Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Dirk van der Meijden werd per 01 januari 1863 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Garonne". De contributie werd betaald door zijn vrouw Elisabeth Hollenga. Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse in 1863029-fol.031.
D.van de Meijden werd per 31 december 1863 met vlagnummer H21 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Neptunus", boekhouders Zeilmakers & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Elisabeth Hollinga028-fol.102.
D.van der Meijden was met vlagnummer H21 lid van het College in de periode 1863-1876034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
D.van der Meijden, woonachtig, te Groningen overleed in 1888035-11 februari 1889.
Het College “Zeemansvoorszorg” verzond 18 oktober 1888 een brief aan de Wed.D.van der Meijden-Hollenga te Groningen met antwoord op een verzoek om uitkering033.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H21/H17 1863-1864 koftjalk Neptunus (ex Drie Gebroeders, ex Geziena)034 Zeilmaker & Co, Harlingen
1865-1867 glj Concordia (ex Nijssiena Gebka) Repko & Co, Harlingen
1868-1870 brik Almenum (ex Louise Helena) Repko & Co, Harlingen
1873 bark Allegonda Jacoba (ex Damon) Repko & Co, Harlingen
1878 bark Elisabeth (ex Helios) kap/eigenaar, Harlingen
1879-1880 bark Elisabeth (ex Mittwoch) kap/eigenaar, Harlingen
1880-1882 bark Elisabeth (ex Margaretha) kap/eigenaar, Harlingen
Bouma025 vermeldt D.H.van der Meijden als gezagvoerder gedurende:
* 1865 van de koftjalk “Neptunus” ex Drie Gebroeders, ex Geziena, gebouwd in 1850 te Muiden, 56 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen;
* 1866 t/m 1868 van de galjoot “Concordia” ex Nijssiena Gebka, gebouwd in 1856 te Veendam, 137 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;
* 1869 t/m 1871 van de brik “Almenum” ex Louise Helena, gebouwd in 1839, vermoedelijk te Leer, 264 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;
* 1872 van de brik “Daniël” ex Jonic, gebouwd in 1853, bouwlocatie niet vermeld, 335 ton o.m., eigenaar en thuishaven niet vermeld. Het schip is in 1872 verongelukt;
* 1880 t/m 1883 van de bark “Elisabeth” ex Margaretha, gebouwd in 1862, bouwlocatie niet vermeld, 337 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen. Het schip werd in 1883 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Willem Koen werd geboren op 14 juli 1846 te Terschelling als zoon van Frans Koen en Neeke Willems Huttjes
Hij huwde op 18 december 1873 met Neeke Rijnders Roos, geboren 03 oktober 1847 te Terschelling als dochter van Rijnder Doekes Roos en Aaltje Jans Bakker. Tijdens het huwelijk werd een kind gelegimiteerd. Overlijden niet in Tresoar.
Willem overleed op 03 maart 1913 te Harlingen. Hij wordt vermeld als "kapitein-reder".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Koen werd per maart 1896 met vlagnummer 27 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Zeemeeuw", boekhouders J.& S.Wiarda. De contributie werd betaald door zijn vrouw Neeke de Roos028-fol170.
