Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.F.Graadt van Roggen werd met nr.604 lid van Zeemanshoop per 10 oktober 1854 op voorspraak van P.W.B.Mellink. Zijn schip was de "Waalstroom"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 oktober 1854 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd Jacob Frans Graadt van Roggen, oud 25 jaar, voerend de bark “Waalstroom”, voor rekening van en met als adres A.Graadt van Roggen te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.W.B.Mellink.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
604 1854-1855 bark Waalstroom A.Graadt van Roggen, A’dam
1856-1857 bark E.W.van Dam van Isselt idem
1858-1859 bark E.W.van Dam van Isselt Jerem.Meijjes & Zn te A’dam
1860-1870 bark Zeenymph F.A.Jas
1871 geen vermelding van schip en boekhouder
1872-1873 stoomsch. Conrad Stoomb.Maatsch.Nederland
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
J.F.Graad van Roggen G.W.van Dam van Isselt 10 juli 1857 niet vermeld
Zeenymph 23 mei 1860 27 april 1861
Zeenymph 27 augustus 1861 07 juli 1862
Zeenymph 13 september 1862 niet vermeld
Zeenymph geen vermelding 05 augustus 1863
Zeenimph 08 oktober 1863 28 juli 1864
Zeenimph 07 oktober 1864 08 juni 1865
Zeenimph 14 oktober 1865 18 augustus 1866
Zeenimph 01 mei-22 juli 1867 14 januari 1868
Bouma025 vermeldt J.F.Graadt van Roggen als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van de bark “Waalstroom”, gebouwd in 1853 op de werf Witte Kruis van Jeremias Meijjes te Amsterdam023, 412 ton o.m., varend voor A. Graadt van Roggen te Amsterdam;
* 1856 t/m 1859 van de bark “G.W. van Dam van Isselt ” ex Oost Indië, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 713 ton varend voor Jeremias Meyjes & Zn te Amsterdam;
* 1861 t/m 1871 van de bark “Zeenymph”, op 05 augustus 1854 van stapel te Amsterdam op de werf “Het Wapen van Amsterdam van F.Haverkamp te Amsterdam, 622 ton o.m., varend voor F.A.Jas te Amsterdam. Het schip werd in 1871 verkocht naar Duitsland.
* 1873 t/m 1874 op het schroefstoomschip “Conrad”, gebouwd in 1872 te Glasgow bij John Elder, 2270 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip werd in 1897 gesloopt te Dordrecht;
* 1875 t/m 1877 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow bij John Elder & Co, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1878 t/m 1882 op het schroefstoomschip “Conrad”, gebouwd in 1872 te Glasgow bij John Elder, 2270 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip werd in 1897 gesloopt te Dordrecht;
* 1882 t/m 1884 op het schroefstoomschip “Insulinde”, gebouwd in 1882 te Glasgow bij John Elder, 3044 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam. Het schip werd in 1884 herdoopt in “Burgemeester den Tex”;
* 1884 op het schroefstoomschip “Burgemeester den Tex” ex Insulinde. Zier hiervoor.
* 1885 t/m 1889 van het ijzeren schroefstoomschip en de als barkentijn getuigde “Prins Frederik”, gebouwd in 1882bij John Elder & Co te Glasgow, 3041 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
J.F. Graadt van Roggen in het ‘Tijdschrift voor het Zeewezen’, redactie Jacob Swart, jaargang 1874, p. 99-121. schreef: “Aantekeningen omtrent de moussons, enz. in de Arabische zee, Golf van Aden, enz.’”
In het tijdschrift “De Zee”,jg 2, 1880 p.403-404 staat een bijdrage van J.F.Graad van Roggen:
“Onregelmatige Stroomen nabij Kaap Guardafui. Extract Journaal stoomschip Conrad (20e reis) van Batavia naar Amsterdam”
Hierin een beschrijving van de stromingen rond deze Kaap met als slotconclusie: ”Hieruit blijkt dus alweder, dat de stroomen bij Guardafui niet te vertrouwen zijn.”
Volgens de Times Atlas is Guardafui hetzelfde als Raas Caseyr en de uiterste noordoostpunt van Somalië bij de ingang van de Golf van Aden
In het tijdschrift “De Zee”,jg 3, 1881, p334 staat een bijdrage van J.F.Graad van Roggen, gezagvoerder van het ss. “Conrad” met als titel “Route voor stoomscchepen van Java naar Sueze in de maand April”. Volgens dit artikel zijn deze routes verschillend naarmate de Oost- of West-mousson heerst in de Indische Oceaan. Graad van Roggen zegt dat de Mij “Nederland” aan zijn gezagvoerders toestaat van deze regel af te wijken. “Voor de maanden April, Mei en Juni staat opgegeven, de Zuidelijke route te nemen, d.i. bezuiden den Chagos Archipel; de afstand bij deze route is, van Batavia naar Suez, 1492 D.G.mijlen, terwijl, als men de Noordelijke route langs Ceylon neemt, de afstand 158 D.G.mijlen, d.i. 2½ dag stoomens, korter is.” Graad van Roggen raadt, op grond van zijn ervaringen, deze Noordelijke route aan.
Hij wordt op deze bewering aangevallen door de heer P.F. van Heerdt, waarop op p.451 G.v.R. weer reageert.
In het tijdschrift “De Zee” jg 10, 1888, pp.356-358 staat vermeld dat er een tijdelijk reparatie van het schroefraam en hulproer is aangebracht aan het ss “Prins Frederik” te Gibraltar. Dit schip “is onlangs bij mist in Straat Gibraltar op de rotsen te Ceuta … gestoten” en werd te Gibraltar binnengebracht.
J.F.Graadt van Roggen vervoerde vanuit Nieuwediep transporten van landmachtmilitairen naar Batavia met de “Zeenymph” tijdens de volgende reizen
* Vertrek 11 september 1861. Aankomst 20 december 1861 na 100 dagen. 2 officieren.
* Vertrek 21 september 1862. Aankomst 29 december 1862 na 99 dagen. 1 officier.
* Vertrek 07 oktober 1864. Aankomst 08 januari 1865 na 93 dagen. 5 officieren.
* Vertrek 14 oktober 1865. Aankomst 31 januari 1866 na 109 dagen. 3 officieren.
Hij voer vanuit Nieuwediep met de “Conrad” op de volgende reizen:
* Vertrek 09 februari 1873. Aankomst 21 maart 1873 na 40 dagen. 4 officieren en 125 manschappen.
* Vertrek 10 juli 1873. Aankomst 31 augustus 1873 na 52 dagen. 7 officieren en 400 manschappen.
* Vertrek 18 december 1873. Aankomst 31 januari 1874 na 44 dagen. 4 officieren en 260 manschappen.
* Vertrek 17 mei 1874. Aankomst 26 juni 1874 na 40 dagen. 6 officieren en 170 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.
* Vertrek 10 oktober 1874. Aankomst 25 november 1874 na 46 dagen. 8 officieren en 150 manschappen.
Hij voer vanuit Nieuwediep met de “Voorwaarts” op de volgende reizen:
* Vertrek 19 september 1874. Aankomst 28 oktober 1874 na 39 dagen. 5 officieren en 200 manschappen.
* Vertrek 11 juli 1875. Aankomst 18 augustus 1875 na 38 dagen. 5 officieren en 364 manschappen.
* Vertrek 22 januari 1876. Aankomst 03 maart 1876 na 41 dagen. 7 officieren en 212 manschappen.
* Vertrek 08 juli 1876. Aankomst 20 augustus 1876 na 43 dagen. 7 officieren en 242 manschappen.
* Vertrek 23 december 1876. Aankomst 06 februari 1877 na 45 dagen. 9 officieren en 260 manschappen.
