1949-10-18: |
Het Vrije Volk 18-10-1949: Duiker uit netelige positie bevrijd, maar redder verdronk. Rotterdamse brandweerman werd slachtoffer van hulpactie.
(Van een speciale verslaggever) Angstige uren heeft men Maandagmiddag beleefd op de vroegere marinewerf in Hellevoetsluis. Eerst was er de spanning om de duiker, die onder een schip beklemd was geraakt en toen, nadat een ploeg van de brandweer uit Rotterdam was gekomen om assistentie te verlenen en men wist dat de duiker niet in gevaar verkeerde, gebeurde een bijna onverklaarbaar ongeluk, waardoor een der brandweerlieden, de 43-jarige C. de Jonge, de dood vond. De Rotterdamse duiker L. v. d. Ende was die middag bezig om een stuk hout, dat in de schroef van het motorschip „WIEBE" was geraakt, te verwijderen. In het begin van de middag bemerkte men, dat de, duiker onder het schip was vastgeraakt. Het bleek onmogelijk hem weer boven water te trekken. Omdat er bij de Rotterdamse brandweer specialisten zijn, die een opleiding hebben gekregen in het gebruik van het zg. Davis-duikmasker, telefoneerde men naar Rotterdam. Veertig minuten later was de brandweerploeg ter plaatse. De brandweerman A. Springvloed ging met zijn masker te water. Wat hij rapporteerde was geruststellend. De duiker was tegen de bodem van. het schip aangedrukt, blijkbaar door overdruk, maar mankeerde niets. Bevrijding op komst Driemaal dook Springvloed. Omdat het onder het schip zo donker was, hadden de duikers elkaar wel niet kunnen zien, maar ze hadden elkaar betast. Zodoende wist ook v. d. Ende, dat er hulp in de nabijheid was en hij spoedig zou worden bevrijd. Dit wilde men bij een vierde duikproef proberen. Een andere brandweerman, de 43-jarige C. de Jonge, ging naar beneden. Alles scheen uitstekend te verlopen door rukken aan het touw, dat om zijn middel was bevestigd, gaf De Jonge te kennen, dat hij meer lijn wenste. Kort daarop gaf hij het teken: inhalen. Men haalde in, totdat 't touw niet meer meegaf. Men hield op met trekken en zag toen tussen schip en wal bij een stalen tros enige beweging in het water en direct daarna een paar luchtbellen. Masker afgerukt? De tros werd losgemaakt en daarop kon men de lijn, waaraan de brandweerman was bevestigd, verder inhalen. De Jonge kwam boven water. Het bleek, dat hij zijn masker niet meer op had. Een arts, die reeds ter plaatse was, probeerde kunstmatige ademhaling, maar het hielp niet. De Jonge was overleden. Een andere duiker, M. Koster van De Wits Bergingsbedrijf, is...daarop afgedaald en heelt zijn collega kunnen bevrijden. De man was volkomen fit. „Het was niet zo erg" „Het is me wel vaker overkomen, dat ik ergens onder water beklemd raakte. Het was heus niet zo erg", vertelde hij. „Het is alleen een beetje vervelend,. dat je zo moet wachten en niets te eten krijgt". Maar des te tragischer was het, dat de man, die te water ging om hem te redden, het leven daarbij verloor. De verslagenheid in de ploeg van de brandweer, waarvan hij zon goed en opgewekt lid was, was groot. Men begreep ook niet hoe het had kunnen gebeuren. De maskers zijn zo geconstrueerd, dat men ze uit de mond moet trekken. Uit zich zelf gaan ze niet los. De veronderstelling is, dat De Jonge geschrokken is, doordat hij achter de kabel, bleef steken, het masker heeft afgenomen en diep adem heeft gehaald. Men denkt ook nog aan de mogelijkheid van een hartverlamming. Na een onderzoek van de politiedokter zal de juiste doodsoorzaak mogelijk kunnen worden vastgesteld. |