De naam W.Koen met vlagnummer 27 komt in de ledenlijsten van het College in "Sweijs" voor van 1879-1912. Wellicht is er een eerdere W.Koen (vader?) die hetzelfde vlagnummer heeft gehad maar niet in de inschrijvingsregisters is vermeld. Een W.Koen was tevens commissaris/bestuurslid van het College in de periode 1912-1913034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
1878 sch.brik Zeemeeuw (ex Mary Ida) J.& S.Wiarda, Harlingen
1879 sch.brik Zeemeeuw (ex Mary Ida) F.& S.Wiarda, Harlingen
1880 sch.brik Zeemeeuw (ex Mary Ida) E.& S.Wiarda, Harlingen
1881 bark Elisabeth (ex Mittwoch) E.& S.Wiarda, Harlingen
1882 bark Elisabeth (ex Mittwoch) J.& S.Wiarda, Harlingen
1883-1884 bark Elisabeth (ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
1885-1889 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
1890-1892 bark Mercurius (ex Josephine, ex Omoa) I.& S.Wiarda, Harlingen
1895 3/m sch. Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
1896-1899 3/m sch. Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) kap./eigenaar, Harlingen
1901-1902 3/s sch.(ijz) Lina D.Goedkoop Dz, Amsterdam
In de ledenlijst van "Zeemansvoorzorg" is ene W.Koen pas in 1896 met vlagnummer H27 als lid ingeschreven, terwijl Sweijs een W.Koen al vanaf Almanak-1879 als gezagvoerder vermeldt. Er is wellicht sprake van twee personen, die wel steeds bij een rederij Wiarda hebben gevaren. Voorts is er een grote wisseling in voorletters van de rederijen Wiarda, waarbij wellicht van schrijffouten in Sweijs sprake is. Dit idee wordt versterkt, wanneer de gegevens uit Bouma025 (bijeengezocht op grond van de scheepsnamen) worden beschouwd:
1877-1884 bark Elisabeth (ex Mittwoch) E.& S.Wiarda, Harlingen
1883-1888 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) L.& S.Wiarda, Harlingen
1890-1892 bark Mercurius (ex Josephine, ex Omoa) I.& S.Wiarda, Harlingen
1892-1898 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) L.& S.Wiarda, Harlingen
1898 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) kap/eigenaar, Harlingen
W.Koen uit Hoorn, Terschelling was van 1878-1881 kapitein van de houten schoenerbrik “Zeemeeuw”, gebouwd in 1864 te Nova Scotia onder de naam “Mary Ida”, 234 ton, varend voor I.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip wer in 1881 verkocht en te Elseneur afgekeurd052.
W.Koen was van 1881-1884 kapitein van de houten schoenerbark “Elisabeth” (ex-Mittwoch) , gebouwd in als bark 1857/58 te Danzig door V.Devers, 350 ton. Hij voer tot 1884 voor voor L.& S.Wiarda te Harlingen maar kocht op 15 augustus 1884 het schip, werd toen kapitein/eigenaar, herdoopte het schip in “Zeemeeuw” en voer als zodanig tot 1890 en van 1892-1899052.
W.Koen was van 1891-1892 kapitein van de houten bark “Mercurius”( ex-Josephine, ex-Omoa), gebouwd in 1866, 430 (392) ton o.m., varend voor rederij I.& S.Wiarda te Harlingen052
Bouma025 vermeldt W.Koen als gezagvoerder gedurende:
* 1878 t/m 1881 van de schoenerbrik “Zeemeeuw” ex Mary Ida, gebouwd in 1864, bouwplaats niet vermeld, 238 ton o.m., varend voor J.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1881 te Elseneur afgekeurd;
* 1881(Bouma zegt 1878, maar dat is fout) t/m 1884 van de bark “Elisabeth” ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 288 ton o.m., varend voor E.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1885 herdoopt in “Zeemeeuw”;
* 1884 t/m 1889 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend voor L.& S.Wiarda te Harlingen. (het is niet duidelijk wanneer de feitelijke herdoop nu heeft plaatsgevonden: 1884 of 1885?);
* 1891 t/m 1893 van de bark “Mercurius” ex Josephine, ex Omoa, gebouwd in 1866 te Nova Scotia, 349 ton o.m., varend voor I. & S. Wiarda te Harlingen.
* 1893 t/m 1899 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Overige bijzonderheden
Willem Koen was in 1874-1875 eerste stuurman op de brik "Skandinavië" onder gezag van Gossen Jorts Smit. Hij woonde in Hoorn op Terschelling en was later kapitein/reder van de schoener "Zeemeeuw" met als thuishaven Harlingen010-p.14;75.
Willem Koen was eerste stuurman op de viermast clipperbark "Geertruida Gerarda" die in april 1905 een reis begon van Rotterdam naar Java, "geladen met stukgoed en terug met suiker naar de Engelse haven Falmouth". De kapitein was Johannes Kuiper. Een verslag van deze reis is vermeld bij de biografische gegevens van deze gezagvoerder. Willem Koen was later kapitein op de schoener "Lina" en nog later kapitein bij de Internationale Sleepdienst010-p.83/85.
"Willem Koen wordt in 1874 vermeld als eerste stuurman op het brikschip "Skandinavië" van de reder S.Fontein Fz te Harlingen, kapitein G.J.Smit. Op 11 november 1875 strandt de "Skandinavië" tijdens dikke mist bij Colmar, geladen met graan en komende van Zuid-Amerika. Het schip moet als verloren worden beschouwd.
Daarna vaart W.Koen als stuurman op verschillende schepen van de rederij J.en S.Wiarda te Harlingen.
We zien hem als kapitein op:
1879 Schoenerbrik "Zeemeeuw", ex "Mary Ida" gebouwd in 1864, 234 ton. In 1882 wordt dit schip na averij in Elseneur afgekeurd.
1883 Bark "Elisabeth", ex "Mittwoch", gebouwd op Duitse werf in 1853, 350 ton.
1884-1888 Het als "Zeemeeuw" herdoopte schip.
1889 Bark Zeemeeuw krijgt schoenertuig (1890 op schoener "Zeemeeuw" kapitein B.A.Kuiper).
1890-1892 Bark "Mercurius", ex "Josephine", gebouwd in 1866, 392 ton. (als eerste stuurman Cornelis van der Ploeg, geb. 27-11-1872 te Terschelling, wonende te Hoorn.)
1893-1899 Wederom op schoener "Zeemeeuw". In 1899 koopt hij het schip, voert het zelf tot 1901 en heeft als eerste stuurman K.I.Ruige, wonende te Hoorn op Terschelling.
1901 Stuurman K.I.Ruige wordt kapitein op de "Zeemeeuw". Deze kapitein is dan tevens mede-eigenaar."010-p.100/101.
Het artikel bevat een foto van kapitein Koen en zijn vrouw
Willem Koen is eerste stuurman op de "IJmuiden" rond 1900 dat toen onder gezag stond van kapitein Rijnder Dirks Swart (zie aldaar). Op hetzelfde schip was Jan Koen, de vader van Willem, de Kok en de tweede stuurman was Gossen Swart (zie eveneens aldaar).010-p.111.
Het artikel bevat een foto van de voorpagina van het journaal van de "IJmuiden" "gehouden door stuurman W.Koen". Er moet dus een journaal met het handschrift van Willem Koen bestaan!
In mei 1884 monsterde Teun Pronker aan op de schoenerbark “Zeemeeuw” onder kapitein Koen voor twee reizen naar de Oostzee. Ook in 1885 voer hij op dit schip voor drie reizen naar de Oostzee. De “Zeemeeuw” was in 1857-1858 gebouwd bij V.Decers in Danzig onder de naam “Mittwoch” I 1881 werd het schip gekocht door de rederij I.& S.Wiarda te Harlingen en herdoopt in “Elisabeth” Het schip werd bestemd voor de Oostzeevaart en kwam onder gezag van kapitein Willem Koen. Deze was geboren te Midsland in 1846 en woonde in Hoorn op Terschelling, waar hij ij 1913 stierf. “In 1874 was hij als 28-jarige stuurman op de Harlinger 247 tons brik “Scandinavië” en in 1878 werd hij voor I.& S.Wiarda kapitein op een eerdere “Zeemeeuw”, een schoenerbrik van 234 ton, in 1864 in Nova Scotia gebouwd onder de naam “Mary Ida”. De “Elizabeth” (na Augustus 1884, de “Zeemeeuw”) werd door Wiarda eerst nog als bark gevaren maar later als schoenerbark getuigd.” Kapitein Koen kocht op 15 augustus 1884 de “Elisabeth” zelf en hernoemde het schip, zoals gezegd in “Zeemeeuw”.
De drie reizen die Pronker onder kapitein Koen op de “Zeemeeuw” maakte waren:
* Harlingen-Great Yarmouth (wellicht kolen geladen naar de Oostzee en vandaar terug met hout)-Harlingen (7-4-1885)
* Harlingen-Sundsvall (hout)-Harlingen (23-6-1885)
* Harlingen-Hernosand (hout)-Harlingen (13-8-1885)
“Kapt. Koen behield het schip tot het einde. Met een onderbreking in 1891 en ’92 (toen hij om welke redenen dan ook, kapitein was op de 392 tons houten bark “Mercurius”, ook in de Oostzeevaart, en de “Zeemeeuw” overliet aan Kapt.P.Kuiper) voerde Kapt.Koen het schip steeds zelf tot 1900 … In 1900 verliet Kapt.Koen de zee en werd zijn eilandgenoot Klaas Ymke Ruige kapitein en mede-eigenaar, op de “Zeemeeuw”. Onder deze kapitein verging het schip op een reis van Arendal naar Harlingen”,
Er zijn scheepsafbeeldingen van de “Elizabeth” en de “Zeemeeuw”, en een portret van kapitein Koen opgenomen.052
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Berend A.Kuiper, geboren op 29 juli 1852, werd per juni 1877 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman van de kof "Anna Augusta". De contributie werd voldaan door zijn vrouw Angenietje Alta, geboren 05 september 1852. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind (geen verdere bijzonderheden). In 1879 werd hij overgeschreven naar de eerste klasse029-fol.054.
Berend Alberts Kuiper werd per maart 1879 met vlagnummer 41 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd "overgeschreven uit de 2e klasse". Zijn schip was de "Watergeus", boekhouders Fontein & Tjallingii. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Angenietje Alta, geboren op 05 september 1852028-fol.158.
Hij was van 1879-1921 lid van het College en van 1898-1924 commissaris/bestuurslid034
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H41 1879-1888 sch.brik Watergeus (ex Wiley) Fontein & Tjallingii, Harlingen
1890-1892 3/m sch. Zeemeeuw
(ex Elisabeth, ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
B.A.Kuiper is in 1891/92 kapitein op de houten schoenerbark “Zeemeeuw”(ex-Elisabeth, ex-Mittwoch), gebouwd in 1857/58 te Danzig door V.Devers, varend voor W.Koen te Harlingen052
Bouma025 vermeldt B.A.Kuiper als gezagvoerder gedurende:
* 1880 t/m 1889 van de schbrik “Watergeus”, ex Willey, gebouwd in 1868 te Pr. Edw. Isl., 253 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. Het schip voer in 1890 voor M.E.Kuipers te delfzijl en was herdoopt in “Elisabeth”;
* 1890 t/m 1892 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend voor L.& S.Wiarda te Harlingen.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Willem Koen werd geboren op 14 juli 1846 te Terschelling als zoon van Frans Koen en Neeke Willems Huttjes
Hij huwde op 18 december 1873 met Neeke Rijnders Roos, geboren 03 oktober 1847 te Terschelling als dochter van Rijnder Doekes Roos en Aaltje Jans Bakker. Tijdens het huwelijk werd een kind gelegimiteerd. Overlijden niet in Tresoar.
Willem overleed op 03 maart 1913 te Harlingen. Hij wordt vermeld als "kapitein-reder".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Koen werd per maart 1896 met vlagnummer 27 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Zeemeeuw", boekhouders J.& S.Wiarda. De contributie werd betaald door zijn vrouw Neeke de Roos028-fol170.