* Vertrek 19 mei 1877. Aankomst 28 juni 1877 na 40 dagen. 5 officieren en 210 manschappen.
* vertrek 13 oktober 1877. Aankomst 23 november 1877 na een reis van 41 dagen. 9 officeren en 106 manschappen.
Hij voer vanuit Nieuwediep met de “Conrad” tijdens de volgende reizen:
* Vertrek 30 maart 1878. Aankomst 09 mei 1878 na 40 dagen. 3 offcieren en 106 manschappen.
* Vertrek 24 augustus 1878. Aankomst 04 oktober 1878 na 41 dagen. 5 officieren en 106 manschappen.
* Vertrek 18 januari 1879. Aankomst 01 maart 1879 na 42 dagen. 7 officieren en 210 manschappen.
* Vertrek 07 juni 1879. Aankomst 17 juli 1879 na 40 dagen. 5 officieren en 158 manschappen.
Hierna vanuit Amsterdam
* Vertrek 25 oktober 1879. Aankomst 09 december 1879 na 45 dagen. 4 officieren en 90 dagen.
* Vertrek 10 april 1880. Aankomst 20 mei 1880 na 40 dagen. 4 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 04 juni 1881. Aankomst 12 juli 1881 na 38 dagen. 3 officieren en 44 manschppen.
* Vertrek 08 oktober 1881. Aankomst 19 november 1881 na 42 dagen. 3 officieren en 44 manschappen.
Hij voer vanuit Amsterdam met de “Insulinde” op de volgende reizen:
* Vertrek 21 jui 1882. Aankomst 30 juli 1882 na 39 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 25 oktober 1882. Aankomst 08 december 1882 na 44 dagen. 3 officieren en 75 manschappen.
Hij voer vanuit Amsterdam met de “Burgemeester Den Tex” op de volgende reizen:
* Vertrek 21 maart 1883. Aankomst 20 mei 1883 na 60 dagen. 2 officieren en 38 manschappen. Het detachement is onderweg overgenomen door de “Koninging Emma”.
* Vertrek 15 september 1883. Aankomst 26 oktober 1883 na 41 dagen. 3 officieren en 23 manschappen.
* Vertrek 19 november 1884. Aankomst 31 december 1884 na 42 dagen. 4 officieren en 38 manschappen.
Hij voer vanuit Amsterdam met de “Prins Frederik” op de volgende reizen:
* Vertrek 21 januari 1885. Aankomst 03 maart 1885 na 41 dagen. 4 officieren en 72 manschappen.
* Vertrek 06 juni 1885. Aankomst 17 juli 1885 na 41 dagen. 3 oficieren en 84 manschappen.
* Vertrek 27 maart 1886. Aankomst 07 mei 1886 na 41 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.
* Vertrek 21 augustus 1886. Aankomst 30 september 1886 na 40 dagen. 2 officieren en 28 manschapen.
* Vertrek 28 mei 1887. Aankomst 06 juli 1887 na 39 dagen. 2 officieren en 72 manschappen.
“Op 4 en 5 oktober (1875) deed de Voorwaarts en vergeefse poging de Madura los te trekken van de Parkinrots bij Perim. De 600 pelgrims aan boord van de Madura waren eerder overgenomen door de Britse Timor. Nadat de trossen herhaaldelijk waren gebroken en zelfs met inzet van dommekrachten(!) het schip niet loskwam, werden de passagiers en 50 bemanningsleden naar Suez gebracht.”
“Begin december 1875 ontdekte de Conrad in de Middellandse Zee het Portugese marinetransportschip India met een gebroken krukas; aan boord waren 1.400 man. Men bood aan het schip naar Messina te slepen, maar vanwege het ontstuimige weer duurde het uren voor de sleeptrossen bevestigd waren; kort nadien braken deze ook. De tros van de intussen gearriveerde Voorwaarts voldeed wel, zodat de sleep op 14 december na een tocht van 57 uur over 400 mijl alsnog Messina kon bereiken.”
“In 1877 bood de Voorwaarts hulp aan de Franse stoomboot Henri IV in de Golf van Biskaye, en de Koning der Nederlanden aan het Engelse stoomschip Rose Mary, dat uit de Rode Zee naar Aden werd gesleept.”
Uit: p. 14 “De eeuw van de ‘Nederland’ door A.J.Mulder c.s.. Uitgeverij Asia Maior. Juni 2003.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.F.Graadt van Roggen.104
Per e-mail dd 05 februari 2006 zond ik gegevens omtrent kapitein Graadt van Roggen aan e heer Niek Smit te Amsterdam (niek.smit@planet.nl). Ik kreeg als reactie een mail dd 06 februari 2006 met 3 bijlagen. Deze mail plus bijlagen zijn hieronder vermeld
-
MAIL:
Geachte heer Parma,
Heel hartelijk dank voor het toesturen van de gedetailleerde gegevens over Jacob Frans Graadt van Roggen (1829-1899).
Ik stuur u hierbij nog enkele aanvullingen:
-
De reder A. Graadt van Roggen was Arent Graadt van Roggen (1825-1877) een broer van Jacob Frans Graadt van Roggen.
-
De kapitein P.W.B. Mellink was een zwager van Arent Graadt van Roggen.
-
De reder F.A. Jas was een oom van J.F. en A. Graadt van Roggen.
-
Over de loopbaan van Jacob Frans Graadt van Roggen, die op 15-jarige leeftijd naar zee ging, is veel bekend. Ik stuur u hierbij enkele gegevens en afbeeldingen.
-
In de bibliotheek van het scheepvaartmuseum bevindt zich een aardig boekje getiteld ‘reisaantekeningen’ door J.F. Graadt van Roggen waarin u veel gegevens en aanvullingen kunt vinden over zijn reizen. Ook is er een boekje getiteld ‘passagierslijsten’ van de schepen van J.F. Graadt van Roggen waarin veel gegevens over de passagiers (niet alleen militairen maar ook particulieren).
-
Op blz 2 vermeld u de reparatie van de Prins Frederik in Gibraltar. Hiervan is een aardige prent in Eigen Haard gepubliceerd (zie hierbij). De man met de witte baard is J.F. Graadt van Roggen.
2 BIJLAGE
Het stoomschip ‘Prins Frederik’ van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, in de dockyard van Gibraltar, juni 1888
Gravure, gepubliceerd in ‘Eigen Haard’ (1888), vervaardigd door A. C. Verhees, naar een foto toegezonden door J. F. Graadt van Roggen aan de redactie van ‘Eigen Haard’.
De ‘Prins Frederik’ had, door mist misleid, aan de Afrikaanse zijde van de Straat van Gibraltar rotsen geraakt (‘Even vrij van den wal zijnde, klaarde de mist plotseling geheel op en zagen wij verscheidene officieren en minderen, boven ons op de rotsen nabij de forten, ons in ogenschouw nemen. Ook zagen wij een vuurtoren, maar niet dien van Gibraltar, maar wel dien van Ceuta !!!’). Nadat het schip wegens het onbruikbaar zijn van de machine, verlies van een roer en averij aan het achterschip, naar Gibraltar was gesleept en was onderzocht, werd besloten dat de reparatie aldaar zou worden gedaan. De passagiers werden overgebracht op het Stoomschip ‘Utrecht’. Op de gravure is het achterschip van de ‘Prins Frederik’ te zien zoals die tijdens de reparatie in het dok lag. De gezagvoerder, Jacob Frans Graadt van Roggen, staat midden op de foto (met witte baard en pet).
Het werk zou in achttien werkdagen geklaard worden en, daar er in Gibraltar geen droogdok was, zou men zich daarbij bedienen van een ‘cofferdam’. Een ‘cofferdam’ (correct geschreven met dubbel ‘f’) is een houten kist waarbij men van de opstuwende kracht van het water gebruik maakt om een voor- of achterschip in de hoogte te brengen.
