1964-12-05: |
NvhN 05-12-1964: Groninger kustvaarder SANTA LUCIA gezonken. Opvarenden behouden te Delfzijl aan wal. (Van onze redactie te Delfzijl) „We hadden slagzij, die steeds erger werd. Op het laatst lagen we zo scheef, dat we geen olie meer konden smeren. De motor, die al een paar keer had geweigerd, viel uit en toen wist ik dat het schip verloren was. We gooiden een opblaasbaar vlot overboord en zijn er in gesprongen. Het vlot was nog niet eens zo ver weg toen het schip zonk. Een half uur later werden we door de Nederlandse loodsboot Castor opgepikt". In sobere bewoordingen vertelde kapitein L. H. Siertsema (38) uit Groningen (een zoon van de Groninger advocaat mr. J. Siertsema) ons wat er vannacht omstreeks één uur in de Eemsmonding nabij Borkum met de Groninger kustvaarder Santa Lucia en zijn bemanning is gebeurd. Scheepskat verdronken. We spraken met hem aan boord van de loodsenafhaler Eems, die de opvarenden van de loodsboot naar Delfzijl bracht. Het relaas van kapitein Siertsema was enerzijds triest om het verlies van schip, lading en persoonlijke bezittingen, anderzijds opgewekt om het behoud van het leven van acht bemanningsleden. Alleen de scheepspoes Miekie, die door haar Poolse afkomst „de communist" werd genoemd, is tot spijt van alle opvarenden in de golven verdwenen. Kapitein Siertsema, die precies een jaar op dit schip voer („Het vorige jaar ben je in de nacht van 4 op 5 december om half twee aan boord gegaan. Dat was in het Kielerkanaal', wist zijn vrouw, die zich naar Delfzijl begeven had, zich te herinneren), vertelde dat het 520 ton d.w. metende schip vierentwintig uur voor de ramp moeilijkheden kreeg. Er sloeg een grondzee over, die enkele deuren aan bakboordzij de wegsloeg. Waarschijnlijk is de uit kolen bestaande lading toen gaan schuiven, wat de slagzij veroorzaakte. „We wilden eigenlijk verder varen, maar de motor weigerde een paar keer en de schroefas liep warm, zodat we besloten onze reis van Goole naar Kopenhagen te onderbreken en de Eems op te varen", aldus kapitein Siertsema, die, naar men ons vertelde, onder alle omstandigheden doodkalm blijft. Grond zeeën. In de Eemsmonding kreeg de Santa Lucia met grondzeeën te maken, die het schip méér slagzij deed maken. Kapitein Siertsema realiseerde zich, toen de motor uitviel, maar al te goed dat de kustvaarder reddeloos verloren was. Hij gaf zijn bemanning, die hij ongeveer een kwartier tevoren had laten wekken, de opdracht van boord te gaan. Er was op dat ogenblik haast geboden. By het overspringen op het vlot raakte de kapitein nog even in het koude, hoog opgezweepte water. Hij ging tussen het schip en het vlot een paar maal kopjeonder. „0e stuurman en de meester hebben me er, geloof ik, uitgetrokken", zei hij. Op de vraag van een opvarende of hij de lijn nog vast had, antwoordde hij bevestigend. Lof voor vlot. Veel lof had de kapitein voor het vlot. Hij vertelde ons hoe het tegen de romp van de loodsboot Castor werd geslagen en alle klappen uitstekend opving. „Zet u ook maar in de krant dat het zo fijn is dat de loodsboten radio-telefonie hebben, anders waren we niet gevonden", zei ons stuurman J. van de Veen (23) uit Appingedam. Ze vertelden, dat alleen de loodsboten voor de Eems deze voorziening hebben. De loodsboot was de Santa Lucia al tegemoet gekomen. Op dat moment was er windkracht acht, in buien zelfs uitlopend tot tien. De bemanning hééft bij het aan boord gaan van de Castor nog wel enkele moeilijke ogenblikken gehad, maar tenslotte kregen de mannen van de loodsboot toch de gelegenheid om de natte geredden te verzorgen. En ze kweten zich uitstekend van hun taak, naar ons werd verzekerd. Eerste reis van kok. Voor de kok, de 27-jarige M. C. M. Buist uit Tilburg was alles nog iets ongewoner dan voor de anderen. Hij was pas sedert 27 november aan boord en het was zijn eerste reis. „Ach, ik dacht ik moet me maar kalm houden. Er moet geen paniek komen" vertelde hij terwijl hij met een hand langs zijn stoppelbaard streek. „Weer varen? Ja, waarom niet!?" Een geluk vond men het dat in Goole de vrouw van machinist G. A. Heringa uit Leeuwarden van boord was gegaan. De machinist is juist gisteren 41 jaar geworden. Twee Spaanse opvarenden zouden in het Kielerkanaal van boord stappen om naar huis te gaan. Aan boord van de Santa Lucia, die eigendom van de gelijknamige rederij te Groningen is, voeren voorts nog de 18-jarige tweede machinist G. Postma uit Valkenburg en de 21-jarige matroos J. J. D. Schram uit Vlissingen.
|