Familiegegevens en opleiding
Pieter Jacobus van Kerkhoven werd geboren te Harlingen op 05 januari 1790.
Hij was getrouwd met Dettje Wierdsd de Zwart, geboren te den Bildt op 14 januari 1798 en overleden 11 december 1871
Pieter overleed in 1871 en bij zijn overlijden is als woonplaats Nieuwer Amstel opgegeven..003 en 118
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Pieter Jacobus Kerkhoven, geboren 05 juni (!) 1790 te Harlingen, Nederlands Hervormd, wonend op de Bloemgracht 68, Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Kerkhoven was in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 85 lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag"008.
P.J.Kerkhoven werd met vlagnummer 47 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Datum van inschrijving en de voordrager zijn niet vermeld. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Admiraal Tromp"002.
In de Algemene Ledenvergadering van het college op 31 maart 1824 werd P.J.Kerkhoven aangenomen als effectief lid op voordracht van de heer ten Boekel023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 2 mei 1826003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1871 verzoekt de wed. P.J.Kerkhoven geb. de Zwart om de regelementaire uitkering welke haar in de vergadering dd 28 september 1871 wordt toegekend ingaande 01 november 1871.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 16 augustus 1836 staat de mededeling van kapitein P.J.Kerkhoven dat op 24 augustus 1836 bij de werf de Oranje Boom in de Bikkerstraat te Amsterdam van stapel zal lopen het door hem gevoerde fregat “Admiraal Tromp”.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 24 oktober 1871 staat vermeld dat de wed. P.J.Kerkhoven geb de Zwart per 01 november 1871 een uitkering in de 1e klasse is toegekend.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
47 1825 schoner Joannes Arnoldus Bosscher & Bouwman
1826-1831 sch.kof Joannes Arnoldus idem
1832-1835 sch.kof Joannes Arnoldus B.D.Bosscher
26 1836-1843 fregat Admiraal Tromp
1844-1853 fregat Doggersbank idem
11 1854-1862 fregat Doggersbank idem
1863-1870 geen vermelding van schip en boekhouder
Betalingen m.b.t. de "Doggersbank" onder gezag van kapitein P.J.Kerkhoven in het Stortingsregister van het college "Zeemanshoop" met vermelding van de betalingsperiode (is indicatie van reisperiode)044:
bron begin van de reis einde van de reis reisduur
GAA-491/317 fol.97 09 juni 1859 05 september 1860 14 maanden/26 dagen
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.J.Kerkhoven Doggersbank 09 november 1860 07 augustus 1862
Bouma025 vermeldt P.J.Kerkhoven als gezagvoerder gedurende:
* 1819 t/m 1820 van de brik “Maria Frederika”, bouwgegevens ontbreken, varend voor C.Bosscher te Amsterdam;
* 1828 t/m 1836 op de sch.kof “Johannes Arnoldus”, gebouwd in 1828 te Harlingen, 180 ton o.m., varend voor Bosscher & Bouma te Amsterdam;
* 1837 t/m 1844 op het 3/m schip “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 751 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam. Dit schip liep op 24 augustus 1836 van stapel op de werf Oranjeboom in de Bikkerstraat te Amsterdam (notulen Alg.Verg. Zeemanshoop, 16 augustus 1836)023
* 1845 t/m 1858 op het 3/m schip “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 869 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher, te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Pieter Jacobus Kerkho(o)ven op de:
“Henrietta Wilhelmina”, dd 11 juni 1819; 05 juni 1820. klopt niet met opgave van Bouma. Zie ook T.J.Kerkhoven
“Joannes Arnoldus”, dd 27 mei 1823; 20 april 1824; 20 oktober 1824; 22 juli 1825; 12 april 1826; 30 oktober 1826; 06 juli 1827; 24 maart 1828; 01 december 1828; 23 juli 1829; 24 juni 1830; 18 maart 1831; 21 maart 1832; 16 oktober 1833; 29 april 1835;
“Admiraal Tromp”, dd 04 april 1837; 18 april 1838.