‘Nader omschreven is het een houten kist, die zeer soliede moet gebouwd zijn, om de drukking van het water buiten tegen hare wanden te kunnen weerstaan. Deze kist is aan den voorwand open en daar met zorg gevormd, naar de gedaante die het schip heeft, op de hoogte waar zij dat moet omsluiten. Is dus de kist, wanneer zij tegen het achterschip ligt, aan vier zijden gesloten door den bodem en drie zijwanden, dan is zij het aan de vijfde door het achterschip zelf.’
‘Nadat de Frederik naar H. M. dock-yard was gebracht en in een stil hoekje gelegd, waar weinig deining stond, werd zij gelost en gekrenkt tot haar diepgang achter 14.5 eng. voeten en voor 20 eng. voeten bedroeg. Daarna werd de cofferdam, die in vijf dagen aan de werf was gebouwd en den zesden dag langs zijde was gesleept, achter het schip gebracht. Hij was 20 eng. voeten diep; daar het achterschip 14.5 voet diep lag en men om onder de kiel te kunnen werken, nog 3 voet ruimte nodig had, stak zijne beplanking 2.5 voet boven water.’
‘Het eerste werk was nu hem onder het schip te brengen en daartegen aan te sluiten. Daartoe werd hij eerst zoolang met scheeps-ankerkettingen bezwaard, dat zijn bodem op de vereischte diepte beneden het schip was gezonken en hij met talies onder het schip kon worden getrokken. Daarna lichtte men hem weer door het uitnemen van een gedeelte der ankerkettingen, tot hij met zijn voorzijde het achterschip als omvatte. Door zware balken, dwars over den cofferdam door het schroefgat gestoken en door twee zware stutten aan de achterzijde werd hem verder alle beweging belet. Hij mocht wel reizen… maar niet zonder het schip mede opwaarts te nemen.’
‘Om dit te bewerken werden stoom- en handpompen toegezet om den cofferdam ledig te pompen. In den aanvang ging dit nog zoo glad niet. Hij was voor zijn werk wel wat licht gebouwd. De duiker had handen vol werk om van buiten de lekken te stoppen, terwijl men van binnen de zijwanden tegen den buitenkant van het schip moest stutten, om te voorkomen dat zij onder de drukking van het water zouden bezwijken. Intusschen, al deze bezwaren kwam men te boven ; na twee dagen en twee nachten pompen en calefateren kwam de cofferdam lens en kon men aan het eigenlijke werk beginnen. De werklieden waren wel wat huiverig om in die kist onder het schip te kruipen; maar… alles gewent en toen men zag, dat zij het uithield, dacht niemand meer aan het gevaarlijke van zijne positie. De Frederik was achter 18 eng. Duimen (45 centim.) in de hoogte gelicht, en de drukking tegen bodem en zijwanden van hun verblijf leverde dit kolossaal opstuwend vermogen!’
‘Intusschen werden in vier dagen de werkzaamheden verricht, roersteven, achtersteven en een gedeelte van de kiel in orde gebracht en vervangen door houten balken, suffisant bevestigd, zooals later bleek toen het schip in Holland terugkwam.’
‘Wij zeggen het den gezagvoerder na : Een mooi stuk werk.’
(uit : ‘Eigen Haard, 1888, blz 485 e.v.; zie ook : ‘Reisaantekeningen van J. F. Graadt van Roggen’, blz. 89 e.v.)
3 BIJLAGE
Jacob Frans Graadt van Roggen (Nijmegen 16 juni 1829 - Bloemendaal 22 september 1899)
Jacob Frans Graadt van Roggen was 15 jaar en 19 dagen oud toen hij op 5 juli 1844 als scheepsjongen aanmonsterde aan boord van het fregatschip ‘Koning der Nederlanden’, en op 21 juli van dat jaar uitzeilde van het Nieuwe Diep op zijn eerste zeereis naar Java (Ned. Indie). Hij maakte als scheepsjongen, als lichtmatroos en, na zich theoretisch te hebben ontwikkeld en examens te hebben gedaan, als derde, tweede en eerste stuurman, verschillende reizen met zeilschepen naar West en Oost Indie en één rond de wereld.
Reeds op 25 jarige leeftijd was hij gezagvoerder van het barkschip ‘de Waalstroom’ van Amsterdam, waarmee hij een reis naar Akyab (Golf van Bengalen) maakte, om daarna als gezagvoerder op de E. W. van Dam van Isselt’ een reis naar Java en terug te maken. Op deze reis werd het weing bezochte eiland Tristan da Cunha aangelopen.
Van 1860 tot 1870 maakte hij als gezagvoerder van het barkschip ‘Zeenymph’ negen reizen naar Java en terug. De gemiddelde duur van de uit en thuisreis was toen ongeveer 1 jaar. De Zeenymph had onder het bevel van kapitein Graadt van Roggen een zeer goede naam als passagiersschip. Dit moge onder andere blijken uit de volgende advertenties : ‘Barkschip Zeenymph, gezagvoerder Graadt van Roggen, dit Schip, thans geannonceerd zijnde voor de Uitreis naar Java, haasten de ondergetekenden, welke in de Maand Januari daarmede van Java naar hier zijn gekomen, zich dien Bodem bijzonder aan te bevelen, zoo wat snelheid van zeilen als goede Logies en vooral Vriendschappelijken Omgang met den Gezagvoerder betreft. Getekend: Tuckermann en Echtgenoot, Gallé en Echtgenoot, Mejufvr. Strick van Wijk.’ En uit de Oprechte Maandagsche Haarlemsche Courant van 22 augustus 1864 het volgende: ‘Passage naar Java wordt aangeboden van Amsterdam met het Nederlandsche Compagnie Fregatschip Zeenimph, gevoerd door kapt. J. F. Graadt van Roggen, varende een geexamineerde Doctor en een melkgevende koe. Dit in alle opzigten voor personen en familie aanbevelenswaardige schip, is te Amsterdam te bevragen bij de Reeder den heer F. A. Jas en bij de Kargadoors De Vries & Co., IJgracht U40.’
In 1870 besloot hij zich aan te monsteren op één van de stoomschepen van de nieuw opgerichte Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’. Alvorens bij deze maatschappij in actieve dienst te treden, werd in 1870 door hem als volontair een stoominstructiereis gemaakt naar New York en terug aan boord van het Franse stoomschip ‘Pereire’. Na één reis als eerste stuurman te hebben gemaakt, werd hij aangesteld als gezagvoerder van het s.s. ‘Conrad’. Met eer zijn door hem achtereenvolgens de stoomschepen ‘Conrad’, ‘Voorwaarts’, wederom ‘Conrad’, ‘Insulinde’ (daarna herdoopt in ‘Burgemeester den Tex’) en ‘Prins Frederik’ gevoerd.
Na tal van wederwaardigheden te hebben ondervonden ging hij in 1888 van zijn rust genieten. Jacob Frans Graadt van Roggen heeft als gezagvoerder in totaal 10 uit en thuisreizen met zeilschepen naar Indie volbracht, daarbij 361 passagiers vervoerd, en 35 reizen met stoomschepen, daarbij 10937 passagiers vervoerd. Bij het eindigen van zijn loopbaan erkende de Nederlandse regering zijn verdiensten door hem te benoemen tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, waarvan hem mededeling werd gedaan door een regeringstelegram van de Minister van Kolonien, de heer Keuchenius. Van de hand van een oud collega, de heer C. T. van Assendelft de Coningh, verscheen in het Algemeen Handelsblad van 24 januari 1889 een waarderend artikel ‘Een rust in eere’ omtrent zijn loopbaan. Een overzicht van die loopbaan en van de gedane reizen gaf hij zelf in een niet in de handel zijnd boekje ‘Reisaantekeningen’.
