1957-12-02: |
NvhN 02-12-1957: Angstige ogenblikken in Rotterdamse haven. Coaster maakte zware slagzij. Overboord zetten van deklast redde schip. (Van onze Rotterdamse correspondent). De kleine kustvaarder TRIAS TRADER, die zaterdagmiddag van de Rotterdamse Jobshaven naar Londen vertrok, is ter hoogte van de IJsselhaven bij het uitvoeren van een scherpe uitwijkmanoeuvre, naar stuurboord over bakboord scheefgevallen. De slagzij was zo ernstig, dat de gezagvoerder, kapitein Zuidema, de motor liet stoppen en vrezende, dat zijn schip wellicht zou kapseizen, order gaf de sjorringen van de deklast, kisten bier en melkpoeder, te kappen en zoveel als mogelijk was overboord te zetten. Het werd door twee sleepboten naar de Jobshaven teruggesleept, waar een onderzoek werd ingesteld. In de loop van de zaterdagnacht is het schip echter weer vertrokken naar Londen. De Trias Trader, die 171 brt. meet en een vrij nieuw schip is, had in de Waalhaven een lading stukgoed in enkele grote partijen ingenomen en was daarna naar de Jobshaven verhaald om nog een deklading, kisten bier en balen melkpoeder, in te nemen. Deze goederen werden zoals gebruikelijk op de luiken gestuwd en met sjorringen vastgezet, is vermoedelijk in beweging gekomen onder de sjorringen en is naar bakboord gaan schuiven. Dit had een steeds meer toenemende slagzij ten gevolge, die in korte tijd zo sterk werd, dat gevaar voor kapseizen op korte termijn bestond. De precaire toestand, waarin de kustvaarder kwam te verkeren, werd opgemerkt door verschillende schepen op de drukbevaren rivier, die terstond te hulp snelden. Omstreeks vier uur vertrok de Trias Trader, maar het schip kwam niet verder dan de mond van de IJsselhaven. Daar moest het een scherpe uitwijkmanoeuvre naar stuurboord maken, waardoor het neiging kreeg over bakboord te hellen. Dit is een normaal verschijnsel. Gevaarlijke situatie. Door de deklading was vermoedelijk de stabiliteit niet zodanig om mogelijke gevolgen van dit overhellen uit te sluiten. De lading kisten en balen. Inmiddels had men aan boord van de Trias Trader, die een bemanning van negen koppen heeft, terwijl ook de echtgenote van de gezagvoerder aan boord was, snel maatregelen genomen om de toenemende slagzij het hoofd te bieden. De kapitein had de motor gestopt, order gegeven de sjorringen van de deklading te kappen en zoveel mogelijk van deze lading overboord te werken. Dit had al spoedig tot gevolg, dat het schip langzaam minder slagzij kreeg. Voor alle zekerheid had men de vrouw van kapitein Zuidema op een te hulp schietende sleepboot laten overstappen. Toen gevaar voor kapseizen was geweken, hebben twee sleepboten de Trias Trader aan de tros genomen en naar de Jobshaven teruggesleept. Daar werd het restant van de deklast aan de wal gezet. De oorzaak van het scheefvallen van het schip zal waarschijnlijk moeten worden geweten aan een minder gunstige verhouding van het gewicht van de deklading ten opzichte van het gewicht van de lading onder de luiken en het verschuiven van de deklast toen de Trias Trader tijdens het scherp uitwijken , overhelde. In de loop van de avond werd toestemming verleend een deel van de deklast weer aan boord te nemen. Omstreeks half drie zaterdagnacht is de Trias Trader toen weer vertrokken. |