Inloggen
MARIA SOPHIA - ID 8152


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1847-06-07 / 1854-07-04 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1847
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoenerbrig/Brigantijn
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Werf 'De Goede Intentie' (Jacobus Strickaert), Zierikzee, Zeeland, Netherlands
Launch Date: 1847-06-01
Delivery Date: 1847-06-00
Technical Data

Gross Tonnage: 104.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1847
Datum agenda: 1847-06-07
Register nr: 18470393
Scheepsnaam: MARIA SOPHIA
Type: Schooner
Lasten: 104
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Crane & Zoon, M.C. de
Plaats: Zierikzee
Kapitein op moment van verzoek: Broeksmit, W.F.
Opmerkingen: nieuwe zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1847-06-07 MARIA SOPHIA
Manager: Firma M. C. de Crane & Zoon (Martinus Christianus), Zierikzee, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Firma M. C. de Crane & Zoon (Martinus Christianus), Zierikzee, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Zierikzee / Netherlands

Ship Events Data

1847-06-01: NRC 070647
Zierikzee, 1 juni. Heden is alhier op de werf de Goede Intentie, toebehorende aan de heer J. Strickaert, met het beste gevolg te water gelaten een schoenerschip, genaamd MARIA SOPHIA, groot 170 lasten, gebouwd voor rekening ener rederij onder boekhouderschap van de heren M.C. de Crane & Zoon alhier, zullende gevoerd worden door kapt. W.F. Broeksmit, en bestemd voor de kleine en grote vaart, zijnde te gelijkertijd aldaar weder de kiel gelegd voor een schoenerschip, genaamd MARIA ANNA, groot 160 zware lasten, voor rekening ener rederij onder boekhouderschap van de heer N. van Walree te Amsterdam, zullende gevoerd worden door kapt. Hazewinkel Muntendam.
1848-06-17: NRC 241148
Rotterdam, 23 november. Van welwillende hand ontvingen wij de mededeling ener ontmoeting van kapt. M. van Gijzel, voerende het schip MARIA SOPHIA, de 24e augustus te Batavia gearriveerd. De 17e juni stevende genoemde kapt. op ongeveer 10º38’ N.B. en 22º11’ W.L, toen hij tegen de middag een schip gewaar werd van een bijzonder tuig en dat geen zeilen bijhad. Hetzelve manoeuvreerde daarop spoedig met zijn zeilen en, naderbij komende, bleek het te zijn een fraaie zwarte driemast schoener van gestrekte bouw, welke veel volk op het dek had. Zodra kapt. van Gijzel de Nederlandse vlag hees, vertoonde hetzelve een half rode en half zwarte vlag, en ofschoon kapt. Van Gijzel van koers veranderde om het vreemde vaartuig te ontwijken, volgde hetzelve hem echter overal. Eindelijk ontdekte hij tegelijk met het opkomen ener bui een schip in het noorden, waarop hij aanhield om zich met hetzelve te verenigen. De kapitein van dit schip merkte al dadelijk op, dat het bewuste vaartuig zeer scherp bij de wind zeilde. Over deszelfs bedoeling maakte men zich te meer ongerust, aangezien kapt. van Gijzel specie (opm: muntgeld) aan boord had. De beide gezagvoerders kwamen overeen die nacht bij elkander te blijven en, zo de wind mocht veranderen, op het sein ener verdekte lantaarn gezamenlijk over te wenden. Spoedig daarop zagen zij het vreemde schip de steven oostwaarts wenden en de volgende dag was het verdwenen. Het schip, hetwelk kapt. Van Gijzel praaide en met welke hij tot de 24e samen is gebleven, schijnt de CANTON, kapt. Bergner te zijn geweest.
1854-00-00: Overzeild in de Torresstraat, op weg van Sydney naar Batavia.
1854-07-04: ZZC 041054 – p. 2/2.
Het schip MARIA SOPHIA, kapt. M. van Gijzel, is, volgens particulier bericht uit Batavia, in de nacht van 3op 4 juli jl., omstreeks 12 uur, voor Straat Torres, op 4 ½ mijl afstand van Rain Isle, door het Franse fregat FLEUR DU SUD, overzeild en ogenblikkelijk gezonken, zodat van de equipage de zeilmaker en drie Javaanse matrozen zijn verdronken. De kapitein en overige bemanning hebben zich op het fregat gered en zijn later door kapt. Rademaker, voerende het schip AMSTEL, behouden te Batavia aangebracht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Willem Broeksmit werd geboren op 12 mei 1818 te Zierikzee als zoon van Adriaan Frederik Broeksmit en Geertrui de Zwitser. (In de huwelijksakte staat als moeder Geertrui Snelder)

Hij trouwde op 11 april 1844 te Meerdervoort  met Helena Gijserina Broeksmit, geboren te Zwijndrecht ca 1822 als dochter van Frederik Broeksmit en Adriana Vogel. Zij woonden in 1862 te Zwijndrecht.