De Britse regering vereerde hem in 1866 met een fraaie sextant met inscriptie ‘Presented by the British Government to Capt. Graadt van Roggen of the Zeenimph of Amsterdam, for his humanity and kindness to the crew of the s.s. Shearwater of New Castle in Oct. 1865’ voor het in oktober 1865 onder moeilijke omstandigheden redden van de bemanning van het Engelse stoomschip ‘Shearwater’. In 1872 werd hem voor het bijhouden van uitmuntende meteorologische journalen, door de Franse regering een gouden medaille toegekend, waarvan de inscriptie luidde ‘Republique Francaise, Association Scientifique de France, monsieur J. F. Graadt van Roggen, Observations Météorologues, 1872’, terwijl hij in 1872 de zilveren Willem III medaille ontving, met inscriptie ‘Aan J. F. Graadt van Roggen, scheepsgezagvoerder in de grote vaart, als erkenning van zijne aan de wetenschap der zeevaart bewezen diensten, door overlegging van uitmuntende scheepsjournalen, vanwege de Koning, 1888’.
of T.J. Aukes?
Familiegegevens en opleiding
Op het Stadsarchief te Amsterdam geen huwelijk gevonden in de periode 1863-1882.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.J.Aukes als gezagvoerder gedurende:
* 1874 t/m 1877 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam
* 1878 t/m 1881 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1882 t/m 1883 van het schroefstoomschip “C.Fellinger” ex Mercedes, gebouwd in 1879 te Sunderland, 2013 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde”, Meyer & Insinger te Amsterdam;
* 1884 van het schroefstoomschip “Nederland en Oranje”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 2205 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
F.J.Aukes vertrok vanuit Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:
* Vertrek 17 januari 1874. Aankomst 06 maart 1874 na 48 dagen. 3 officieren en 125 manschappen.
* Vertrek 07 augustus 1875. Aankomst 19 september 1875 na 43 dagen. 4 officieren en 275 manschappen.
* Vertrek 25 december 1875. Aankomst 05 februari 1876 na 42 dagen. 10 officieren en 210 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden en waren 2 gedeserteerd.
* Vertrek 10 juni 1876. Aankomst 23 juli 1876 na 43 dagen. 5 officieren en 212 manschappen. 6 Italiaanse en 1 Zuid-Amerikaans manschap waren in Port Said gedeserteerd.
* Vertrek 25 november 1876. Aankomst 10 januari 1877 na 46 dagen. 6 officieren en 183 manschappen.
* Vertrek 28 april 1877. Aankomst 08 juni 1877 na 41 dagen. 5 officieren en 158 manschappen.
* Vertrek 22 september 1877. Aankomst 03 november 1877 na 42 dagen. 8 officieren en 133 manschappen.
F.J.Aukes vertrok vanuit Nieuwediep met de “Voorwaarts” en een detachement landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*.:
* Vertrek 09 maart 1878. Aankomst 21 april 1878 na 43 dagen. 3 officieren en 158 manschappen.
Hierna was de vertrekhaven steeds Amsterdam
* Vertrek 21 juni 1879. Aankomst 01 augustus 1879 na 40 dagen. 4 officieren en 80 manschappen.
* Vertrek 08 november 1879. Aankomst 20 december 1879 na 42 dagen. 5 officieren en 90 manschappen.
* Vertrek 13 maart 1880. Aankomst 26 april 1880 na 44 dagen. 4 officieren en 63 manschappen.
* Vertrek 18 december 1880. Aankomst 31 januari 1881 na 44 dagen. 2 officieren en 64 manschappen.
* Vertrek 07 mei 1881. Aankomst 10 juni 1881 na 34 dagen. 3 officieren en 44 manschappen.
* Vertrek 13 september 1881. Aankomst 22 oktober 1881 na 39 dagen. 2 officieren en 55 manschappen.
NRC-Handelsblad 30 mie 2003, ingezonden brief door Joop Kooiman te Harderwijk:
“ … Dichter/deserteur Rimbaus (d.i. Arthur Rimbaud) verbleef van 18 mei tot 10 juni 1876 in Harderwijk voor een opleiding in het Koloniaal Werfdepot. Hij werd op 10 juni in Den Helder ingescheept voor een reis naar de Oost. …
Blijkens Bossenbroek 065* voer hij dus met het stoomschip “Prins van Oranje” onder kapitein F.J.Aukes.
“De Voorwaarts werd tijdens de uitreis op 23 mei 1878 bij Penang aangevaren door de Khedive van P&O, waarbij aan bakboord een scheur tot onder de waterlijn ontstond. Al pompend zette de kapitein het schip na een uur aan de wal en konden de passagiers debarkeren. Het gat werd voorlopig gedicht, het schip vlotgetrokken en gerepareerd in het droogdok van Singapore.”
Uit: “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1, 1879 p.165-1869 en 419-428 staat de behandeling van een vonnis door het Engels hooggerechtshof, Admiraliteitszaken omtrent de aanvaring op de hoogte van Moeka Head, eiland Penang, tussen het schroefstoomschip de “Voorwaarts” en het engelse schip de “Khedive”. De “Voorwaarts” had aan boord 83 bemanningsleden en 150 passagiers. Bij de aanvaring werd het schip zo sterk beschadigd dat het op het strand werd gezet om niet te zinken. Bij de getuigenverklaringen kwamen aan het woord de 1e officier Rademaker, de 2e officier Eversdijk en de 3e officier Perk.
Het hof kwam tot de uitspraak dat beide schepen “berispelijk”(both to blame) waren, vanwege onvoldoende uitkijk. Bovendien hadden ze beiden voldoende tijd gehad om vaart te minderen en te stoppen.
In de Scheepstijdingen van de Harlinger Courant dd 28 mei 1878 staat het volgende bericht096:
“Amsterdam 24 Mei. Volgens telegram van heden uit Penang, is het Nedl. stoomschip Voorwaarts nabij die plaats in aanvaring geweest met het stoomschip Khedive waardoor de Voorwaarts tot de waterlijn werd ingeloopen en op strand moest worden gezet. Passagiers en mail zijn gered, doch het schip zal waarschijnlijk verloren zijn.”
Familiegegevens
Wouter Pieter werd geboren op 13.02.1851 te Rotterdam als z.v. Hendrik Weijer Franken Harten (schoolmeester) en Neeltje van der Horden.
Wouter Pieter (25) (stuurman) trouwde op 23.02.1876 te Den Helder met Wilhelmina Frederika Kissing (21) – geb. 16.11.1854 te Den Helder – d.v. Willem Fredrik Kissing en Albertdina Kikkert.
Wouter Pieter overleed op 27.05.1912 te Amsterdam (61).
Kinderen
- Wouter Pieter – geb. 17.05.1878 te Den Helder
- W.F.
- Nellij – geb. 12.081883 te Haarlem
Opleiding
Wouter Pieter werd op 27.08.1864 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.
Na de 4-jarige opleiding werd hij op 27.08.1868 geplaatst als jongen a/b van het schip ROTTERDAM, kapt. Jansen, naar Java. Kwam op 26.06.11869 terug van de reis met goed attest.
Hij werd op 31.07.1869 gemonsterd als 3e stuurman op het schip ROTTERDAM, kapt. Jansen, naar Java.
Was op 21.07.1870 terug van de reis met goed attest.
De schepen van de kapitein
* 1882 van het s.s. VOORWAARTS
* 1888 van het s.s. PRINSES AMALIA
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de S.M.N.
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
De lijst van van den Hoek Ostende vermeldt HARTSEN. Moet zijn HARTEN!
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.P.Harten werd met vlagnummer 926 per 15 maart 1887 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08/15 maart 1887 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd W.P.Harten, voerend het ss “Prinses Amalia”, wonend te Haarlem, op voordracht van kapitein M.C.Braat.023.