Overige bijzonderheden
In een rapportage omtrent de dood van kapitein Klaas Visman te Paramaribo is opgenomen: “Eene schriftelijke Verklaring van de Heeren Effectieve Leden Willem Landzaat Jr en Pieter Jacobus Kerkhoven mede inhoudende eene kennisgeeving van het Overlijden benevens hun Ed verleende adsistentie bij de Begravenis van gemelde Heer Klaas Visman, waarbij nog gevoegd wordt Hun Ed. gevoelens wegens het niet overleggen der Doodacte, hetwelk door Hun Ed aan de dood van den Doodgraver dewelke ter zelvertijd is komen te overlijden, als zeer waarschijnlijk wordt toegeschreven … “042
P.J.Kerkhoven verzorgde per 04 mei 1837 met de “Admiraal Tromp” vanuit Nieuwediep een troepentransport van 8 officieren en 117 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 augustus 1837 na 106 dagen
Per 08 september 1854 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Doggersbank” en een contingent van4 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 januari 1855 na 132 dagen.
En op 03 januari 1858 vertrok hij met de “Doggersbank” vanuit Nieuwediep en 4 officieren plus 125 manschappen. Hij kwam aan te Batavia op 25 april 1858 na 112 dagen065.
In de Harlinger Courant van eind Januari 1853 (datum staat niet op de fotokopie) staat in de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht096:
“ AMSTERDAM, 28 Januari. Het schip Doggersbank, kapt.P.Kerkhoven, van Londen naar Sydney, den 8 December jl. te Rio Janeiro binnengeloopen, had schade aan de tuigage bekomen, doch zou binnen 5 of 6 dagen gereed zijn om de reis voort te zetten.”
Rotterdamsche Courant 11 november 1819114
Amsterdam, 9 november. Kapitein Pieter Zink, voerende het schip de HERSTELLER, van Surinamen den 7 november in Texel binnen, heeft in het Kanaal bij Portland gezien een kof met schoonertuig, voerende seinvlag No. 69, waarschijnlijk de JONGE WILLEM, kapitein Ibe Jans Schelts, van Amsterdam naar Port-à-Port.
Met gemelde kapitein Zink heeft men berigt, dat den 30 augustus laatstleden te Surinamen gearriveerd was kapt. T.J. Kerkhoven, voerende het schip HENRIETTA WILHELMINA, van Amsterdam, en dat den 15 september van daar zou vertrekken het schip NICOLETTE JEANNE, kapt. Michiel Koos, naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 20 maart 1821114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, J. Luijt Pz, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee en J. Altena, makelaars, zullen op maandag den 26 maart 1821, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, met koperen huiden en metalen roerstellen (toestel waarmee het roer aan een schip hangt; hier bedoelt men de vingerlingen) en haken, genaamd HENRIETTA WILHELMINA, gevoerd door kapt. P.J. Kerkhoven, lang 23 ellen 6 palmen 4 duimen, wijd 7 ellen 3 palmen 6 duimen, hol 3 ellen 9 palmen 6 duimen (alles Nederlandse maat); zijnde Amsterdamse maat lang 83½ voeten, wijd 26 voeten, hol 14 voeten; breder bij den inventaris en berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114
Rotterdam, 22 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s-List van den 16 januari 1821.
Het schip HENRIETTA WILHELMINA, kapt. Kerkhoven, van Curaçao naar Amsterdam, is den 14 dezer te Douvres (opm: Dover) binnengelopen, en de volgende dag te Portsmouth het schip ALEXANDRE, kapt. Schacht, van Lissabon naar Antwerpen; ….
Rotterdamsche Courant 27 januari 1821114
Rotterdam, 26 januari. Het schip HENRIETTA WILHELMINA, kapt. P.J. Kerkhoven, van Curaçao naar Amsterdam, te Douvres (opm: Dover) binnengelopen, heeft den 20 dezer de reis voortgezet en den 23, in het gezigt van Scheveningen, een loods van dit dorp voor NLG 70 aangenomen.
