Familiegegevens en opleiding

Freerk Dijk werd geboren te Oude Pekela op 19 augustus 1826 als zoon van schipper Kasper Jurrens Dijk en Aike Jans Taaks.

Freerk trouwde op 21 februari 1856 te Oude Pekela als schipper met Elsien Schabels, geboren te Oude Pekela op 21 november 1830 als dochter van schipper Pieter Hanssens Schabels en Grietje Luitjes Hensema. Elsien overleed op 18 december 1911 te Groningen, 81 jaar, weduwe.

Freerk overleed op 12 maart 1909 te Groningen, 82 jaar. zonder beroep.

 

Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Freerk als schipper in 1856, 1857, 1858, 1860, 1862,  1892, 1898, als zeeman in 1865, 1867, 1871, 1888, 1891, 1894, als arbeider in 1897, 1902 en zonder beroep in  1907, 1909.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.C. Dijk was met vlagnummer 96 in de periode 1855 t/m 1864 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.¹¹².

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt F.K.Dijk als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1865 van de kof “Elsiena Jantina”, gebouwd in 1856 te Pekela, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;

*    1889 van de 3/msch “Tjaduwina” ex Catharina & Agnes, gebouwd in 1867 te Veendam, 258 ton o.m., varend voor U Zuiderveen te Pekela. (Gezien de carrière die is af te leiden uit de monsterrollen, betwijfel ik of deze opgave wel juist is)

 

Monsterrollen op het Gemeentearchief van Delfzijl

*      17 februari 1844, tjalk “Aikia”, kapitein Casper Jurjens Dijk, 46 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Freerk Caspers Dijk, 17 jaar uit Oude Pekela;

*      17 juli 1848, kof “Maria”, kapitein Casper Jurjens Dijk, 50 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Jan Philippus Bleeker, 25 jaar uit Emden, kok en een matroos Freerk Dijk, 21 jaar uit Oude Pekela;

*      16 maart 1858, schoenerkof “Jantina Elsiena”, kapitein Freerk K.Dijk, 32 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman G.S.Mulder, 26 jaar uit Midwolda, kok en 2 matrozen;

*      22 maart 1867, kof “Ida Berendina”, kapitein Luppo G.Stel, 29 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Freerk K.Dijk, 41 jaar uit Oude Pekela, kok en 2 matrozen;

*      16 maart 1874, kof “Annette Cornelia”, kapitein Hinderrikus Leeuwe, 44 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Jacob Witkop, 27 jaar uit Delfzijl, kok en 4 matrozen waaronder Freerk Kaspers Dijk, 48 jaar uit Oude Pekela;

*      29 juli 1889, tjalk “Goede Verwachting”, kapitein Harm Lukkien, 28 jaar uit Veendam. Voorts stuurman Freerk Dijk, 61 jaar uit Oude Pekela;

*      12 juni 1882, bark “Gebroeders Bunge”, kapitein Derk Boer, 41 jaar uit Farmsum. Voorts 1^e stuurman Geert H.Nust, 49 jaar uit Veendam; 2^de stuurman Abraham Westens, 27 jaar uit Nieuwe Pekela, kok Freerk K.Dijk, 53 jaar uit Oude Pekela, timmerman, zeilmaker en 4 matrozen;

*      20 september 1882, brik “Vredenhoven”, kapitein Evert Strijker, 40 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Simon Schuit, 47 jaar uit Nieuwe Pekela, bootsman, kok Freerk Dijk, 56 jaar uit Oude Pekela, 2 matrozen en een lichtmatroos;

*      08 september 1881, schoener “Elisabeth”, kapitein Bontko Gosselaar, 41 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Freerk K.Dijk, 50 jaar uit Oude Pekela en een kok;

*      30 juni 1891, schoener “Jan Sybrand”, kapitein Jan Valom, 37 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Eertwijn Boswijk; 50 jaar uit Oude Pekela, matroos/zeilmaker Freerk Dijk, 63 jaar uit Groningen, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen gegevens gevonden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Bos was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te “Oude Pekela” met vlagnummer 96 in de periode 1865-1866.

