1933-05-13: |
Tijdens de reis van Rotterdam naar Alexandria, problemen met de hoofdmotor (krukas) opgelopen en op eigen kracht Bizerta binnengelopen. Wachtend op een nieuwe krukas brak er op 03-06-1933 brand aan boord uit. Kapitein Meindert Johannes werd hierbij zo ernstig gewond dat hij in het ziekenhuis overleed. 10-08-1933 na monteren nieuwe krukas vertrokken uit Bizerta en reis naar Budapest vervolgd en daar aangekomen op 19-09-1933.
De Telegraaf 03-06-1933: „Apollinaris III" bij Tunis in brand gevlogen. Kapitein om het leven gekomen. Het schip zou dienst tusschen Alexandrië en Boedapest onderhouden. Bizerta, 3 Juni. Het Nederlandsche s.s. „Apollinaris III" uit Rotterdam, metende 250 ton, is in brand gevlogen. De kapitein is om het leven gekomen. - (Reuter).
De „Apollinaris III” is mei j.l. uit Rotterdam vertrokken naar Alexandrië om van daar een geregelden dienst tusschen die stad en Boedapest te gaan onderhouden. Op 21 Mei is het schip met machlneschade te Bizerta aan de Noordkust van Afrika hij de baai van Tunis aangekomen. .De „Appollinaris III" zou het eerste Nederlandsche zeeschip zijn dat ooit te Boedapest verscheen. Het schip is eigendom van de N.V. F'. Fauchey's Cargadoorsbcdrijf te Rotterdam. Het is 2½ jaar oud en deed vroeger dienst in de kustvaart; het voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken. De ”Appollinaris III" zou hij wijze van proef een dienst voor stukgoed vervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië, via Stamboul en Galatz. Van Boedapest zou het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee varen: een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid.
De grondwet 07-06-1933: De brand op de “Apollinaris III”. Kapitein Johannes aan de bekomen verwondingen ook bezweken.. Bij P. Fanchey's Cargadoors-bedrijf te Rotterdam is t hans uit Bizetta bericht ontvangen, dat ook de 32-jarige Nederlandsche kapitein Johannes uit Groningen aan de, bij den brand op de Apollinaris III opgeloopen brand-wonden is overleden. Als tragische bijzonderheid valt te vermelden, dat het de eerste reis van den jongen kapitein was, welke thahs een droevig einde heeft genomen. De begrafenis zou gister —Dinsdag — te Bizerta plaats vinden. De Hongaarsche kapitein Lehrer is reeds Zondag begraven. Het derde slachtoffer, de Duitsche passagier Schorch, is gelukkig aan de beterhand en hoopt reeds binnen een week het ziekenhuis te kunnen verlaten. De schade aan het schip schijnt zeer aanzienlijk en zou heden door een Lloydexpert worden opgenomen.
De Banier 06-06-1933:Gemengd Nieuws Nederlandsch schip te Bizerta in brand gevlogen.
De Hollandsche en Hongaarsche kapitein verbrand. Op 2 Mei j.l. verliet de „Apollinaris III" de haven van Rotterdam. Het schip zou bij wijze van proef een dienst voor stukgoedvervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië, via Stamboul en Galatz. Van Boedapest zou het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee varen; een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid. Het gezag op de „Apollinaris III'' rustte in handen van den heer Johannes uit Groningen een man van ongeveer 32 jaar, voor wien deze eerste reis eveneens van groote beteekenis was. Hij was pas van stuurman tot kapitein bevorderd en dit zou zijn eerste reis als gezagvoerder zijn. En naast hem stond de Hongaarsche kapitein Lehrer. Kapitein Lehrer was iemand met veel ervaring. Hij koesterde zeer veel vertrouwen in deze nieuwe onderneming, die tot stand gekomen was mede door bemiddeling van den Duitscher Schorch, die deze reis als passagier zou meemaken. Groot was de verslagenheid bij het Cargadoorsbedrijf van F. Fauchey, waartoe de „Apollinaris III" behoort welke te Bizerta in brand is gevolgen, bij welke ongeluk kapitein Lehrer is omgekomen.We lezen omtrent dezen brand nog in de Tel.: Na dit telegram heeft men onmiddellijk uit Rotterdam om nadere informaties gevraagd en men verkeert thans in groots spanning over het lot van den Nederlandschen kapitein. Het schip moet zeer groote schade hebben bekomen. Een Lloyd's agent zal de schade taxeeren. Over het lot der andere opvarenden wordt in de telegrammen niet gesproken, zoodat mag worden aangenomen dat zij geen letsel hebben gekregen. Zouden de vrij gunstige berichten over den passagier Schorch te optimistisch zijn? Een persbericht deelt n.l. mede, dat ook deze passagier zou zijn overleden. Onmiddellijk nadat men bij het cargadoorsbedrijf dit bericht had ontvangen, heeft men zich terstond nogmaals met den agent te Bizerta in verbinding gesteld om nadere inlichtingen. In het begin was niet bekend wat de oorzaak van deze catastrophe is geweest en ook niet wat kapitein Johannes is overkomen. Het eerste telegram sprak van ernstige brandwonden, van opname in het ziekenhuis te Bizerta. Later op den avond ontving men een telegram, waarvan men den inhoud heel moeilijk wil gelooven. Na deze eerste berichten, die wel ernstig, doch niet hopeloos luiden. Dit laatste, dat woordelijk luidt: „Appollinaris, captain Johannes desperate, passenger no danger, wil comme out hospital next week", spreekt van onherstelbare verwondingen die de kapitein zou hebben opgeloopen, terwijl de heer Schorch buiten levensgevaar zou verkeeren en de volgende week uit het ziekenhuis zal worden ontslagen.