W.P.Harten was van 1890-1912 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1887 staat vermeld dat in de wedstrijd inzake kompasjournalen 1884/1885 de gouden medaille is toegekend aan kapitein W.P.Harten, de zilveren medaille aan kapitein J.H.Meijer en de bronzen medaille aan kapitein C.Koning.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1890 worden de beoordelingen bekendgemaakt van de scheepsjournalen uit 1888/89. De gouden medaille is toegekend aan kapitein C.Drooglever Fortuijn van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille aan kapitein W.P.Harten van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille aan kapitein D.H.Hinlopen van het ss “Pollux”.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een brief dd 19 juli 1882 van de Filiaal-inrichting van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te Amsterdam waarin melding wordt gemaakt van getuigschriften voor “gezagvoerders die een uitmuntend of wel een zeer goed Extract Journaal hebben gehouden en wel een uitmuntend getuigschrift voor …” W.P.Harten als gezagvoerder van de “Voorwaarts”.042
In de Bijlagen van de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1890 Stadsarchief Amsterdam, 491 42) worden de beoordelingen bekendgemaakt van de scheepsjournalen uit 1888/89. De gouden medaille is toegekend aan kapitein C.Drooglever Fortuijn van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille aan kapitein W.P.Harten van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille aan kapitein D.H.Hinlopen van het ss “Pollux”. Voorts wordt in het rapport opgemerkt dat de tweede plaats van kapitein Harten niet betekent dat de kwaliteit van zijn journaal minder is dan toen hij de gouden medaille won.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 mei 1884 staat: “De Voorzitter … geeft het woord aan den Heer van Hasselt om de bekrooningen aan Scheepsgezagvoerders uittereiken aan kapitein W.P.Harten, H.C.Haacke en R.J.Weber een brief van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waarbij aan hen namens den Koning, de Zilveren Medaille wegens uitmuntende Scheepsjournalen wordt toegekend en Getuigschriften van het Kon.Ned.Metereol.Instituut te Utrecht aan de gezagvoerders W.P.Hansen, R.J.Weber, H.Hissink, G.R. van der Woude en H. de Jonge … 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 oktober 1886 staat vermeld: “Aan de orde is de uitreiking der gouden medeille aan den Heer W.P.Harten ingevolge de bekrooning van het door dezen gehouden kompasjournaal. J.H.Meijer en C.Koning die respectievelijk met de zilveren en bronzen medaille bekroond zijn waren niet in het land en dus niet aanwezig.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 november 1890 wordt verslag gedaan van de uitreiking van de medailles aan de bekroonden voor de wedstrijd voor gehouden kompasjournalen 1888/89 door de voorzitter W.van Hasselt. De gouden medaille gaat naar C.Droogleever Fortuyn, gezagvoerder van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille naar W.P.Harten, gezagvoerder van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille naar D.H.Hinlopen, gezagvoerder van het ss “Pollux” (niet aanwezig).023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
926 1887-1891 stooms. Prinses Amalia Stoomv.Mij.Nederland
1892-1911 geen vermelding van schip en boekhouder
W.P.Harten was van 1884-1892 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, bark getuigde “Prinses Amalia”, gebouwd bij John Elder & Co te Glasgow, 3200 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”052.
Bouma025 vermeldt W.P.Harten als gezagvoerder gedurende:
* 1882 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1882 van het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, gebouwd in 1866 te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java” te Amsterdam;
* 1884 t/m 1892 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In het tijdschrift “De Zee” jg 8, 1886, p.344-348 wordt verslag gedaan van de beoordeling door een Commissie van de bij Zeemanshoop ingekomen kompasjournalen. De gouden medaille is toegekend aan de gezagvoerder W.P.Harten van de stoomschepen “Prinses Amalia” en “Prins Alexander”. In het verslag wordt o.a. het volgende gemeld: Ter beoordeling waren ingebracht 30 journalen, waarvan 7 niet tot de beoordeling zijn toegelaten omdat men niet voldeed aan de gestelde eisen. Alle journalen zijn afkomstig van stoomschepen. Zeilschipjournalen zijn niet ingebracht “hetgeen een gereede verklaring vindt in het feit dat het meerendeel der zeilschepen nog niet huiswaarts is gekeerd.” De beoordeling geschiedde in de vorm van rubrieken, die ieder apart met een kwalificatie (slecht tot uitmuntend) werden gehonoreerd.
In de Jg 10, 1888, van “De Zee” wordt wederom verslag gedaan door de “Commissie van Beoordeeling der kompasjournalen, uitgegeven door het Collegie ‘Zeemanshoop’ “ Er waren ingebracht 33 journalen gehouden door 18 gezagvoerders. De beoordeling was gelijk aan die in 1886. “Het is de Commissie zeer aangenaam te mogen verklaren, dat verreweg het meerendeel der beoordeelde journalen zeer goed is bijgehouden.” … “De Commissie constateert met genoegen, dat de Heer W.P.Harten, die de vorige maand met goud werd bekroond en wiens journalen ditmaal buiten beoordeeling bleven, omdat het hem niet geoorloofd was thans wegens deze hoogste bekroning mede te dingen, geregeld journaal heeft gehouden en ingeleverd.”
In het tijdschrift “De Zee, 1894, p. 75 staat vermeld dat W.P.Harten, “oud-gezagvoerder in de groote vaart, directeur van het Zeemanshuis te Amsterdam” is benoemd als lid van de examencommissie voor stuurlieden bij de koopvaardij. Idem in 1895 (“De Zee”, 1895, p.78). In 1897, De Zee, 1897, p.76 staat hij vermeld als plaatsvervangend lid van de examencommissie voor stuurlieden.
W.P.Harten vervoerde vanuit Amsterdam met de “Soenda” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:
* Vertrek 10 maart 1883. Aankomst 27 april 1883 na 48 dagen. 2 officieren en 33 manschappen..
* Vertrek 29 december 1883. Aankomst 14 februari 1884 na 47 dagen. 4 officieren en 154 manschappen.
Hij maakte vanuit Amsterdam met de “Prinses Amalia” de volgende reizen:
* Vertrek 14 mei 1884. Aankomst 20 juni 1884 na 37 dagen. 3 officieren en 73 manschappen.
* Vertrek 03 januari 1886. Aankomst 13 februari 1886 na 42 dagen. 3 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 23 oktober 1886. Aankomst 06 december 1886 na 44 dagen. 3 officieren en 125 manschappen.
* Vertrek 29 oktober 1887. Aankomst 11 december 1887 na 43 dagen. 2 officieren en 45 manschappen.
* Vertrek 04 augustus 1888. Aankomst 18 september 1888 na 45 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.
* Vertrek 25 mei 1889. Aankomst 02 juli 1889 na 38 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 19 juli 1890. Aankomst 30 augustus 1890 na 42 dagen. 2 officieren en 54 manschappen
* Vertrek 06 december 1890. Aankomst 18 januari 1891 na 43 dagen. 3 officieren en 43 manschappen. Bij aankomst ontbraken 6 manschappen zonder opgaaf van reden.
* Vertrek 13 februari 1892. Aankomst 12 april 1892 na 59 dagen. 2 officieren en 53 manschappen
In het artikel “Krakatau in 1883” door de mijningenieur R.D.M.Verbeek in het tijdschrift “De Zee” werd de uitbarsting van deze vulkaan beschreven. Daarin de volgende passage:
“Dr.D.Sulzer van het S.S.”Soenda”, welk stoomschip 22 Mei van Batavia vertrok en dat ’s avonds tusschen 8 en 10 uur bij Krakatau was, constateert dat de magneetnaalden volkomen rustig bleven, hetgeen dus geheel in tegenspraak is met wat op de “Zeeland” (doch 2 etmalen vroeger) werd waargenomen. (zie bij kapitein G.Mackenzie). Zeven Eng.mijlen voorbij Krakatau viel een dichte aschregen gedurende een half uur. Zelfs 30 mijlen voorbij Krakatau ontmoette de “Soenda” zooveel puimsteen, dat eene puts er geheel mee gevuld was. “
(De grote eruptie vond plaats van 26-28 augustus 1883 en de beschreven verschijnselen gingen dus hieraan vooraf.)
