Familiegegevens en opleiding
Klaas Kamminga werd geboren 24 juli 1814 te Veendam, nabij Scholtehuizen als zoon van de bakker Christjaan Freerks Kamminga en Catharina (Kaatje Jans) Koetze (Koetse).
Hij trouwde 19 december 1842 te Wildervank als zeeman met Stijntje Everts Koning, geboren te Veenam op 29 oktober 1815 als dochter van de zeeman Evert Louwes Koning en Derkje Alberts Groenewold. Stientje overleed te Appingedam op 20 juli 1894, 78 jaar.
Klaas overleed 21 juni 1879 te Appingedam, 64 jaar, zonder beroep.
In BS-akten van 1842 en 1844 wordt Klaas verrmeld als “zeeman”, in de periode 1847 t/m 1855 als “schipper”, in 1873 als “rustend schipper” en bij zijn overlijden in 1873 als zijnde “zonder beroep”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s).
K.C.Kamminga was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 73 in 1853 en met vlagnummer 22 in de periode 1860 t/m 1879.
Waarom kapitein Kamminga in de periode 1854-1859 geen lid is geweest blijft een vraag.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.C.Kamminga als gezagvoerder gedurende:
* 1853 van de kof “Drie Gebroeders Sikkens”, gebouwd in 1851 te Martenshoek, 63 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank. Het schip strandde, geladen met tarwe voor Londen, bij Egmond. Het is vermoedelijk afgebracht. In 1854 voer het schip voor kapitein/eigenaar J.W.Visser en was herdoopt in “Catharina Maria”;
* 1854 t/m 1859 van de schoenerkof “Drie Gebroeders Sikkens”, gebouwd in 1853 te Martenshoek, 106 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank. Het schip is in augustus/september 1859 op Gotland gestrand en wrak geraakt;
* 1860 t/m 1862 van de galjoot “Christina”; gebouwd in 1860 te Hoogezand, 131 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank. Het schip is in januari 1862 gezonken bij Kaap Sepet;
* 1863 t/m 1870 van de 2-mastschoener “Christina”, gebouwd in 1862 te Sappemeer, 169 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank.
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Klaas Christiaans Kamminga op:
19 februari 1831, schip “ Pieterdina”, schipper Hindrik Reinders, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok Klaas Christiaans Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld, en een matroos.
07 februari 1835 kof “ Margrietha Cornelia”, schipper Roelf Cornelis Hazewinkel, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok Klaas Kristiaan Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld, en een matroos.
03 maart 1838, kof “ Roelfina”, schipper Harm Alberts Doewes, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok Klaas Christiaans Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld, matroos en een lichtmatroos.
16 februari 1839, smak “ Eurina”, schipper Klaas Harms Zuininga, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok en de matroos Klaas Christiaans Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld.
04 januari 1841, schip “ Weldaad”, schipper Dethmer Boukes Kolk, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Klaas Kristiaans Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld en een kok.
07 februari 1842, smak “Zeldenrust”, schipper Albert Everts Koning, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Klaas Christiaan Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld, kok en een matroos;
17 februari 1845, kof “Alkana Elisabet”, schipper Johannes van Duinen, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Klaas Christiaan Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld, kok, matroos en lichtmatroos;
24 januari 1846, kof “ Pollux”, schipper Geert Roelfs de Jonge, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Klaas Christiaans Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld, kok, matroos en een lichtmatroos.
13 februari 1851, kof “ Drie Gebroeders Sikkens”, schipper Klaas Christiaans Kamminga, 36 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok en een matroos.
29 januari 1852, kof “Drie Gebroeders Sikkens”, schipper Klaas Christiaan Kamminga, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Albert Geerts van der Laan, geen leeftijd en woonplaats vermeld, kok en matroos.
04 juni 1853, galjoot “ Drie Gebroeders Sikkens”, schipper Klaas Christiaans Kamminga, 38 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een kajuitwachter.
29 januari 1857, kof “Drie Gebroeders Sikkens”, schipper Klaas Christiaan Kamminga, 42 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman Willem Jelies, 25 jaar uit Sappemeer, kok, matroos en lichtmatroos;
02 februari 1861, galjoot “Christina”, schipper Klaas Chr. Kamminga, 46 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman Izak van Slogteren, 31 jaar uit Wildervank, kok, matroos, lichtmatroos en koksmaat;
In de 13monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Klaas Chr./Christiaans Kamminga.
