Familiegegevens en opleiding
Karel Johannes Cornelis Logger werd geboren op 30 januari 1833 te Naarden. Hij woonde te Delft en vestigde zich daarna te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Goudsche Weg Wijk 13 Nr. 536 (nieuw nr. 106). Hij vertrok op 30 januari 1871 naar Kralingen en op 14 maart 1878 naar Gouda.
Hij was getrouwd met Wilhelmina Apolonia Visser, geboren 11 oktober 1829 te Utrecht005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.J.C.Logger was met vlagnummer R185 in de periode 1864 t/m 1871 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein K.J.C.Logger met vlagnummer R185 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1863, 1864 van de brik “”Ivoorkust” 98 last varend voor Hendrik Muller & Co te Rotterdam
* 1865 t/m 1867 van het fregat “Vooruit” 351 last varend voor Hendrik Muller & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt K.J.C.Logger als gezagvoerder gedurende:
* 1864 van de brik “Ivoorkust” ex Komeet, gebouwd in 1849 aan de IJssel (Capelle?), 182 ton o.m., varend voor H.Müller & Co te Rotterdam;
* 1866 t/m 1871 van het fregat “Vooruit”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 663 ton o.m., varend voor H. Muller & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor Mees & Moens te Rotterdam en was herdoopt in “Hollander”;
* 1871 van het ijzeren schroefstoomschip “Feyenoord”, gebouwd in 1850 te Feyenoord, 287 ton o.m., varend voor de Ned. Stoomboot Maatschappij te Rotterdam, dir. D.L.Wolfson.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Willem Simon Kramers, Nederlands Hervormd, werd geboren op 22 september 1834 te Schoonhoven. Hij woonde te Gouda. Later vestigde hij zich te Rotterdam en woonde o.a. aan de Weenastraat Wijk 14 Nr. 318 (nieuw nr. 32) en de Dijkstraat nr. 114. Per 16 april 1873 vestigde hij zich te Kralingen en vertrok op 22 mei 1876 naar Gouda. Hij behaalde op 12 augustus 1856 het diploma 1e stuurman voor de koopvaardijvaart.
Hij was gehuwd met Johanna Francisca van Vollenhoven, geboren op 16 november 1837 te Rotterdam, Luthers005.
W.S. Kramers zou een scheepswerf hebben gehad in Ned.-Indië, maar die is weggevaagd door de uitbarsting van de Krakatau. (op 27 aug. 1883)
Nadien is hij weer gaan varen (volgens mijn bron B.Kruidhof, Vlissingen).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.S.Kramers was met vlagnummer R140 in de perioden 1865 t/m 1872 en 1875 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart". Dit betekent dat hij wèl de vlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen uit de Maatschappij. In de tussenliggende jaren ontbreekt deze kapitein in de ledenlijsten van Sweys021. Het is mogelijk dat het om verschillende kapiteins gaat, maar ik neem voorlopig aan dat het dezelfde persoon betreft058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 augustus 1879 staat de mededeling van de president omtrent het verongelukken van de stoomboot “Overijssel” op Guardafui.023.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.S.Kramers met vlagnummer als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:
* 1865, 1866 bark “Bar. v. Palland v. Rosendaal” 399 last Huijgens & Hardenberg te Den Haag
* 1867 bark “Nederland en Oranje” 399 last van Zeijlen & Decker te Rotterdam
* 1877 ss “Drenthe” 2333 last Rotterdamsche Lloyd te Rotterdam
* 1878 ss “Overijssel” 1378 last Wm. Ruys & Zonen te Rotterdam
* 1880 t/m 1883 geen vermelding van schip en boekhouder
W.S.Kramers was in 1876 gezagvoerder van het stoomschip "Groningen", 2500 BRT, gebouwd in 1874 bij Mitchell & Co te Newcastle o/T (UK) voor de Stoombootreederij Rotterdamsche Lloyd (een bedrijf van W.Ruys) te Rotterdam. De "Groningen" strandde op 06 januari 1876 op de Maasvlakte en ging verloren024 en 025.
W.S.Kramers was in 1879 gezagvoerder van het ijzeren schroefstoomschip de "Overijssel", 2198 BRT, in 1878 gebouwd bij Raylton, Dixon & Co te Middelsbro (UK) eveneens voor de Stoombootreederij Rotterdamsche Lloyd. "... 15 juli 1879 bij Kaap Guardafui gestrand en verloren gegaan"024 en 025.
Bouma025 vermeldt W.S.Kramers als gezagvoerder gedurende:
* 1865 van de bark “Commissaris des Konings van der Helm”, gebouwd in 1865 te Alblasserdam, 662 ton o.m., varend voor Huygens & Hardenberg te Den Haag. Bouma vermeldt eveneens in 1865 en nà kapitein Kramers ene H. van Moerkerken als gezagvoerder. Het schip is in 1865 bij Manilla gestrand en wrak geraakt en het lijkt erop dat, tijdens deze laatste reis van Moerkerken het gezag heeft overgenomen. Maar zkeerheid hierover heb ik niet;
* 1870 t/m 1871 van de bark “Suzanne Johanna” ex Koning & Vaderland, gebouwd in 1854 te Vlaardingen, 498 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. Het schip werd in 1871 verkocht naar het buitenland;
* 1872 t/m 1873 van het ijzeren schroefstoomschip “Feyenoord”, gebouwd in 1850 te Feyenoord, 287 ton o.m., varend voor de Ned. Stoomboot Maatschappij te Rotterdam, dir. D.L.Wolfson;
* 1874 t/m 1875 van het rader stoomschip “Batavier I”, gebouwd in 1872 te Feyenoord, 713 ton o.m., varend voor de Ned. Stoomb. Mij. Dir. D.L.Wolfson te Rotterdam;
* 1876 van het schroefstoomschip “Groningen”, gebouwd in 1874 bij Mitchell te Glasgow, 3000 ton o.m., varend voor de Rotterdamsche Lloyd Wm. Ruys te Rotterdam. Op de Maasdroogte gestrand en wrak;
* 1877 t/m 1878 van het ijzeren schroefstoomschip “Drenthe”, gebouwd in 1876 te Newcastle, 2500 ton n.m., varend voor Wm.Ruys & Zn te Rotterdam
* 1879 van het ijzeren schroefstoomschip “Overijssel”, gebouwd in 1878 te Middlesbro, 2600 ton n.m., varend voor Wm.Ruys & Zn te Rotterdam. Het schip strandde in 1879 bij Kaap Guardafui (een kaap in het uiterste noordoosten van Somalië bij de ingang van de Golf van Aden).
* 1880 van het ijzeren schroefstoomschip “IJmuiden” ex Cumbrae, gebouwd in 1869 te Renfrew, 643 ton o.m., varend voor de Amsterdamsche Stoomvaart Vereeniging, C.W.Zethraeus & M. van Emmerik te Amsterdam. Het schip werd op 27 oktober 1880 vermist op weg van IJmuiden naar Stettin025.
Overige bijzonderheden
In: Roeiredders van het Marsdiep 1824-1923094 staat in de biografie van Cornelis Dito (1830-1886) ( p.21-27) de volgende tekst:
: Bij een poging om … het bij Texel gestrande schip ‘Baron van Pallandt van Rozendaal ‘ de haven van Nieuwediep binnen te brengen, werden zowel zijn vlet (van Cornelis Dito) als het schip in elkaar geslagen.”
Op 06 januari 1876 strandde het ss “Groningen”, op weg van Antwerpen naar Rotterdam, op de Maasvlakte en ging verloren. De opvarenden werden gered.
Het ss. Groningen” werd gebouwd in 1875 bij c. Mitchel & Co , Newcastel on Tyne, mat 2475 Brt. en voer voor Wm.Ruys & J.Hoven te Rotterdam072.
Het zusterschip van de “Friesland”, het ss “Groningen”verging al na 11 maanden na de bouw. “Het strandde tijdens een storm, komende uit Antwerpen, op 6 januari 1876 bij het, onder loodsaanwijzing, binnenlopen van de Nieuwe Waterweg op de Maasvlakte en ging totaal verloren. In de weken erna zonk het tot een diepte van zes meter weg in het zand en de modder. … De resten van het schip zijn in 2007, 130 jaar later, verwijderd om de uitdieping van een vaargeul op de Maasvlakte mogelijk te maken.
Uit: De lotgevallen van Johannes Plantenga (1853-1877): De schipbreuk van het stoomschip “Friesland” door Bram Plantenga, Gens Nostra 63, 12, december 2008, p. 741-745.
Op 27 oktober 1880 vertrok van IJmuiden naar Stettin het ss. IJmuiden” en werd sedertdien vermist. Er waren 12 slachtoffers.
Het ss. “IJmuiden” werd gebouwd in 1869 bij Simons & Co te Renfrew, mat 643 Brt. en voer voor de Amsterdamsche Stoomvaart Vereeniging te Amsterdam072.
Op 15 juli 1879 strandde bij Kaap Guardafui, op weg van Batavia naar Rotterdam, het ss. “Overijssel” en ging verloren. 5 bemanningsleden kwamen om, de overige opvarenden wisten aan de wal te komen en werden na 30 dagen verblijf in de Arabische woestijn, door het Britse oorlogsschip Dagmar aan boord genomen.
Het ss. Overijssel” werd in 1878 gebouwd bij Raylton Dixon & Co te Middlesbo, mat 2368 Brt. en voer voor Wm.Ruys & Zonen te Rotterdam072.
W.S.Kramers vervoerde met de “Drenthe” detachementen van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen:065*
* Vertrek 03 april 1876 uit Nieuwediep. Aankomst 21 mei 1876 na 48 dagen. 8 officieren en 210 manschappen.
* Vertrek 06 september 1876 uit Rotterdam. Aankomst 22 oktober 1876 na 46 dagen. 6 officieren en 105 manschappen. Onderweg bleef 1 officier achter in Padang en werd bij aankomst in Batavia 1 manschap vermist.
* Vertrek 27 januari 1877 uit Vlissingen. Aankomst 16 maart 1877 na 48 dagen. 5 officieren en 158 manschappen.
* Vertrek 23 juni 1877 uit Rotterdam. Aankomst 07 augustus 1877 na 45 dagen. 7 officieren en 133 manschappen.
* Vertrek 17 november 1877 uit Nieuwediep. Aankomst 06 januari 1878 na 50 dagen. 9 officieren en 106 manschappen.
* Vertrek 10 april 1878 uit Rotterdam. Aankomst 24 mei 1878 na 44 dagen. 3 officieren en 106 manschappen.
* Vertrek 25 september 1878 van Rotterdam. Aankomst 15 november 1878 na 51 dagen. 5 officieren en 80 manschappen. Een detachement van 4 officieren en 80 manschappen, vertrokken op 14 september 1878 vanuit Rotterdam op de “Prins Hendrik”, is te Cadiz overgegaan aan boord van de “Drenthe”.
Hij vervoerde vanuit Rotterdam troepentransporten met de “Overijssel” op de volgende reizen:065*
* Vertrek 08 mei 1878. Aankomst 22 juni 1878 na 45 dagen. 3 officieren en 106 manschappen. Bij aankomst ontbrak 1 officier zonder opgaaf van redenen.
Deze en de vorige opgave kloppen niet met elkaar. Gezien de opgaven bij Bouma025 weet ik vooralsnog niet hoe dit probleem op te lossen.
“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”
Uit: “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025vermeldt J.C.Kromwijk als gezagvoerder gedurende:
* 1876 t/m 1877 van het ijzeren schroefstoomschip “Feyenoord”, gebouwd in 1850 te Feyenoord, 287 ton o.m., varend voor de Ned. Stoomboot Maatschappij te Rotterdam, dir. D.L.Wolfson;
* 1878 t/m 1883 van de raderstoomboot “Stad Breda” ex Snaefell, gebouwd in 1863 te Greenock, 342 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Amsterdam. Het schip is in 1883 verkocht voor de sloop;
Deze opgave klopt in het geheel niet met de volgende vaarperioden.
* 1879 t/m 1880 van het ijzeren raderstoomschip “Prinses Marie”, gebouwd in 1878 te Glasgow, 900 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Vlissingen;
* 1881 t/m 1883 van het ijzeren raderstoomschip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1880 te Glasgow, 864 ton n.m., varend voor de stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Vlissingen;
* 1884 t/m 1886 van het schroefstoomschip “Utrecht”, gebouwd in 1889 te Middlesbro, 2177 ton n.m., varend voor Wm.Ruys & Zn, Rotterdamsche Lloyd te Rotterdam;
* 1887 t/m 1888 van het schroefstoomschip “Noord Holland” ex Torrington, gebouwd in 1874 te Middlesbro, 1946 ton o.m., varend voor Wm.Ruys & Zn & J.S.Hill te Londen;
* 1889 t/m 1890 van het schroefstoomschip “Zeeland”, ex Wyberton, gebouwd in 1877 te Middlesbro, 2039 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Rotterdam” Wm.Ruys & J.S.Hill te Londen;
* 1891 van het schroefstoomschip “Ariadne” ex Zulu; gebouwd in 1879 te Stockton, 1364 ton o.m., varend voor W.Ruys & Zn. Rotterdamsche Lloyd te Rotterdam;
In: “Een leven op zee” Brochure geschreven door P.J.Teensma Jr, Zomer 2013, 84 pp.
Overige bijzonderheden
J.C.Kromwijk vervoerde vanuit Rotterdam met de “Utrecht” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:
* Vertrek 05 juli 1884. Aankomst 20 augustus 1884 na 46 dagen. 2 officieren en 28 dagen.
* Vertrek 06 december 1884. Aankomst 24 januari 1885 na 49 dagen. 3 officieren en 49 manschappen.
* Vertrek 09 mei 1885. Aankomst 23 juni 1885 na 45 dagen. 2 officieren en 52 manschappen.
* Vertrek 26 september 1885. Aankomst 09 november 1885. 3 officieren en 94 manschappen.
* Vertrek 27 februari 1886. Aankomst 01 april 1886 na 33 dagen. 3 officieren en 43 manschappen.
Hij vervoerde vanuit Rotterdam met de “Noord-Holland transporten op de volgende reizen:
* Vertrek 09 oktober 1886. Aankomst 02 december 1886 na 54 dagen. 4 officieren en 53 manschappen.
* Vertrek 12 maart 1887. Aankomst 23 april 1887 na 42 dagen. 2 officieren en 42 manschappen..
* Vertrek 08 september 1888. Aankomst 20 oktober 1888 na 42 dagen. 2 officieren en 44 dagen.
Hij vervoerde vanuit Rotterdam met de “Zeeland” het volgende transport:
Vertrek 29 november 1890. Aankomst 12 januari 1891 na 44 dagen. 3 officieren en 32 manschappen.
Melding van het overlijden op 11 september 1885 van een matroos aan boord van het te Rotterdam thuisbehorend stoomschip “Utrecht”, kapitein Jacob Cornelis Kromwijk op de terugreis van Batavia op 37o20’NB/1oWL.115