeft heden te Leith ligplaats genomen alwaar Survey zal worden gehouden.
1931-07-27: Voorwaarts 27-07-1931: Apollinaris III. Leith, 25 Juli. Het Nederl. motorschip “Apollinaris III”, van Barry komende, is hier binnengeloopen, teneinde de door slecht weder bekomen schade door een expert te laten opnemen.
1931-09-12: Voorwaarts 12-09-1931: Apollinaris III. Cuxhaven, 11 September. Het Nederlandsche motorschip “Apollinaris III” is hier met motorschade binnengesleept.
Algemeen Handelsblad 13-09-1931: APOLLINARIS III. (Hamburg, 12 Sept.) Het motorschip „Apollinaris III" (zie Ochtendblad 12 dezer) werd te Cuxhaven binnengesleept door Duitsche stoomvissersvaartuig „Doesa". De „Apollinaris III", die met cement van Ostende naar Esbjerg is bestemd, werd bij het Borkum-vuurschip opgepikt. De machineschade wordt thans aan een werf te Cuxhaven gerepareerd.
Voorwaarts 14-09-1931: Apollinaris III. Hamburg, 12 September. Hel meergemelde motorzeilschip “Apollinaris III” was op reis van Ostende naar Esbjerg met een lading cement. Het was opgepikt ter hoogte van Borkum-vuurschip en hier met machineschade binnengesleept door den Duitschen stoomtrawler Döse. De herstellingen worden aan de CuxHavener werf uitgevoerd.
Voorwaarts 24-09-1931: Apollinaris III. Hamburg, 23 September. Het meermelde Nederlandsche schip “Apollinaris III” heeft de schade hersteld en de reis naar Esbjerg voortgezet.
Maasbode 24-09-1931: APOLLINARIS III (Hamburg, 23 Sept.) Het Nederlandsche motorzeilschip „Apollinaris II" werd met motorschade te Cuxhaven binnengesleept. Na gerepareerd te zijn heeft het schip do reis naar Esbjerg voortgezet.
1931-12-15: Maasbode 15-12-1931: APOLLINARIS. Londen, 12 December. Het Eng. s. „Westburn" is in aanvaring geweest met het Nederl. motorschip „Apollinaris", dat in de nabijheid van het Mouse lichtschip voor anker lag. De „Westburn" heeft oogenschijnlijk geen schade. Of de „Apollinaris" schade heeft is nog niet bekend.
Maasbode 15-12-1931: APOLLINARIS III. Rochester, 14 Dec. Het Ned. motorschip Apollinaris III (niet Apollinarls zonder nummer, zooals gisteren gemeld — Red.), dat eergisteren hier is aangekomen, rapporteert in de nabijheid van het Mouse lichtschip te zijn aangevaren door het Eng. s. Westburn en dientengevolge schade te hebben bekomen aan bakboordsboeg en de dekplaten.
1933-05-02: De Banier 02-05-1933: Het eerste Ned. zeeschip naar Boedapest. Voor een dienst naar de Nijl. Heden is van Rotterdam naar Alexandrië vertrokken het motorschip „Apollinaris III" Dit schip zal een dienst tusschen Alexandrië en Boedapest gaan onderhouden. De „Apollinaris III" meet 250 ton en is eigendom van de N.V. Fauchey's Cargadoorsbedrij f. Het schip, dat 2 1/2 jaar oud is, deed tot dusver dienst in de Kustvaart en voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken. Van Boedapest vaart het nu 1500 K.M. langs de Donau tot aan Zee, een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid.
De Telegraaf 02-05-1933: Eerste Ned. Zeeschip naar Boedapest.. Voor een dienst naar de Nijl.(Van onzen correspondent.) Rotterdam. 1 Mei. — Het eerste Nederlandsche zeeschip, dat nog ooit te Boedapest verscheen, zal binnenkort in de Hongaarsche hoofdstad arriveeren. Het is het motorschip „Apollinaris III". dat morgen van hier naar Alexandrië vertrekt, en vandaar een dienst tusschen deze stad en Boedapest zal gaan onderhouden.De ..Apollinaris III" meet 250 ton en is eigendom van de N.V. P. Fauchey's Cargadoorsbedrijf te Rotterdam. Het schip, dat 2½ jaar oud is, deed tot dusver dienst in de kustvaart, en voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken. Het zal thans, bij wijze van proef een dienst voor stukgoedvervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië. via Stamboul en Galatz. Van Boedapest vaart het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee; een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid.
1933-05-13: Tijdens de reis van Rotterdam naar Alexandria, problemen met de hoofdmotor (krukas) opgelopen en op eigen kracht Bizerta binnengelopen. Wachtend op een nieuwe krukas brak er op 03-06-1933 brand aan boord uit. Kapitein Meindert Johannes werd hierbij zo ernstig gewond dat hij in het ziekenhuis overleed. 10-08-1933 na monteren nieuwe krukas vertrokken uit Bizerta en reis naar Budapest vervolgd en daar aangekomen op 19-09-1933.

De Telegraaf 03-06-1933: „Apollinaris III" bij Tunis in brand gevlogen. Kapitein om het leven gekomen. Het schip zou dienst tusschen Alexandrië en Boedapest onderhouden. Bizerta, 3 Juni. Het Nederlandsche s.s. „Apollinaris III" uit Rotterdam, metende 250 ton, is in brand gevlogen. De kapitein is om het leven gekomen. - (Reuter).
De „Apollinaris III” is mei j.l. uit Rotterdam vertrokken naar Alexandrië om van daar een geregelden dienst tusschen die stad en Boedapest te gaan onderhouden. Op 21 Mei is het schip met machlneschade te Bizerta aan de Noordkust van Afrika hij de baai van Tunis aangekomen. .De „Appollinaris III" zou het eerste Nederlandsche zeeschip zijn dat ooit te Boedapest verscheen. Het schip is eigendom van de N.V. F'. Fauchey's Cargadoorsbcdrijf te Rotterdam. Het is 2½ jaar oud en deed vroeger dienst in de kustvaart; het voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken. De ”Appollinaris III" zou hij wijze van proef een dienst voor stukgoed vervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië, via Stamboul en Galatz. Van Boedapest zou het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee varen: een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid.

De grondwet 07-06-1933: De brand op de “Apollinaris III”. Kapitein Johannes aan de bekomen verwondingen ook bezweken.. Bij P. Fanchey's Cargadoors-bedrijf te Rotterdam is t hans uit Bizetta bericht ontvangen, dat ook de 32-jarige Nederlandsche kapitein Johannes uit Groningen aan de, bij den brand op de Apollinaris III opgeloopen brand-wonden is overleden. Als tragische bijzonderheid valt te vermelden, dat het de eerste reis van den jongen kapitein was, welke thahs een droevig einde heeft genomen. De begrafenis zou gister —Dinsdag — te Bizerta plaats vinden. De Hongaarsche kapitein Lehrer is reeds Zondag begraven. Het derde slachtoffer, de Duitsche passagier Schorch, is gelukkig aan de beterhand en hoopt reeds binnen een week het ziekenhuis te kunnen verlaten. De schade aan het schip schijnt zeer aanzienlijk en zou heden door een Lloydexpert worden opgenomen.

De Banier 06-06-1933:Gemengd Nieuws Nederlandsch schip te Bizerta in brand gevlogen.