De naam W.Koen met vlagnummer 27 komt in de ledenlijsten van het College in "Sweijs" voor van 1879-1912. Wellicht is er een eerdere W.Koen (vader?) die hetzelfde vlagnummer heeft gehad maar niet in de inschrijvingsregisters is vermeld. Een W.Koen was tevens commissaris/bestuurslid van het College in de periode 1912-1913034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
1878 sch.brik Zeemeeuw (ex Mary Ida) J.& S.Wiarda, Harlingen
1879 sch.brik Zeemeeuw (ex Mary Ida) F.& S.Wiarda, Harlingen
1880 sch.brik Zeemeeuw (ex Mary Ida) E.& S.Wiarda, Harlingen
1881 bark Elisabeth (ex Mittwoch) E.& S.Wiarda, Harlingen
1882 bark Elisabeth (ex Mittwoch) J.& S.Wiarda, Harlingen
1883-1884 bark Elisabeth (ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
1885-1889 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
1890-1892 bark Mercurius (ex Josephine, ex Omoa) I.& S.Wiarda, Harlingen
1895 3/m sch. Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) I.& S.Wiarda, Harlingen
1896-1899 3/m sch. Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) kap./eigenaar, Harlingen
1901-1902 3/s sch.(ijz) Lina D.Goedkoop Dz, Amsterdam
In de ledenlijst van "Zeemansvoorzorg" is ene W.Koen pas in 1896 met vlagnummer H27 als lid ingeschreven, terwijl Sweijs een W.Koen al vanaf Almanak-1879 als gezagvoerder vermeldt. Er is wellicht sprake van twee personen, die wel steeds bij een rederij Wiarda hebben gevaren. Voorts is er een grote wisseling in voorletters van de rederijen Wiarda, waarbij wellicht van schrijffouten in Sweijs sprake is. Dit idee wordt versterkt, wanneer de gegevens uit Bouma025 (bijeengezocht op grond van de scheepsnamen) worden beschouwd:
1877-1884 bark Elisabeth (ex Mittwoch) E.& S.Wiarda, Harlingen
1883-1888 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) L.& S.Wiarda, Harlingen
1890-1892 bark Mercurius (ex Josephine, ex Omoa) I.& S.Wiarda, Harlingen
1892-1898 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) L.& S.Wiarda, Harlingen
1898 bark Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch) kap/eigenaar, Harlingen
W.Koen uit Hoorn, Terschelling was van 1878-1881 kapitein van de houten schoenerbrik “Zeemeeuw”, gebouwd in 1864 te Nova Scotia onder de naam “Mary Ida”, 234 ton, varend voor I.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip wer in 1881 verkocht en te Elseneur afgekeurd052.
W.Koen was van 1881-1884 kapitein van de houten schoenerbark “Elisabeth” (ex-Mittwoch) , gebouwd in als bark 1857/58 te Danzig door V.Devers, 350 ton. Hij voer tot 1884 voor voor L.& S.Wiarda te Harlingen maar kocht op 15 augustus 1884 het schip, werd toen kapitein/eigenaar, herdoopte het schip in “Zeemeeuw” en voer als zodanig tot 1890 en van 1892-1899052.
W.Koen was van 1891-1892 kapitein van de houten bark “Mercurius”( ex-Josephine, ex-Omoa), gebouwd in 1866, 430 (392) ton o.m., varend voor rederij I.& S.Wiarda te Harlingen052
Bouma025 vermeldt W.Koen als gezagvoerder gedurende:
* 1878 t/m 1881 van de schoenerbrik “Zeemeeuw” ex Mary Ida, gebouwd in 1864, bouwplaats niet vermeld, 238 ton o.m., varend voor J.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1881 te Elseneur afgekeurd;
* 1881(Bouma zegt 1878, maar dat is fout) t/m 1884 van de bark “Elisabeth” ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 288 ton o.m., varend voor E.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1885 herdoopt in “Zeemeeuw”;
* 1884 t/m 1889 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend voor L.& S.Wiarda te Harlingen. (het is niet duidelijk wanneer de feitelijke herdoop nu heeft plaatsgevonden: 1884 of 1885?);
* 1891 t/m 1893 van de bark “Mercurius” ex Josephine, ex Omoa, gebouwd in 1866 te Nova Scotia, 349 ton o.m., varend voor I. & S. Wiarda te Harlingen.
* 1893 t/m 1899 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Overige bijzonderheden
Willem Koen was in 1874-1875 eerste stuurman op de brik "Skandinavië" onder gezag van Gossen Jorts Smit. Hij woonde in Hoorn op Terschelling en was later kapitein/reder van de schoener "Zeemeeuw" met als thuishaven Harlingen010-p.14;75.
Willem Koen was eerste stuurman op de viermast clipperbark "Geertruida Gerarda" die in april 1905 een reis begon van Rotterdam naar Java, "geladen met stukgoed en terug met suiker naar de Engelse haven Falmouth". De kapitein was Johannes Kuiper. Een verslag van deze reis is vermeld bij de biografische gegevens van deze gezagvoerder. Willem Koen was later kapitein op de schoener "Lina" en nog later kapitein bij de Internationale Sleepdienst010-p.83/85.
"Willem Koen wordt in 1874 vermeld als eerste stuurman op het brikschip "Skandinavië" van de reder S.Fontein Fz te Harlingen, kapitein G.J.Smit. Op 11 november 1875 strandt de "Skandinavië" tijdens dikke mist bij Colmar, geladen met graan en komende van Zuid-Amerika. Het schip moet als verloren worden beschouwd.
Daarna vaart W.Koen als stuurman op verschillende schepen van de rederij J.en S.Wiarda te Harlingen.
We zien hem als kapitein op:
1879 Schoenerbrik "Zeemeeuw", ex "Mary Ida" gebouwd in 1864, 234 ton. In 1882 wordt dit schip na averij in Elseneur afgekeurd.
1883 Bark "Elisabeth", ex "Mittwoch", gebouwd op Duitse werf in 1853, 350 ton.
1884-1888 Het als "Zeemeeuw" herdoopte schip.
1889 Bark Zeemeeuw krijgt schoenertuig (1890 op schoener "Zeemeeuw" kapitein B.A.Kuiper).
1890-1892 Bark "Mercurius", ex "Josephine", gebouwd in 1866, 392 ton. (als eerste stuurman Cornelis van der Ploeg, geb. 27-11-1872 te Terschelling, wonende te Hoorn.)
1893-1899 Wederom op schoener "Zeemeeuw". In 1899 koopt hij het schip, voert het zelf tot 1901 en heeft als eerste stuurman K.I.Ruige, wonende te Hoorn op Terschelling.
1901 Stuurman K.I.Ruige wordt kapitein op de "Zeemeeuw". Deze kapitein is dan tevens mede-eigenaar."010-p.100/101.
Het artikel bevat een foto van kapitein Koen en zijn vrouw
Willem Koen is eerste stuurman op de "IJmuiden" rond 1900 dat toen onder gezag stond van kapitein Rijnder Dirks Swart (zie aldaar). Op hetzelfde schip was Jan Koen, de vader van Willem, de Kok en de tweede stuurman was Gossen Swart (zie eveneens aldaar).010-p.111.
Het artikel bevat een foto van de voorpagina van het journaal van de "IJmuiden" "gehouden door stuurman W.Koen". Er moet dus een journaal met het handschrift van Willem Koen bestaan!
In mei 1884 monsterde Teun Pronker aan op de schoenerbark “Zeemeeuw” onder kapitein Koen voor twee reizen naar de Oostzee. Ook in 1885 voer hij op dit schip voor drie reizen naar de Oostzee. De “Zeemeeuw” was in 1857-1858 gebouwd bij V.Decers in Danzig onder de naam “Mittwoch” I 1881 werd het schip gekocht door de rederij I.& S.Wiarda te Harlingen en herdoopt in “Elisabeth” Het schip werd bestemd voor de Oostzeevaart en kwam onder gezag van kapitein Willem Koen. Deze was geboren te Midsland in 1846 en woonde in Hoorn op Terschelling, waar hij ij 1913 stierf. “In 1874 was hij als 28-jarige stuurman op de Harlinger 247 tons brik “Scandinavië” en in 1878 werd hij voor I.& S.Wiarda kapitein op een eerdere “Zeemeeuw”, een schoenerbrik van 234 ton, in 1864 in Nova Scotia gebouwd onder de naam “Mary Ida”. De “Elizabeth” (na Augustus 1884, de “Zeemeeuw”) werd door Wiarda eerst nog als bark gevaren maar later als schoenerbark getuigd.” Kapitein Koen kocht op 15 augustus 1884 de “Elisabeth” zelf en hernoemde het schip, zoals gezegd in “Zeemeeuw”.
De drie reizen die Pronker onder kapitein Koen op de “Zeemeeuw” maakte waren:
* Harlingen-Great Yarmouth (wellicht kolen geladen naar de Oostzee en vandaar terug met hout)-Harlingen (7-4-1885)
* Harlingen-Sundsvall (hout)-Harlingen (23-6-1885)
* Harlingen-Hernosand (hout)-Harlingen (13-8-1885)
“Kapt. Koen behield het schip tot het einde. Met een onderbreking in 1891 en ’92 (toen hij om welke redenen dan ook, kapitein was op de 392 tons houten bark “Mercurius”, ook in de Oostzeevaart, en de “Zeemeeuw” overliet aan Kapt.P.Kuiper) voerde Kapt.Koen het schip steeds zelf tot 1900 … In 1900 verliet Kapt.Koen de zee en werd zijn eilandgenoot Klaas Ymke Ruige kapitein en mede-eigenaar, op de “Zeemeeuw”. Onder deze kapitein verging het schip op een reis van Arendal naar Harlingen”,
Er zijn scheepsafbeeldingen van de “Elizabeth” en de “Zeemeeuw”, en een portret van kapitein Koen opgenomen.052
Datum vanaf: |
1893 |
Kapitein: |
Koen, Willem |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
“Klaas Iemkes Ruijge, zeemans en kapitein/mede-eigenaar, geboren te Midsland (Tersch.) op 1 januari 1858, wonende te Hoorn (Tersch.), verdronken op 10 november 1902 op zee, 44 jaar en 313 dagen oud. Klaas is getrouwd op Terschelling op 21 februari 1884, op 26-jarige leeftijd met Magdalena Meijer (23 jaar oud), geboren op Terschelling op 5 september 1860, overleden op 18 augustus 1951, 90 jaar en 347 dagen oud, dochter van Pieter Jans Meijer (matroos) en Antje Ariens Roggen”. Toegevoegd is de melding dat de huwelijksdatum ook 21 december 1884, op een zondag, kan zijn geweest.I
Ontleend aan gegevensbestand van Kees Stada, Aak 16, 9606 PZ Kropswolde, kees.stada@consunet.nl en www.go.to.terschelling-familie
Klaas Iemkes Ruige werd geboren op 01 januari 1858 te Oost-Terschelling. Hij huwde op 21 december 1884 met Magdalena Pieters Meyer, geboren 05 september 1860 te Terschelling, en aldaar overleden op 18 augustus 1951. Klaas overleed op zee in november 1902. 010-p.100/103.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
geen 1900-1901 3/m sch. Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mitwoch)) kap/eigenaar, Harlingen
Overige bijzonderheden
Klaas Iemkes Ruige wordt genoemd als eerste stuurman op de schoener "Zeemeeuw" van 1899-1901, kapitein-eigenaar Willem Koen. Hij woont dan te Hoorn op Terschelling.
"In oktober van het jaar 1901 krijgt Klaas Iemkes Ruige zijn eerste schip, de "Zeemeeuw", waarvan hij tevens mede-eigenaar is, als kapitein. Hij maakt in dat jaar zijn eerste reis naar Sundsvall en lost de lading hout in Harlingen op 8 november van dat jaar. Het schip maakt in 1902 enkele Oostzeereizen en vertrekt dan in oktober van Rotterdam naar Arendal in Zweden. Het is bekend, dat het schip in deze haven wordt beladen met een houtsoort van een hoog soortelijk gewicht, maar ook dat het in goede zeewaardige staat omstreeks 1 november van Arendal vertrekt met bestemming Harlingen. Sindsdien is de schoener spoorloos. Op 10 december 1902 komt in de Harlinger Courant het volgende bericht: Men begint zich alhier ongerust te maken over het lot van het hier thuishorende 3-mast schonerschip "Zeemeeuw", kapitein K.I.Ruige, ongeveer een maand geleden van Arendal naar hier vertrokken met een lading hout. Het schip is aanmerkelijk overtijd, en had de reis onder gunstige omstandigheden, in een week kunnen doen.
De gezagvoerder van het alhier binnen gekomen Engelse stoomschip "Swan" heeft op de Noordzee een 3-mast schoener zeilende gezien. de afstand was evenwel te groot om vast te stellen welk schip het was.
Volgens zeelieden is echter een dergelijke lange reis niet zozeer een bijzonderheid, aangezien het schip bij den tegenwoordigen Oostelijken wind het Vliegat moeilijk bereiken kan. Er zijn voorbeelden van, dat over eenzelfde traject tweemaal zoveel tijd werd gedaan. De "Zeemeeuw" is in 1858 gebouwd. Laat ons hopen voor de bemanning en hare verwanten, dat het schip nog binnenkomt.
