Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.R.Tyleman als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1860 van het 3/mschip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Teunis Mammes werd geboren te Rotterdam op 29 september 1822 als zoon van de schippersknecht Harmen Mammes en Adriana van der Maas.
Hij trouwde op 29 juni 1853 te Rotterdam met Wilhelmina Johanna de Blij.
Teunis bracht zijn leven in Rotterdam door. In 1860 woonde hij aan de Schotsedijk (Wijk 3 nr.97), in 1862 aan de Zwijnenstraat (Wijk 3 nr. 330), in 1863 aan de Leuvenhaven, in 1866 in de Herderstraat en tenslotte in de Brakelstraat (Wijk 15 nr. 3) alwaar hij op 27 januari 1876 overleed. Hij liet geen onroerende goederen na. Of hij nog verder vermogen naliet is niet bekend005.
Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Mammes was met vlagnummer R83 in de periode 1855 tot aan zijn dood in 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
T.Mammes was in 1866 en 1874-1875 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Tijdens zijn huwelijk was Teunis Mammeshij stuurman en in 1855 kreeg hij een aanstelling als kapitein op de bark “Ceres” van Vlierboom & Zn te Rotterdam. Hij wisselde in 1860 naar de “Doggersbank, in 1863 naar de “Nova Zembla, in 1867 naar de “Allegonda Jacoba” en in 1871 naar de “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”. Mogelijk heeft hij in 1864 nog even het commando gehad op de “Remigius Adolphinus”, maar dit schip werd te Kaap de Goede Hoop afgekeurd.
Teunis voer vooral op Oost-Indië. maar een enkele keer ook op plaatsen elders. Zo deed hij in 1862 met een lading kolen Rangoon aan, en in 1865/66 Hong-Kong. Hij was met vlagnummer R83 lid van het Rotterdamse zeemanscollege.
Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum) staat kapitein T.Mammes met vlagnummer R83 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855, 1858, 1859 bark “Ceres” 184 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1863 t/m 1865 “Nova Zembla” 383 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1866 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1867 “Allegonda Jacoba” 370 last varend voor C. Schloss & Co te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.Mammes als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1860 op de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1861 t/m 1862 op het fregat “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1864 op het fregat “Remigius Adolphus”(sic) ex Admiraal van Kinsbergen, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. “Afgekeurd in averij te Kaap de Goede Hoop”;
Bouma doet deze melding onder de naam F. Mammes. In Zeetijdingen van 25 november 1865 wordt dit schip vermeld met als kapitein D.F.Browning, die in Bouma met D.Forbes Browning als voorgaande kapitein is vermeld. Zeetijdingen vermeldt voorts: “Afgek. in avarij aan de K.d.G.H.”.
* 1864 t/m 1866 op het fregat “Nova Zembla”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 723 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.
Zeetijdingen 16 augustus 1866. Kapitein T.Mammes: “Gestr. en wrak bij Brouwershaven wrak verkocht voor ƒ8000,- “;
* 1868 t/m 1871 op de bark “Allegonda Jacoba”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 698 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor J.Vriezendorp & Zn te Dordrecht en werd herdoopt in “Henriëtte Suzanne”;
* 1872 t/m 1874 op de bark “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”, gebouwd in 1865 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht aan F.P.R.Victor te Rotterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne Louise”;
Overige bijzonderheden
De bark “Leopold Graaf van Limburg Stirum” onder kapitein T.Mammesvertrok op 03 september 1872 van Vlissingen en arriveerde, via Kaap Hoorn, op 26 februari 1873 te Callao. Het vertrok op 10 maart naar de Guanape eilanden in Peru en voer vervolgens weer via Callao naar Duinkerken, aankomst 08 januari 1874.121
Zierikzeesche Courant 02 april 1864
Te Brouwershaven is gearriveerd op 29 maart 1864 de “Nova Zembla”, kapt. T.Mammes, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam. Aan boord waren 3 gepasporteerde militairen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
J.Smit was gezagvoerder van de “Doggersbank” (800 ton), in 1840 te water gelaten op de werf “De Naarstigheid” van de Jong, Kortland en Anthony te Rotterdam voor rederij C.en A.Vlierboom. (“Ook in Amsterdam werd een schip “Doggersbank” te water gelaten”)027. (gezien Bouma025 en Bossenbroek065 is hier sprake van W.Smith)
Bouma025 vermeldt W.Smith als gezagvoerder gedurende:
- * 1842 t/m 1850 op het 3/m schip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
W.Smith vervoerde per 14 december 1845 vanuit Brouwershaven 1 landmachtofficier met de “Doggersbank” naar Batavia. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld065.