De Hollandsche en Hongaarsche kapitein verbrand. Op 2 Mei j.l. verliet de „Apollinaris III" de haven van Rotterdam. Het schip zou bij wijze van proef een dienst voor stukgoedvervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië, via Stamboul en Galatz. Van Boedapest zou het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee varen; een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid. Het gezag op de „Apollinaris III'' rustte in handen van den heer Johannes uit Groningen een man van ongeveer 32 jaar, voor wien deze eerste reis eveneens van groote beteekenis was. Hij was pas van stuurman tot kapitein bevorderd en dit zou zijn eerste reis als gezagvoerder zijn. En naast hem stond de Hongaarsche kapitein Lehrer. Kapitein Lehrer was iemand met veel ervaring. Hij koesterde zeer veel vertrouwen in deze nieuwe onderneming, die tot stand gekomen was mede door bemiddeling van den Duitscher Schorch, die deze reis als passagier zou meemaken. Groot was de verslagenheid bij het Cargadoorsbedrijf van F. Fauchey, waartoe de „Apollinaris III" behoort welke te Bizerta in brand is gevolgen, bij welke ongeluk kapitein Lehrer is omgekomen.We lezen omtrent dezen brand nog in de Tel.: Na dit telegram heeft men onmiddellijk uit Rotterdam om nadere informaties gevraagd en men verkeert thans in groots spanning over het lot van den Nederlandschen kapitein. Het schip moet zeer groote schade hebben bekomen. Een Lloyd's agent zal de schade taxeeren. Over het lot der andere opvarenden wordt in de telegrammen niet gesproken, zoodat mag worden aangenomen dat zij geen letsel hebben gekregen. Zouden de vrij gunstige berichten over den passagier Schorch te optimistisch zijn? Een persbericht deelt n.l. mede, dat ook deze passagier zou zijn overleden. Onmiddellijk nadat men bij het cargadoorsbedrijf dit bericht had ontvangen, heeft men zich terstond nogmaals met den agent te Bizerta in verbinding gesteld om nadere inlichtingen. In het begin was niet bekend wat de oorzaak van deze catastrophe is geweest en ook niet wat kapitein Johannes is overkomen. Het eerste telegram sprak van ernstige brandwonden, van opname in het ziekenhuis te Bizerta. Later op den avond ontving men een telegram, waarvan men den inhoud heel moeilijk wil gelooven. Na deze eerste berichten, die wel ernstig, doch niet hopeloos luiden. Dit laatste, dat woordelijk luidt: „Appollinaris, captain Johannes desperate, passenger no danger, wil comme out hospital next week", spreekt van onherstelbare verwondingen die de kapitein zou hebben opgeloopen, terwijl de heer Schorch buiten levensgevaar zou verkeeren en de volgende week uit het ziekenhuis zal worden ontslagen.
Kapitein Johannes overleden. Gaf het laatste telegram uit Bizerta, dat Zaterdagavond bij de N.V. Franchey's Cargadoorsbedrijf binnenkwam, nog eenige hoop op het behoud van den Nederlandschen kapitein Johannes, die ernstig werd gewond bij den brand op de „Apollinaris III", op den avond van den eersten Pinksterdag reeds volgde een nieuw telegram waarin zijn dood werd gemeld.Men wist dat de jonge Nederlandsche kapitein zeer ernstig werd gewond en met vele brandwonden in het ziekenhuis te Bizerta was opgenomen. Het telegram meldde voorts, dat kapitein Lehrer Zondag reeds was begraven en dat de teraardebestelling van kapitein Johannes Dinsdag zou plaats vinden.Onmiddelijk heeft men de familie van kapitein Johannes te Groningen van de doodstijding in kennis gesteld.
Het was de eerste reis van den Nederlandsche kapitein, het is helaas ook zijn laatste geworden. Nadere bijzonderheden. Het schip was op weg van Alexandrië en te Bizerta binnengeloopen wegens averij. De brand brak uit om één uur in den nacht. Onmiddellijk snelde de brandweer van de marine en een sectie tirailleurs te hulp.
Kapitein Lehrer kwam in de vlammen om en twee leden van de bemanning werden gewond. De oorzaak van den brand is onbekend. Om vijf uur Zaterdagochtend was de brand gebluscht. De schade is aanzienlijk.
De „Apollinaris III" zou het eerste Nederlandsche zeeschip zijn, dat ooit te Boedapest verscheen. Het schip is eigendom van de N.V. P. Fauchey's Cargadoorsberijf te Rotterdam. Het is 2½ jaar oud en deed vroeger dienst in de kustvaart; het voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken.