Familiegegevens en opleiding
Willem Adriani werd geboren te Zuidbroek op 14 september 1841 als zoon van Johan Marcus Busch Adriani, arts, en Angenita Anna van Houten.
Hij trouwde op 08 oktober 1877 als scheepsgezagvoerder te Groningen met Jeltje Catharina Ranneft, geboren te Frederiksoord op 22 oktober 1848 als dochter van Everhard Ranneft, arts, en Jantje Drijber. Zij overleed op 14 juni 1926, op dezelfde dag als haar man.
Willem overleed op 14 juni 1926.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.Adriani als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1882 op het schroefstoomschip “Madura”, gebouwd in 1873 te Stockton, 2400 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschaapij “Java” ,dir. J.H.Schröder Jr;
* 1883 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1884 t/m 1890 op het schroefstoomschip “Conrad”, gebouwd in 1872 te Glasgow, 2270 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1891 t/m 1895 op het ijzeren stoomschroefschip “Prins Alexander”, gebouwd in 1881 te Glasgow, 3025 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
W.Adriani transporteerde met de “Madura” vanuit Amsterdam transporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen:065*
* Vertrek 13 augustus 1881. Aankomstdatum niet vermeld. 2 officieren en 55 manschappen.
* Vertrek 18 december 1881. Aankomst 02 februari 1882 na 46 dage. 2 officieren en 110 manschappen.
Hij transporteerde met de “Voorwaarts” vanuit Amsterdam transporten op de volgende reizen:
* Vertrek 12 mei 1883. Aankomst 03 juli 1883 na 52 dagen. 2 officieren en 38 manschappen.
* Vertrek 17 oktober 1883. Aankomst 08 december 1883 na 42 dagen. 2 officieren en 27 manschappen.
Hij verzorgde vanuit Amsterdam transporten met de “Conrad” op de volgende reizen:
* Vertrek 25 april 1885. Aankomst 05 juni 1885 na 41 dagen. 2 officieren en 33 manschappen.
* Vertrek 13 februari 1886. Aankomst 28 maart 1886 na 43 dagen. 3 officieren en 33 manschappen.
* Vertrek 24 november 1886. Aankomst 06 januari 1887 na 43 dagen. 2 officieren en 50.manschappen.
* Vertrek 16 april 1887. Aankomst 25 mei 1887 na 42 dagen. 2 officieren en 32 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgaaf van reden.
* Vertrek 03 september 1887. Aankomst 16 oktober 1887 na 43 dagen. 2 officieren en 46 manschappen.
* Vertrek 09 juni 1888. Aankomst 24 juli 1888 na 45 dagen. 2 officieren en 74 manschappen.
* Vertrek 27 oktober 1888. Aankomst 10 december 1888 na 44 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.
* Vertrek 21 december 1889. Aankomst 31 januari 1890 na 41 dagen. 4 officieren en 43 manschappen.
* Vertrek 10 mei 1890. Aankomst 19 juni 1890 na 40 dagen. 3 officieren en 42 manschappen.
Hij verzorgde vanuit Amsterdam transporten met de “Prins Alexander” op de volgende reizen:
* Vertrek 25 april 1891. Aankomst 06 juni 1891 na 42 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.
* Vertrek 16 januari 1892. Aankomst 25 februari 1892 na 40 dagen. 2 officieren en 33 manschappen.
* Vertrek 04 juni 1892. Aankomst 13 juli 1892 na 39 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.
* Vertrek 08 oktober 1892. Aankomst 18 november 1892 na 41 dagen. 2 officieren en 39 manschappen.
* Vertrek 11 februari 1893. Aankomst 25 maart 1893 na 42 dagen. 1 officier en 54 manschappen.
* Vertrek 21 oktober 1893. Aankomst 30 november 1893 na 40 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.
* Vertrek 24 februari 1894. Aankomst 05 april 1894 na 40 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.
* Vertrek 30 juni 1894. Aankomst 05 augustus 1894 na 36 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 03 november 1894. Aankomst 13 december 1894 na 40 dagen. 4 officieren en 195 manschappen.
In de volgende opgaven zijn aakomstdatum en reisduur niet meer vermeld:
* Vertrek 09 maart 1895. 2 officieren en 42 manschappen.
* Vertrek 13 juli 1895. 1 officier en 33 manschappen.
* Vertrek 16 november 1895. 3 officieren en 32 maschappen.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023
Familiegegevens
Nicolaas werd geboren op 18.11.1845 te Zijpe (Zld.) als z.v. Lambertus Julsing en Maria Lammens.
Nicolaas (25) (stuurman) trouwde op 08.10.1871 te Alkmaar met Geertruida van de Pol (37) – geb. 19.02.1835 te Alkmaar – d.v. Willem van de Pol en Johanna Barendina Rochel.
Geertruida van de Pol overleed op 13.01.1877 te Alkmaar (42).
Nicolaas (32) (stuurman) hertrouwde op 22.11.1877 te Alkmaar met Anna Barbara Bouman (23) – geb. 25.12.1853 te Alkmaar – d.v. Cornelis Bouman (tuinman) en Anna Barbera Koster.
Nicolaas overleed op 31.08.1887 te Alkmaar (41).
(Overlijdensadvertentie in Het Nieuws v.d. Dag: kleine courant van 02-09-1887)
Kinderen
- Cornelis Lambertus – geb. 27.08.1880 te Alkmaar
- Nicolaas Johann – geb. 1882 / overl. 1886
De schepen van de kapitein
* 1884 - 1887 van het s.s. VOORWAARTS - 1874 – ID 7657
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de S.M.N.
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt N.Julsing als gezagvoerder gedurende:
* 1884 t/m 1887 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
N.Julsing verzorgde vanuit Amsterdam met de “Voorwaarts” troepentransporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen:065*
* Vertrek 10 januari 1885. Aankomst 01 maart 1885 na 50 dagen. 3 officieren en 72 manschappen.
* Vertrek 27 mei 1885. Aankomst 16 juli 1885 na 50 dagen. 2 officieren en 73 manschappen.
* Vertrek 15 december 1886. Aankomst 06 februari 1887 na 43 dagen. 3 officieren en 64 manschappen.
* Vertrek 17 september 1887. Aankomst 26 oktober 1887 na 39 dagen. 2 officieren en 45 manschappen.
“Een andere ramp met grote materiële schade vond plaats op 1 november 1886 met de Prins Hendrik (II), toen deze op de rede van Aden werd aangevaren door het stoomschip Hubbuck en korte tijd daarna zonk. “De passagiers vervolgden de reis met de Voorwaarts; de mail werd onmiddellijk doorgezonden. Met behulp van duikers en stoompompen kwam de Prins Hendrik (II) op de 26ste november weer vlot, maar door het zwellen van de lading bleek het schip ontzet en moest het nadien verkocht worden.
Uit: “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
Familiegegevens
Simon werd geboren op 09.12.1844 te Scheveningen als z.v. Jan Turfboer en Johanna Blok.
Simon (29) (stuurman) trouwde op 20.05.1874 te Den Haag met Jacoba Gerarda van der Harst (24) – geb. 22.10.1849 te Scheveningen – d.v. Willem van der Harst en Cornelia Johanna van Duijne.
Jacoba Gerarda van der Harst overleed op 19.08.1896 te Den Haag (46).