Hij overleed op 03 maart 1862 te Dordrecht.

NRC 23 maart 1860114

Portsmouth, 20 maart. Het Nederlandse schip (opm: fregat) BATO, kapt. W.F. Broeksmit, van Dordrecht naar Cardiff, dat voor enige dagen alhier binnenliep om een nieuwe fokkera op te brengen, ligt thans zeilklaar te Spithead.

Gisterenavond had aan boord van deze bodem een treurig ongeluk plaats. Terwijl het reeds geheel duister was, waren nog enigen van het volk in het achterruim bezig en stond kapt. Broeksmit daarnaar te kijken. Door een of ander toeval sloeg hij voorover en viel van een hoogte van ca. 20 voet met het hoofd op enige vaten. Onmiddellijk werd hij bewusteloos naar de kajuit gebracht en terwijl de scheepsdokter aldaar de wonde verbond, werd inmiddels nog andere geneeskundige hulp ingeroepen, die dan ook weldra in de persoon van een van onze eerste doktoren verschenen. Het hoofd van de lijder is zwaar gekwetst en men twijfelt aan zijn herstel.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.F.Broeksmit was met vlagnummer R235 in de periode 18 mei 1847 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Willem Fredrik Broeksmit wonend te Zwijndrecht was met vlagnummer 44 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 28 mei 1847 t/m zijn overlijden in 1862. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de “Maria Sophia”.111 en 064.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1862 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de “trekkende kapitein” W.F.Broeksmit in 1862 is overleden. Een trekkende kapitein was een lid van de Maatschappij die wegens gebreken of ouderdom niet meer kon werken.058.

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 11juni 1847 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein W.F.Broeksmit.064b

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat W.F.Boeksmit als gezagvoerder064a:

  • 1850; 1852 t/m 1859 fregat “Bato”  boekhouder Maatschappij van Dordrechte Scheepsreederij
  • 1861 geen vermelding van een schip

 

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein W.F.Broeksmit met vlagnummer R235 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849, 1851, 1855, 1858, 1859 fregat “Bato”  477 last  Maatschappij van de Dordrechtse Scheepreederij

 

Bouma025 vermeldt W.F.Broeksmit als gezagvoerder gedurende:

  • 1848 (moet zijn 1847-1849. Zie hierna) op de schoenerbark “Maria Sophia”, gebouwd in 1847 op de werf De Goede Intentie te Zierikzee, 197 ton n.m., varend voor M.C. de Crane & Co te Zierikzee.

Het schip was vernoemd naar Jkvr. Maria Sophia van Vrijberghe (1817-1869), echtgenote van de reder mr. W.C. de Crane. De eerste reis ving aan op 17 juni 1847 naar Archangel. Daarna maakte Broeksmit nog een reis naar Batavia waarvan het op 28 januari 1849 terugkeerde. Spin heeft het schip tweemaal afgebeeld067.

  • 1849 t/m 1858 op het 3/m schip “Bato”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 898 ton o.m., varend voor de Dordrechtsche Scheepsreederij te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 23 maart 1855 staat het volgende:

“Heden is in de vergadering van het Zeemanscollegie alhier op een plegtige wijze uitgereikt aan kapitein W.F.Broeksmit voerende het Nederlandsche koopvaardijschip Bato van Dordrecht de Gouden medaille en aan zijn eerste stuurman van der Eyk de zilveren medaille benevens loffelijke getuigschriften aan hun toegekend door de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen, voor het redden der Equipagiën van het gestrand Engelsche fregatschip Fatijma kapitein W.Hardie bestaande in 23 personen, van het gestrande Engelscch Barkschip Thomassin kapitein Holmes bestaande in 12 personen benevens de kapiteinsvrouw en drie kinderen en van het gestrand Engelsch schip Elisabeth kapitein H.Churchill bestaande uit 13 personen, welke schepen in Torresstraat zijn gestrand en waarvan de bemanningen zich op Raine-Bird en Booby eilanden ten gedeeltelijk in de sloepen bevonden zijnde genoemde schipbreukelingen aan boord van de Bato met zeemanshartelijkheid verpleegd, later 11 hunner aan boord van een ander schip overgegeven en al de overige te Batavia veilig aan land gebragt.

Eene taltijke opkomst der Leden toonde hunne belangstelling terwijl de uitreiking van het Eremetaal plaats had met eene hartelijke en gepaste toespraak van een der Directeuren van dit Collegie.”064a

Ontleend aan van Blokland-Visser064 de volgende bijzonderheden:

In 1834 monsterde Willem Broeksmit aan als scheepsjongen (16 jaar wonend te Zierikzee) onder kapitein is Johannes Keyzer.op het fregat “Louise Prinses der Nederlanden”, 250 lastgebouwd in 1827 op de werf van Jan Schouten voor de rederij Maatschappij Dordrechtsche Scheepsrederij en vertrekt naar Batavia Op 21 februari 1837 is hij lichtmatroos en op 16 juni 1839  4e stuurman op ditzelfde schip.