Nieuwsblad van het Noorden van 6 juni 1933: Binnenland. De brand op de „APOLLINARIS III” ook de Nederlandsche kapitein overleden. In ons nummer van j.l. Zaterdag maakten wij reeds met een enkel woord melding van den brand, welke gewoed heeft op de „Apollinaris III", toen het schip zich Vrijdag bevond te Bizerta bij Tunis.
De brand, welke na korten tijd is gebluscht heeft in het achterschip, machinekamer en salon gewoed. De schade is belangrijk. Aan boord van het schip, dat een geregelden dienst ging onderhouden van Boedapest op Alexandrië, bevonden zich twee kapiteins, de Nederlander Johannes en de Hongaar Lehrer. De heer Lehrer is bij den brand aanstonds om het leven gekomen. De heer Johannes en een Hongaarsche passagier werden met brandwonden in het ziekenhuis te Bizerta opgenomen.
De „Apollinaris" zou het eerste Nederlandsche zeeschip zijn, dat ooit te Boedapest verscheen. Het schip is eigendom van de N.V. P. Fauchey's Cargadoorsbedrij f te Rotterdam Het is 2½ jaar oud en deed vroeger dienst in de kustvaart; het voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken. De „Apollinaris" zou bij wijze van proef een dienst voor stukgoedvervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië, via Stamboul en Galatz. Van Boedapest zou het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee varen; een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid. Nadere bijzonderheden. Groot was de verslagenheid bij het Cargadoorsbedrijf van F. Fauchey te Rotterdam, zoo meldt de correspondent van de N. v. d. D. Van dezen eersten tocht naar Alexandrië koesterde men de allerbeste verwachtingen, toen de eerste onderhandelingen over de totstandkoming van dezen dienst met succes waren bekroond en het schip op 2 Mei j.l. Rotterdam verliet met als Nederlandschen kapitein de heer Johannes uit Groningen, een man van ongeveer 26 jaar, voor wien deze eerste reis eveneens van groote beteekenis was. Hij was, immers pas van stuurman tot kapitein bevorderd en dit zou zijn eerste reis als gezagvoerder zijn na zijn eervolle carrière als stuurman en naast hem stond de Hongaarsche kapitein Lehrer, een sympathieke persoonlijkheid, met wien men te Rotterdam kort voor het vertrek voor het eerst kennis maakte. Ook kapitein Lehrer was iemand met veel ervaring. Opk hij koesterde zeer veel vertrouwen in deze nieuwe onderneming, die tot stand gekomen was mede door bemiddeling van den Duitscher Schorch, die deze reis als passagier zou mee maken.
Het was alsof op deze onderneming een noodlot rustte, want spoedig kreeg het schip met storm en mist te kampen en dat is ook waarschijnlijk de oorzaak geweest dat de „Apollinaris" op den 21sten Mei bij de Noord kust van Afrika machineschade kreeg en te Bizerta moest binnenloopen om daar te worden gerepareerd. Dat de schade van niet geringe beteekenis was mag worden afgeleid uit den langen tijd dat het schip te Bizarta vertoefde voordat deze ramp plaats greep. Een droeve tijding. Gaf het laatste telegram uit Bizerta, dat Zaterdagavond bij de N.V. Fauchey's Cargadoorsbedrijf binnenkwam, nog eenige hoop op het behoud van den Nederlandschen kapitein Johannes, op den avond van den eersten Pinksterdag reeds volgde een nieuw telegram waarin zijn dood werd gemeld zoo meldt het N. vd D. verder. Het telegram meldde voorts, dat kapitein Lehrer Zondag reeds was begaven en dat de teraardebestelling van kapitein Johannes Dinsdag zal plaats vinden. Onmiddellijk heeft men de familie van kapitein Johannes te Groningen van de doodstijding in kennis gesteld. De toestand van den Duitschen passagier Schorch, is zóó gunstig, dat hij reeds deze week het ziekenhuis zal kunnen verlaten. Over de oorzaak van de ramp is officieel nog niets bekend.
Algemeen Handelsblad van 18 november 1933: Averij aan boord van de „APOLLINARIS III”. Twee kapiteins bezweken.
De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld betreffende het motorschip ..Apollinaris III", toebehoorend aan H. Mulder te Voorburg. Aan boord van dit vaartuig is 13 Mei 1.1. in de Middellandsche Zee de krukas van den motor gebroken; 3 Juni d.a.v. is te Bizerta brand in het achterschip uitgebroken, tengevolge waarvan de kapitein M. Johannes aan zijn brandwonden is bezweken en ook de Hongaarsche kapitein Lehrer om het leven is gekomen. Hulde aan de Fransche autoriteiten. Bij den aanvang van de behandeling heeft de voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart, prof. mr. B. M. Taverne, openlijk hulde gebracht aan het optreden van de Fransche autoriteiten in deze zaak. Eerst is met voortvarendheid opgetreden bij het blusschen van dezen brand, daarna is alle moeite gedaan om de oorzaken van dezen brand op te sporen en vervolgens hebben deze autoriteiten by de begrafenis, eerst van den Hongaarschen kapitein, den volgenden dag van den Nederlandschen kapitein, groote toewijding en deelneming betoond. Daarvoor moet namens de Nederlandsche Koopvaardij, waartoe de "Apollinaris III" behoort, en ook namens de nagelaten betrekkingen van de slachtoffers een woord van diepgevoelden dank worden gebracht.
De inspecteur-generaal van de Scheepvaart, de heer C. Fock, sloot zich bij deze woorden aan. Het relaas van den brand. De motormachinist van de „Apollinaris III", verklaarde, dat de „Apollinaris III" bemand met acht personen op 2 Mei 1.1. van Rotterdam vertrok in ballast bestemd voor Alexandrië. Den 13den Mei brak in de Middellandsche Zee bij Bizerta, de krukas, het is toch gelukt zonder assistentie door middel van zeilen Bizerta binnen te loopen. Te Bizerta is de motor gerepareerd onder toezicht van een Lloyd's expert. „Den 3den Juni ben ik naar den wal gegaan en op weg naar boord zag ik op plm. 10 min. afstand van het schip een brand. Ik vernam dat de „Apollinaris III" brandde. Ik ben toen zoo spoedig mogelijk naar boord gegaan en zag dat het geheele achterschip in brand stond. Het bleek dat de Nederlandsche kapitein M. Johannes reeds met zware brandwonden naar het ziekenhuis vervoerd was, een passagier (een Duitscher) werd ook naar het ziekenhuis vervoerd. Eerst werd getracht den brand te blusschen met de handpomp, later kwam de motorbrandspuit van de marine, des morgens plm. 5 uur was de brand gebluscht. Bij onderzoek aan boord werd het verkoolde lijk in de kajuit gevonden van den Hongaarschen kapitein Lehrer. De brand is door de politieautoriteiten onderzocht, maar er is geen oorzaak gevonden. Hoogstwaarschijnlijk is de brand in den ingang van het provisie-ruim ontstaan. De kok vertelde dat hij bij het ontstaan van den brand reeds in zijn kooi had gelegen, maar deze kon ook geen oorzaak opgeven. Het schip is later onder toezicht gerepareerd om de reis te kunnen vervolgen, een nieuwe kapitein van Nederland is aan boord gekomen, alsmede een andere Hongaarsche kapitein, de passagier is niet meer meegegaan. De raad zal later uitspraak doen.

Algemeen Handelsblad van 28 februari 1934 inzake de brand op de „Apollinaris III”.
Voorts deed de Raad uitspraak in zake de motoraverij aan boord van het m.s. „Apollinaris III" gedurende de reis in de Mdddellandsche Zee en den brand aan boord van voormeld vaartuig te Bizerta, tengevolge waarvan twee personen zijn overleden. De Raad is van oordeel, dat het onderzoek geen zekerheid heeft opgeleverd, noch ten aanzien van de oorzaak van de motorschade, noch ten aanzien van den brand, welke zulke droevige gevolgen heeft gehad. Ter kennis van den Raad is gebracht een uitspraak van het Tribunal de le instance te Tunis betreffende een tegen den kok ingestelde strafvervolging. Uit deze uitspraak blijkt, dat genoemde kok bij verstek van het hem ten laste gelegde — het door schuld veroorzaken van brand en van dood en verwondingen — is vrijgesproken. Wat de motoraverij betreft kan de Raad, met de gebrekkige hem ten dienste staande gegevens, geen verdere conclusie trekken dan deze, dat het zeer goed mogelijk is, dat het losliggen van het carter, hetgeen pas later is ontdekt, tot het breken van de krukas heeft geleid. Wat den brand betreft, wijst alles op onvoorzichtigheid met open vuur. De als getuige gehoorde motormachinist verklaarde nog, dat de kok den gast, toen deze het schip verliet, met een brandende petroleumlamp heeft bijgelicht. Vermoedelijk heeft met deze lamp een onvoorzichtigheid plaats gehad. De Raad herhaalt hier de woorden van groote dankbaarheid, door den voorzitter ter zitting bij de behandeling der zaak uitgesproken, voor het optreden van de Fransche autoriteiten in Bizerta, zoowel wat de maatregelen tot bestrijding van den brand betreft, als wat betreft de piëteitvolle zorgen, ten opzichte van de te betreuren slachtoffers van deze ramp aan den dag gelegd.

Algemeen Handelsblad 12-09-1933: Een Nederlandsche kustvaarder naar Boedapest.
Onze Rotterdamsche correspondent meldt dat het Nederlandsche motorschip “Apollinaris III” van Fauchey Cargadoorsmaatschappij te Rotterdam, dat op weg is van Rotterdam naar Boedapest, den Donau is opgevaren. Door een ontploffing van den motor in de Middellandsche Zee is het schip, dat eenige maanden geleden van Rotterdam vertrokken is, geruime tijd opgehouden. Na aankomst te Boedapest zal het schip, dat 140 ton bruto meet, enkel reizen maken tusschen Boedapest en Alexandrië, waarvoor het gecharterd is door de Hongaarsche regeering, die deze proef neemt om te beoordeelen of op den duur een rechtstreeksch verkeer tusschen Hongarije en het Middellandsche Zeebekken mogelijk is met kleine kustvaarders die zoowel de zee, als de rivieren kunnen bevaren. Alleen het vervoer van stukgoed kan in aanmerking komen voor een dergelijk transport met kleine schepen over groote afstanden. In de Middellandsche Zee worden onze kleine Nederlandsche kustvaarders reeds herhaaldelijk gezien in den regel met ladingen, die zij van den Rijn of andere binnenwateren rechtstreeks daarheen brengen.
1933-11-17: De Telegraaf 17-11-1933: Waardoor geraakte de “Apollinaris III” in brand. Onderzoek voor den Raad voor de Scheepvaart.
Amsterdam, 17 Nov. De Raad voor de Scheepvaart heeft heden een onderzoek ingesteld naar den brand in het motorschip “Apollinaris III”, groot 199, 34 reg.ton en toebehoorend aan H.Mulder te Voorburg. Aan boord van dit vaartuig, is 13 Mei j.l. In de Middellandsche Zee de krukas van den motor gebroken; 3 Juni d.a.v. Is te Bizerta brand in het achteschip uitgebroken, ten gevolge waarvan de Nederlandsche kapitein aan zijn brandwonden is bezweken en ook de Hongaarsche kapitein Lehrer om het leven gekomen. Bij den aanvang van de behandeling heeft de voorzitter vanden Raad voor de Scheepvaart , prof.mr. B.M. Taverne, openlijk hulde gebracht aan het optreden van de Fransche autoriteiten en deze zaak. Eerst is met voortvarendheid opgetreden bij het blusschen van dezen brand, daarna is alle moeite gedaan om de oorzaken van dezen brand op te sporen en vervolgens hebben de autoriteiten bij de begrafenis, eerst van den Hangaarschen kapitein, den gen volgenden dag van den Nederlandschen kapitein, niet alleen de noodige maatregelen getroffen, doch groote toewijding en deelneming getoond. De inspecteur-generaal van de Scheepvaart, de heer C. Fock, sloot zich bij deze woorden aan. Opgeroepen was de motormachinist van de “Apollinaris III”. Hij verklaarde het volgende: We vertrokken, bemand met acht personen op 2 Mei j.l.van Rotterdam in ballast (zandballast) bestemd voor Alexandria. De reis had een gewoon verloop en we bevonden ons den 13den Mei in de Middellandsche Zee pl.m.15 mijl van Bizerta; het was goed weer. 's Avonds om elf uur brak de krukas. Het is toen gelukt zonder assistentie door middel van zeilen Bizerta binnen te loopen. We kwamen den 15den Mei behouden te Bizerta aan. Te Bizerta is de motor gedemonteerd en een nieuwe krukas is gezonden van de fabriek. Alle reparaties werden uitgevoerd onder toezicht van een Lloyd's expert. Achterschip in brand. Op 1 Juni ben ik aan den wal gegaan; toen ik weer naar boord terugkeerde, zag ik op pl.m. 10 min. afstand van het schip een brand. Ik informeerde en vernam, dat de “Apollinaris III" brandde. Ik ben toen zoo spoedig mogelijk naar boord gegaan en zag, dat het geheele achterschip in brand stond. Het bleek, dat de Nederlandsche kapitein reeds met zware brandwonden naar het ziekenhuis vervoerd was.; een passagier ( een Duitscher) werd ook naar het ziekenhuis vervoerd. Eerst werd getracht den brand te blusschen met een handpomp. later kwam de motorbrandspuit van de Marine Des morgens pl.m. 5 uur was de brand gebluscht. Bij onderzoek aan boord werd het verkoolde lijk in de kajuit gevonden van den Hongaarschen kapitein Lehrer. De brand is te Rizerta door de politie-autoriteiten onderzocht, maar er is geen oorzaak gevonden. Hoogstwaarschijnlijk is de brand in den ingang van het provisieruim ontstaan. Toen ik aan boord kwam was de kok reeds gekleed aan den wal. Hij vertelde, dat hij bij het ontstaan van den brand reeds in zijn kooi had gelegen, maar deze kon ook geen oorzaak opgeven. Het schip is later onder toezicht gerepareerd om de reis te kunnen vervolgen, een nieuwe kapitein van Nederland is aan boord gekomen, alsmede een andere Hongaarsche kapiten. De passagier is niet meer meegegaaan. De Raad zal later uitspraak doen.
De Telegraaf 28-02-1934: Recht en Wet. De noodlottige brand op de “Apollinaris III”. Amsterdam, 27 Febr. — De Raad voor de Scheepvaart, uitspraak doende, is van oordeel, dat het onderzoek geen zekerheid heeft opgeleverd, noch ten aanzien van de oorzaak van de motorschade, noch ten aanzien van den brand, welke zulke droevige gevolgen heeft gehad op de “Apollinaris III”. Wat de motoraverij betreft, kan de Raad, met de gebrekkige hem ten dienste staande gegevens, geen verdere conclusie trekken dan deze, dat het zeer goed mogelijk is, dat het losliggen van het carter hetgeen pas later is ontdekt, tot het breken van de krukas heeft geleid. Wat den brand aangaat, wijst alles op onvoorzichtigheid met open vuur. De als getuige gehoorde motormachinist verklaarde nog, dat de kok den gast, toen deze het schip verliet, met een brandende petroleumlamp heeft bijgelicht. Vermoedelijk heeft met deze lamp een onvoorzichtigheid plaats gehad. Nu de kok echter noch voor de rechtbank in Tunis, noch voor den Raad is kunnen worden gehoord en de gehoorde getuigen ten deze niets hebben kunnen constateeren, kan de Raad niet tot eenige positieve conclusie komen. De Raad herhaalt hier de woorden van groote dankbaarheid, door den voorzitter ter zitting bij de behandeling der zaak uitgesproken, voor het optreden van de Fransche autoriteiten in Bizerta, zoowel wat de maatregelen tot bestrijding van den brand betreft, als wat betreft de piëteitvolle zorgen, ten opzichte van de te betreuren slachtoffers van deze ramp aan den dag gelegd.
1956-03-08: Het Vrije Volk 08-03-1956: 4000 ste schip in de Waterweg. Het gistermiddag binnengekomen Engelse ms. „Lady Sonia" komende van Chatham en bestemd voor Nijmegen, is het 4000e schip dat dit jaar de Nieuwe Waterweg binnenkwam.Verleden jaar kwam , het 4000ste schip op 13 maart binnen.

1961-12-14: Het Vrije Volk 14-12-1961: 'Lady Sonia' in veiligheid. (Van een onzer verslaggevers) De sleepboot Loire van Leen Smit en Co's Internationale Sleepdienst heeft vanmorgen het Britse vrachtscheepje Lady Sonia van Ipswich binnengesleept. Het 199 br. ton metende schip raakte gisteren 40 mijl ten westen van Hoek van Holland in moeilijkheden doordat de machine uitviel. Voordat de situatie kritiek werd, kon de Loire het op sleeptouw genomen.
1962-08-13: Het Vrije Volk 13-08-1962: Britse coaster op Maasvlakte snel weer vlot. De Engelse coaster Lady Sonia is zondag tegen middernacht bij Hoek van Holland op de Maasvlakte gelopen. De seinpost van Hoek van Holland zag dat het schip verkeerd voer en trachtte dit de bemanning door seinen duidelijk te maken. De seinen werden aan boord kennelijk niet gezien en anderhalve mijl voor de seinpost liep het schip aan de grond. Na ongeveer een kwartier kwam het op eigen kracht weer vlot. Het is vervolgens de Nieuwe Waterweg opgevaren.
1963-02-01: Bemanning van de Nederlandse kustvaarder “Necton” gered. De “Lady Sonia” heeft gisternacht voor de kust van Hoek van Holland 6 bemanningsleden van de “Necton”, die in een rubbervlot waren gestapt, aan boord genomen. Ze waren, nadat hun schip zware slagzij had gekregen, van boord gegaan waarna de “Necton” zonk. De kapitein W. Korver (29) stapte in een loodsjol toen het water op de luiken kwam te staan en werd later in Hoek van Holland aan de wal afgezet.Via Radio Scheveningen hoorde de bemanning van de “lady Sonia” dat er een schip in nood verkeerde en stoomde daarop direct naar de plaats van het ongeval. Langs een touwladder kropen de zes schipbreukelingen omhoog tegen de “Lady Sonia”. Het dek was spiegelglad door bevroren water en op handen en voeten kropen de schipbreukelingen naar het achterschip, waar zij in een onverwarmde kajuit de reis naar de Parkkade in Rotterdam maakten.
1968-00-00: Verbouwd tot zandzuiger voor A.E.B. Jones, Rochester. In 1971 verkocht aan Thomas J. Bowen, Southampton en in 1972 aan J.A. Haywood, Fareham.
1977-03-00: Final Fate:
Gesloopt te Woolston (bij Southhampton), door Edgell Wharf (Services) Ltd. (Zie ook hoofdstuk 28 van het boek “De schippers Mulder”)


Afbeeldingen


Omschrijving: APOLLINARIS III
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: PARKSTONE
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: LADY SONIA
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Hill, Charlie A.

Omschrijving: LADY SONIA
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: LADY SONIA
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: LADY SONIA
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: LADY SONIA aground off Lowestoft; East-Suffolk; April 9th, 1964 (photo-collection Leslie Spurling)
Collectie: Spurling, L. (Leslie)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Stranding