Familiegegevens en opleiding
Klaas werd geboren op 11.11.1861 te Sappemeer als z.v. Pieter Huges (koopvaardijschipper) en Johanna Catharina Bakker. (Gron.Arch. – akte nr. 108 - akteplaats Sappemeer)
Klaas(24) (buitenvaarder) trouwde op 05.08.1886 te Groningen met Stientje Nauta (30) – geb. 15.03.1856 te Groningen – d.v. Leendert Nauta en Elsien van Hemmen. (Gron.Arch. – akte nr. 226 – akteplaats Gron.)
Klaas overleed op 24 sept. 1933 te Haarlem na een kortstondige ziekte (71).
Kinderen
- Pieter Leendert – geb. 27.01.1887 te Groningen.
- Leendert Pieter – geb. 04.12.1888 te Groningen.
Opleiding
Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart ??
Behaalde het diploma 2e stuurman grote zeilvaart op ??
Behaalde het diploma 2e stuurman aanvulling grote stoomvaart in februari 1893.
Behaalde het diploma 1e stuurman grote zeilvaart in februari 1893.
Kwam op 29.12.1889 in dienst bij de KNSM als derde stuurman op het s.s. CERES.
De schepen van de kapitein:
* 03/1905 – 03/1905 van het s.s. SIRIUS – geb. in 1871
* 03/1905 – 05/1905 van het s.s. ETNA – geb. in 1871
* 05/1905 – 08/1905 van het s.s. SIRIUS – geb. in 1871
* 08/1905 – 09/1905 van het s.s. NIOBE – geb. in 1902
* 09/1905 – 11/1905 van het s.s. OBERON – geb. in 1890
* 11/1905 – 11/1905 van het s.s. NIOBE – geb. in 1902
* 11/1905 – 08/1907 van het s.s. NEREUS – geb. in 1898
* 08/1907 – 10/1907 van het s.s. DANAE – geb. in 1894
* 10/1907 – 11/1907 van het s.s. CLIO – geb. in 1896
* 11/1907 – 12/1907 van het s.s. CASTOR – geb. in 1895
* 12/1907 – 12/1907 van het s.s. CLIO – geb. in 1896
* 12/1907 – 10/1909 van het s.s. HELENA – geb. in 1899
* 10/1909 – 05/1911 van het s.s. ADONIS – geb. in 1905
* 05/1911 – 07/1911 van het s.s. THEMIS – geb. in 1903
* 07/1911 – 09/1911 van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911
* 09/1911 – 08/1913 van het s.s. AMOR – geb. in 1911
* 09/1913 – 07/1914 van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911
* 07/1914 – 07/1914 van het s.s. EUTERPE – geb. in 1903
* 07/1914 – 02/1915 van het s.s. JASON – geb. in 1912
* 02/1915 – 11/1915 van het s.s. POSEIDON – geb. in 1914
* 11/1915 – 10/1916 van het s.s. VENUS – geb. in 1907
* 11/1916 – 04/1918 van het s.s. VESTA – geb. in 1907
M.i.v. 01.01.1919 vervroegd gepensioneerd.
Overige bijzonderheden
Zie Verslag van de RvdS 1915 – nr. 38. Brand in de lading van het s.s. JASON op 28.01.1915.
OVERLIJDENS ADVERTENTIE in het
Nieuwsblad van het Noorden van 26-09-1933
Familiegegevens en opleiding
Klaas werd geboren op 11.11.1861 te Sappemeer als z.v. Pieter Huges (koopvaardijschipper) en Johanna Catharina Bakker. (Gron.Arch. – akte nr. 108 - akteplaats Sappemeer)
Klaas(24) (buitenvaarder) trouwde op 05.08.1886 te Groningen met Stientje Nauta (30) – geb. 15.03.1856 te Groningen – d.v. Leendert Nauta en Elsien van Hemmen. (Gron.Arch. – akte nr. 226 – akteplaats Gron.)
Klaas overleed op 24 sept. 1933 te Haarlem na een kortstondige ziekte (71).
Kinderen
- Pieter Leendert – geb. 27.01.1887 te Groningen.
- Leendert Pieter – geb. 04.12.1888 te Groningen.
Opleiding
Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart ??
Behaalde het diploma 2e stuurman grote zeilvaart op ??
Behaalde het diploma 2e stuurman aanvulling grote stoomvaart in februari 1893.
Behaalde het diploma 1e stuurman grote zeilvaart in februari 1893.
Kwam op 29.12.1889 in dienst bij de KNSM als derde stuurman op het s.s. CERES.
De schepen van de kapitein:
* 03/1905 – 03/1905 van het s.s. SIRIUS – geb. in 1871
* 03/1905 – 05/1905 van het s.s. ETNA – geb. in 1871
* 05/1905 – 08/1905 van het s.s. SIRIUS – geb. in 1871
* 08/1905 – 09/1905 van het s.s. NIOBE – geb. in 1902
* 09/1905 – 11/1905 van het s.s. OBERON – geb. in 1890
* 11/1905 – 11/1905 van het s.s. NIOBE – geb. in 1902
* 11/1905 – 08/1907 van het s.s. NEREUS – geb. in 1898
* 08/1907 – 10/1907 van het s.s. DANAE – geb. in 1894
* 10/1907 – 11/1907 van het s.s. CLIO – geb. in 1896
* 11/1907 – 12/1907 van het s.s. CASTOR – geb. in 1895
* 12/1907 – 12/1907 van het s.s. CLIO – geb. in 1896
* 12/1907 – 10/1909 van het s.s. HELENA – geb. in 1899
* 10/1909 – 05/1911 van het s.s. ADONIS – geb. in 1905
* 05/1911 – 07/1911 van het s.s. THEMIS – geb. in 1903
* 07/1911 – 09/1911 van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911
* 09/1911 – 08/1913 van het s.s. AMOR – geb. in 1911
* 09/1913 – 07/1914 van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911
* 07/1914 – 07/1914 van het s.s. EUTERPE – geb. in 1903
* 07/1914 – 02/1915 van het s.s. JASON – geb. in 1912
* 02/1915 – 11/1915 van het s.s. POSEIDON – geb. in 1914
* 11/1915 – 10/1916 van het s.s. VENUS – geb. in 1907
* 11/1916 – 04/1918 van het s.s. VESTA – geb. in 1907
M.i.v. 01.01.1919 vervroegd gepensioneerd.
Overige bijzonderheden
Zie Verslag van de RvdS 1915 – nr. 38. Brand in de lading van het s.s. JASON op 28.01.1915.
OVERLIJDENS ADVERTENTIE in het
Nieuwsblad van het Noorden van 26-09-1933
Familiegegevens en opleiding
Daniel werd geboren op 28 jan. 1878 te Amsterdam als z.v. Jan Klok (boekhouder) en Anna Jacoba Koedijk.
De moeder overleed in okt 1887 en Daniel werd geplaatst in het Burgerweeshuis te A’dam.
D. trouwde op ?? met Maria Luise Emilie Lück (geb. 06.11.1887 te Stettin) d.v. Franz Lück (stuwadoor) en Luise Redtmann.
Maria Luise Emilie Lück overleed op 03.03.1928 te Haarlem (40).
D. (51) hertrouwde op 24 mei 1929 te Heemstede met Maria Hendrika Dominica Wilhelmina Kievits (47) – geb. te Amsterdam – d.v. Josephus Johannes Kievits en Francisca Hendrika Holm.
Maria Hendrika Dominica Wilhelmina Kievits overleed op 12.02.1960 te Heemstede (78).
Daniel overleed op 07 sept.1963 te Heemstede (85). (overlijden-advertentie in het Alg. H.blad van 10.09.1963)
Levensloop
Daniel werd op 7 augustus 1893 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.
Zijn voogd was J.F. Westerhoff en toeziend voogd J.B. Paris, makelaar wonende Noorderstraat, A’dam.
De bepalingen werden getekend door H.H. Regenten van het Burgerweeshuis te Amsterdam.
Op 05 sept. 1896 werd hij geplaatst als stuurmansleerling op het s.s. MARS, kapt. Binkhorst. Gage F 10,-
13 jan. 1897 terug van de reis met goed attest. Jan. 1897 geplaatst op hetzelfde schip en terug van de reis op 14 mei 1897. 18 mei 1897 geplaatst op hetzelfde schip en 09 sept. 1897 terug van de reis met goed attest. 23 dec. 1897 voldoend examen afgelegd als 3e stuurman voor de Grote Stoomvaart met 3 talen. Eervol ontslagen met goed attest voor bekwaamheid, goed gedrag en goede getuigschriften.
