1966-12-25: |
Final Fate: Onderweg van Lovisa (Finl.) naar Exeter met lading gezaagd hout tijdens slecht weer door lekkage gezonken in de Stockholmer Scheren in pos. 59.23. N. – 19.34. O. Kapitein Fokkema en een Portugese matroos kwamen hierbij om. De stuurman en een andere matroos werden door een helicopter gered. De uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart staat in de Staatscourant Nr. 9 van 12 jan. 1968. De 'Antje' was op dat moment de oudste en de kleinste Nederlandse coaster.
N.v.h.N 27-12-1966: Groninger coaster op Eerste Kerstdag vergaan: slechts (twee man (en een hond) overleven het. Bemanning Antje dacht we kunnen niet zinken. (Van onze verslaggevers). overtuigd dat de Antje door de lading hout niet kon zinken, hebben de opvarenden van de Groninger kustvaarder zich weinig zorgen gemaakt tot de boot voor de Zweedse kust omsloeg. Twee mensen zijn daarna in het ijskoude water ingekomen, de 61-jarige kapitein-eigenaar, de heer F. Fokkema uit Groningen en de 19-jarige Portugese matroos Julio N. Lima. De Portugees kon zich, bevangen door de kou, niet vasthouden aan hef touw van de te hulp gekomen helikopter. Hij viel in het water en verdween voor de ogen van de reddders en de beide overlevenden. De beide overlevenden zijn de 20-jarige Ph. J. E. Elskamp uit Enschede, die op 30 november aan boord kwam van de Antje, die het eerste schip was waar hij als bestman op voer, en de 26-jarige Portugese matroos Pedro Peireira. Het was tegen half vijf 's morgens op Eerste Kerstdag, dat Stockholm Radio noodseinen van de „Antje" opving. Onmiddellijk voeren een reddingboot en een loodsboot uit en steeg een helikopter op. De helikopter van de marine was het eerst op de plek van de ramp. De helikopter bemanning zag de achtersteven van de "Antje" boven water uitsteken en ontdekte een reddingsboot met drie mensen er in. Een van deze drie hield de scheepshond in zijn armen geklemd. De heer Elskamp, die momenteel in het Söder-ziekenhuis wordt verpleegd voor bevriezingen aan zijn benen was gistermiddag weer zover hersteld, dat hij in staat was om een relaas te geven van het gebeurde. In de kerstnacht", zo vertelde hij, merkten we om een uur of drie, dat we water maakten en dat het schip slagzij kreeg. De machines bleven wel doordraaien en dat hebben ze dan ook de hele tijd gedaan, maar kapitein Fokkema, vond het beter om een SOS uit te zenden. Dit SOS werd eerst omvangen door een Duits schip dat ongeveer een 15 zeemijlen van ons verwijderd was. Maar in plaats van hulp te vragen, hebben we eerst nog assistentie van een sleepboot verzocht. De scheepshond Max van de Antje heeft de ramp misschien nog wel het beste doorstaan. Al direkt na zijn redding was hij al in staat te poseren. De geredde bemanningsleden werden naar een ziekenhuis overgebracht. Misverstand. Doordat de motoren nog draaiden en we een lading hout aan boord hadden waren wij ervan overtuigd, dat schip absoluut niet zou kunnen zinken. Hoeveel water we dan ook binnen boord zouden krijgen. Nu weet ik in ieder geval wel beter. Bij het opgeven van de juiste positie schijnt er echter een misverstand te zijn ontstaan zodat de uitgezonden reddingsboot ons niet heeft kunnen vinden, terwijl tevens een loodsboot, die ter assistentie was uitgevaren, ook vergeefs bleef zoeken. De boot begon steeds meer en meer slagzij te maken, maar nog steeds waren we ervan overtuigd, dat we door de lading hout niet zouden kunnen zinken. Op die manier verstreek een tijd van ongeveer drie uur, totdat om ongeveer zes uur, terwijl we allemaal samen in de stuurhut stonden, het schip ineens eenvoudigweg omsloeg. Zelf weet ik me daarna niet zoveel te herinneren, totdat ik weer boven water kwam en een reddingsboot zag drijven temidden van allemaal losgeslagen hout. Met twee andere bemanningsleden slaagde ik erin de reddingsboot te bereiken en we wisten even later ook de scheepshond Max op, die op enkele planken dreef. Hoge zee. Omdat we doornat waren van het ijskoude water probeerden we ons een beetje te beschermen tegen de ijskoude en felle wind die ongeveer een snelheid had van 12 meter per seconde. Je kon het geen storm of ruwe zee noemen, gewoon hoge zee. In de reddingsboot ontdekten wij al spoedig tot onze schrik, dat deze ook vol water begon te lopen en binnen een kwartier gebeurde hier ook hetzelfde. Hij sloeg om. We probeerden zo goed en zo kwaad als het ging om een plaatsje te vinden op dc kiel van de reddingsboot, maar vielen telkens weer in het ijskoude water, doordat dc boot ronddraaide. Na een klem uurtje zo rondgedreven en geploeterd te hebben, kwam ik op het idee om te proberen de boot weer rechtop te krijgen, hetgeen na veel werk en moeite dan ook lukte. Hierna duurde het nog maar heel even, een kwartiertje schat ik ongeveer, totdat de helikopter kwam opdagen die ons aan boord probeerde te hijsen met een lier. De eerste matroos, de 19-jarige Portugees Julio Lima die in de lus van de reddingslijn hing, was echter zo verstijfd en bevangen door de kou, dat hij halverwege uit de lus viel en in het ijskoude water verdween. We hebben hem niet meer teruggevonden. Daarna liet de andere matroos zich op hijsen en nam ik daarna zelf de scheepshond onder mijn arm, zodat hij tenminste ook gered werd. Je kan zo'n arm beest toch niet laten zitten. |