Kapitein Johannes overleden. Gaf het laatste telegram uit Bizerta, dat Zaterdagavond bij de N.V. Franchey's Cargadoorsbedrijf binnenkwam, nog eenige hoop op het behoud van den Nederlandschen kapitein Johannes, die ernstig werd gewond bij den brand op de „Apollinaris III", op den avond van den eersten Pinksterdag reeds volgde een nieuw telegram waarin zijn dood werd gemeld.Men wist dat de jonge Nederlandsche kapitein zeer ernstig werd gewond en met vele brandwonden in het ziekenhuis te Bizerta was opgenomen. Het telegram meldde voorts, dat kapitein Lehrer Zondag reeds was begraven en dat de teraardebestelling van kapitein Johannes Dinsdag zou plaats vinden.Onmiddelijk heeft men de familie van kapitein Johannes te Groningen van de doodstijding in kennis gesteld.
Het was de eerste reis van den Nederlandsche kapitein, het is helaas ook zijn laatste geworden. Nadere bijzonderheden. Het schip was op weg van Alexandrië en te Bizerta binnengeloopen wegens averij. De brand brak uit om één uur in den nacht. Onmiddellijk snelde de brandweer van de marine en een sectie tirailleurs te hulp.
Kapitein Lehrer kwam in de vlammen om en twee leden van de bemanning werden gewond. De oorzaak van den brand is onbekend. Om vijf uur Zaterdagochtend was de brand gebluscht. De schade is aanzienlijk.
De „Apollinaris III" zou het eerste Nederlandsche zeeschip zijn, dat ooit te Boedapest verscheen. Het schip is eigendom van de N.V. P. Fauchey's Cargadoorsberijf te Rotterdam. Het is 2½ jaar oud en deed vroeger dienst in de kustvaart; het voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken.
Nieuwsblad van het Noorden van 6 juni 1933: Binnenland. De brand op de „APOLLINARIS III” ook de Nederlandsche kapitein overleden. In ons nummer van j.l. Zaterdag maakten wij reeds met een enkel woord melding van den brand, welke gewoed heeft op de „Apollinaris III", toen het schip zich Vrijdag bevond te Bizerta bij Tunis.
De brand, welke na korten tijd is gebluscht heeft in het achterschip, machinekamer en salon gewoed. De schade is belangrijk. Aan boord van het schip, dat een geregelden dienst ging onderhouden van Boedapest op Alexandrië, bevonden zich twee kapiteins, de Nederlander Johannes en de Hongaar Lehrer. De heer Lehrer is bij den brand aanstonds om het leven gekomen. De heer Johannes en een Hongaarsche passagier werden met brandwonden in het ziekenhuis te Bizerta opgenomen.
