1913-11-07: |
De Telegraaf 09-11-1913: Zeemeeuw. Frederikshaven, 7 Nov. De Nederlandsche motor “Zeemeeuw” is door een benzine-ontploffing ernstig beschadigd en alhier naar een werf gebracht om te repareren.
Algemeen Handelsblad 12-12-1913. Raad voor de Scheepvaart. Defecte motoren. Daarna werd door de Raad voor de Scheepvaart een onderzoek ingesteld betreffende het ontstaan van diverse ongevallen aan de motor aan boord van het zuiggasmotorschip ZEEMEEUW, gezagvoerder B. Ohlsen te Delfzijl, rederij Vermeer en Van der Arend te Rotterdam. De getuige B. Ohlsen, gezagvoerder, deelt mee de ZEEMEEUW, groot 229 reg.ton, gebouwd in 1911, is voorzien van 2 zuiggasmotoren gebouwd te Utrecht. Het schip heeft 2 masten; met de zeilen alleen is het schip ook wel te sturen, de vaart is dan hoogstens 3 à 4 mijl. De 11e oktober vertrok het schip van Sikea (Zweden) bestemd naar Ramsgate, en was beladen met 175 standard gezaagd hout. Er was een deklast van plm. 7 voet hoog. De 13e oktober was het slecht weer van het westen, ‘s avonds toen de bakboordgenerator van de stuurboordmotor schoon gemaakt moest worden en de motor daarvoor gestopt werd, liep het schip geen vaart genoeg meer om te sturen en kwam dwars in de zee te liggen. Ten gevolge van het zware slingeren ging de deklast, ofschoon goed gesjord over en kreeg het schip een zware slagzijde over bakboord. Nadat toen de zeilen waren bijgezet, werd een gedeelte van de deklast overboord geworpen en kwam het schip daardoor weer recht te liggen en kon men het water, wat intussen in de machinekamer gekomen was, uitpompen. ‘s Avonds moest de stuurboordmotor ook gestopt worden om de generator schoon te maken. Ten gevolge van de harde wind waren ‘s nachts de stagfok en het stagzeil stuk gewaaid. Er was water in het oliereservoir gekomen, ten gevolge van het zware slingeren. De stuurboordmotor ging daarop stuk, bakboordmotor werkte vrij goed. Met behulp van deze motor en de zeilen is men te Malmö binnen gekomen op de 22e oktober. De 5e november is men, nadat de motoren waren gerepareerd, weer van Malmö vertrokken. Dinsdag na vertrek ‘s avonds te 7 uur toen de bakboordmotor gestopt moest worden om de generator schoon te maken vlogen enige tanden uit het grote kamwiel en werd daardoor de motor onbruikbaar; ook de generator van stuurboordmotor was doorgebrand en ofschoon deze nog wel draaide was hij evenwel niet meer te vertrouwen, reden waarom men besloot Frederikshavn binnen te lopen. Op advies van experts aldaar werd het schip naar de bestemmingsplaats Ramsgate gesleept. Hier werd de lading gelost en werd het schip daarna door dezelfde sleepboot naar Rotterdam gesleept om te repareren. De eerste machinist B.B. van Henegouwen deelt de bijzonderheden mee die er bij het defect raken van de motoren plaats hadden. Bij het eerste ongeval was van de stuurboordmotor geen excentriekschijf gebroken en was er geen materiaal aan boord dit te herstellen. Voor de generator van stuurboordmotor lek werd, heeft men op de lekke plaats cement gelegd. Een van de leden van de Raad was van oordeel, dat het beter geweest was als op de lekke plaats stenen waren gemetseld. Er waren drie machinisten aan boord. Op reis naar Sikea werkten de motoren al niet best. De krukas is toen o.a. gebroken. De machinist schrijft het herhaaldelijk lek worden van de generators toeaan het bilgewater dat er ten gevolge van het zware slingeren tegen aan kwam. Doordat er na vertrek van Malmö geen water genoeg in de generator was, is deze verbrand. Men heeft toen door cement aan weerszijden van de verbrande plaats te leggen, dit machinedeel zover hersteld, dat men langzaam draaiende Frederikshavn kon bereiken. De eerste stuurman J. Mulder bevestigde de verklaringen van de kapitein en de 1e machinist. Hierna werd het onderzoek gesloten en zal de Raad later uitspraak doen.
De Telegraaf 12-12-1913: Raad voor de Scheepvaart. Defect aan den motor. Gistermiddag deed de Raad voor de Scheepvaart onderzoek, betreffende het ontstaan van diverse ongevallen aan den motor, aan boord van het zuiggas-motorschip „Zeemeeuw ', gezagvoerder B. Ohlsen, te Delfzijl. Reederijk Vermeer en Van der Arend, te Rotterdam. Als eerste getuige wordt gehoord de gezagvoerder B. Ohlsen. Deze deelt mede, dat de „Zeemeeuw' 229 reg. ton meet. Zij is uitgerust met 2 masten, die 4 zeilen kunnen voeren en een tweetal motoren. Ingeval van nood kan het schip zich met het tuig behelpen.Op 11 October vertrok het schip van Sikea, met bestemming naar Ramsgate. De lading bestond uit gezaagd hout. In het ruim bevonden zich 175 ton, terwijl tevens deklast opgeladen was. Den 13den October was het weer slecht; er stond een storm uit het Westen en hooge zee. 's Avonds moest de generator van den bakboord-motor schoongemaakt worden; de andere motor bleef doorwerken. Toch kon deze machine alleen het schip niet houden, en de “Zeemeeuw" ging dwarszee liggen. Zij werkte vreeselijk, waardoor 's nachts de deklast iets overschoof. niettegenstaande hij goed gesjord. 's Nachts kreeg het schip slagzij. De zeilen worden toen bijgezet, maar het ging steeds meer hellen, zoodat get. genoodzaakt was een gedeelte van den deklast over boord te zetten. De stagfok en een groot stagzeil waren stukgeslagen, terwijl uit scrubberbakken water in de machinekamer kwam. Het weer knapte den volgenden dag op en de motoren werkten toen weer vrij goed. Op 22 October werden te Malmo eenige reparaties verricht. Op 5 November vertrok men weer. Toen brak eensklaps het kamwiel van den bakboord-motor. De stuurboordsmotor werkte vrij goed, maar later op de reis brandde zijn generator door. De „Zeemeeuw" liep toen Frederikshaven binnen, vanwaar zij naar Ramsgate en vervolgens naar Rotterdam gesleept werd. Get. merkt nog op, dat het niet dikwijls voorkwam, dat de motoren defect geraakten. De tweede getuige, de eerste-machinist B. B. van Henegouwen, woonachtig te Rotterdam, verklaart, dat op de heenreis een krukas gebroken was. De motoren waren verticaal en hadden ieder 4 cylinders. ledere generator werkt op zich zelf, terwijl de motor met anthraciet gestookt wordt. De ontsteking geschiedde electrisch. Het breken van het kamwiel wijt get. aan het onregelmatig werken. Er waren geen werktuigen aan boord om het kamwiel te repareeren. Na het vertrek van Sikea. bebben de motoren tachtig uren achtereen goed gewerkt. Toen hadden de diverse mankementen plaats. De lekken in de generator, die o.a. ontstaan waren, werden met cement dicht gemaakt. De eerste stuurman J. Mulder, bevestigde de verklaringen van den gezagvoerder. Uitspraak volgt later.
|