Familiegegevens en opleiding
geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- de Kok was met vlagnummer R86 in de periode 1845 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe van kapitein de Kok een uitkering heeft ontvangen van f 187,13 voor haar en vijf kinderen incl. schoolgeld. In 1859 was de uitkering f 173,73 058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat dat kapitein K. de Kok met vlagnummer R86 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de sch.kof “”Mentor 105 last varend voor Bonke & Co te Rotterdam
* 1855 geen vermelding van schip en reeder.
Bouma025 vermeldt K.de Kok als gezagvoerder van/in:
* 1849 t/m 1854 van de galjoot “Mentor”, gebouwd in 1840 te IJlst, 196 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam;
* 1856 van de 2.msch. “August & Maria”, gebouwd in 1855 te Hoogezand, 186 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfshaven. Het schip is als wrak op N-Beveland aangespoeld, op reis van Danzig naar Rotterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Fekko Cremer werd geboren te Groningen op 21 december 1815 als zoon van de suikerbakkersknecht/suikerraffinadeur Harm Fekkes Cremer en IJltje Pieters
Hij trouwde te Groningen op 23 november 1843 als stuurman met Grietje Pilon, geboren te Groningen op 27 augustus 1811 als dochter van de kleermaker Jan Pilon en Marijke Jans. Zij overleed te Groningen op 07 augustus 1866, 54 jaar, weduwe.genlias
Provinciale Groninger Courant 24 juli 1862114
Groningen, 21 juli. Aangaande de brik PRESTO, wijlen kapt. Fekkes Cremer, van Rotterdam naar Boston, A., den 28 juni te Boston gearriveerd, wordt het volgende gemeld:
Den 8 juni beliep het schip op 44°38’ N.Br., 51°22’ W.L., een hevige storm, die van ’s avonds 10 tot ’s morgens 5 uur aanhield, waarin alle razeilen werden verloren en de grote ra brak, zodat het schip in nood der baren verkeerde, terwijl de ramp nog werd verergerd door het overboord gaan van de kapitein, die in een ogenblik voor dat iemand hem iets kon toewerpen, een prooi der golven werd.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.F. Cremer wonend te Rotterdam was met vlagnummer 89 in de periode 25 augustus 1854 t/m zijn overlijden in 1862 ingeschreven als lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Bij de inschrijving was hij gezagvoerder van de galjoot “Mentor”, directie Jacob Vriesendorp en Zn. 064.
F,Cremer was lid voor de vlag van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” met vlagnummer 38 in de periode 1858 t/m 1862
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.F.Kremer als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van de galjoot “Mentor”, gebouwd in 1840 te IJlst, 196 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp te Dordrecht.
1859 t/m 1862 van de schoenerbrik “Presto”, gebouwd in 1858 te Groningen, 219 ton o.m., varend voor Vriesendorp & Co te Dordrecht.
Bij Bouma025 zijn afwijkende opgaven:
van de “Mentor” meldt hij als gezagvoerder E.T.Cramer. En bij de “Presto” gebruikt hij de spelling Kremer. Dit is in tegenspraak met de opgaven van van Blokland-Visser hierna
Overige bijzonderheden
Mevr. van Blokland-Visser064 vermeldt de volgende bijzonderheden:
Op 13 mei 1855 (Monsterrol nr 1690 op het Gemeentearchief van Dordrecht) was hij kapitein op de schoener “Mentor”, 87 last/ werf Viktor de Wijk te Oude Zijlen en met als reder Jacob Vriesendorp voor een reis naar Toulon.
In 1858 was hij kapitein op de galjoot “Presto”, 250 ton / werf E.M. Meursing Hoogezand reder Gerard Maurits te Dordrecht.
Familiegegevens en opleiding
Frederik Dirksz Rijf werd geboren op 30 juni 1815 te Midsland op Terschelling.
Hij huwde voor de eerste maal met Pietje Vogelenzang en na haar overlijden voor de tweede maal met Theresia Babois, geboren 02 juli 1821 te Anjum en overleden op 01 januari 1892 te Midsland.
Frederik Dirksz overleed op 31 januari 1893 te Midsland. 010-p.52.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Frederik Dirks Rijf werd per 04 maart 1853 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Barend". Zijn vrouw was Pietje Aukes Vogelsang. In 1855 werd hij naar de eerste klas overgeschreven met vlagnummer 42029-fol.012.
