Familiegegevens en opleiding
Johannes Coenraad Londt werd geboren te Amsterdam op 07 maart 1823 als zoon van Hendrik Londt en Wilhelmina Maria Schwecke.
Hij huwde op 17 januari 1856 te Amsterdam als zeeman met Geertruijda Hendrika Holgen, geboren te Amsterdam op 25 april 1831 als dochter van Christiaan Holgen en Henderica Wassing. Geertruijda hertrouwde op 02 november 1871 te Amsterdam met de predikant Paul Iwan Helwig, 59 jaar. Van Geertuijda geen overlijden in Amsterdaam gevonden
Johannes overleed in 1860. Bij zijn overlijden is Amsterdam als zijn woonplaats opgegeven.003 en 118.
In het Bevolkingsregister van Amsterdam 1851 staat Johan Coenraad Londt, geboren 07 maart 1823 te Amsterdam, Hersteld Evangelisch Luthers, wonend op de Zeedijk 87, Amsterdam
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.Londt Hz, adres Zeedijk, werd met vlagnummer 712 effectief lid van "Zeemanshoop" per 13 mei 1845 op voorspraak van S.IJ.Parma. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "De Hoop". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was Londt 22 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van 06/13 mei 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johan Coenraad Londt Hz, oud 22 jaar, voerend de schonerkof “De Hoop”, wonend op de Zeedijk te Amsterdam, op voordracht van kapitein S.IJ.Parma.023.
Hij werd per 22 januari 1856 deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop.003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861staat het verzoek van de wed. J.C.Londt om een uitkering welke haar in de vergadering van 06 juni 1861 wordt toegekend ingaande 01 mei 1861.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1871 staat de melding van de hertrouw van de wed. J.C.Lond geb. Holger.042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 juni 1861 staat vermeld dat per 01 mei 1861 een uitkering heeft toegekend aan de weduwe van kapitein J.C.Londt geb. Holger.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
712 1845 sch.kof de Hoop geen opgave
1846 sch.kof Concordia geen opgave
1848-1850 sch.kof Concordia J.C.Londt
1851-1853 brik Joannes Albertus idem
339 1854-1859 brik Joannes Albertus idem
1859 brik Wilhelmina Maria idem
1860 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt geen J.C.Londt als gezagvoerder van een schip de “Hoop” ex Margaretha (Koster). Wèl is er een vermelding uit 1843 van een sch.kof de “Hoop”, gebouwd in 1832, 142 ton o.m. onder kapitein J.C.Radeloff en met als reeder J.C.Londt te Amsterdam. In 1844 t/m 1846 stond het schip onder gezag van kapitein J.A.Jansen en met als reederij G.C.Bosch Reitz te Amsterdam.
Bouma025 vermeldt J.C.Londt als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1851 van de sch.kof “Concordia”, gebouwd in 1839 te Nieuwendam, 195 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Te Falmouth afgekeurd en verkocht;
* 1852 t/m 1861 op de brik “Johannes Albertus”, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 266 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam.
Overige bijzonderheden
J.C.Londt maakte als gezagvoerder van de “Hoop” een reis per 17 mei 1845 naar Suriname. Op de terugreis uit Suriname loopt dit schip in november 1845 tussen Neath Bar en Port Talbot aan de zuidkust van Wales aan de grond. Het schip is wrak, de lading wordt geborgen en de bemanning overleefde de ramp.
Bron: www.jjlange.ehrhardt.nl
“Op 2 augustus 1851 werd op de werf De Goede Intentie van J.Strickaert (te Zierikzee) de brik Johannes Albertus te water gelaten. Het schip was 266 ton groot en behoorde tot de rederij van J.C.Londt in Amsterdam.
L.Londt, reder uit Amsterdam, werd de eerste kapitein. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor zijn eerste reis naar Batavia. Op 6 maart werd de Johannes Albertus naar Antwerpen gesleept door de stoomboot Stad Amsterdam. Op 27 maart vertrok kapitein Londt met zijn brik vanuit Antwerpen en op 3 april ging hij in zee vanaf de rede van Vlissingen. Op 11 september kwam de Johannes Albertus behouden in Batavia aan. Kapitein Londt werd in 1860 opgevolgd door W.Postema.”074.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Postma werd met vlagnummer 760 effectief lid van Zeemanshoop per 12 oktober 1847 op voorspraak van B.J.Martens. Zijn schip was de "Dankbaarheid"002.