Daniël ging varen bij de K.N.S.M. en doorliep alle rangen op diverse schepen van deze Maatschappij, waarna hij als kapitein op diverse schepen voer. In 1920 kreeg hij voor het eerst het bevel over een passagiersschip. In 1930 werd hij gezagvoerder en commodore van de vloot toen hij het gezag kreeg over het nieuwgebouwde passagiersschip COLOMBIA. Waarop hij op 1 april 1938, na 42 jaar in dienst van de K.N.S.M. en 18 jaar op de COLOMBIA gevaren te hebben op 60-jarige leeftijd met pensioen ging. Hierna heeft deze kapitein nog wel als proefvaart gezagvoerder van Amsterdamse nieuwbouwschepen gevaren, o.a. op de proefvaart van de VIACHESLAV MOLOTOV, een schip voor Russische rekening dat gebouwd werd door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam.
Kinderen
Frans Daniel – geb. 09.02.1912 te A’dam
Jacoba Luise – geb. 09.02.1912 te A’dam
De schepen van de kapitein
* 09/1912 – 10/1913 Gezagv. van het s.s. JUNO – geb. in 1908
* 10/1913 – 12/1913 Gezagv. van het s.s. VESTA – geb. in 1907
* 12/1913 – 07/1914 Gezagv. van het s.s. JUNO – geb. in 1908
* 07/1914 – 04/1915 Gezagv. van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911
* 04/1915 – 10/1916 Gezagv. van het s.s. AMOR – geb. in 1911
* 01/1916 – 01/1917 Gezagv. van het s.s. MERCURIUS – geb. in 1909
* 01/1917 – 02/1918 Gezagv. van het s.s. CALYPSO – geb. in 1911
* 02/1918 – 08/1920 Gezagv. van het s.s. SATURNUS – geb. in 1909
* 08/1920 – 01/1921 Gezagv. van het s.s. TRITON – geb. in 1913
* 01/1921 – 09/1921 Gezagv. van het s.s. JAN VAN NASSAU – geb. in 1913
* 09/1921 – 04/1922 Gezagv. van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920
* 04/1922 – 07/1922 Gezagv. van het s.s. STUYVESANT – geb. in 1918
* 07/1922 – 12/1927 Gezagv. van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920
* 12/1927 – 09/1930 Gezagv. van het s.s. VENEZUELA – geb. in 1915
* 09/1930 – 04/1938 van het ms COLOMBIA – geb. in 1930
Ingaande 1 april 1938 gepensioneerd. Pensioen bedraagt f 2.400,- per jaar.
Foto Collectie Nat. Archief
AH 23.10.1930
Verslag van de proefvaart van het m.s. COLOMBIA – gezagvoerder D. Klok.
AH 14.10.1932
COLUMBIA EERT EEN NEDERLANDSCHEN GEZAGVOERDER. Militair ordeteken uitgereikt aan kapitein D. Klok van het m.s. „Colombia”.
Men schrijft ons uit Santa Marta: Op 14 September jl. is alhier aan de heer D. Klok, gezagvoerder van het motorschip COLOMBIA van de K. N- S. M. het ordeteeken van officier in de „orden de la cruz de Boyaca" uitgereikt, welke onderscheiding hem de regering van de republiek Columbia had toegekend. De 17e december 1930, toen de COLOMBIA op haar eerste reis Santa Marta aandeed als eerste passagiersschip in de „Colon-Lijn", was de dag, waarop het honderd jaar was geleden, dat Simon Bolivar, de vrijheidsheld van deze landen (Columbia, Venezuela, Ecuador, Bolivia) gestorven was, welk feit in Columbia plechtig werd herdacht en bij welke gelegenheid de president van Columbia gast was aan boord en door de etat-major werd deelgenomen aan de plechtigheid, welke voor een deel in en nabij het huis, waar Simon Bolivar had geleefd, zich afspeelde. Op 14 september jl. heeft kapitein Klok, vergezeld van de etat-major uit naam van het Nederlandsche volk een krans gelegd aan de voet van het standbeeld van Simon Bolivar. Des namiddags werd hem het ordeteken uitgereikt. Daar deze decoratie een militaire is, waren vele officieren en troepen in militair verband aanwezig. Na deze plechtigheid was er een officiële receptie aan boord, gevolgd door een officieel diner, terwijl de avond met een bal werd besloten.
AH 02.03.1938
Commodore van de vloot der K.N.S.M. verlaat de dienst. Gistermiddag beëindigde kapitein D. Klok, gezagvoerder van het motorschip COLOMBIA, zijn laatste reis van Amsterdam naar de West en terug. EEN GELUKKIGE VAART, 42 JAAR LANG! Zonder kaarten eens den Atlantische Oceaan overgestoken.
Toen gistermiddag om kwart voor tweeën het motorpassagiersschip COLOMBIA veilig en wel aan de Surinamekade gemeerd lag en kapitein D. Klok zich van de brug af weer kon terugtrekken in zijn geriefelijke ruime hut, die nu de gebruikelijke wandversieringen miste, moet het hem wel heel even vreemd te moede zijn geworden: de 98e reis van West-Indië naar Amsterdam was voltooid en hij wist, dat het zijn laatste zou zijn. Over twee weken nl. gaat de commodore van de vloot van de K.N.S.M. van zijn pensioen genieten. Na bijna 42 dienstjaren geeft de thans zestigjarige gezagvoerder zijn werk over in de handen van zijn opvolger. Kapitein Klok is het type van de robuuste, rondborstige zeeman: zwaar gebouwd, gebruinde kop, weerbarstige haren. Zo is hij in de loop der jaren geworden, zo hebben duizenden passagiers van de mailboten van de K.N.S.M. hem gezien, zo hebben zeer velen van de waterkant in talrijke havens hem leren kennen. Maar zo is hij natuurlijk niet altijd geweest. Vijftig jaar geleden was de thans scheidende commodore een van de jeugdige bewoners van het Amsterdamse Burgerweeshuis: een kleine jongen, die zeeman wilde worden en... die het zou worden! Want vijf jaar later werd zijn naam geschreven in het leerlingen-register van de Kweekschool voor de Zeevaart hier ter stede. Dit was het begin van de lange levensweg, die een eervolle loopbaan zou worden.
Van stuurmansleerling.... Drie jaar later verliet de toen achttienjarige stuurmansleerling D. Klok de school om op een vrachtschip van de K.N.S.M. zijn eerste reis te gaan maken. In september 1896 leerde hij de praktijk van het zeemansleven kennen; het was een praktijk, die hem niet afschrikte. Integendeel! De jonge Klok bleek een zeeman in hart en nieren te zijn. Hij deed zijn werk goed, hield met vrucht zijn studie bij en doorliep de achtereenvolgende rangen in een betrekkelijk snel tempo. Op 12 oktober 1909 immers, dertien jaar na zijn eerste reis, had hij reeds de kapiteinsrang behaald.
Eén-en-dertig jaar was hij toen nog maar. Van die dag af was het schip, waarop hij voer, zijn schip. Onder zijn bekwame leiding trok het van haven tot haven, langs de kusten van de Oostzee en van de Middellandse Zee, naar Afrika en naar Centraal- of Zuid-Amerika. Overal kwam hij zo langzamerhand. D.w.z. overal behalve in de Oost. Daar plegen de schepen van de vloot van de K.N.S.M. niet naar toe te varen en aangezien kapitein Klok zijn heil nimmer bij een andere maatschappij heeft gezocht, is hij zijn ganse leven aan deze zijde van de aardbol gebleven. Wat ondertussen niet wegneemt, dat hij een respectabel aantal havens en landen en volkeren heeft leren kennen. Ook tijdens de oorlogsjaren bleef hij zijn schepen van de ene haven naar de andere brengen. Plezierig was het niet altijd in die dagen en gemakkelijk nog minder, maar elke reis werd toch zonder ongelukken volbracht. Eén keer gebeurde het, dat hij zonder kaarten Huelva moest verlaten met bestemming Baltimore; op het laatste ogenblik had de rederij opdracht gegeven de route te wijzigen. Zij stuurde alle benodigde papieren, maar geen kaarten. En die waren er ook nergens te krijgen, afgezien dan van een zeilvaart voor de Spaanse kust. Zo werd dan deze avontuurlijke reis over de Atlantische Oceaan aanvaard zonder het meest onmisbare hulpmiddel, dat de zeeman doorgaans ten dienste staat. „Ik voelde mij alsof ik de reis van Columbus herhalen moest", zei kapitein Klok toen hij ons daarover het een en ander vertelde. „En gelukte het?" vroegen wij. „Wij kwamen kalm voor Baltimore aan, maar wij lieten de loods veiligheidshalve verder buitengaats komen dan hij ooit geweest was. De man begreep er niets van, maar toen