F.D.Rijf werd per 09 maart 1855 met vlagnummer 42 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Harlingen", boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Pietje Aukes Vogelzang, geen geboortedatum vermeld028-fol.047.
F.D.Rijf was met vlagnummer 42 lid van het College in de periode 1855-1892034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Op 24 februari 1891 adresseerde het College een brief aan F.D.Rijf te Midsland, Terschelling033.
"Kap.F.D.Rijf stierf in 1893035-20 februari 1893.
De schepen van de kapitein
lid van college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
42 1853-1856 kof Harlingen (ex Catharina) Zeilmaker & Co, Harlingen
1856-1860 glj Mentor Zeilmaker & Co, Harlingen
verongelukt op de Zweedse kust
1861-1882 glj Nicolaas (ex Stad Sluijs) Zeilmaker & Co, Harlingen
afgekeurd te Kopenhagen en verkocht
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein F.D.Rijf gedurende:
* 1854 t/m 1856 als gezagvoerder van de schoenerkof “Harlingen” ex-Catharina, gebouwd in 1827 te Monnikendam, 152 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen;
* 1857 t/m 1861 op de galjoot “Mentor”, gebouwd in 1840 te IJlst, 196 ton o.m., varend voor Zeilmaker & co te Harlingen. Het schip verongelukte op de Zweedse kust;
* 1862 t/m 1883 op de galjoot “Nicolaas” ex Stad Sluis, gebouwd in 1854 te Zierikzee, 207 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip werd in 1883 afgekeurd te Kopenhagen en verkocht.
Overige bijzonderheden
Het maritieme leven van Frederik Dirksz Rijf kent de volgende bijzonderheden:
tot 1835 gemonsterd als lichtmatroos op het kofschip "De Jonge Wachter" onder kapitein H.W.Bontekoe. Met dit schip maakte hij reizen naar Scandinavische havens en vaak naar Petersburg.
1835 lichtmatroos op de schoenerkof "Edams Welvaren" onder kapitein Jacob Meyer.
1838-c.1840 matroos op de "Venetia" onder kapitein R.J.Kranenburg. In c.1840 komt hij in dienst bij rederij Zeilmaker & Co te Harlingen.
1855-1858 kapitein op de kof "Harlingen", gebouwd in 1827 te Monnikendam op de werf P.de Kater als "Catharina" (80 last, 152 ton) en in 1855 gekocht door Zeilmaker & Co te Harlingen en herdoopt. Vermoedelijk in 1858 gesloopt.
1858-1861 kapitein op de galjoot "Mentor", in 1840 gebouwd te IJlst (104 last, 196 ton). Op 29 juli 1861 verongelukt het schip ter hoogte van Gotland. Alle opvarenden, waaronder de vrouw van de kapitein, worden gered door het Amerikaanse schip "Adjuster", kapitein E.A.Snell, en te Hendriksvall (Zweden) aan land gezet.
1861-1884 kapitein op de schoenerkof "Nicolaas", gebouwd in 1854 te Zierikzee (109, 207 ton) met de naam "Stad Sluis". In 1861 aangekocht door Zeilmaker & Co te Harlingen en herdoopt als "Nicolaas". In 1884 na averij afgekeurd te Kopenhagen en verkocht.
na 1884 rustend zeeman te Terschelling. Begraven op het kerkhof van Midsland010-p.52.
F.D.Rijf was in 1837 20 jaar en lichtmatroos op de "Edams Welvaren" onder gezag van kapitein Jacob Meyer. Het schip maakte een reis naar Surniname en de Nederlandse Antillen010-p.50.
“Op 29 juli 1861 verging het Harlinger schoenerkofschip Mentor bij Gothland. Kapitein F.D.Rijf, zijn vrouw en drie bemanningsleden werden door het Amerikaanse vaartuig Adjuster, kapitein E.A.Enell, gered en op 1 augustus in Hudikssvall aan land gezet.” (Uit: “Rederijen verwenen en keerden weer. Uit Harlingens geschiedenis der scheepvaart” door H.J.A.R. van Harlingen; Harlinger Courant, 28 november 1969).
Harlinger Courant dd 05 december 1874, Scheepstijdingen.
Binnengekomen:
“Harlingen 3 Dec. Nicolaas D. Rijf, Riga.”