1965-03-05: |
NvhN 05-03-1965: Deskundigen zagen niet dat coaster verkeerd gebouwd werd. (Van onze redactie te Delfzijl) Nauwelijks vijf maanden nadat de Groninger kustvaarder WILLEM KOERTS in de vaart kwam, ontdekte men door het doorzakken van het tussendek, dat de constructie van het schip niet aan de eisen voldeed. Zelfs de deskundigen van Lloyd's Register of Shipping en van de Scheepvaartinspectie, onder wiens toezicht de bouw op de scheepswerf Hoogezand te Bergum geschiedde, hebben dit niet opgemerkt. Schip is nu uit de vaart. De Willem Koerts van de reder W. Koerts te Zuidbroek is een shelterdeckkustvaarder van 1100 ton d.w. Het schip maakte op 7 oktober van het vorige jaar zijn proefvaart en heeft nadien ondermeer regelmatig aardappelen naar Spanje vervoerd, waarbij op de terugreis fruit werd meegenomen. Tijdens de laatste tocht, dat wil zeggen toen het doorzakken van het dek werd geconstateerd, had de coaster een lading plastic in balen. De experts waren het er over eens dat dit een homogene lading was en dat het schip niet verkeerd was geladen. De reder, die volkomen op de bouwers en de toezichthoudende instanties vertrouwde, is niet tegen bedrijfsschade verzekerd. De Willem Koerts, die een flinke schade heeft, wordt thans onder handen genomen. De spanten onder het dek worden versterkt. De werkzaamheden zullen ongeveer drie weken in beslag nemen.
NvhN 20-05-1965: Vragen over Willem Koerts Vaart Scheepvaartinspectie op Lloyd? (Van een onzer verslaggevers) Het socialistische Tweede Kamerlid R. Laan heeft minister Suurhoff van Verkeer en Waterstaat gevraagd of de Scheepvaartinspectie afgaat op goedkeuringen van Lloyd's Register of Shipping en zelf geen nakeuring meer houdt wanneer een schip een proefvaart heeft gemaakt. De heer Laan stelt de minister deze vraag naar aanleiding van het feit dat de bij de Friese werf Hoogezand te Bergum gebouwde 1100 dw ton metende coaster Willem Koerts van de heer W. Koerts te Zuidbroek begin maart van dit jaar in volle zee in de spanten van het tussendek plotseling doorboog. De constructie bleek, zoals we op 5 maart reeds meldden, een lading van 520 ton niet te kunnen verdragen, terwijl er volgens de berekeningen nog een overcapaciteit van 420 had moeten zijn. Het schip dat op 7 oktober 1964 zijn proefvaart maakte zou door Lloyd's Register of Shipping zonder meer zijn goedgekeurd.
NvhN 18-06-1965: Na constructiefout bij m.s. „Willem Koerts”. Minister Suurhoff: „Onmogelijk alle schepen na te keuren”
De minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Suurhoff, heeft in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid de heer R. Laan (PvdA) over een constructiefout bij het ms „Willem Koerts" geantwoord dat het de scheepvaartinspectie onmogelijk is alle schepen na te keuren. Zij dient naast,haar eigen keuringsactiviteiten ook te kunnen vertrouwen op de controle, die wordt uitgeoefend door de op grond van hun betrouwbaarheid erkende bureaus. Het gebeurde moet, aldus de minister als een „zeer grote uitzondering" worden beschouwd. De bootsman van dit schip ontdekte op 16 februari 1965 in de haven Rochester gedurende de lossing van een lading plastics,,,dat. de merkers van luik 1 in het tussendek niet meer verschuifbaar waren. De kapitein heeft daarop vastgesteld, dat dit te wijten was aan het aan één zijde doorbuigen van enige webbalken, waarop het tussendek was aangebracht, ten gevolge waarvan dit dek ter plaatse was verzakt, maximaal 8 cm. Het schip is op de scheepswerf Hoogezand van J. Bodewes te Bergum gebouwd. Het is juist, dat de werf de bouw grotendeels in overeenstemming met de tekeningen heeft uitgevoerd. Ten aanzien van de web-balken werd evenwel afgeweken van de door de scheepvaartinspectie gecorrigeerde tekeningen door een daarop aangegeven versterking over een kortere afstand dan was aangeduid aan te brengen. |