In de Algemene Vergaderingen van 28 september/`05 oktober 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Willem Postma, oud 26 jaar, voerend de bark “Dankbaarheid”, wonend te Nieuwendam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1883 vraagt W.Postma op grond van art. 92 van het Reglement om onderstand. Op 31 mei 1883 krijgt hij f 30,- uit de bussen. Idem op 29 mei 1884.
Art. 92 regelt uitkeringen aan leden boven de 60 jaar.
In de Bijlagen op de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1883 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) is een brief dd 20 april 1883 van W.Postma (vlagnummer 379) die stelt zijn schip de “Wilhelmina Maria te hebben verkocht. Hij verdient sindsdien zijn brood “met vreemde schepen naar Engelsche havens te brengen.” Dit is hem thans onmogelijk daar hij zware rheuma heeft en derhalve in behoeftige omstandigheden verkeert. Hij heeft ca. 20 jaren als gezagvoerder gevaren en is thans 62 jaar. Hij vraagt een uitkering op grond van art. 92 van het Reglement.
In de Bijlagen bij vergadering 31 mei 1883 is een rapportage door de heer J.P.Mink over kapitein Postma. Hij stelt dat de kapitein verstijfde vingers heeft terwijl hij ook rheuma in zijn benen heeft. De dokter geeft geen hoop op herstel. Postma is 62 jaar, zijn vrouw is 61 jaar en ze hebben nog een zoon thuis van 15 jaar plus een dochter die weduwe is. Hij heeft aan zijn financiële verplichtingen voldaan in de periode 1838-1866, zijnde een storting van ruim f 1.000,-. Mink adviseert hem een jaarlijkse gratificatie van f 30,- toe te kennen.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 24 april 1884 (Stadsarchief Amsterdam 491-39) is een brief dd 19 april 1884 van de Wed W.Postma geb. van der Meer die om een uitkering vraagt. Als adres is vermeld Barendzstraat 45 3 hoog Amsterdam.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1884 (Stadsarchief Amsterdam 491-39) staat een onderzoek en advies inzake de aanvrage van de wed. Postma om een uitkering. Gemeld wordt dat kapitein Postma nog een reis had willen maken “als zoogenaamde Landkenner” maar dat hij kort daarvoor overleed. Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van 1842-1847 in een ondergeschikte rang en van 1847-1866 als gezagvoerder. “Laatstgenoemde jaar moest hij te Liverpool ziek achterblijven en voerde toen het schip “Wilhelmina Maria”. Zijne weduwe is 83 jaren oud en heeft volgens hare mededeeling geen middelen van bestaan”. Een ondersteuning door de kinderen zit er niet in. Er wordt voorgesteld haar een gratificatie uit te keren van f 30,-, zoals ook vroeger aan haar man uitgekeerd.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 juni 1883 staat de mededeling dat een gratificatie ad f 30,- is toegekend aan W.Postma. Idem per 24 juni 1884.023 (ik vraag me af of het hier kapitein Willem Postma betreft. nader genealogisch onderzoek zal uitwijzen of deze kapitein in 1882 nog in leven was.)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
760 1848-1853 bark Dankbaarheid C.Kruyt te Westzaan
379 1854-1855 bark Dankbaarheid idem
1856-1859 fregat Oost-India Packet W.H.Meursing
1860-1865 brik Wilhelmina Maria J.C.Londt Hz & Co
1866 brik Wilhelmina Maria J.C.Londt
1867-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
W.Postma Wilhelmina Maria 12 maart 1860 30 januari 1861
Wilhelmina Maria 12 april 1861 23 april 1862
Wilhelmina Maria 18 augustus 1862 09 augustus 1863
Wilhelmina Maria 02 januari 1864 08 december 1864
Wilhelmina Maria 01 juni 1865 30 november 1866
Bouma025 vermeldt W.Postma als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1855 van de bark “Dankbaarheid”, gebouwd in 1843 te Alkmaar, 304 ton o.m., varend voor C.Kruyt te Westzaan. Het schip voer in 1856 voor O.Akkerboom te Harlingen en was herdoopt in “Maria Paulina”;
* 1857 t/m 1859 op het 3/m schip “Oost India Packet”, gebouwd in 1840 te Elshout, 745 ton o.m., varend voor W.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1859 gesloopt;
* 1861 van de brik “Johannes Albertus”, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 266 ton n.m., varend voor J.C.Londt Hz te Amsterdam;
* 1861 t/m 1867 op hetzelfde schip, maar nu met de naam “Wilhelmina Maria” en varend voor J.C.Londt Hz & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
W.Postema (sic) was in 1860 de opvolger van J.Londt als gezagvoerder op de brik “Johannes Albertus”. Het schip was toen omgedoopt tot “Wilhelmina Maria”, terwijl deze naam in 1867 weer werd gewijzigd in “Voorwaarts”, na verkoop voor 9800 gulden te Amsterdam. Het schip werd in 1875 te Palermo afgekeurd toen onder kapitein Groenewoud.
In de Harlinger Courant van eind Januari 1853 (geen preciese datum op de fotokopie van de krant) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht096:
LIVERPOOL, 24 Januarij. Het Hollandsche schip Dankbaarheid, kap. Postema, van hier naar Sydney, is heden ten gevolge van een lek, uit zee teruggekomen; het schip had gestooten.”
Oost India Packet. CSR 415/186: 641 tons. 26 crew. Captain = W. Postma. Departed Cardiff, Wales on 27 April 1858 with a cargo of 745 tons of “Kools” & “Generaal”. It arrived at Albany on 7 August 1858. Where intended bound – Batavia. 110
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Nz Groenewoud als gezagvoerder gedurende:
* 1868 t/m 1871 van de brik “Vooruit”, ex “Wilhelmina Maria”, ex “JohannesAlbertus”, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 266 ton o.m., varend voor W.Bakker Bz te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Wijgers werd geboren op 22 mei 1840 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Bartelt Jacobs Wijgers en Engeltje Klaassens Tiktak.
Jan trouwde op 05 mei 1865 te Nieuwe Pekela als schipper met Femmechina Tiktak, geboren op 02 februari 1842 te Nieuwe Pekela als dochter van de zeeman, later negotiant Klaas Egberts Tiktak en Margaretha Harms Bouwman
Femmechina overleed op 29 juli 1923 te Ter Apel, gem. Vlagtwedde, 81 jaar, weduwe.
Jan overleed op 25 april 1906 te Onstwedde, logementhouder, 65 jaar
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jan Wijgers vermeld als schipper in 1865, 1868, 1871, 1873, 1875, als kastelein/logemethouder in 1879, 1882, 1894, 1900, 1906.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
Jan Wijgers was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 41 in de periode 1868 t/m 1906.
Schepen van de kapitein
Uit geboorteakten uit 1873 en 1878 van dochters blijkt dat Jan Barteldz Wijgers, gehuwd met Femmegiena Tiktak gezagvoerder is geweest op de brik “Vooruit” en de brik”Alida Margaretha”,
Bouma025 vermeldt J.B.Wijgers als gezagvoerder gedurende:
* 1872 t/m 1875 van de brik “Vooruit” ex Wilhelmina Maria, ex Johannes Albertus, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 266 ton o.m., varend voor N.Kranenborg te Oostwolde. In 1875 werd het schip te Palermo afgekeurd;
* 1876 t/m 1880 van de brik “Alida Margaretha” ex Providence, gebouwd in 1865 te Veendam, 207 ton o.m., varend voor N.Kranenborg te Oostwold.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
04 februari 1863, schoener “Hooite Wicher”, kapitein Harmannus Jans Klasen, stuurman Jan B.Wygers, 22 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
De brik “Alida Margaretha” onder kapitein J.B.Wijgers vertrok op 05 juni 1877 Rio Grande, geladen met maté en kwam te Valparaiso op 28 juli. Op 08 augustus vertrek en volgende melding van Talcahuano. “no returnvoyage found.”121
|