wij hem in de kaartenkamer brachten, werd het hem duidelijk." De oorlog ging voorbij en de wereldscheepvaart herstelde zich van haar ontwrichtingen. Kapitein Klok bleef varen. Lange reizen maakte hij soms, van acht & negen maanden. En meermalen was hij niet langer dan twee of drie dagen tussen reizen in te Amsterdam. Zo naderde 1920, het jaar waarin de Maatschappij voor het eerst een passagiersschip aan de hoede van kapitein Klok toevertrouwde. Dit betekende tevens, dat hij van dat ogenblik af op de West zou blijven varen in geregelde dienst. Het leven van de aarts zwerver werd daarmee in meer regelmatige banen geleid. ....tot commodore! Van dat jaar af volgden de reizen elkaar op met de regelmaat van — de woordspeling zij niet misverstaan — een klok. Volgens een vast rooster uit en thuis, op de datum, ja dikwijls zelfs op het uur nauwkeurig in de tussenhavens. Kapitein Klok werd allengs in de vele Zuid- en Centraal-Amerikaanse havens, die de mailboten van de K.N.S.M. aandoen, een geziene figuur. Hij kreeg er vrienden overal langs den waterkant. Hij was het ook, die in 1932 de eerste reis maakte met het motorschip COLOMBIA, sindsdien het vlaggenschip van de K.N.S.M. Op die reis deed hij ook Santa Marquez aan, waar toen juist het feit werd herdacht, dat de grote bevrijder Simon Bolivar honderd jaar geleden was gestorven. De regering van de republiek Columbia liet toen de gezagvoerder van het Nederlandse passagiersschip, welks maatschappij sedert jaar en dag zulk een goede verbinding onderhoudt tussen de republiek en de grote havens van West-Europa, delen in de feestvreugde door hem te benoemen tot officier in de orde van Boyaca. Het Columbiaanse ereteken sierde sedertdien de kapiteinshut van de COLOMBIA. Met de benoeming tot gezagvoerder van het vlaggenschip was kapitein Klok commodore van de vloot van de K.N.S.M. geworden. De eerste reis met dit schip naar de West en terug was zijn 69ste; de laatste, die vandaag eindigde, was de 98ste. Bijna dus heeft hij het honderdtal volgemaakt. Toen wij de kapitein vanmiddag, onmiddellijk na de aankomst, even opzochten aan boord van zijn schip, troffen wij hem in zijn hut, waarvan de wanden leeg waren. De koffers stonden gepakt, 't Was of er iemand ging verhuizen. En eigenlijk was dat ook zo; een zeeman, die de zee den rug toekeert, verhuist naar de vaste wal, ook al neemt hij dan zijn intrek in dezelfde woning, die hij jaren geleden reeds voor zich en zijn gezin heeft ingericht. Verreweg het grootste deel van zijn leven heeft hij op zee doorgebracht, aan boord van zijn schip, binnen de vier wanden van zijn hut gewoond. Wij vroegen de commodore ons het een en ander te vertellen over zijn loopbaan, maar zijn antwoord was sober, gelijk het woord van een zeeman doorgaans is: Gelukkige vaart. „Ik heb een gelukkige vaart gehad, mijn hele leven. Geen ongelukken, geen zware averij." „Hoe was de laatste reis?" vroegen wij. „Het weer was vrij slecht, maar de stemming aan boord was goed. Uit- en thuisreis waren volgeboekt: meest Engelse toeristen, die Havanna bezochten. Zowel van de passagiers als van alle andere opvarenden heb ik deze reis veel attenties ondervonden. Zij hebben deze reis voor mij tot een plezierige reis gemaakt. Ook in de havens, die wij aandeden, heb ik veel attenties ontvangen van allerlei mensen. Iedereen was hartelijk. Ik heb gemerkt, dat ik veel vrienden heb achter gelaten " Ondertussen was aan boord de lossing begonnen. Er kwam nog even een matroos binnenlopen, die zijn kapitein de hand kwam drukken ten afscheid. Over twee dagen gaat de COLOMBIA verder naar Hamburg om op zondag 13 maart terug te keren op het IJ. Dit korte reisje zal nog gemaakt worden onder leiding van kapitein Klok. Daarna verlaat hij zijn schip voorgoed.
De Standaard 01.05.1940
Kapitein D. Klok was gezagvoerder op de proefvaart van de VIACHESLAV MOLOTOV, een schip voor Russische rekening dat gebouwd werd door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam.