Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.F.Klok was met vlagnummer R51 in de periode 1855 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat H.F.Klok in 1864 “volgens Art. 37 … van het Lidmaatschap vervallen verklaard moet worden”. Dit artikel regelt royement wegens het niet voldoen aan de financiële verplichtingen058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.F.Klok met vlagnummer R51 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van het fregat “Elisabeth” 350 last varend voor D.Keus te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862, 1863 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.F.Klok als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1857 van het 3/mschip “Elisabeth”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 582 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1855 |
Kapitein: |
Klok, H.F. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Harmanus Arnoldus Harms werd geboren op 11 maart 1817 te Groningen als zoon van Hendrik Harms, koffiehuishoudster, en Geertruida Krythe. Hij woonde te Groningen.
Hij trouwde te Rotterdam op 20 oktober 1841 met Adriana Catharina Beukers, geboren 03 mei 1818 als dochter van Adrianus Beukers, kantoorbediende, en Catharina van den Berg005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.A.Harms was met vlagnummer R240 in de periode 1847/48 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein H.A.Harms met vlagnummer R240 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de sch. “Piet Hein” ? last voor D.A.Schuurmans te Rotterdam
* 1851, 1855 van de 3/m.sch. Prinses Charlotte” 140 last voor H.H.Roelofs Heyrmans te Rotterdam
* 1858, 1859 van het fregat “Elizabeth” 307 last voor D.Keus te Rotterdam
* 1862 t/m 1864 van het fregat “Elizabeth” 307 last voor G.W.Ledeboer te Rotterdam
* 1865 van het ss. “Baron Bentinck” ? last voor Nederl. Ind. Stoomv.-Mij. te Rotterdam
* 1866, 1867 geen vermelding van schip en reder
Bouma025 en van Sluijs013 vermelden de volgende bijzonderheden:
H.A.Harms voer van 1852-1858 op de 3/mschooner “Prinses Charlotte”, de kiel gelegd op de werf van E.de Hoog te Maassluis op 09 juli 1849, te water gelopen op 07 augustus 1850, 140 last, 266 ton o.m., varend voor H.H.Roelofs-Heyermans te Rotterdam.
Bouma025 vermeldt H.A.Harms als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1852 van de 2/msch “Piet Hein”, gebouwd in 1849 te Ridderkerk, 103 ton o.m., varend voor D.A.Schuurmans te Rotterdam;
* 1852 t/m 1857 van de 3/msch “Prinses Charlotte”, gebouwd in 1850 te Maassluis, 266 ton o.m., varend voor H.H.Roelofs te Rotterdam;
* 1858 t/m 1861 van het 3/mschip “Elisabeth”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 582 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam;
* 1862 t/m 1865 van hetzelfde schip maar nu varend voor W.G.Ledeboer te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Bericht uit de Harlinger Courant096 maar niet gedateerd:
“Op 23 Dec. 1852 op 43o/45’N.Br en 10o0’ W. .L. gepraaid het schip Princes Charlotte, kapt. Harms, van Rotterdam naar San Francixco”.
Zierikzeesche Courant 02 april 1864114
Te Brouwershaven is gearriveerd op 31 maart 1864 de “Elizabeth”, kapt. H.A.Harms, komend van Batavia met bestemming Rotterdam
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Muller werd met vlagnummer R295 in de periode 1851 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.Muller was in 1861 afwisselend commissaris en in 1858 secretaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld “dat het bestuur art. 37 (heeft) moeten toepassen”, hetgeen betekent dat hij uit de Maatschappij is uitgeschreven, vanwege het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Muller met vlagnummer R295 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 geen vermelding van schip en reeder
* 1855 van de bark “Zwarte Zwaan” 200 last varend voor Offers & Co te Rotterdam
* 1858 van de bark “St. Joris” 384 last varend voor Bicker Caarten & Anthonie te Rotterdam
* 1859 van de bark “Japan” 384 last varend voor Bicker Caarten & Anthonie te Rotterdam
* 1862 t/m 1864 geen vermelding van schip en reeder
* 1865 van het fregat “Elizabeth” 307 last varend voor W.G.Ledeboer te Rotterdam
* 1866 geen vermelding van schip en reeder
Bouma025 en van Sluijs013 vermelden J.Muller als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1854 van de bark “Mappa” ex Gerardina, ex Adelaar, gebouwd in 1835 te Kinderdijk, 234 ton o.m., varend voor J.C.Offers te Rotterdam;
* 1856 van de bark “Zwarte Zwaan”, gebouwd in 1855 te Maassluis, 336 ton o.m., reederij niet vermeld, maar het jaar erna voor P.C.Offers Az te Rotterdam;
* 1857 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* de bark “St. Joris” wordt niet genoemd in Bouma025 nog nakijken in van Sluijs
* 1859 t/m 1862 van de bark “Japan” ex Nagasaki, te water gelaten op 07 juli 1841 van de werf Hollands Trouw te Maassluis met als scheepsbouwmeester E. v.d. Hoog, 375 last, 724 ton, varend voor Bicker Caarten & Anthony te Rotterdam. In 1862 geraakte het schip wrak, werd opgebracht en te Batavia verkocht;
* 1866 van het 3/m schip “Elisabeth”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 582 ton o.m., reederij niet vermeld, varend vanuit Rotterdam. Het schip stootte in 1866 lek in het Brouwershavense Gat en zonk.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1865 |
Kapitein: |
Muller, J. |
Overige informatie: |
0 |
|