RN 170118
Schipbreukelingen te Scheveningen aangebracht. De motorreddingsboot JHR RUTGERS VAN ROZENBURG van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij, is gistermiddag ruim 2 uur – gelijk wij in een deel onzer vorige oplaag nog konden berichten – de Scheveningse haven uitgegaan, nadat vanaf de vuurtoren gerapporteerd was, dat er een boot met mensen op zee drijvende was. Om half vier is de boot teruggekeerd met 10 man ongewond, 2 man zwaar gewond en een dode, vormende een deel van de uit 18 koppen bestaande bemanning van de stoomschip WESTPOLDER van Rotterdam.
Vijf opvarenden zijn bij de ramp die het schip trof verdronken. Bij aankomst waren de geredden niet in een toestand, dat zij volledige inlichtingen konden geven. Alleen wisten zij te zeggen, dat hun schip in korte tijd gezonken was, 15 mijlen N.W. van Scheveningen.
Voorlopig zijn de mensen ondergebracht in het boothuis en het seinhuis van de Visschershaven, waar hun zoveel als nodig, heelkundige hulp is verleend.
De WESTPOLDER, kapt. J. de Wit (opm: J. Witte) , behoort aan de Algemeene Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij, agente de firma Cornelder & Zonen. Zij is groot 749 ton en was verleden jaar gebouwd door J. & A. v.d. Schuijt, te Papendrecht. Op 16 augustus had de proefvaart plaats. Het schip was maandag van hier naar Engeland vertrokken. Of het schip op een mijn gelopen of getorpedeerd is, wisten de te Scheveningen aangebrachte mannen niet te zeggen.
Nader meldt men ons uit Scheveningen: De drie naar het Gemeente Ziekenhuis door de Eerste Hulp dienst overgebrachte opvarenden van de WESTPOLDER zijn allen uit Rotterdam afkomstig n.l. een 29-jarige donkeyman met gekneusd rechter onderbeen. Een 20-jarige matroos met een fractuur aan de rechter knieschijf en een 41-jarige stoker, die wegens uitputting in het ziekenhuis moest worden opgenomen.
De opvarenden van de WESTPOLDER die vermist worden zijn: D. Wildeboer 18 jaar lichtmatroos; Zethoven, 2e stuurman; Kemon, 30 jaar, kok; Elswijk 23 jaar, steward;
L. de Groot, 40 jaar, stoker. Allen uit Rotterdam.
De hier aangebrachte 1e stuurman, die na een uur in het water met de dood te hebben geworsteld, nog levend in de boot werd opgenomen, maar overleed vóór Scheveningen was bereikt, was genaamd Frans Benckhuizen, uit Vlissingen.(opm: Frank Benckhuysen)
Volgens berichten door de directie uit Scheveningen ontvangen, had men aan boord van de WESTPOLDER ’s nachts plotseling een knal gehoord, waarna het schip onmiddellijk was gezonken. De bemanning was overboord gesprongen en twaalf van de drenkelingen hadden de boot weten te bereiken, die door de ontploffing waarschijnlijk overboord was geslagen.
De namen van de zeelieden van de WESTPOLDER die behouden te Scheveningen werden aangebracht zijn: kapt. J. Witte, J.D. Stolz, F. Rodenrijs, A.J. Oversier, H.W. Van den Leist, P. de Groot, M.W. van Veen, B. van Veldhuyzen, M.A. Sigmond, G. Timmermans, P. Starrenburg, L. Verhagen.
Als een bijzonderheid kan nog worden medegedeeld, dat kapt. J. Witte, die gisteren nog met 11 andere overlevenden van het verongelukte schip WESTPOLDER te Scheveningen werd aangebracht, verleden jaar 24 juni ook reeds aldaar werd aangebracht. Toen ten tijde voer hij als kapitein op het stoomschip TELEGRAAF 18 van Rotterdam, dat op 36 mijlen Z.W. van Hoek van Holland door een Duitse onderzeeboot werd getorpedeerd. Kapt. Witte wist zich toen met de overige leden van de bemanning in een boot te redden. Ongeveer 10 mijlen uit de kust werden zij toen opgepikt door de SCH 60 PETRONELLA en in de Scheveningse haven aangebracht.
Onder bedoelde aangebrachte bemanning van de TELEGRAAF 18 bevonden zich toen ook de bootsman Stols, die gisteren ook is aangebracht en de matroos Wildeboer, die thans tot de 5 vermiste opvarenden van de WESTPOLDER behoort.
De 9 niet ernstig gewonden van het eergisteravond 15 mijlen noordwestelijk van Scheveningen verongelukte stoomschip WESTPOLDER hebben in het hotel van de weduwe Bürger, Amsterdamschestraat, aldaar, een rustige nacht doorgebracht. Hun voornemen is, heden naar Rotterdam te vertrekken. De kapitein is vrij ernstig gekneusd aan de benen, zodat hij niet in staat is om te lopen. Geen van de 9 mannen heeft enig vermoeden omtrent de oorzaak van de ramp. Midscheeps had een hevige ontploffing plaats en het vaartuig zonk binnen een paar minuten. Op het water was vóór het ongeluk niets bespeurd, en ook na de ramp was niets te zien.
Dat de vijf vermisten nog in een boot zouden ronddrijven werd door hun kameraden hoogst onwaarschijnlijk geacht. Vier van de vijf werden slapende door het ongeluk verrast en hun slaapplaats was in het gedeelte van het schip waar de ontploffing plaats had.
MCO 190118
Op de algemene begraafplaats te Vlissingen had hedenmiddag de ter aarde bestelling plaats van het stoffelijk overschot van wijlen de heer F. Benckhuijzen, in leven eerste officier op het stoomschip WESTPOLDER, dat verleden week, toen het uitvoer om kolen uit Engeland te halen, gezonken is. (opm: naam is Frank Benckhuysen)