Het overzicht luidt:
1831 kok op de “ Pieterdina” onder schipper Hindrik Reinders geen leefijd
1835 kok op de “ Margretha Cornelia” onder Roelf C. Hazewinkel idem
1838 kok op de kof “ Roelfina” onder Harm A.Doewes idem
1839 matroos op de smak “ Eirina” onder Klaas H.Zuininga idem
1841 stuurman op de “ Weldaad” onder Dethmer Boukes Kolk idem
1842 stuurman op de smak “ Zeldenrust” onder Albert E.Koning idem
1845 stuurman op de kof “ Alkana Elisabet” onder Johannes van Duinen idem
1846 stuurman op de kof “ Pollux” onder Geert Roelfs de Jonge idem
1851-1857 schipper op de “ Drie Gebroeders Sikkens” 36-42 jaar
1861 schipper op de galjoot “ Christina” 46 jaar.
Overige bijzonderheden
NRC 16 januari 1853114
Amsterdam, 15 januari. De Nederlandse kof DRIE GEBROEDERS SIKKENS, kapt. H.C. Kamminga, van hier met tarwe naar Londen, is gisteren tussen Egmond en Kamperduin gestrand, doch het volk gered.
NRC 03 januari 1854114
Aan de Zeepost ontlenen wij de volgende lijst van Nederlandse schepen, welke in het jaar 1853 verongelukt, verbrand, afgekeurd, vermist of gesloopt zijn: …..
….. DRIE GEBROEDERS SICKENS, kapt. Kamminga,….
NRC 29 augustus 1859114
Wisby, 26 augustus. De Nederlandse schepen HENDRIKA (opm: kof), kapt. E.H. Boswijk, van Newcastle naar St. Petersburg, en DRIE GEBROEDERS SIKKENS (opm: kof), kapt. K.C. Kamminga, van St. Petersburg naar Nederland bestemd, zijn gisteren op Gotland gestrand.
NRC 05 september 1859114
Wisby, 28 augustus. Aangaande de gestrande Nederlandse schepen HENDRIKA, kapt. Boswijk, van Newcastle met stenen naar St. Petersburg, en DRIE GEBROEDERS SIKKENS, kapt. Kamminga, van Kroonstad met hennep naar Rotterdam – zie NRC van 29 augustus – kunnen wij thans mededelen, dat de eerste bij Furille en de laatste bij Misloper-rif op strand zitten. De bemanningen zijn gered.
De HENDRIKA was reeds op zee lek gesprongen en dientengevolge was men genoodzaakt het schip op strand te zetten, waar het nu evenals de DRIE GEBROEDERS SIKKENS, die bereids vol water gelopen is, op een rotsachtige grond zit, zodat beide schepen weg zullen zijn. De lading der HENDRIKA zal ook wel verloren zijn, doch van de henneplading der DRIE GEBROEDERS SIKKENS hoopt men een gedeelte beschadigd te bergen.
NRC 19 september 1859114
Wisby, 11 september. De alhier gestrande Nederlandse schepen HENDRIKA, gevoerd geweest door kapt. Boswijk, van Newcastle naar St. Petersburg en DRIE GEBROEDERS SIKKENS, kapt. Kamminga, van St. Petersburg naar Holland, zijn voor wrak verkocht. Van de lading stenen van de HENDRIKA kon niets geborgen worden. De lading hennep van het andere schip is doornat geborgen en te Kylley publiek verkocht.
Provinciale Groninger Courant 18 januari 1862114
Toulon, 9 januari. Gisteren te middernacht, is het galjootschip CHRISTINA, kapit. K.C. Kamminga, de 2e januari van Livorno naar Amsterdam vertrokken, op vijf mijlen afstand van Kaap Sepet (opm: Cap Sépet) gezonken, hebbende een lek bekomen, zo snel toenemende, dat de bemanning nauwelijks de tijd had om de boot te water te brengen. Men heeft slecht het verlies van de stuurman te betreuren; de kapitein en verdere equipage zijn des morgens te 3 uur gelukkig aangetroffen door een visschuit, die hen alhier heeft aangebracht.
Provinciale Groninger Courant 17 juni 1862114
Groningen,13 juni. Gisteren arriveerde alhier het nieuw gebouwd schoenerschip CHRISTINA, kapt. J.H. Kamminga, van de Wildervank, groot 100 last, gebouwd bij C. Maathuis te Sappemeer.
Familiegegevens en opleiding
Jacob werd geboren te Schiermonnikoog op 25 augustus 1827 als zoon van Wybe Jacobs Visser en Betje Sierps Wouter.
Hij trouwde op 22 juni 1853 te Schiermonnikoog met Romkje Marten Wybes, geboren op 23 februari 1828 te Schiermonnikoog als dochter van Marten Wybes en Riemert Hendrik Carst. Zij overleed 06 september 1875 te Schiermonnikoog.