De „Apollinaris" zou het eerste Nederlandsche zeeschip zijn, dat ooit te Boedapest verscheen. Het schip is eigendom van de N.V. P. Fauchey's Cargadoorsbedrij f te Rotterdam Het is 2½ jaar oud en deed vroeger dienst in de kustvaart; het voer hoofdzakelijk naar Engeland en Denemarken. De „Apollinaris" zou bij wijze van proef een dienst voor stukgoedvervoer onderhouden tusschen Boedapest en Alexandrië, via Stamboul en Galatz. Van Boedapest zou het 1500 K.M. langs den Donau tot aan zee varen; een dergelijk lang traject op een rivier is ongetwijfeld voor een zeeschip een merkwaardigheid. Nadere bijzonderheden. Groot was de verslagenheid bij het Cargadoorsbedrijf van F. Fauchey te Rotterdam, zoo meldt de correspondent van de N. v. d. D. Van dezen eersten tocht naar Alexandrië koesterde men de allerbeste verwachtingen, toen de eerste onderhandelingen over de totstandkoming van dezen dienst met succes waren bekroond en het schip op 2 Mei j.l. Rotterdam verliet met als Nederlandschen kapitein de heer Johannes uit Groningen, een man van ongeveer 26 jaar, voor wien deze eerste reis eveneens van groote beteekenis was. Hij was, immers pas van stuurman tot kapitein bevorderd en dit zou zijn eerste reis als gezagvoerder zijn na zijn eervolle carrière als stuurman en naast hem stond de Hongaarsche kapitein Lehrer, een sympathieke persoonlijkheid, met wien men te Rotterdam kort voor het vertrek voor het eerst kennis maakte. Ook kapitein Lehrer was iemand met veel ervaring. Opk hij koesterde zeer veel vertrouwen in deze nieuwe onderneming, die tot stand gekomen was mede door bemiddeling van den Duitscher Schorch, die deze reis als passagier zou mee maken.
Het was alsof op deze onderneming een noodlot rustte, want spoedig kreeg het schip met storm en mist te kampen en dat is ook waarschijnlijk de oorzaak geweest dat de „Apollinaris" op den 21sten Mei bij de Noord kust van Afrika machineschade kreeg en te Bizerta moest binnenloopen om daar te worden gerepareerd. Dat de schade van niet geringe beteekenis was mag worden afgeleid uit den langen tijd dat het schip te Bizarta vertoefde voordat deze ramp plaats greep. Een droeve tijding. Gaf het laatste telegram uit Bizerta, dat Zaterdagavond bij de N.V. Fauchey's Cargadoorsbedrijf binnenkwam, nog eenige hoop op het behoud van den Nederlandschen kapitein Johannes, op den avond van den eersten Pinksterdag reeds volgde een nieuw telegram waarin zijn dood werd gemeld zoo meldt het N. vd D. verder. Het telegram meldde voorts, dat kapitein Lehrer Zondag reeds was begaven en dat de teraardebestelling van kapitein Johannes Dinsdag zal plaats vinden. Onmiddellijk heeft men de familie van kapitein Johannes te Groningen van de doodstijding in kennis gesteld. De toestand van den Duitschen passagier Schorch, is zóó gunstig, dat hij reeds deze week het ziekenhuis zal kunnen verlaten. Over de oorzaak van de ramp is officieel nog niets bekend.
Algemeen Handelsblad van 18 november 1933: Averij aan boord van de „APOLLINARIS III”. Twee kapiteins bezweken.
De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld betreffende het motorschip ..Apollinaris III", toebehoorend aan H. Mulder te Voorburg. Aan boord van dit vaartuig is 13 Mei 1.1. in de Middellandsche Zee de krukas van den motor gebroken; 3 Juni d.a.v. is te Bizerta brand in het achterschip uitgebroken, tengevolge waarvan de kapitein M. Johannes aan zijn brandwonden is bezweken en ook de Hongaarsche kapitein Lehrer om het leven is gekomen. Hulde aan de Fransche autoriteiten. Bij den aanvang van de behandeling heeft de voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart, prof. mr. B. M. Taverne, openlijk hulde gebracht aan het optreden van de Fransche autoriteiten in deze zaak. Eerst is met voortvarendheid opgetreden bij het blusschen van dezen brand, daarna is alle moeite gedaan om de oorzaken van dezen brand op te sporen en vervolgens hebben deze autoriteiten by de begrafenis, eerst van den Hongaarschen kapitein, den volgenden dag van den Nederlandschen kapitein, groote toewijding en deelneming betoond. Daarvoor moet namens de Nederlandsche Koopvaardij, waartoe de "Apollinaris III" behoort, en ook namens de nagelaten betrekkingen van de slachtoffers een woord van diepgevoelden dank worden gebracht.
De inspecteur-generaal van de Scheepvaart, de heer C. Fock, sloot zich bij deze woorden aan. Het relaas van den brand. De motormachinist van de „Apollinaris III", verklaarde, dat de „Apollinaris III" bemand met acht personen op 2 Mei 1.1. van Rotterdam vertrok in ballast bestemd voor Alexandrië. Den 13den Mei brak in de Middellandsche Zee bij Bizerta, de krukas, het is toch gelukt zonder assistentie door middel van zeilen Bizerta binnen te loopen. Te Bizerta is de motor gerepareerd onder toezicht van een Lloyd's expert. „Den 3den Juni ben ik naar den wal gegaan en op weg naar boord zag ik op plm. 10 min. afstand van het schip een brand. Ik vernam dat de „Apollinaris III" brandde. Ik ben toen zoo spoedig mogelijk naar boord gegaan en zag dat het geheele achterschip in brand stond. Het bleek dat de Nederlandsche kapitein M. Johannes reeds met zware brandwonden naar het ziekenhuis vervoerd was, een passagier (een Duitscher) werd ook naar het ziekenhuis vervoerd. Eerst werd getracht den brand te blusschen met de handpomp, later kwam de motorbrandspuit van de marine, des morgens plm. 5 uur was de brand gebluscht. Bij onderzoek aan boord werd het verkoolde lijk in de kajuit gevonden van den Hongaarschen kapitein Lehrer. De brand is door de politieautoriteiten onderzocht, maar er is geen oorzaak gevonden. Hoogstwaarschijnlijk is de brand in den ingang van het provisie-ruim ontstaan. De kok vertelde dat hij bij het ontstaan van den brand reeds in zijn kooi had gelegen, maar deze kon ook geen oorzaak opgeven. Het schip is later onder toezicht gerepareerd om de reis te kunnen vervolgen, een nieuwe kapitein van Nederland is aan boord gekomen, alsmede een andere Hongaarsche kapitein, de passagier is niet meer meegegaan. De raad zal later uitspraak doen.
Algemeen Handelsblad van 28 februari 1934 inzake de brand op de „Apollinaris III”.
Voorts deed de Raad uitspraak in zake de motoraverij aan boord van het m.s. „Apollinaris III" gedurende de reis in de Mdddellandsche Zee en den brand aan boord van voormeld vaartuig te Bizerta, tengevolge waarvan twee personen zijn overleden. De Raad is van oordeel, dat het onderzoek geen zekerheid heeft opgeleverd, noch ten aanzien van de oorzaak van de motorschade, noch ten aanzien van den brand, welke zulke droevige gevolgen heeft gehad. Ter kennis van den Raad is gebracht een uitspraak van het Tribunal de le instance te Tunis betreffende een tegen den kok ingestelde strafvervolging. Uit deze uitspraak blijkt, dat genoemde kok bij verstek van het hem ten laste gelegde — het door schuld veroorzaken van brand en van dood en verwondingen — is vrijgesproken. Wat de motoraverij betreft kan de Raad, met de gebrekkige hem ten dienste staande gegevens, geen verdere conclusie trekken dan deze, dat het zeer goed mogelijk is, dat het losliggen van het carter, hetgeen pas later is ontdekt, tot het breken van de krukas heeft geleid. Wat den brand betreft, wijst alles op onvoorzichtigheid met open vuur. De als getuige gehoorde motormachinist verklaarde nog, dat de kok den gast, toen deze het schip verliet, met een brandende petroleumlamp heeft bijgelicht. Vermoedelijk heeft met deze lamp een onvoorzichtigheid plaats gehad. De Raad herhaalt hier de woorden van groote dankbaarheid, door den voorzitter ter zitting bij de behandeling der zaak uitgesproken, voor het optreden van de Fransche autoriteiten in Bizerta, zoowel wat de maatregelen tot bestrijding van den brand betreft, als wat betreft de piëteitvolle zorgen, ten opzichte van de te betreuren slachtoffers van deze ramp aan den dag gelegd.
Algemeen Handelsblad 12-09-1933: Een Nederlandsche kustvaarder naar Boedapest.
Onze Rotterdamsche correspondent meldt dat het Nederlandsche motorschip “Apollinaris III” van Fauchey Cargadoorsmaatschappij te Rotterdam, dat op weg is van Rotterdam naar Boedapest, den Donau is opgevaren. Door een ontploffing van den motor in de Middellandsche Zee is het schip, dat eenige maanden geleden van Rotterdam vertrokken is, geruime tijd opgehouden. Na aankomst te Boedapest zal het schip, dat 140 ton bruto meet, enkel reizen maken tusschen Boedapest en Alexandrië, waarvoor het gecharterd is door de Hongaarsche regeering, die deze proef neemt om te beoordeelen of op den duur een rechtstreeksch verkeer tusschen Hongarije en het Middellandsche Zeebekken mogelijk is met kleine kustvaarders die zoowel de zee, als de rivieren kunnen bevaren. Alleen het vervoer van stukgoed kan in aanmerking komen voor een dergelijk transport met kleine schepen over groote afstanden. In de Middellandsche Zee worden onze kleine Nederlandsche kustvaarders reeds herhaaldelijk gezien in den regel met ladingen, die zij van den Rijn of andere binnenwateren rechtstreeks daarheen brengen. |