Sweys vermeldt J.H.Bos met vlagnummer 96 van “De Trouw” uit Oude Pekela in jaargang 1866 als gezagvoerder van de galjoot “Elsina Jantina”, 56 last, 106 ton, bouwjaar 1856, kapt./reder uit Pekela. In 1867 wordt J.H.Bos wel vermeld, maar zonder schip.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.H.Bos als gezagvoerder gedurende:

*    1866 van de kof “Elsiena Jantina”, gebouwd in 1856 te Pekela, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1867 voor kapitein/eigenaar R.Y.Hoeksema vanuit Sappemeer en was herdoopt in “Barend”.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt geen bruikbaren gegevens over een J.H.Bos

 

Krantenberichten

Algemeen Handelsblad  12 mei 1865¹¹⁴

Elseneur, 7 mei. Alhier zijn gepasseerd de Nederlandse schepen CORNELIA CATHARINA, kapt. Hagedoorn; PETRUS HORREUS, kapt. Zwieting; ELSINA JANTINA, kapt. Bos; EERSTELING, kapt. Wiersma; JANTINA ALIDA, kapt. Texer; TWEE GEBROEDERS, kapt. Prins en HILLEGIEN VOS, kapt. Lever.

 

Provinciale Groninger Courant 12 april 1866¹¹⁴

Advertentie. Mr. B. Haitzema Viëtor, notaris te Winschoten, zal op dinsdag de 24e april 1866, des avonds te 7 uur, ten huize van de logementhouder J.C. de Boer te Oude Pekela, in openlijke veiling verkopen:

Het in het jaar 1856 nieuw gebouwde schoener-kofschip ELZINA JANTINA, groot 107 tonnen of ruim 80 roggelasten, vroeger door J.A. Bos en laatst door K.G. Kanning bevaren, thans liggende te Groningen, met de daarbij behorende opgoederen, volgens de inventaris, die op franco aanvraag in tijds te bekomen zal zijn ten kantore van de notaris, terwijl het gemelde schip door gadingmakenden dagelijks te Groningen kan worden bezichtigd.

1. Haitzema Viëtor. (opm: gaat over naar kapitein-eigenaar R.Y. Hoeksema, Sappemeer en herdoopt in BAREND)

 

 

Familiegegevens en opleiding

Ruolph IJsebrand werd geboren 17 augustus 1833 te Groningen als zoon van de molenaar Rudolph Grietinus Hoeksema en Hilje Jonker.

Hij trouwde op 13 juni 1862 te Sappemeerals koopvaardijschipper  met Titia Potjer, geboren 02 augustus 1843 als dochter van de koopvaardijschipper Berend Potjer en Klaasje Hooghout. Titia overleed te Rotterdam op 25 april 1928, 84 jaar, weduwe.

Geen overlijdensgegevens van Rudolph IJsebrand gevonden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.IJ Hoeksema was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groningen Eendracht” met vlagnummer 65 in 1866,.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt R.Y.Hoeksema/Hoeksma als gezagvoerder gedurende:

*    1862 t/m 1865 van de 2/msch “Jantina Roelina”, gebouwd in 1861, bouwlocatie niet vermeld, 162 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;

*    1865 van de 2/msch “Jeanette Rouline”, gebouwd in 1861 te Hoogezand, 162 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;

      Welke van de twee voorgaande scheepsnamen is nu de juiste?

*    1867 t/m 1869 van de galjoot “Barend” ex Elsiena Jantina, gebouwd in 1856 in Pekela, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer;

*    1870 t/m 1873 op de 2/m schoener “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1853 te Groningen, 183 ton o.m., varend voor R.Meihuizen te Sappemeer.

 

In de documentatie van monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen wordt de naam genoemd van Rudolph Ysebrand Hoeksema dd.

07 april 1853 als lichtmatroos, 19 jaar uit Groningen op de kof “Catharina”, schipper Harm Hindriks Oldenburger

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt P.J.Smit als gezagvoerder gedurende:

• * 1859 van de 2/msch “Jantje”, gebouwd in 1850 te Hoogezand, 126 ton o.m., varend voor E.H.Meursing te Hoogezand;
• * 1867 t/m 1869 van de 2/msch “Jantje”, gebouwd in 1850 te Hoogezand, 126 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1870 voor J. van Schijndel & van Bork te Rotterdam en was herdoopt in “Jacomine Cornelia”;
• * 1870 van de galjoot “Barend” ex Elsiena Jantina, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 107 ton o.m., varend voor H.H.Sinnige te Stadkanaal. Het schip voer in 1871 voor kapitein/eigenaar B.G.Smit te Muntendam en was herdoopt in “Margaretha”;
• * 1871 t/m 1873 van de kof “Jacoba” ex Jantina Alida, ex Twee Gebroeders, gebouwd in 1849 te Veendam, 135 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Termunten;
• * 1874 t/m 1881 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Stadskanaal. Het schip werd in 1881 verkocht naar Duitsland.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Albert Tap werd geboren 23 november 1839 te Oude Pekela als zoon van schipper Harmannus Alberts Tap en Frouwe Harms Hesseling. Albert was de jongere broer van kapitein en collegelid Harm (Harmannus.) Tap.

Albert trouwde op 16 december 1869 te Oude Pekela als zeeman met Aaltje Pott, geboren op 01 december 1841 te Oude Pekela als dochter van de rustend schipper Hindrik Ulms Pott en Renske IJzebrands Klatter.

Uit de gegevens in het Frans in de de overlijdensakte dd 18 februari 1873 te Oude Pekela blijkt dat Aaltje Pott is overleden in de nacht van 4 op 5 december 1871 als gevolg van ontberingen nadat de kof “Margaretha” van Albert Tap op 4 december door slecht weer was gestrand ter hoogte van Barragues nabij Calais. Ook hun beide kinderen, Frouwina Tap, oud 2 jaar en 4 maanden, en Renske Tap, oud 11 maanden kwamen hierbij om. Schipper Albert Tap en de overige bemanning werden door een reddingboot gered. De “Margaretha sloeg wrak. Het schip was onderweg geweest naar Newport en eigendom van N.Kranenborg te Oostwold.

Albert Tap huwde voor de tweede maal te Oude Pekela op 30 december 1874 als schipper met Elizabeth Redeker, geboren op 07 september 1848 te Oude Pekela, dochter van de schipper Abel Nicolaas Redeker en Amelia Jakobs Buining.

Na het overlijden van Albert Tap hertrouwde Elizabeth op 30 november 1889 te Oude Pekela met de rijksambtenaar Jan Vos, geboren te Wildervank. In deze huwelijksakte wordt vermeld dat “.. er rechts vermoeden van het overlijden bestaat van bruids echtgenoot..”. Jan Vos was eerder getrouwd met Hannechien Jonkman die in 1885 te Beerta overleed.

Elisabeth overleed op 23 mei 1925 te Oude Pekela, 76 jaar, weduwe.

Albert moet zijn overleden tussen 1880 en 1885, maar geen overlijdensakte gevonden.

 

Burgerlijke Stand gegevens in de provincie Groningen vermelden Albert Tap als zeeman in 1869, 1870, als schipper in 1872, 1874, 1877, 1878, 1881.

 

 “Aktenummer: 1873-17, 18-02-1873

Akte uit het Frans: Verklaring van kapitein Albert Tap, voerende het Nederlandse schip “Margaretha” tegenover de Nederlandse Consul te Calais, op reis van Newport naar Calais. Verklaar dat op 4 dec. 1872, op weg van Newport naar Calais op zee zijn overleden zijn vrouw Aaltje Pott, 31 jaren, geboren en wonende te Oude Pekela, dochter van Hendrik Ulms Pott en Renske Klatter en zijn twee kinderen Frauwina, oud twee jaren en vier maanden en Renska, oud 11 maanden, beide geboren te Oude Pekela.¹¹⁵

 

Provinciale Groninger Courant 10 december 1872^114-

Calais, 4 december. De te Oostwold thuisbehorende kof MARGARETHA, kapitein A.K. Tap (opm: Albertus Harmannus Tap), van Stettin naar Newport is heden in een storm uit het N.O, omstreeks 2 mijlen van het Westelijke havenhoofd van Calais gestrand en wrak geworden. De kapitein en de equipage zijn door de reddingboot van Calais geborgen, doch de kapiteinsvrouw en 2 kinderen (opm: Aaltje Tap-Pott, Frouwina [2 jaar] en Renske [11 maanden]) in de kajuit verdronken.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.H.Tap was effectief lid van het zeemanscollege `De Trouw` te Oude Pekela met vlaggnummer 76 in 1872 en met vlagnummer 60 in de periode 1873 t-m 1883.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt A.H.Tap als gezagvoerder gedurende:

*   1872 van de kof “Margaretha”, ex Barend, ex Elsiena Jantina, gebouwd in 1856 te Pekela, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Muntendam. Het schip is in 1872 gestrand en wrak geraakt;

*   1875 van de schoenerbrik “Albertus Barend” ex Noord Holland, gebouwd in 1847 te Edam, 184 ton o.m., varend voor N.Kranenborg te Oostwold. Het schip is op de Deense kust gestrand en wrak geraakt;

*   1877 t/m 1880 van de brik “Albertus Barend” ex St.Olaf, gebouwd in 1857, bouwlokatie niet vermeld, 254 ton o.m., varend voor N.Kranenborg te Oostwold. Het schip werd vol water te Elseneur binnengesleept en afgekeurd.

 

Monsterrol in het gemeentearchief van Delfzijl

30 september 1875, schoener “Albertus Barend”, kapitein Albert Harmannus Tap, 35 jaar uit Oude Pekela. Voorts 3 matrozen;

14 september 1877, brik “Albertus Barend”, kapitein Albert Harmannus Tap, 37 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Roelf Wever, 30 jaar uit Veendam, kok, 3 matrozen en 2 lichtmatrozen

 

Overige bijzonderheden

 

Krantenartikelen

Provinciale Groninger Courant 10 december 1872¹¹⁴

Calais, 4 december. De te Oostwold thuisbehorende kof MARGARETHA, kapt. A.H. Tap, van Stettin naar Newport, is heden in een storm uit het N.O., omstreeks 2 mijlen van het Westelijke havenhoofd van Calais gestrand en wrak geworden. De kapitein en de equipage zijn door de reddingboot van Calais geborgen, doch de kapiteinsvrouw en 2 kinderen in de kajuit verdronken. (opm: het betreft hier kapt. Albertus Harmannus Tap, zijn vrouw Aaltje Tap-Pott, en de dochters Frouwina, oud 2 jaar, en Renske, oud 11 maanden)

 

Provinciale Groninger Courant 09 november 1875¹¹⁴

Amsterdam, 6 november. De schoenerbrik ALBERTUS BAREND, kapt. A.H. Tap, te Oostwold te huis behorend, van Termunterzijl naar Riga bestemd, is volgens particulier bericht op de Deense kust gestrand. Men hoopt het schip af te brengen.

 

NRC 07 juli 1876¹¹⁴

Korsör, 1 juli. Het schip ALBERTUS BAREND, kapt. Tap, in het vorige jaar bij Stavreby gestrand en later verkocht, is af- en in Prästö binnengebracht, alwaar het gerepareerd en weer opgetuigd wordt.

 

NRC 10 november 1880 ¹¹⁴

Elseneur, 7 november. Het Nederlandse schip ALBERTUS BAREND, kapt. Tap, van Riga met hout naar Nederland, is gisteravond vol water en op de lading drijvende alhier binnengesleept. Na onder Falsterbo ankers en kettingen verloren te hebben, kwam het schip in de geheerst hebbende oosterstorm alhier voorbij zonder hulp te kunnen erlangen, raakte sedert op het rif van Anholt vast en bleef zitten, zodat de kapitein genoodzaakt was de beide marsstengen te kappen. Het schip stootte hevig en geraakte vol water doch kwam met hoog water vlot, en zette de kapitein toen koers naar hier.

 

NRC 13 november 1880¹¹⁴

Elseneur, 10 november. Duikers zijn bezig om de zwaar beschadigde bodem van het alhier binnengebrachte Nederlandse schip ALBERTUS BAREND, kapt. Top, van Riga naar Rotterdam, dicht te maken ten einde de lading te kunnen lossen.

 

Provinciale Groninger Courant 15 november 1880¹¹⁴

Elseneur, 10 november. Duikers zijn bezig om de zwaarbeschadigde bodem van het hier binnengebrachte schip ALBERTUS BAREND, kapt. A.H. Tap, van Riga naar Rotterdam, dicht te maken, ten einde de lading te kunnen lossen.

 

NRC 02 december 1880¹¹⁴

Elseneur, 29 november. Het Nederlandse schip ALBERTUS BAREND, kapt. Tap, van Riga naar Rotterdam, vol water alhier binnengebracht, heeft de lading gelost, is nagezien en zal vermoedelijk worden afgekeurd.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.G.Smit (adres van Alphen & Ruijs) werd met vlagnummer 493 per 24 september 1839 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.H.Uil. Als zijn schip is vermeld de “Maria”. Toegevoegd is “bedankt” ⁰⁰². Ten tijde van de inschrijving waren Smit en zijn vrouw 30 resp. 24 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1841^002a.

In de Algemene Vergaderingen van 17/24 september 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Bartelt Gerritsz Smit, oud 30 jaar, voerend de kof “Maria”, met als adres de Heeren Ulphen en Ruys, op voordracht van kapitein C.H.Uil⁰²³.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van “Zeemanshoop” dd 27 september 1860 vraagt kapitein B.G.Smit om inlichtingen omtrent zijn contributiebetaling nu hij aan de wal is bij de aanbouw van zijn nieuwe schip.⁰⁴².

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam             naam reder/boekhouder

       493                             1839           kof                   Maria                          geen opgave

                                      1840-1844     kof                   Maria                          J.A.& C.M.Simon Thomas

                                      1845-1848     kof                   Amsterdam               Th.le Fèvre

                                           1849           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1850-1853     sch.kof            Garonne                     Simon Thomas & Willink

       196                        1854-1859     sch.kof            Garonne                     idem

                                      1860-1861     schoner            Gebroeders Smit       geen opgave

                                      1862-1863     schoner            Gebroeders Smit       K.Bakker te Sappemeer

 

Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam⁰⁹³

Naam kapitein               Naam schip                                vertrek                         terugkomst

B.G.Smit                         Gebroeders Smit                        20 mei 1861               20 februari 1862

                                         Gebroeders Smit                        14 maart 1862            19 september 1863

                                         Gebroeders Smit                        25 oktober 1863        1864 (geen datum vermeld)

 

Van Sluijs⁰¹³ en Bouma⁰²⁵ vermelden kapitein B.G.Smit van

*      1846-1849 als gezagvoerder van de kof “Amsterdam”(ex Jonge Cornelis), gebouwd in 1837/38,  te Hoogezand, 99 ton n.m., varend voor J.A.& C.M(A)?.Simon Thomas te Amsterdam. Van Sluijs vermeldt in 1847 als boekhouder Th.le Fevre.

Bouma⁰²⁵ vermeldt B.G.Smit als gezagvoerder gedurende:

• * 1840 t/m 1845 van de kof “Maria”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 109 ton o.m., varend voor J.A.C. & C.M Simon Thomas te Amsterdam;
• * 1846 t/m 1849 van de kof “Amsterdam” ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Simon Thomas te Amsterdam;
• * 1851 t/m 1860 van de kof “Garonne”, gebouwd in 1850 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend voor Simon Thomas & Willink te Amsterdam;
• * 1861 van de 2/msch “Gebroeders Smit”, gebouwd in 1861 te Sappemeer, 141 ton o.m., varend voor R.Meihuizen te Sappemmeer;
• * 1862 t/m 1869 van hetzelfde schip maar nu varend voor K.Bakker te Sappemeer (Bouma zegt dat de eigenaar is “K.Bakker (werf)”. Wat die toevoeging “werf” betekent weet ik niet). Het schip werd in 1870 herdoopt in “Vooruit”;
• * 1869 t/m 1871 van de kof “Margaretha”, ex Barend, ex Elsiena Jantina, gebouwd in 1856 te Pekela, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Muntendam;
• * 1872 van hetzelfde schip maar nu varend voor N.Kranenborg te Oostwold.

 

Overige bijzonderheden

Een aquarel van de schoenerkof “Garonne” bevindt zich in de collectie van het Kapiteinshuis Pekela. Notaris Wortelboer uit Bedum (april 2003) gaf daarbij de volgende toelichting: “groot 59 lasten of 112 tonnen, in 1850 gebouwd te Hoogezand door Jan Ubels van der Werff; kapitein van 1850-1859: Bartholomeus Gerrits Smit (geb. 1809 te Sappemeer; gehuwd te Sappemeer 24 april 1840 met Margaritha Jans Wekenborg. B.G.Smit voer onder rederij van Simon Thomas & Willink te Amsterdam. B.G.Smit was lid van van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam, vlagnummer 196.   “