En veertien dagen later, op 24 december, in diezelfde krant:
"Reeds eenigen tijd heeft de wind uit zee gewaaid, doch nog geen "Zeemeeuw" is komen opdagen. Wanneer het schip niets overkomen is, had het nu reeds binnen moeten zijn. Helaas echter is dit niet het geval en heeft de zee zonder twijfel weder een aantal slachtoffers geeischt. Wij vreezen maar al te zeer, dat kapitein Ruige met zijn wakkere bemanning niet meer terugegzien zal worden. Weken lang tusschen hoop en vrees geslingerd, ontvangen de nagelaten betrekkingen de slag, die zoveel harder treft, nu zij zich zoolang tevergeefsch met een weinig hoop hebben gevleid. Helaas, het heeft niet zoo mogen zijn, onze zeelieden zijn niet teruggekeerd, de zee heeft hen opgeeischt, niet rekening houdend met menschelijk verdriet en jammer.
De "Zeemeeuw" was met man en muis gebleven. Waar en wanneer precies zal wel voor altijd een raadsel blijven. Zeker is, dat omstreeks 10 november ter hoogte van Denemarken een hevige storm heeft gewoed. Is deze storm de schoener misschien noodlottig geworden? Niemand kan hierop een antwoord geven. Als stille getuige spoelde een reddigsboei aan op het strand bij Christiaansand, waarvan onomstotelijk is komen vast te staan, dat deze boei tot de uitrusting van de vergane schoener heeft behoord.
Op Ameland vonden spelende kinderen op het straand twee jaar later een fles met daarin een beschreven stukje papier, waarop in bijna uitgewist potloodschrift de woorden: "De Zeemeeuw. Wij vergaan. God is onze toevlucht, wij zinken".
Nabestaanden van kapitein Ruige hebben destijds getracht dit briefje ter inzage te krijgen. Mogelijk hadden ze het handschrift kunnen herkennen. Maar navraag naar dit briefje had geen resultaat....010-p.100/103.
Het artikel bevat een foto van kapitein Ruige.
Deze foto hangt ook in het Museum “Het Behouden Huis” in West-Terschelling. Foto in mijn bezit, juni 2009
Tevens hangt daarnaast een schilderij van de “Zeemeeuw” met de volgende tekst:
“ “Schoenerbark “ZEEMEEUW”. Oleiverfschilderij van S.Lettinga 1839
Gebouwd in 1835. In 1902 wordt het schip vermist op de reis van Zweden naar Harlingen onder kapitein K.I.Ruige. Op het strand bij Christiaansand wordt een reddingboei van het schip gevonden. Op het Amelander strand wordt 2 jaar later flesseost gevonden met het volgdende bericht
De Zeemeeuw, wij vergaan. God is onze toevlucht, wij zinken.
Onder de omgekomen opvarenden, waren behalve de kapitein ook de Terschellinger matrozen A.Kooyman en S,Swart.
K.Ruige was van 1899 t/m 1902 gezagvoerder van de houten schoenerbark "Zeemeeuw" (ex Elisabeth, ex Mitwoch), gebouwd in 1857/58 te Danzig door V.Devers, varend voor rederij W.Koen te Harlingen. Het schip verging in 1901/1902 op reis van Arendal naar Harlingen025, 037 en 052.
Leeuwarder Courant 12 januari 1903
“DE “ZEEMEEUW VERGAAN
Men meldt ons uit Harlingen: Wat reeds eenige tijd gevreesd werd, is helaas waarheid geworden: de driemastschoener de Zeemeeuw, alhier thuisbehoorende, is in open zee vergaan. Gisteren kwam van den consul generaal te Christiania hier het bericht , dat in de haven van Christiansund een reddingboei gevonden is, met zwarte letters gemerkt “Zeemeeuw”Harlingen Kapt. K.J.Ruige, vader van zes kinderen , S.Swart en A. Kooyman, broodwinner voor zijne moeder, allen van Terschelling, C.Zeylemaker van Vlieland en nog vijf anderen zijn verdwenen in het immer gapende graf.”
|