Dezelve meldt, dat het brikschip NICOLETTE JEANNE, M. Koos, van Surinamen naar Amsterdam, zich toen 7 mijlen west-noordwest van Scheveningen bevond.
Rotterdamsche Courant 30 januari 1821114
Amsterdam, 27 januari. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen M. Koos en T.J. Vlieger van P.J. Kerkhoven van Curaçao en P. Maas van Gothenburg; dezelve zijn met behulp van sloepen door het ijs in het Nieuwe Diep gebragt; G.J. Nieuwland en J.A. Bruinsma van Londen; de laatste is in de haven van Texel gezeild. Er drijft nog veel ijs op stroom. De postschuit is gisteren over geweest, doch heeft de brievenmaal met een jol aan Den Helder gebragt en is toen wegens het ijs moeten terug keren.
Den 15 dezer is in het Ras van Terschelling gekomen J.B. van den Oever van Hamburg
Familiegegevens en opleiding
A.A.Herman was getrouwd met Maria Kik, geboren op 12 april 1795 en overleden op 14 november 1880.118
Albertus Anton Herman werd geboren te Amsterdam op 09 november 1796.
Hij trouwde met Maria Kik, geboren te Amsterdam 12 april 1795. Het echtpaar kreeg een zoon op 23 oktober 1822 en een dochter op 16 september 1824.
Albertus overleed in 1848.
Anthon Albertus Herman (dus omkeer van de voornamen) werd vlg. doopceel nr.1102 gedoopt op 09 november 1796 te Amsterdam. De ouders waren Folkert Herman, van Lier, gereformeerd, en Forske Rippinga, van Lier, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 29 april 1809 was de vader overleden en dreef de moeder een "commenijswinkel" in de Tichelstraat 58 te Amsterdam. Anthon was toen 13¼ jaar, 5 voet lang en had de kinderziekten gehad. Vanaf 01 juli 1809 werden de vorderingen in 3-maandelijkse rapporten bijgehouden met als bijzonderheden:
15 februari 1812 "als Ledemaat aangenomen".
15 april 1812 "geplt op de cadettenbrik Irene om te kruisen"
01 september 1812 "Examens gedaan"
05 november 1813 "van de brik terug"
18 april (1814?) "door den Minister van Marine als apprentif Marin aangesteld".
03 mei (1814?) "naar Texel vertrokken".004(531/1102).
In het overzicht van Vreugdenhil en van Sluijs omtrent marineschepen014 wordt als enige brik uit vermelde periode genoemd de “Irene” ,(ex. “Havik”, ex “Kitty”) in 1806 te Amsterdam gebouwd, in 1807 te water gelaten en in 1810 voor 23/24 ste gereed. Het schip werd in 1813 omgewisseld voor een Engelse brik en verkocht. De Engelse brik, oorspronkelijk “Grashopper’, werd herdoopt tot “Irene”. Een gezagvoerder wordt niet vermeld.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.A.Herman (adres de Vereeniging) werd met vlagnummer 70 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Verdere gegevens zijn in het inschrijfregister niet vermeld002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 01 september 1824 werd A.A.Herman, oud 28 jaar, wonende in de Vinkenstraat bij de Brouwersgracht, aangenomen als effectief lid op voordracht van T.C.Claus en met vlagnummer 70023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 mei 1849 staat dat per 01 februari 1849 een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein A.A.Herman voor haar en 1 kind.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 07 november 1825003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1849 verzoekt M.Kik, de weduwe van kapitein A.A.Herman om een uitkering. Deze wordt haar en 1 kind toegestaan per 01 februari 1849 in de vergadering van 26 april 1849.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