Jacob overleed te Koningsbergen op 08 februari 1877.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.W.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1853 van de kof “Ceres” ex Josina Louise, gebouwd in 1840 te Sappemeer, 106 ton, varend voor Jeremias (Joh.?) Meyjes te Amsterdam. Het schip is op 04 maart 1853, geladen met kolen op weg van Newcastle naar Alicante bij Kaap Huerta gestrand. (Bouma);
* 1854 t/m 1856 van de kof “Catharina Maria” ex Drie Gebroeders Sikkens, gebouwd in 1851 te Martenshoek, 62 ton, varend voor A.Conijn & Zn te Alkmaar. Het schip voer in 1857 voor Zeilmaker en Co te Harlingen en was herdoopt in “Ebenhaezer.” (Bouma);
* 1861 van de galjoot “Wiebe Jacobs”, gebouwd in 1861 bij I.A.Hooites te Hoogezand, 156 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Schiermonnikoog;
* 1862 t/m 1869 van hetzelfde schip maar nu varend voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam. Op 23 augustus 1869 werd het schip verkocht, voer in 1870 voor J.A.Hooites te Hoogezand en was herdoopt in “Plotus” (Sweys).
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van half maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende096:
“MALICANTE, 7 Maart. Het schip Ceres, kapt. Visser, van Newcastle, laatst van Carthagena op hier bestemd, is in den nacht van 4 dezer bij Kaap La Huetta gestrand. Men is bezig met de lading te lossen, maar vreest dat het schip niet weder afgebragt zal kunnen worden.”
NRC 07 maart 1869
Amsterdam, 6 maart. Het Nederlandse schip (opm: galjoot) WIEBE JACOBS, kapt. Visser, van Osterrisoer naar Nederland, is met enige schade te Oostmahorn binnengelopen.
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.E.van der Veen werd (vermoedelijk) per 01 juli 1851 met vlagnummer H31 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Vrouwe Anskje", de kapitein als boekhouder. De contributie werd betaald door zijn vrouw Anskje Foekes, geboren 04 januari 1812. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 5 kinderen: Sietsche (02 december 1837), Jansje (26 mei 1840), Lieuwkje (30 augustus 1843), Foekje (22 maart 1847) en Klaske (26 februari 1849)028-fol.031.
Hij was met vlagnummer H31 lid van het College in de periode 1851-1866034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H34 1845-1856 tjalk Vrouwe Anske kap/eigenaar, Harlingen
1857 kof Ebenhaëzer (ex Catharina Maria,
ex Drie Gebroeders Sikkens) Zeilmaker & Co, Harlingen
met schade Lowestoft binnen en verkocht
1858-1859 kof Neptunus Zeilmaker & Co, Harlingen
februari bij Kullenberg (Kopenhagen) gestrand en wrak
1863-1864 tjalk Martha (ex Abeldina, ex Vrouw Clasina) kap/eigenaar, Harlingen
Bouma025 vermeldt M.E.v/d Veen als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1856 van de tjalk “Vrouw Anske”, gebouwd in 1839 te Gorredijk, 50 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen. Het schip voer in 1857 voor kapitein/eigenaar J.Hamstra te Wartena en was herdoopt in “Jonge Pieter”;
* 1857 van de kof “Ebenhaezer” ex Catharina Maria, ex Drie Gebroeders Sikkens, gebouwd in 1851 te Martenshoek, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip kwam, op reis van Danzig naar Londen, te Lowenstoft met schade binnen en werd verkocht;
* 1858 t/m 1860 van de kof “Neptunus”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 62 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in februari 1860 bij Kullenberg (bij Kopenhagen) gestrand en wrak geraakt;
* 1864 van de tjalk “Martha”, ex Abeldina, ex Vrouw Clasina, gebouwd in 1843 te Martenshoek, 66 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van 21 maart 1853 staat in de rubriek Schepen, welke alhier zijn uitgegaan het volgende096:
“26 Maart M.E.v.d. Veen, Vrouw Anske, Kaas, etc. Engeland.”
Menne Engels van der Veen (30 jaar, gage f 26,- per maand) monsterde op 06 september 1838 te Delfzijl aan als stuurman op de smak “Vrouw Gezina” onder kapitein Jan Harms Mulder. Het schip vertrok op 15 oktober 1838 van Dantzig naar Edam, liep op 19 oktober 1838 vol water en ging verloren c. 8 mijl van Rixhoft op de Pruisische kust, iets ten ooesten van het tegenwoordige Ustka in Polen. De vier drenkelingen werden door het schip “Richardt” gered en in Pillau aan land gezet.083.