1911-09-18: |
Zeeverhoor in Wanganui op 25-09-1911, het zeeverhoor In Ærøskjøbing op 19-12-1911 en 27-06-1912.
Op 18/11 (opm.: moet waarschijnlijk 18 september zijn, zie zee-verhoor op 25 sept.) rond kwart voor drie nm., terwijl de Carla naar binnen gesleept werd naar Wanganui, knapte de sleeptros bij toenemende NW wind, lichte bries en zeegang.
Het lukte snel daarna om weer verbinding te maken met de sleepboot, maar toen de tros direct daarna weer brak, moest de Carla ongeveer 3 zeemijlen noord van Wanganui ankeren , en bij de daarop volgende poging om de verbinding te herstellen kreeg de sleepboot een aanvaring met de Carla, die haar boegspriet kwijtraakte en op drift raakte.
Het tweede anker werd uitgezet maar ondanks dat beide ankerkettingen tot bijna het einde waren uitgezet, kreeg de Carla verscheidene keren de boeg onder water en liep vol, zodanig dat de bemanning om 9 uur nm. toevlucht moest zoeken op de sleepboot, om de nacht daar in de buurt te blijven.
De Carla dreef inmiddels naar de kust bij Castlecliff en omdat het er naar uit zag dat het onmogelijk was weer aan boord te komen, werd de bemanning in Wanganui aan land gezet.
Eerst 2 dagen later, toen het weer bedaard was, kwam de kapitein aan boord van de Carla, waarvan inmiddels was gebleken dat het schade aan het vlak had gekregen, vol water was gelopen en daarom later als verloren bij opbod is verkocht voor 4500 Kr.
Vermelding 1: Kapitein Albertsen accepteerde in de minne een boete aan de Staatskas van 20 Kr. voor de overtreding van zeerecht art. 40.
Vermelding 2: Het zeerecht in Ærøskjøbing oordeelde dat kapitein Albertsen in dit geval niet verantwoordelijk was, zowel voor het verlaten van het schip alsmede het gebeuren rond de verkoop.
(Bron: Vertaald uit: STATISTISK OVERSIGT OVER DE I AARET 1911 FOR DANSKE SKIBE I DANSKE OG FREMMEDE FARVANDE SAMT FOR FREMMEDE SKIBE I DANSKE FARVANDE INDTRUFNE SØULYKKER)
|