70 1825-1826 fregat Margaretha Johanna R.le Chevallier & P.Portielje
1827-1828 brik de Onderneming Amsterdamsche Reederij-Societeit
1829-1831 fregat de Surinaamsche Vriend J.J.Poncelet & Zn
1832-1835 fregat de Vereeniging idem
38 1836-1842 fregat de Vereeniging idem
1843 geen opgave van schip en boekhouder
1844-1848 fregat Admiraal Tromp B.D.Bossche
Bouma025 en van Sluijs013 noemen A.A.Herman als gezagvoerder gedurende:
* 1826/27 op het 3/m-schip “Margaretha Johanna”, bouwjaar en -plaats en tonnage niet vermeld; varend voor R. le Chevalier & P.Portielje te Amsterdam. Het schip kwam op 26 maart 1827 in veiling (Amsterdamsche Courant 18 maart 1827);
* 1828/1829 op de brik “Onderneming”, gebouwd in 1826 te Amsterdam. Het schip liep op 20 juli 1826 op de werf De Zwarte Raaf van stapel onder gezag van scheepsbouwmeester F.Baay. Het schip mat 216 ton o.m. en voer voor de Amsterdamsche Reederij-Societeit te Amsterdamzie ook 013;
* 1830 t/m 1832 op het 3/m-schip “de Surinaamsche Vriend”, gebouwd in 1803, 240 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam;
* 1833 t/m 1843 op het 2-deks 3/m-schip de “Vereeniging”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 411 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam. Het schip werd op 17 juli 1843 te Amsterdam geveild. (Handelsblad 17 juli 1843);
* 1845 t/m 1849 op het 3/m-schip de “Admiraal Tromp”, op 25 augustus 1836 te Amsterdam op de werf de Oranjeboom te water gelaten onder scheepsbouwmeester A.de Graaf. Het schip mat 751 ton o.m. en voer voor B.D.Bosscher te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" in Straat Madoera op weg naar Banjoewangi057:
17 maart 1839 "... Praaijde Kaptijn Herman schip Vereeniging ...".
19 maart 1839 "... te 3u praaijde kaptijn Herman schip Vereeniging ...".
Het fregat "De Vereeniging" onder gezag van Albert Anton Herman en met 20 manschappen dateerde de monsterrol 06 juni 1838 met bestemming Batavia. De boekhouder was J.J.Poncelet011.
Op 15 maart 1832 komt Simon Halfweg als ligtmatroos op de “Vereeniging” onder kapitein A.A.Hermans voor een reis naar Batavia waarvan hij op 06 februar 1833 terugkeert. 004/993-1604
A.A.Herman verzorgde per 17 januari 1846 vanuit Nieuwediep met de “Admiraal Tromp” een troepentransport van 4 officieren en 90 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 juni 1847 na 147 dagen. Onderweg was 1 militair gedesteerd065.
Nan Halfweeg te Leidschendam bericht op 09 maart 2006 het volgende:
Een logboek van Simon Halfweeg als ligtmatroos beschrijft een reis van Amsterdam naar de Oost.
Deze (aanvang juli 1832) “gaat via Baltimore met landverhuizers uit de Pfaltz. In de Oost ligt het schip enige weken in Sourabaja. Daarnaast nam zijn schip deel aan een “pacificatietocht”op de rivieren Soensang en Djambi (Palembang) in konvooi met Z.M.Kanonneerboten Nos. 8 & 9. Bij deze reis zijn noch de naam van het schip noch die van de gezagvoerder genoemd. Uit de aantekening “Vorige Reis” achter “duffelsche pijjekkers” in de uitrustinslijst (16 maart 1832 – zie bijlage), zou men kunnen afleiden dat die vorige reis gemaakt is met het fregat “Cornelia Sara” onder kap. Leeuwerik (217) die in de staat van dienst van de Kweekschool voor de Zeevaart genoemd is. De naam “Vereeniging” onder kapt. A.A.Herman komt voor op die uitrustingslijst.
Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapr. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216
22 februari 1835 “… op de ree (van Passoeroeang) gekomen kapt. Hermans…”
Familiegegevens en opleiding
Klaas de Moes werd geboren te Monnikendam op 18 februari 1809
Hij huwde op 02 maart 1843 te Amsterdam met Sara de Gelder, geboren te Dordrecht op 01 januari 1809.als dochter van Aron Simon de Gelder en Katharina Marcelis. Sara was de weduwe van kapitein Edo Eden. Na het overlijden van Klaas hertrouwde Sara in juni 1861 met Dirk Nijman. Zij overleed op 07 januari 1886118
Hij is overleden op 05 maart 1850 aan boord van zijn schip de “Admiraal Tromp’ even voorbij de Canarische Eilanden op weg naar Batavia (zie hierna in artikel in Gens Nostra).
In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Klaas de Moes, geboren op 18 februari 1810 te Monnikendam, Protestant, wonend op de Zeedijk 3 Amsterdam.
In het artikel Op het slechte pad. De families De Gelder, Kram(m)er en Arons van Harmen Snel in Gens Nostra 69, nr. 7, 2014, p.244-255 staat het volgende:
“Klaas (de Moes) woonde in de Vierwindenstraat en zij (Sara de Gelder) op het adres Oude Zijds Kapelsteeg 1 (te Amsterdam) …op 9 maart 1843 werd een mutueel testament opgemaakt. Zij woonden nu beiden op hetzelfde adres in de Oude Kapel Steeg…
Klaas de Mos was een zeeman in hart en nieren. Hij maakte minstens twintig zeereizen, vijf naar de West en vijftien naar de Oost. Hij was op 17 december 1821 met goedvinden van zijn ouders, hij was pas 11 jaar oud, aangenomen op de Zeevaartschool. Het eerste jaar leerde hij daar de werking van het kompas, driehoeksmeting en scheefhoekige logarithmen en hij ging op 1 oktober 1822 naar de tweede klas. Op 13 november kwam hem de Prijs in de Zeevaartkunde Eerste Klasse toe, zijnde een boek met de titel “Reizen naar IJsland en Baffinsbaaij”. In de leertijd daarna leerde hij vooral algebra, meetkunde en geometrie. Op 13 september 1824 werd hij als kajuitwachter geplaatst op het schip “De Vriendschap”, onder kapitein J Visseer, naar Suriname. Hij keerde terug op 1 juli 1825 met een goed getuigschrift. In het kader van zijn opleiding maakte hij nog een tweede reis. Op 12 september 1825 werd Klaas als lichtmatroos geplaatst onder kapitein H.Bos op de “Concordia”. Deze keer ging de reis naar Cuba en keerde hij terug op 25 april 1826, wederom met een goed getuigschrift. Op 17 mei 1826 tekende Klaas zijn honorabel ontslag van de Zeevaartschool en kreeg hij vrijstelling voor de Ntionale Militie. ….
Het artikel in Gens Nostra vermeldt na zijn leerlinentijd aan de Zeevaartschool 17 reizen tussen 1827 en 1850 in de rangen lichtmatroos, matroos 2de stuurman, 1ste stuurman en kapitein naar zowel Batavia als Suriname. Hij voerde het gezag over de “Admiraal Tromp” van 04 juni 1849 tot 04 november 1850 op een reis naar Batavia Cardiff en Manilla en van 18 november 1850 tot zijn overlijden in 1851 op een reis naar Batavia. In 1843-1844 was hij 1ste stuurman op de “Sara Maria” onder kapitein J.J.Reinhardt en
“Klaas verzocht na thuiskomst met de Sara Maria op 2 juli 1844 bij het College Zeemanshoop om een uitkering. Deze werd hem in de Tweede Klasse per 29 augustus 1844 toegestaan. Hij verzocht op 30 januari 1845 om voortzetting van deze onderstand, wat hem werd toegestaan op 27 februari 1845. Klaas bedankte Zeemanshoop op 28 augustus 1845 voor de genoten onderstand en maakte daarna nog 5 reizen naar de Oost. Voor het vertrek van Klaas’laatste reis (in 1850 als gezagvoerder) werd een advertentie geplaatst waarin werd geprobeerd passagiers te werven. Het schip was nieuwe gekoperd, en er waren uitmuntende inrichtingen voor passagiers en er was een bekwame scheepsdokter aan boord. Op deze reis overleed Klaas op 5 maart 1851, ondanks de bekwame scheepsdokter, na een ziekte van een paar dagen. Het schip was de Canarische Eilanden net gepasseerd..”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.de Moes werd met vlagnummer 794 ingeschreven ls effectief lid van Zeemanshoop per 12 juni 1849 op voorspraak van A.Stokvliet. Zijn schip was de "Admiraal Tromp". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 05/12 juni 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Klaas de Moes, oud 39 jaar, voerend het fregat “Admiraal Tromp”, op voordracht van kapitein A.Stokvliet.023
