Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.van der Kolff in 1836 als gezagvoerder van de (schoener)galjoot “Amphitrite” (gebouwd in 1835 te Rotterdam, 77 ton o.m.), varend voor J.Hudig te Rotterdam. Hij voer vanuit Rotterdam op Suriname
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.van der Kolff Wz in de periode 1837 t/m 1841 als gezagvoerder van de schoenerbrik “Equator” in 1837 te Rotterdam gebouwd, 150 ton o.m.. Het schip lag in 1839 in lading te Rotterdam voor Suriname. Van Sluijs meldt dat het schip in 1839 in Rotterdam in lading lag voor Suriname.
Dezelfde auteurs vermelden deze kapitein in 1842 als gezagvoerder van de bark “Nickerie” (gebouwd in 1830, 345 ton o.m.) varend voor Colin Campbell te Rotterdam. Tevens vermeldt van Sluijs013 dat in juni 1844 (geen bronvermelding) A.Gijsbert het gezag heeft overgenomen van “wijlen W.v.d.Kolff”, die dus kennelijk in 1844 is overleden.
Bouma025 vermeldt J.v/d Kolff Wz als gezagvoerder gedurende:
* 1837 t/m 1841 van de sch.brik “Equator”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 150 ton o.m., geen thuishaven en eigenaar genoemd;
* 1840 t/m 1842 van de bark/galjoot “Alcyon”, gebouwd in 1834 te Capelle aan de IJssel, 200 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom. Het schip voer in 1843 voor N.J.de Cock in Rotterdam en was herdoopt in “” Anjien”.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 01 april 1842 advertentie
“H.Montauban van Swijndregt, F.van Dam, F.N.Montauban van Swijndregt en W.van Dam H.H.Zoon, Makelaars te Rotterdam, zijn van meening op Dingsdag den 19den April 1842, des namiddags ten vier ure, in het Locaal op den hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, Wijk A No 458, publiek te veilen: Het snelzeilend Nederlandsch gebouwd, kopervaste en gekoperde Barkschip Nickerie, volgens Meetbrief lang 31,15 Ellen, Wijd 5,21 Ellen, hol 4,78 Ellen, en alzoo groot 345 Tonnen, met al deszelfs Rondhout, Staande en Loopend Want, Ankers, Kettingen, Touwen, Zeilen, Cronometer en verderen Inventaris, zoo als hetzelve thans is liggende in de Scheepmakershaven, nabij de Glashaven; zijnde inmiddels uit de hand te koop.”
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
26 november 1837 "... Heden gearriveerd captijn van der Kolff schoener Equator ... van Rotterdam".
20 december 1837 "... Heden vertrokken ... Captijn van der Kolff schoener Equator naar de Saramaka" (landstreek en riviermonding bij Boskamp ten W. van Paramaribo).
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
03 december 1839 "Heden arriveerde de schoener Equator kapt van der Kolff".
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Kunst als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1844 van de sch.brik “Equator”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 150 ton o.m., varend voor J.Hudig te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.H.de Groot was met vlagnummer R27 in de periode 1845 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1864 van het College te Rotterdam (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat de weduwe van K.H. de Groot in 1864 is hertrouwd en dus geen uitkering van de Maatschappij ontving.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein K.H. de Groot in de ledenlijsten vermeld als gezagvoerder in058:
* 1849, 1851 van de bark “Macao” 200 last W. Versluys te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “H.Vincentius van Paulo” 221 last J.H. van Gent te Schiedam
K.H.de Groot was in 1861 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
K.H.de Groot was in 1846 de eerste gezagvoerder van de bark "Japara (I)" van de rederij W.Ruys J.Dz te Rotterdam024.
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden ene kapitein K.H.de Groot als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 als gezagvoerder van de schoenerbrik “Equator”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 150 ton o.m., varend voor J.Hudig te Rotterdam. Het schip werd in 1848 verkocht aan rederij H.van Rijckevorsel te Rotterdam en herdoopt in “Gouverneur van der Eb”;
* 1847 t/m 1849 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1850 t/m 1853 van de bark “Macao”, gebouwd in 1848 te Capelle aan de IJssel, 381 ton o.m., varend voor W.C. Versluys te Rotterdam;
* 1854 t/m 1860 op de bark “Heilige Vincentius van Paulo”, de kiel gelegd op 08 februari 1850 en te water gelaten op 29 maart 1851 op de werf van de Lelie te Schiedam onder scheepsbouwmeester G.Lindeman, 222 last/463 ton o.m., varend voor reeder J.H.van Gent te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen gegevens
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J. van der Eb was met vlagnummer R217 in de periode 1846 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.J.van der Eb was in 1852 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein J.J. van der Eb een uitkering kreeg van f 190,- voor haar en haar drie kinderen. In 1858 was de uitkering f 200,83 voor haar en drie kinderen incl. schoolgeld. In 1859 was deze f 205,60058.
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij is vermeld dat de weduwe van J.J. van der Eb in 1865 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J. van der Eb met vlagnummer R217 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de brik “St. George Delmina” 100 last voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam
* 1851 van de bark “Celebes” 169 last voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.J. van der Eb als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1849 van de sch.brik “Gouverneur v/d Eb” ex Equator, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 165 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1850 t/m 1852 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1851 t/m 1852 van de bark “Celebes”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 317 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam. Het schip voer in 1853 voor A.van Lier te Rotterdam en was herdoopt in “Adrianus Wilhelmus”.
Twee voorgaande opgaven bevatten overlap in vaarperioden
Overige bijzonderheden
De gezagvoerder die de “Gouverneur van Eb”gedurende de eerste drie jaar voor Huibert van Rijckevorsel voerde was kapitein J. J. van der Eb heette. Het schip moet een voorspoedige uit- en thuisreis gehad hebben, want begin 1848 ligt het weer te Hellevoetsluis met bestemming St. George d'Elmina. Dit blijkt uit een privé brief dd. 29 februari van dat jaar van Huibert van Rijckevorsel aan J. C. Baud te Den Haag, toen Minister van Koloniën, aanbiedende om zijn "snel zeilende schoenerbrik Gouverneur van der Eb Madeira te laten aandoen ter overreiking van depeches als anderzints en zulks zonder eenige geldelijke tegemoetkoming uitgenomen vergoeding van kosten wanneer die er mogten zijn". Een en ander omdat hij heeft vernomen "dat de stoomboot bestemd ter afhaling van Z.K.H. Prins Alexander te Madeira, die reis niet zoude doen, maar op nadere bestemming blijven wachten".
Het jaar 1852 bracht Huibert van Rijckevorseltwee tegenslagen die bewezen hoe gelukkig hij tot toen toe geweest was; de firma werd juist daar getroffen waar zij het meest floreerde. In de nacht van 27 op 28 mei strandde de schoener-brik Gouverneur van der Eb (I) op de kust bij Cape Coast, de hoofdplaats der Engelse Bezittingen ter Kuste, gelegen op slechts enige mijlen afstand van Elmina. Door medewerking van het Engelse Bestuur was het mogelijk een gedeelte van het casco en de lading te redden en de equipage werd met de St George de la Mina en de Curaçao naar het vaderland terug vervoerd.
Het was het eerste schip van de rederij H. van Rijckevorsel dat verloren ging door schipbreuk en ofschoon de firma er slechts voor de helft een aandeel in had, zal het haar beide partners toch aan het hart zijn gegaan het scheepje te moeten verliezen waarmee de basis voor hun Afrikaanse zaken was gelegd.
Gouverneur A. van der Eb, 1813 - 1852, was Gouverneur van Elmina van 1840 – 1846.
Anthony van der Eb, geboren in 1813 te Rotterdam, was als ambtenaar ter Kuste van Guinea sinds 1831 in verschillende betrekkingen werkzaam geweest toen hij aldaar de hoogste post bereikte, eerst van 1837 tot 1838 als Commandeur ad interim, en daarna tweemaal als Luit. Kol., Gouverneur nl. van 1840 tot 1846 en van 1847 tot zijn dood ter plaatse in 1852. In 1847 keerde hij van verlof te St. George d'Elmina terug met een naar hem genoemde schoenerbrik. Met die brik moet Huibert van Rijckevorsel zijn nieuwe onderneming hebben ingeleid.
Gouverneur Van den Bossche had als Gouverneur Ter Kuste van Guinea, hoofdvestiging Elmina, om gezondheidsredenen naar Nederland moeten terugkeren. Waarnemend gouverneur was Overste Cornelis Johannes Marius Nagtglas, geb. te Utrecht 16.5.1814, overleden te Harderwijk 10.1.1897. Later tot kolonel bevorderd. Hij is van 1858 tot 1862 gouverneur geweest. Van 1869 tot 1871 werd hij opnieuw naar de Goudkust gezonden, nu met de titel van Commissaris der Nederlandsche regeering.
Uit: http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/elmina1.htm
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A. v/d Hoeven als gezagvoerder gedurende:
* 1850 van de sch.brik “Gouverneur v/d Eb” ex Equator, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 165 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Muller als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1852 van de sch.brik “Gouverneur v/d Eb” ex Equator, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 165 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Klaasz Klok werd gedoopt op 24 mei 1807 te Katwijk als zoon van Klaas Klok en Maartje Pronk.
Hij huwde te Katwijk in 1836 met Annetje Cornelisd. Hoek.
Hij overleed in 1858 te Lipopo aan de Z.W.Goudkust als kapitein van de brik “Gouverneur Schoumerus” (moet zijn Schomerus). De publicatie bevat een afbeelding van de schoenerbrik Gouverneur Schomerus uit ca. 1853 door J.Spin054-075.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Klok als gezagvoerder gedurende:
* 1853 (zonder vóórletter) op de kof “Riga”, gebouwd in 1838 te Delfzijl, 138 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1854 t/m 1855 van de 2/m sch. “Afrikaan” ex Tropicus, gebouwd in 1843 te Rotterdam, 114 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1858 op de brik “Gouverneur Schomerus”, gebouwd in 1853 te Rotterdam, 161 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Zie ook; " GOUVERNEUR VAN DER EB " Id 8024.
|