Familiegegevens en opleiding
Teunis Jansz Rotgans werd geboren op 03 januari 1809 te Amsterdam en overleed aldaar op 01 september 1863. Hij was koopvaardijkapitein en winkelier te Amsterdam. In 1836 was hij stuurman op de "Zeevaart" onder kapitein S.J.Schol.
Teunis Jans was de broer van kapitein Sies Jans Rotgans
99
Hij was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" met vlagnummer 652. Hij was gezagvoerder van
1855 De Goede Verwachting
1855-1862 Courier
Informatie mevr.M.J.M.Weber, Hilversum. April 1999.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.J.Rotgans werd met vlagnummer 652 per 23 oktober 1855 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van F.H.Zeijlstra. Zijn schip was de "Koerier". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 16/23 oktober 1855 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Teunis Jansz. Rotgans, oud 45 jaar, voerend de brik “Koerier”, op voordracht van kapitein F.H.Zeijlstra.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 oktober 1863 is een aanvraag voor ondersteuning door T.J.Rotgans geb. Wulp.In de vergadering dd 03 december 1863 wordt het verzoek afgewezen, maar wordt hem een gratificatie van f 10,- uit de bussen toegekend.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 oktober 1888 vraagt de wed. T.J.Rotgans om een gratificatie. Op 06 december 1888 wordt haar f 25,- uit de bussen toegekend. In de Bestuursvergadering van 04 juli 1889 worden de gratificaties aangepast aan de ongunstige financiële toestand en voor de wed. Rotgans gesteld op f 12,50. Derhalve krijgt zij op 03 oktober 1889 een bedrag van f 12,50 uit de bussen toegezegd. Idem op 02 oktober 1890. Idem per 01 oktober 1891. Idem per 06 oktober 1892. Idem per 12 oktober 1893. Idem per 04 oktober 1894. Idem per 03 oktober 1895. Idem per 16 mei 1897. Idem op 03 februari 1898 ingaande 01 mei 1898. 042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 04 oktober 1888 (Stadsarchief Amsterdam, 491-41) staat een verzoek om uitkering dd 08 september 1888 van de wed. T.J.Rotgans uit Terschelling. Ze stelt, na het overlijden van haar man in 1863 in eigen onderhoud te hebben voorzien. Maar ze is nu 75 en vraagt een gratificatie.042
In de Bijlage van de Bestuursvergadering op dezelfde datum is een verslag van een onderzoekscommissie uit het Bestuur dd 01 november 1888. Er is informatie ingewonnen bij een Terschellinger i.c. D.J.Oepkes. Daaruit blijkt dat de wed. Rotgans na het overlijden van haar man een winkeltje heeft gehad, daarbij gesteund door 2 zonen, die inmiddels zijn overleden. Ook een gehuwde dochter heeft bijstand verleend. Har man overleed “1ste September 1863 aan de wal, en, niet behoorende tot de klasse van voortdurende deelnemer, verviel door zijn overlijden het recht op uitkeering voor zijn weduwe.” Uit een bijgevoegde lijst van stortingen blijkt dat hij al in 1830 als matroos zijn eerste storting deed. Voorts als stuurman van 1839-1853 en als kapitein van 1855-1862. Het totaal aan stortingen bedroeg f 830,68.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 08 januari 1889 staat een verzoek van de wed. T.J.Rotgans om een uitkering. Er is niet vermeld of deze is toegekend. In de notulen dd 07 november 1889 is een gratificatie ad f 12,50 toegekend. Idem per 06 november 1890. Idem per 01 december 1892. Idem per 02 november 1893. Idem per 01 november 1894. idem per 02 januari 1896. Idem per 02 september 1897 Idem per 03 maart 1898. 023.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
652 1855-1861 brik Kourier(Koerier) P.Scheffer & Zn
1862 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
T.J.Rotgans Koerier 08 oktober 1860 09 januari 1862
Bouma025 vermeldt T.J.Rotgans als gezagvoerder gedurende:
* 1855 op het 3/m schip “Goede Verwachting”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 766 ton o.m., varend voor T.van Schaak te Amsterdam;
* 1856 t/m 1862 op de brik “Koerier”, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Melding van het overlijden van de matroos IJ.Sprik op 21 september 1854 aan boord van het schip “Goede Verwachting” onder kapitein Teunis Jans Rotgans, liggende op de rede van Soerabaja.115.
Bij Bijlagen bij de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 oktober 1888 (zie hiervoor) zijn enige kwitanties van stortingen gevoegd. Daaruit blijkt dat kapitein Rotgans in 1841/42 als 1ste stuurman heeft gevaren onder kapitein C.F.Reus.(dit was op de schoenerkof “Brazilië voor boekhouder Klijn & Co te Amsterdam)
In 1854/55 voer hij als kapitein naar Java, in 1855 naar Pallau, en in 1860/62 met de “Koerier”naar Sidney en Java.042.
De brik “Koerier” onder kapitein T.J.Rotgans was op 08 juni 1856 te Cardiff en op 04 november te Callao, dus via Kaap Hoorn. Op 03 januari 1857 is er een melding van Beachy Head op weg naar le Havre, dus ook weer via Haap Hoorn.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.P.Carst werd met nr.625 effectief lid van Zeemanshoop per 22 mei 1855 op voorspraak van F.C.Jaski. Zijn schip was de "Tweelingzusters"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 mei 1855 werd als lid voor de vlag voorgedragen/benoemd Willem Pieters Carst, oud 32 jaar, voerend de bark “Tweeling Zusters”, voor rekening van D. v/d Berg, wonend te Nieuwendam, op voordracht van kapitein F.C.Jaski.023.
W.P.Carts was met lid voor de vlag van Zeemanshoop in de periode 1855 t/m 1866 met vlagnummer 625.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
625 1855-1861 bark Tweeling-Zusters D.van den Berg
1862-1866 brik Koerier P.Scheffer en Zn
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
W.P.Carst Tweeling Zusters 14 juli 1859
Tweeling Zusters 08 augustus 1860 04 september 1861
Tweeling Zusters 20 mei 1862
Bouma025 vermeldt W.P.Carst als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1862 van de bark “Tweelingzusters”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam; 327 ton o.m., varend voor D.v/d Berg te Amsterdam;
* 1863 t/m 1868 op de brik “Koerier”, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam. Het schip was in 1869 van J.& J.Vinke te Amsterdam en herdoopt in “Adriana”;
* 1870 t/m 1883 op het fregat “Kanawaga”, gebouwd in 1863 te Krimpen aan de Lek, 1170 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de volgende opmerking080:
09 januari 1852 op de reede van Cilacap:
“Ik vond hier op de reede De Hector Persille, de Zorgvliet, kapt Appel, de Hendrik Wester, kapt. Rijnders, De Tweeling Zusters, kapt. Karst en kapt. Dupain van de Koophandel.”
Kapitein; schoenerkof "Jonge Willem " Id 9323.
Reder ;Dirk van den Berg Amsterdam.
Periode 1849 -1851.
Familiegegevens en opleiding
Tijs Visser werd geboren te Schiermonnikoog op 03 juli 1842 als zoon van Wybe Jacobs Visser en Grietje Ytjes Post.
Hij trouwde te Schiermonnikoog op 25 januari 1870 met Lollina Theunis Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 12 augustus 1847 als dochter van Theunis Mellema Benjamins Jaski en Trijntje Lammerts Drayer. Zij overleed op 04 maart 1929 te Rotterdam bij haar dochter Engelina Soeteman-Visser.
Tijs was sinds het eind van de 19e eeuw gedurende vele jaren kastelein te Anjum en exploiteerde het “Logement met Stalling”, annex “Stations Koffiehuis”. Hij overleed op 27 januari 1917 in Anjum/Oostdongeradeel. Het logement werd toen overgenomen door Petrus Minneboo
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.W.Visser was met vlagnummer 61 in de periode 1869 t/m 1917 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
In de ledenlijst is hij tot nà 1919 als lid vermeld, hetgeen gezien zijn overlijdensjaar dus onjuist is.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.W.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1873 van de brik “Adriana” ex Koerier, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam;
* 1873 t/m 1876 van de brik “Abraham”, ex Sirius, gebouwd in 1863 bij W.& A.H.Meursing te Nieuwendam, 375 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam;
* 1877 t/m 1892 van het 3-mastschip “Gerrit & Willem” ex Honingbij, gebouwd in 1856 bij Kloos te Alblasserdam, 755 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Scheepsberichten 30 november 1892: “Verkocht aan J.Bos te Burgerbrug om gesloopt te worden” (Sweys). De opbrengst was f 6.500,-.
Een portret van de brik “Adriana” staat op p.91 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel bevindt zich in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen.
Overige bijzonderheden
De Dorpsbode 38(20):1984.Bijdrage 10 meldt dat het gezin Visser-Jaski in 1893 verhuisde naar Anjum. Ze hadden aldaar een logement/stalling/stationskoffiehuis/biljart. Dit werd in 1917 overgenomen van Petrus Minnebo. Het werd door veel eilanders bezocht.
In het kasboek 1898-1927 van het Pensioenfonds “Goede Voorzorg” staat in 1899 van T.W.Visser de ontvangst van f 5,50 voor contributiebetaling van f 5,00 plus een boete van f 0,50 voor niet tijdige betaling van contributie.
Familiegegevens en opleiding
Melle Fenenga werd geboren op 26 december 1836 te Schiermonnikoog als zoon van Gerrit Gerrits Ruurds Fenenga en Neeltje Willems Mellema.
Hij trouwde op 15 januari 1863 als zeeman te Schiermonnikoog met Johanna Cornelia (Simons) Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 22 maart 1836 als dochter van Simon Jans Jaski en Geertruida Teunis Borst. Johanna vertrok op 29 mei 1895, na het overlijden van haar echtgenoot, naar haar zuster Christine te Amsterdam waar zij een sigarenwinkel in de Vrolijkstraat dreven. Johanna overleed aldaar op 05 mei 1917.
Melle overleed op 19 oktober 1892 op de Maaskade te Rotterdam. Als zijn beroep is “tapper” opgegeven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.G.G.Fenenga was met vlagnummer 49 in de periode 1875 t/m 1892 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 28 in de periode 1880 t/m 1892 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
M.G.G.Fenenga was gezagvoerder gedurende025:
* 1874 t/m 1879 van de brik “Adriana” ex Koerier, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Zeetijdingen: 30 augustus 1879: “Te Hungerborg gestr. en wrak.” (Sweys).
Handelsblad 31 augustus 1879. “Hungerborg 29 augustus 1879. Het Nederlandsche schip “ADRIANA”, kapitein Fenenga, is gestrand en heeft de Groote mast gekapt. Volk gered.”.
Handelsblad 19 september 1879. “Nerva 13 september 1879. De gestrande Nederlandsche schepen “ADRIANA”, kapitein M.G.G.Fenenga, en “ELISABETH”, kapitein F.Visser, zijn afgekeurd. Door het slechte weer is men eergisteren met lossen begonnen. Vermoedelijk zal het grootste gedeelte van de lading geborgen kunnen worden.” (beiden uit Hoedemaker).
* 1881 van de bark “Heemse” gebouwd in 1843 op de werf “De Hoop” bij J.Meyes & Zn te Amsterdam, 724 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Het schip is op 14 oktober 1882 bij Sundsvall gestrand en wrak geraakt (Bouma);
Handelsblad: “Amsterdan 10 october 1881. Blijkens telegram Sundsvall dd. gisteren is het Nederlandsche schip HEEMSE, kapitein Fenenga, gestrand en wrak, volk gered.” (Hoedemaker);
* 1882 t/m 1891 van de bark “Egbert & Nicolaas” ex Landbouw, gebouwd in 1856 bij J.Smit te Papendrecht, 607 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Zeetijdingen 30 november 1891: “later u.d.h.verk. om gesl. te worden.” (Sweys).
Een portret van de brik “Adriana” staat op p.91 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel bevindt zich in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd 21 november 1874 staat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht096:
“Amsterdam 19 Nov. Het Ned. schip Adriana kapt M.G.G.Fenenga lag volgens ontvangen telegram uit Lovisa dd 18 dezer aldaar zeilklaar naar Amsterdam; daar het echter met O.wind sterk vroor en er geen sleepboot aanwezig waren, was het niet mogelijk in zee te komen; aan boord alles wel.”
De Harlinger Courant dd 04 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen.
“Elseneur 29 Nov. Adriana, M.G.G.Fenenga, Lovisa n. Amsterdam.”
|