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 12 juni 1849003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juli 1844 vraagt K. de Moes om een uitkering. In de vergadering dd 30 januari 1845 herhaalt hij dit verzoek en in de vergadering dd 27 februari 1845 wordt deze hem toegekend voor 6 maanden.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de weduwe van K. de Moes ingaande 01 mei 1851.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juli 1861 staat vermeld dat de weduwe K. de Moes is hertrouwd met D.Nijman.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1876 vraagt de wed. D. Nijman geb. S. van Gelder, eerder wed. K. de Moes om een herstel van uitkering. Het Bestuur gaat accoord met ingnag van 01 augustus 1876.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd.11 maart 1845 wordt een ondersteuning toegekend aan K. de Moes.023.
In de notulen 09 september 1845 van de Algemene Vergadering staat de mededeling dat K.de Moes heeft bericht te zijn hersteld en zijn dank uitspreekt voor de genoten uitkering.023 (K. de Moes is pas in 1849 effectief lid geworden. Was hij al eerder lid van Zeemanshoop maar dan in een lagere klasse, bv. als stuurman?)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 juli 1851 staat dat aan de weduwe van kapitein K. de Moes per 01 mei 1851 een uitkering is toegekend.023
In de notulen van de Algemene Vergadering van 06 augustus 1861 staat vermeld dat de weduwe K. de Moes is hertrouwd met D.Nijman en bedankt voor de uitkering.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 juli 1876 staat vermeld een verzoek van de wed. D.Nijman, eerder de wed. K. de Moes om herstel van haar uitkering, hetgeen wordt toegestaan.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer001 jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
794 1849-1850 fregat Admiraal Tromp B.D.Bosscher te Amsterdam
Bouma025 vermeldt K.de Moes als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1851 van het 3/m schip “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 751 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt een kapitein Drent (zonder intitalen) als gezagvoerder gedurende:
* 1852 van het 3/m schip “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 751 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Bremer094 vermeldt de stranding in het Schulpengat op 25 december 1851 van de koopvaarder “Admiraal Tromp”, geladen met koffie, onder gezag van kapitein J.M.Drenth.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
- van Tubergen Admiraal Tromp 12 mei 1860 27 juni 1861
Admiraal Tromp 24 februari 1862 geen vermelding
Admiraal Tromp geen melding 24 maart 1863
Drie Gebroeders 05 oktober 1863 03 februari 1864
Auguste 1867 (geen datum) 01 mei 1868
Bouma025 vermeldt J. van Tubergen als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1863 op het 3/m schip “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 751 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen;
* 1864 van de bark “Drie Gebroeders” ex Rijswijk, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 525 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1868 t/m 1872 van de bark “Auguste” ex Graaf Dirk III, gebouwd in 1850 te Dordrecht, 598 ton o.m., varend voor F.F.Groen te Amsterdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
J.van Tubergen verzorgde per 10 april 1854 vanuit Nieuwediep met de “Admiraal Tromp” een troepentransport van 3 officieren en 139 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 24 juli 1854 na een reis van 105 dagen.
Per 04 november 1855 vertrok hij wederom van Nieuwediep met hetzelfde schip en een contingent van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 19 februari 1856 na een reis van 107 dagen.
Per 11 maart 1857 vertrok hij vanuit Nieuwediep met wederom de “Admiraal Tromp” en een transport van 3 officieren en 150 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 07 juli 1857 na 118 dagen. Onderwg overleed 1 manschap065.
|