Datum vanaf: |
1840 |
Kapitein: |
Smith, W. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Meindert Jansen was met vlagnummer R155 van 1830 t/m 1864 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1836 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat kapitein J.M.Jansen een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen vanwege het verlies in 1836 van zijn schip058.
In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van de Maatschappij staat dat hij in ieder van de genoemde jaren een ondersteuning van f 200,- heeft gekregen vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.
In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.M.Jansen met vlagnummer R155 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van het fregat “Doggersbank” 372 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam.
* 1855, 1858, 1859, 1862, 1863 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.M.Jansen als gezagvoerde gedurende:
* 1838 op de sch.brik “Zephyr”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, tonnage en reederij niet vermeld;
* 1850 t/m 1854 op het 3/m schip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
J.M.Jansen verzorgde per 25 maart 1838 vanuit Hellevoetsluis met de “Zephir” een troepentransport van 1 officier en 25 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 juni 1838 te Batavia na 90 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de mededeling dat de weduwe van K.J.Rotgans, geboren Visser is hertrouwd met J.H.Clowtingh en dus bedankt voor haar uitkering van Zeemanshoop.042 (zie bij K.J.Rotgans)
NRC 03 augustus 1853
“Heden ontving ik het treurig berigt, dat op 1 Junij te Hongkong is overleden mijn dierbare Echtgenoot J.H.CLOWTING, Gezagvoerder van het Nederl. Fregatschip Admiraal Zoutman, in den ouderdom van 40 jaren.
Rotterdam W.VISSER
2 Augustus 1856 Wed. J.H.CLOWTING
Eenige Kennisgeving zoo binnen als buiten deze Stad
I..H.Clowting was getrouwd met Wietske Visser, geboren 22 augustus 1816. Zij overleed 15 januari 1863, 46 jaar, weduwe.118 en tresoar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Clowting was met vlagnummer R414 in de periode 1854 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Aan Wietske Visser werd in de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 november 1856 een onderstand toegekend ingaande 01 augustus 1856, dus nà het overlijden van J.H.Clowting op grond van heer eerder huwelijk met het effectieve lid K.J.Rotgans.118
In het Jaarverslag 1858 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de wed J.H.Clowting een uitkering krijgt van f 187,83 incl. schoolgeld voor haar en één kind. Tevens is vermeld dat zij een bijdrage kreeg van f 17,- “voor onderwijs in de Stuurmanskunst voor haar zoon H.J.”058.
In 1859 kreeg zij voor haar en één kind een uitkering van f 145,83 plus f 33,- voor de 2e en 3e termijn eveneens vanwege de opleiding van haar zoon Henri058.
In het Jaarverslag 1863 van het College staat vermeld dat de “trekkende weduwe” C.Clowting in 1863 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1855 van het College staat kapitein J.H.Clowting met vlagnummer R414 in de ledenlijst als gezagvoerder van het fregat “Doggersbank”, 372 last, varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt J.H.Clowting als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van het 3/mschip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1856 t/m 1857 van het 3/m schip “Admiraal Zoutman”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 696 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Adrianus Pieter Achenbach werd geboren op 15 (25?) augustus 1822 te ’s Gravenhage.. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Zeevischmarkt Wijk 2 nr 372 en aan de Goudschesingel Wijk 13 nr. 794. Hij vertrok op 15 mei 1865 naar Amsterdam. Hij 005.was gehuwd met Maria Beugelink, geboren op 23 maart 1821 te Rotterdam, Nederlands Hervormd005.
In het Jaarverslag 1895 van de Rotterdamse Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.P.Achenbach was met vlagnummer R289 in de periode 1850 t/m 1895 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voorlopig afstand heeft gedaan van zijn, volgens het Reglement. toekomende recht op uitkeering. Deze mededeling werd herhaald in het Jaarverslag 1888.058
A.P.Achenbach was in 1855 en 1860 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
De schepen van de kapitein
In de jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.P.Achenbach met vlagnummer R289 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 fregat “Johanna Cornelia” 208 last voor C. Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 geen vermelding van schip en reder
* 1862 t/m 1864 ss. “Bordeaux” 272 last voor J.P. van Hoey Smit te Rotterdam
* 1865 t/m 1867, 1874, 1877,
1878, 1880 t/m 1883,
1885 t/m 1888, 1890 t/m 1895 geen vermelding van schip en reder
Bouma025 vermeldt A.P.Achenbach als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1855 van het fregat (als bark getuigd) “Johanna Cornelia”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 384 ton o.m., varend voor C.A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1857 van het 3/mschip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1863 t/m 1865 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Johanna Cornelia” onder kapitein A.P.Achenbach vertrok begin oktober 1851 vanuit Rotterdam en voer via Kaap Hoorn naar Valparaiso. Geen aankomstdatum bekend. Het schip arriveerde op 16 augustus 1852 wederom te Hellevoetsluis komend van Akyab en de terugreis is dus langs Kaap de Goede Hoop gegaan.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.S.J.Wens was met vlagnummer R189 in de periode 1857 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1858 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag staat dat zijn weduwe een uitkering kreeg van f 60,- voor haar en haar kind voor een periode van 6 maanden. (daaruit is te concluderen dat kapitein Wens is overleden in juni/juli 1858). In 1859 kreeg zij een uitkering van f 125,-058.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.S.J.Wens als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van het 3/mschip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1858 |
Kapitein: |
Wens, C.S.J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.R.Tyleman als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1860 van het 3/mschip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Teunis Mammes werd geboren te Rotterdam op 29 september 1822 als zoon van de schippersknecht Harmen Mammes en Adriana van der Maas.
Hij trouwde op 29 juni 1853 te Rotterdam met Wilhelmina Johanna de Blij.
Teunis bracht zijn leven in Rotterdam door. In 1860 woonde hij aan de Schotsedijk (Wijk 3 nr.97), in 1862 aan de Zwijnenstraat (Wijk 3 nr. 330), in 1863 aan de Leuvenhaven, in 1866 in de Herderstraat en tenslotte in de Brakelstraat (Wijk 15 nr. 3) alwaar hij op 27 januari 1876 overleed. Hij liet geen onroerende goederen na. Of hij nog verder vermogen naliet is niet bekend005.
Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Mammes was met vlagnummer R83 in de periode 1855 tot aan zijn dood in 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
T.Mammes was in 1866 en 1874-1875 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Tijdens zijn huwelijk was Teunis Mammeshij stuurman en in 1855 kreeg hij een aanstelling als kapitein op de bark “Ceres” van Vlierboom & Zn te Rotterdam. Hij wisselde in 1860 naar de “Doggersbank, in 1863 naar de “Nova Zembla, in 1867 naar de “Allegonda Jacoba” en in 1871 naar de “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”. Mogelijk heeft hij in 1864 nog even het commando gehad op de “Remigius Adolphinus”, maar dit schip werd te Kaap de Goede Hoop afgekeurd.
Teunis voer vooral op Oost-Indië. maar een enkele keer ook op plaatsen elders. Zo deed hij in 1862 met een lading kolen Rangoon aan, en in 1865/66 Hong-Kong. Hij was met vlagnummer R83 lid van het Rotterdamse zeemanscollege.
Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum) staat kapitein T.Mammes met vlagnummer R83 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855, 1858, 1859 bark “Ceres” 184 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1863 t/m 1865 “Nova Zembla” 383 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1866 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1867 “Allegonda Jacoba” 370 last varend voor C. Schloss & Co te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.Mammes als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1860 op de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1861 t/m 1862 op het fregat “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1864 op het fregat “Remigius Adolphus”(sic) ex Admiraal van Kinsbergen, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. “Afgekeurd in averij te Kaap de Goede Hoop”;
Bouma doet deze melding onder de naam F. Mammes. In Zeetijdingen van 25 november 1865 wordt dit schip vermeld met als kapitein D.F.Browning, die in Bouma met D.Forbes Browning als voorgaande kapitein is vermeld. Zeetijdingen vermeldt voorts: “Afgek. in avarij aan de K.d.G.H.”.
* 1864 t/m 1866 op het fregat “Nova Zembla”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 723 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.
Zeetijdingen 16 augustus 1866. Kapitein T.Mammes: “Gestr. en wrak bij Brouwershaven wrak verkocht voor ƒ8000,- “;
* 1868 t/m 1871 op de bark “Allegonda Jacoba”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 698 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor J.Vriezendorp & Zn te Dordrecht en werd herdoopt in “Henriëtte Suzanne”;
* 1872 t/m 1874 op de bark “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”, gebouwd in 1865 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht aan F.P.R.Victor te Rotterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne Louise”;
Overige bijzonderheden
De bark “Leopold Graaf van Limburg Stirum” onder kapitein T.Mammesvertrok op 03 september 1872 van Vlissingen en arriveerde, via Kaap Hoorn, op 26 februari 1873 te Callao. Het vertrok op 10 maart naar de Guanape eilanden in Peru en voer vervolgens weer via Callao naar Duinkerken, aankomst 08 januari 1874.121
Zierikzeesche Courant 02 april 1864
Te Brouwershaven is gearriveerd op 29 maart 1864 de “Nova Zembla”, kapt. T.Mammes, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam. Aan boord waren 3 gepasporteerde militairen.
Familiegegevens en opleiding
Joannes Wijnandus Hubertus Nuss werd geboren op 28 november 1827 te Maastricht als zoon van de Rooms-Katholieke Simon Nuss en Anna Maria Nackom. Hij woonde te Rotterdamm o.a. aan de Lamsteeg Wijk 8 nr. 36 (nieuw nr. 6). Hij behaalde op 27 november 1858 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart.
Hij trouwde op 08 maart 1864 te Rotterdam met Josephine Augustine Lankenau, geboren te Namen in België, als dochter van de Rooms-Katholieke Juste Lankenau en Margarite Quadevlieg, winkelierster, weduwe van Johannes Carolus van Dooremaalen, vertrok op 28 juni 1899 naar Maastricht.
Joannes W.H.Nuss overleed op 24 mei 1899 te Maastricht005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.W.H.Nuss was met vlagnummer R168 in de periode 1864 t/m 1899 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.W.G.Nuss was in 1867 secretaris, in 1872 en van 1886-1898 permanent commissaris en in 1866 en van 1884-1887 afwisselend commissaris van de Maatschappij. Hij was dus in een bepaalde periode gelijktijdig permanent en afwisselend commissaris. Was dat een drukfout in de Jaarverslagen?058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1899 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.W.H.Nuss met vlagnummer R168 in de ledenlijsten van058:
1864 met de bark “Juno” 282 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1865 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1898
geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.W.H.Nuss als gezagvoerder gedurende:
* 1863 t/m 1864 van het 3/mschip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1864 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Mercator”;
* 1865 van de bark “Juno”, gebouwd in 1851 te Rotterdam, 440 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip is in 1865 verongelukt op Longsand.
Overige bijzonderheden
Zierikzeesche Courant 16 januari 1864
Op 12 januari 1864 te Brouwershaven gearriveerd de “Doggersbank”, kapitein J.W.H.Nuss, van Batavia naar Rotterdam. Met dit schip zijn gearriveerd de heren van Mansveld, van der Star , Willekens en Wittenrood.
|