Simon (53) hertrouwde op 10.02.1898 te Schiedam met Elisabeth de Croes (42) – geb. te Oud- en Nieuw Mathenesse – d.v. Wouter de Croes en Elisabeth Horsman.
Elizabeth de Kroes overleed op 25.10.1917 te Rijswijk (62).
(opmerking: In de trouwacte wordt de naam vermeld als Elisabeth de Croes / in de overlijdensacte als Elizabeth de Kroes)
Simon overleed op 24.10.1916 te Rijswijk (71).
Kinderen
- Johanna – geb. 06.03.1875 te Den Haag
- Cornelia Johanna – geb. 06.01.1877 te Den Haag
- Johannes Willem – geb. 05.04.1878 te Den Haag
- Maria Elisabeth – geb. 12.06.1879 te Den Haag
- Lambertus Jacobus – geb. 13.11.1882 te A’dam.
- Petronella Jacoba – geb. 06.06.1884 te Den Haag
- Willem – geb. 05.09.1885 te Den Haag – in 1900 naar Kweekschool v.d. Zeevaart
- Simon Jacobus – geb. 28.05.1888 te Den Haag
De schepen van de kapitein
* 1884 van het s.s. PRINS HENDRIK
* 1888 van het s.s. VOORWAARTS
* 1889 van het s.s. SOENDA
* 1890 van het s.s. PRINSES WILHELMINA
* 1897 van het s.s. PRINS ALEXANDER
* 1898 van het s.s. PRINSES AMALIA
* 1900 van het s.s. PRINS HENDRIK
* 1903 van het s.s. KONING WILLEM II
Na juli 1905 waarschijnlijk met pensioen gegaan.
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de S.M.N.
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 07 januari 1897 staat de uitslag van een wedstrijd voor de best bijgehouden kompasjournalen in 1894/1895 waarbij is toegekend de gouden medaille aan kapitein F.H.Bonjer, de zilveren medaille aan kapitein G.Stenger en bronzen medailles aan S.Turfboer en J.G.Wiebenga.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 04 maart 1897 staat een verslag van de uitreiking van medailles in de wedstrijd 1894/95 voor de beste kompasjournalen. Er waren 27 deelnemers, die in totaal 50 journalen inzonden. De gouden medaille is verworven door F.H.Bonjer, gezagvoerder van het ss “Spaarndam, het zilver ging naar G.Stenger van het ss “Amsterdam en het brons naar S.Turfboer, gezagvoerder van de “Prinses Wilhelmina. Een buitengewone bronzen medaille werd toegekend aan de thans buitengaats zijnde kapitein J.G.Wiebenga van het fregat “De Ruyter”.023.
De schepen van de kapitein
S.Turfboer was in 1898 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, bark getuigde “Prinses Amalia”, gebouwd bij John Elder & Co te Glasgow, 3200 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”052.
Bouma025 vermeldt S.Turfboer als gezagvoerder van/in:
* 1884 t/m 1886 op het schroefstoomschip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam
* 1888 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1889 op het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, in 1866 gebouwd te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java” te Amsterdam;
* 1890 t/m 1895 op het ijzeren schroefstoomschip “Prinses Wilhelmina” 400 pk, gebouwd in 1882, 2610 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1897 t/m 1898 op het ijzeren stoomschroefschip “Prins Alexander”, gebouwd in 1881 te Glasgow, 3025 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam;
* 1898 t/m ? van het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
S.Turfboer vervoerde vanuit Amsterdam met de “Prins Hendrik” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia tijdens de volgende jaren065*:
* Vertrek 13 maart 1884. Aankomst 24 april 1884 na 43 dagen. 3 officieren en 75 manschappen.
* Vertrek 16 mei 1885. Aankomst 28 juni 1885 na 43 dagen. 2 officieren en 75 manschappen.
* Vertrek 10 oktober 1885. Aankomst 16 november 1885 na 47 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.
* Vertrek 31 juli 1886. Aankomst 10 september 1886 na 41 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.
Hij vervoerde vanuit Amsterdam met de “Prinses Wilhelmina” transporten tijdens de volgende reizen:
* Vertrek 25 oktober 1890. Aankomst 07 december 1890 na 43 dagen. 4 officieren en 44 dagen.
* Vertrek 09 april 1892. Aankomst 20 mei 1892 na 41 dagen. 2 officieren en 53 dagen.
* Vertrek 13 augustus 1892. Aankomst 22 september 1892 na 40 dagen. 2 officieren en 74 manschappen.
* Vertrek 22 april 1893. Aankomst 01 juni 1893 na 40 dagen. 3 officieren en 73 manschappen.
* Vertrek 30 december 1893. Aankomst 08 februari 1894 na 40 dagen. 3 officieren en 79 manschappen.
* Vertrek 05 mei 1894. Aankomst 11 juni 1894 na 37 dagen. 2 officieren en 43 manschappen.
* Vertrek 12 januari 1895. Aankomstdatum niet vermeld. 2 officieren en 42 manschappen.
* Vertrek 18 mei 1895. Aankomstdatum niet vermeld. 2 officieren en 42 manschappen.
* Vertrek 21 september 1895. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 30 mei 1896. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 106 manschappen.
Hij transporteerde detachementen vanuit Amsterdam met de “Prins Alexander” tijdens de volgende reizen:
* Vertrek 10 oktober 1897. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 19 februari 1898. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 32 manschappen
* Vertrek 11 juni 1898. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren.
* Vertrek 01 oktober 1898. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 43 manschappen.
Hij transporteerde detachementen vanuit Amsterdam met de “Prinses Amelia” op de volgende reizen:
* Vertrek 02 april 1898. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 23 juli 1898. Aankomst niet gemeld. 1 manschap.
* Vertrek 04 maart 1899. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 52 manschappen.
* Vertrek 24 juni 1899. Aankomst niet gemeld. 1 officier en 2 manschappen.
Een deel van de opgaven omtrent de “Prins Alexander” en de “Prinses Amelia” zijn overlappend en kloppen dus niet. Dit komt omdat Bouma025 overlappende vaarperioden voor deze kapitein heeft gegeven. Nader onderzoek is dus nodig.
Overigens is het waarschijnlijk dat kapitein Turfboer ook in de twintigste eeuw nog troepentransporten heeft verzorgd. maar deze zijn door mij niet verder uitgezocht.
“Een andere ramp met grote materiële schade vond plaats op 1 november 1886 met de Prins Hendrik (II), toen deze op de rede van Aden werd aangevaren door het stoomschip Hubbuck en korte tijd daarna zonk. “De passagiers vervolgden de reis met de Voorwaarts; de mail werd onmiddellijk doorgezonden. Met behulp van duikers en stoompompen kwam de Prins Hendrik (II) op de 26ste november weer vlot, maar door het zwellen van de lading bleek het schip ontzet en moest het nadien verkocht worden.
Uit: “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
In het tijdschrift “De Zee” Jg.1895, p.185 wordt het Verslag van de Commissie ter Beoordeling van Kompasjournalen” vermeld waarin wordt gemeld dat, hoewel buiten de prijzen vallend, als zeer goed journaal kan worden genoemd dat van kapitein S.Turfboer, gezagvoerder van het ss. “Prinses Wilhelmina”.
In “De Zee”, Jg.1897, p.71-75 wordt aan kapitein S.Turfboer van het ss “Prinses Wilhelmina” de bronzen medaille toegekend.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1887 staat vermeld dat in de wedstrijd inzake kompasjournalen 1884/1885 de gouden medaille is toegekend aan kapitein W.P.Harten, de zilveren medaille aan kapitein J.H.Meijer en de bronzen medaille aan kapitein C.Koning.042.
In de Bijlagen van de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1890 worden de beoordelingen bekendgemaakt van de scheepsjournalen uit 1888/89. De gouden medaille is toegekend aan kapitein C.Drooglever Fortuijn van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille aan kapitein W.P.Harten van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille aan kapitein D.H.Hinlopen van het ss “Pollux”. Voorts wordt in het rapport opgemerkt dat er is overwogen het aantal medailles uit te breiden, maar dat daarvan is afgezien omdat daardoor de waarde van de medailletoekenning zou afnemen. Toch wordt opgemerkt dat er sprake was van uitmuntende verslagen van kapitein C.Koning van het ss “Voorwaarts” en H.Sluiter van het ss “Prins Maurits” en van zeer goede verslagen van H.H.Bart van de bark “Ardjoeno”, A.G.Mörzer Bruijns van het ss “Burgemeester den Tex” en G.A. van der Woude van het ss “Prins van Oranje” 042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 oktober 1886 staat vermeld: “Aan de orde is de uitreiking der gouden medeille aan den Heer W.P.Harten ingevolge de bekrooning van het door dezen gehouden kompasjournaal. J.H.Meijer en C.Koning die respectievelijk met de zilveren en bronzen medaille bekroond zijn waren niet in het land en dus niet aanwezig.023.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Koning als gezagvoerder gedurende:
* 1884 t/m 1886 op het schroefstoomschip “Madura”, gebouwd in 1873 te Stockton, 2400 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java”, dir. J.H.Schröder Jr;
* 1870 van het schroefstoomschip “Koningin Emma”, gebouwd in 1879 te Stockton, 2531 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java” te Rotterdam
* 1888 van het schroefstoomschip “Soenda”, ex Celebes ex Columbian, gebouwd in 1866 te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatsch. Java te Amsterdam;
* 1889 t/m 1895 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In het tijdschrift “De Zee” jg 8, 1886, p.344-348 wordt verslag gedaan van de beoordeling door een Commissie van de bij Zeemanshoop ingekomen kompasjournalen. De bronzen medaille is toegekend aan de gezagvoerder C.Koning van het stoomschip “Madura”. In het verslag wordt o.a. het volgende gemeld: Ter beoordeling waren ingebracht 30 journalen, waarvan 7 niet tot de beoordeling zijn toegelaten omdat men niet voldeed aan de gestelde eisen. Alle journalen zijn afkomstig van stoomschepen. Zeilschipjournalen zijn niet ingebracht “hetgeen een gereede verklaring vindt in het feit dat het meerendeel der zeilschepen nog niet huiswaarts is gekeerd.” De beoordeling geschiedde in de vorm van rubrieken, die ieder apart met een kwalificatie (slecht tot uitmuntend) werden gehonoreerd.
C.Koning vervoerde transporten van landmachtmilitairen vanuit Amsterdam naar Batavia met de “Koningin Emma” tijdens de volgende reizen;065*
* Vertrek 15 januari 1887. Aankomst 27 februari 1887 na 43 dagen.
* Vertrek 06 augustus 1887. Aankomst 14 september 1887 na 39 dagen. 2 officieren en 44 manschappen. Bij aankomst ontbrak 1 manschap zonder opgave van redenen.
* Vertrek 24 december 1887. Aankomst 11 februari 1888 na 49 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.
Hij vervoerder militairen vanuit Amsterdam met de “Soenda” op de volgende reizen:
* Vertrek 07 juli 1888. Aankomst 15 augustus 1888 na 39 dagen. 2 officieren en 45 manschappen.
* Vertrek 10 november 1888. Aankomst 22 december 1888 na 42 dagen. 3 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 30 maart 1889. Aankomst 08 mei 1889 na 39 dagen. 2 officieren en 43 manschappen. Bij aankomst was er 1 officier méér aan boord zonder vermelding van herkomst.
Hij vervoerde vanuit Amsterdam detachementen met de “Voorwaarts” op de volgende reizen:
* Vertrek 15 juni 1895. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 43 manschappen.
Familiegegevens en opleiding
Sijmon Fenenga werd geboren op 16 oktober 1851 te Schiermonnikoog als zoon van Ruurd Melles Fenenga en Engelina Symons Jaski.
Hij trouwde op 26 mei 1887 als stuurman te Amsterdam met Johanna van Dam, geboren op 04 maart 1862 te Amsterdam als dochter van Johannes van Dam en Catharina Fischer. Haar overlijdensgegevens zijn niet vermeld.
Sijmon overleed te Amsterdam op 24 januari 1916, wonende te Watergraafsmeer, zonder beroep (blijkens een extract uit de overlijdensacte te Watergraafsmeer.) 060 en GAA.
Kinderen
Johanna Catharina Gerardina – geb. 20.02.1888 – getr. 1909 met Frank Arnoud Lambach (stuurman).
Simonnetta – geb. 09.05.1895 – getr. 1919 met Gerrit Visser (kantoorbediende)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 5 oktober 1899 staat de uitslag van de wedstrijd beste kompasjournalen 1896/1897 met als uitslag: Goud voor S.Fenenga met het ss “Voorwaarts”, zilver voor D.Hubert met het ss “Burgemeester den Tex” en brons voor G.J.Wilmink met het ss. Ceres”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 maart 1904 staat de uitslag van de wedstrijd beste kompasjournalen dd 1900/1901 met als uitslag: de gouden medaille voor S.Fenenga van het ss “Soembawa”, de zilveren medaille voor W. van der Schoon de Boer van het ss “Zeeburg” en de bronzen medaille door H.J.Potjer van het ss “Prinses Amalia”. Het betreft hier de laatste wedstrijd over kompasjournalen
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 04 januari 1900 wordt verslag gedaan van de uitreiking door Mr. Mouthaan, secretaris van de Commissie voor de Wetenschappelijke Zeevaart, van de medailles in de wedstrijd voor gehouden kompasjournalen in de periode 1896-97, waarbij de gouden medaille is toegekend aan S.Fenenga, gezagvoerder van het stoomschip “Voorwaarts”, de zilveren medaille aan D.Hubert, gezagvoerder van het stoomschip “Burgemeester den Tex” en de bronzen medaille aan G.J.Wilmink, gezagvoerder van het stoomschip “Ceres”. Kapitein Wilmink is tijdens de zitting afwezig.023
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt S.Fenega als gezagvoerder gedurende:
* 1896 t/m 1898 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip werd in 1898 verkocht naar Genua;
* 1899 van het ijzeren schroefstoomschip “Lombok” ex Prinses Wilhelmina, gebouwd in 1882 te Glasgow, 2596 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1900 en later van het schroefstoomschip “Soembawa”, gebouwd in 1899 te Amsterdam, 3375 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam.
* 1908 – 1910 van het s.s. BANDA – geb. 1906
* 1910 – 1912 van het s.s. NIAS – geb. 1909
Overige bijzonderheden
In het tijdschrift De Zee, Jg.1899 staat op p. 514-517 een “Verslag van de Commissie ter beoordeeling van Kompasjournalen uitgegeven door het College “Zeemanshoop” van den wedstrijd 1896/1897”.
De uitslag was een gouden medaille met het maximaal aantal te behalen punten voor kapitein S.Fenenga met het schip “Voorwaarts”.
In het archief van het College "Zeemanshoop" bevindt zich een "Diploma van het behalen van de gouden medaille in de wedstrijd van gehouden kompasjournalen door S.Fenenga, gezagvoerder van het stoomschip Soembawa 1904 mrt 3." (GAA, 491-194. Ook afgebeeld op p.54 van van den Hoek Ostende019).
De tekst luidt: “S.Fenenga. Gezagvoerder op het stoomschip “Soembawa” bekroond door het Collegie Zeemanshoop te Amsterdam met de Gouden Medaille in den wedstrijd voor gehouden kompasjournalen in het jaar 1900/1901..Het Collegie Zeemanshoop. Voorzitter Secretaris.. Amsterdam, 3 maart 1904. “
|