Op 07 juni 1844 (Monsterrol nr.1209. Gemeentearchief van Dordrecht) was hij 1e stuurman onder kapitein Johannes Keyzer.op het fregat “Bato”, 471 last, gebouwd in 1837 op de werf van Jan Schouten en als reder de Maatschappij Dordrechtsche Scheepsrederij. Ook toen ging de reis naar Batavia.

Op 03 juni 1848 (Monsterrol nr.1357 Gemeentearchief van Dordrecht) nam hij als kapitein het gezag over van de overleden kapitein Pieter Sipkes op het fregat “Bato,” reder Maatsch.D.S. en vertrok naar Batavia. Hij keerde terug in Holland op 19 mei 1849. Hij maakte tot 1858 7 reizen met dit schip.

Volgens monsterrol nr. 1718 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 19 november 1855 was hij gezagvoerder op het fregat “Bato” voor een reis naar Batavia.064

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Broeksmit, Willem Fredrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Menso van Gijsel werd geboren op 27 januari 1816 te Appingedam als zoon van Pieter van Gijzel en Catharina Maria Thiele. Hij trouwde op 04 mei 1842 te Rotterdam met Jansje Kok, geboren op 04 oktober 1820 te Haarlem als dochter van Harmen Kok, binnenschipper, en Johanna (Kilrau)005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Menso van Gijsel was met vlagnummer R244 in de periode 1848/49 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip058.

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein Menso . van Gijsel met vlagnummer R244 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851     sch.brik “Maria Sophia”                      ? last             M.C. de Crane & Zoon te Zierikzee

*    1855                geen vermelding van schip en boekhouder

*    1858, 1859     fregat “Immegonda Sara Clasina”      407 last        Ned. Societeit. van .Scheepsbouw.

                                                                                                                        en Scheepvaart te Amsterdam

*    1862                geen vermelding van schip en boekhouder

*    1863 t/m 1865 brik “Cornelia Elizabeth”                   95 last          J. van Leijden Cz te Krommenie

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

  1. van Gijsel Amalia Augusta 10 maart 1860                                      05 september 1861

 

Bouma025 vermeldt M. van Gijsel/Gijzel als kapitein gedurende:

*    1849 t/m 1854 op de schoenerbark “Maria Sophia”, gebouwd in 1847 op de werf De Goede Intentie te Zierikzee, 197 ton o.m., varend voor M.C. de Crane & Co te Zierikzee. Het schip werd overzeild in de Torresstraat op een reis van Sydney naar Batavia, waarbij 4 man omkwamen.

      Het schip was vernoemd naar Jkvr. Maria Sophia van Vrijberghe (1817-1869), echtgenote van de reder mr. W.C. de Crane. Na terugkeer van een reis naar Batavia onder kapitein Broeksmit werd op 16 februari 1849 weer (vanuit Zierikzee) uitgevaren onder Van Gijzel. “Eerst werd Rotteram aangedaan en vervolgens (29 maart 1849) via Hellevoetsluis uitgezeild met bestemming Buenos Aires, alwaar men 15 juni arriveerde. Op 29 december van hetzelfde jaar kwam het schip weer voor Vlissingen; daarna werd doorgevaren naar Antwerpen. De “Maria Sophia” verging op 1 juli 1854 ten oosten van Torresstraat. Spin beeldde het schip tweemaal af op één voorstelling, varende op de Oosterschelde met Zierikzee als achtergrond”067 (genoemde afbeelding draagt geen vlagnummer).

*    1855 t/m 1858 van het 3/mschip “Stad Amsterdam”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 726 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn (Soc.v.Ned.Scheepsbouw en Scheepvaart) te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;

*    1859 t/m 1860 op het 3/m schip Immegonda Sara Clasina”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 770 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1861 voor Rutgers & Hissink te Amsterdam en werd herdoopt in “Christina & Jeannette”;

*    1861 van de bark “Amalia Augusta”, gebouwd in 1856 te Elshout, 755 ton o.m., varend voor P.L.A.Goudswaard te Amsterdam;

*    1865 t/m 1866 van de brik “Cornelia Elisabeth”, gebouwd in 1863 te Muntendam, 180 ton o.m., varend voor J.van Leyden te Krommenie;

 

Overige bijzonderheden

De schoener “Maria Sophia” onder kapitein M. van Gijsel vertrok van Dover op 11 juni 1850 en arriveerde via Kaap Hoorn op 13 oktober Valparaiso. Het keerde via dezelfde route terug te Brouwershaven op 02 april 1851, geladen met salpeter.

De schoenerbrik “Cornelia Elisabeth”  onder kapitein M. van Gijzel was op 17 januari 1865 te Montevideo en via Kaap Hoorn op 10 april te Valparaiso. Via Caldera was het schip op 28 december  1865 te Montevideo op weg naar Antwerpen, maar een aankomstdatum ontbreekt.121

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Gijzel/Gijsel, Menso van
Overige informatie: 0

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten