Inloggen
SARA EN MARIA - ID 8780


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1835-11-09 / 1858-04-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1835
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Jan Nuveen - werf 'De Walvisch', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1835-01-14
Launch Date: 1835-06-29
Delivery Date: 1835-10-27
Technical Data

Net Tonnage: 374.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 200.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 30.10 Meters Registered
Beam: 6.02 Meters Registered
Depth: 4.72 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1835
Datum agenda: 1835-11-09
Register nr: 18350507
Scheepsnaam: SARA EN MARIA
Type: Bark
Lasten: 200
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hartsen, Gebr.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Reinhardt, J.J.
Opmerkingen: Nieuwe zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1835-10-27 SARA EN MARIA
Manager: Firma Gebr. Hartsen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1849-00-00 BANTAM
Manager: Casparus Franciscus Kopersmit, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Casparus Franciscus Kopersmit, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1855-00-00 IDA
Manager: Jan Lodewijk Gregory Pierson, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Jan Lodewijk Gregory Pierson, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bijlage bij acte 32 van 1835, bark SARA EN MARIA

eigenaren per primo november 1835:

firma Gebr. Hartsen, Amsterdam        (boekhouders en    1/2e part)

J. Hodshon, Amsterdam                                                     (1/8e part)

J. de Haan Pzn., Amsterdam                                              (1/16e part)

Mevr. Straalman, geboren Hodshon, Amsterdam               (3/32e part)

Mej. H.A. Hodshon, Amsterdam                                          (1/16e part)

firma Heukelom & Sijpkens, Amsterdam                               (1/8e part)

G. Kramer, Amsterdam                                                        (1/32e part)

 ML / 010216

Bijlage bij acte 41, bark BANTAM

eigenaren per medio oktober 1849:

Casparus Franciscus Kopersmit, Amsterdam (boekhouder en 3/16e part),

C. Kopersmit jr., Amsterdam                                                 (1/8e part),

B. Kopersmit, Den Haag                                                       (1/8e part),

M. van Regteren Altena, Amsterdam                                    (1/8e part),

W.L. van Oosterwoudt, Amsterdam                                      (1/8e part),

Gouda & ter Meulen, Amsterdam                                         (1/8e part),

B.D. Bosscher, Amsterdam                                                  (1/8e part),

L. Jonker, Amsterdam                                                          (1/16e part)

EJ / 091216

 

Ship Events Data

1835-10-23: scheepsmeting door De Raadt d.d. 23 oktober 1835
het schip is kopervast en gekoperd - Het schip meet 200 Lasten.
1846-01-26: Damaged
NRC 300146 Ramsgate, 26 januari. Het schip SARA EN MARIA, kapt. Dijkers, van Amsterdam naar Batavia en Sourabaja, alhier binnengelopen, heeft door het onstuimige weder bij laag water zodanig op de harde moddergrond gestoten, dat de bovenste roerhaak en stel gebroken en enige bladen koper verloren zijn gegaan. De kapitein heeft het roer doen uitnemen en ter reparatie naar Margate opgezonden en zal trachten de overige schade op een bank in de haven te herstellen.
1846-04-16: Damaged
NRC 130646 Amsterdam, 12 juni. Het schip SARA EN MARIA, kapt. Dijkers, van hier naar Batavia, is volgens brief van Rio de Janeiro van de 16e april, na bijkans voortdurend storm en tegenwind doorgestaan te hebben, de 3e dito aldaar met gebroken fokkemast, gekraakte grote mast, enz. binnengelopen. De kapitein hoopte tegen medio mei weder gereed te zijn ten einde de reis voort te zetten.
1848-09-28: NRC 021048
Portsmouth, 28 september. De Nederlandse bark SARA MARIA (opm: de bijlbrief geeft als naam SARA EN MARIA), kapt. Kooy, van Amsterdam naar Batavia, is heden op de Owers (opm: Bognor Regis) vastgeraakt, doch met adsistentie weder vlot geworden en met verlies van anker en ketting in de haven gebracht.
1851-10-30: Damaged
NRC 170152 Manilla, 15 november. Het Nederlands barkschip BANTAM, kapt. Klein, van Samarang naar Californië bestemd, is den 30e oktober (opm: 1851) alhier, met verlies van masten, binnengelopen.
1855-04-30: Sold at auction
NRC 160455 Advertentie. B.D. Bosscher, makelaar, zal op maandag de 30e april 1855, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ, ten overstaan van de deurwaarder B.D. Beets, verkopen een extra ordinair welbezeild, gekoperd en kopervast barkschip, genaamd BANTAM, gevoerd door kapitein F.H. Klein; volgens Nederlandse meetbrief lang 30 ellen 10 duimen, wijd 6 ellen 2 duimen, hol 4 ellen 72 duimen, en alzo gemeten op 380 tonnen of 200 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaar.
(opm: na de veiling werd koper F.L. Gregory Pierson, Amsterdam, nieuwe naam IDA, kapt. F.W. Mulder)
1856-09-27: Damaged
NRC 091056 Amsterdam, 8 oktober. Het barkschip IDA, kapt. A. van der Eyk, van Newcastle naar Lissabon, is volgens brief van de kapitein in dato Bordeaux 4 oktober, de 27e september in de Spaanse Zee door een verschrikkelijke storm belopen, waarin door een stortzee de gehele stuurboordsverschansing, kajuitskap met alles wat zich op het achterschip bevond, wegsloeg, en de kajuit en kerk vol water geraakten, zodat hij genoodzaakt werd voor de wind af te houden en op de Garonne binnen te lopen.
1858-03-29: NRC 150358
Advertentie. C.A. Schröder, makelaar, zal op maandag de 29e maart 1858, des avonds ten 6 ure te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, verkopen een extra ordinair, welbezeild gekoperd Barkschip genaamd IDA, varende onder Nederlandse vlag en gevoerd door kapt. A. van der Eijk, volgens Nederlandse meetbrief lang 30 el 10 duim, wijd 6 el 13 duim, hol 4 el 65 duim (opm: 30,10 x 6,13 x 4,65 m.), en alzo gemeten op 381 tonnen of 201 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaar of de cargadoors J. Daniels & Zonen en Arbman.
1858-04-00: ZP 000058
Door Zeepost opgegeven als in 1858 gesloopt geworden:
Scheepsnaam - Naam kapitein - Bouwjaar - Scheepstype
IDA - A. van der Eyk - 1835 - bark

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Jacob Reinhardt werd geboren ca. 1796 te Eefde als zoon van Jan Jacob Reinhardt en Magdalena Dorenhaagen.

Vanwege de ondertekening van de overlijdensadvertentie is hij wellicht ongetrouwd gebleven.

Jan Jacob overleed op 27 mei 1846 te Eefde/Lochem als koopvaardijkapitein. Ook in deze akte werd geen relatie genoemd.

Algemeen Handelsblad 03 juni 1846

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Reinhardt (adres Meyer op de Martelaarsgracht) werd met vlagnummer 351 per 17 april 1832 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van C.Koert. Zijn schip was de "Sara en Maria". Toegevoegd is "overleden in 1845"002.

Op de Algemene Vergaderingen van 10/17 april 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgesteld/benoemd Jan Jacob Reinhardt, oud 36 jaar, voerende het fregat Twee Cornelissen, wonende op de Nieuwedijk ten huize van J.D.Meyes, op voordracht van kapitein C.Koert. Er is geen vlagnummer genoemd023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 maart 1845 vraagt J.J.Reinhardt om een uitkering. In de Vergadering dd 24 april 1845 wordt hem een uitkering voor 12 maanden toegekend, ingaande 01 mei 1845.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 21 april 1846 wordt een continuering van onderstand voor 12 maanden toegekend aan J.J.Reinhardt.023 Dit is in tegenspraak met de opmerking over overlijden in 1845.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer      periode           type                    naam van het schip                             boekhouder/reder

       351          1832-1833          fregat                 Twee Cornelissen                                Gebr.Hartsen

                             1834               geen vermelding van schip en boekhouder

                             1835               bark                   Sara en Maria                                       Gebr.Hartsen

     239               1836               bark                   Sara en Maria                                       idem

                          1837-1840          bark                   Sara en Maria                                       P.Hartsen

                          1841-1844          bark                   Sara en Maria                                       Jonkh.P.Hartsen

                             1845               geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.J.Reinhardt als gezagvoerder gedurende:

*   1833 t/m 1834 op het 3/m schip “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*   1836 t/m 1845 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" uitzeilend van Nieuwe Diep op weg naar Batavia057:

06 oktober 1839        "... hadden 4 hollandsche bij ons met ons uitgezeild zijnde ... kaptijn Reinhart bark Sara Maria ...".

De bark "Sara & Maria" onder gezag van Jan Jacob Reinhard en met 19 manschappen dateerde de monsterrol op 07 augustus 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren de gebr. Hartsen011.

"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:

01 januari 1839        "Alhier lagen ter reede de navolgende Nederlandse Schepen als volgens .. kaptijn Reinhard…”.

 

In een typoscript van de heer P.C.J. Martens te Den Haag dd oktober 2011 staan de volgende bijzonderheden betreffende Broder Paul Martens 1812-1881.

Leydsche Courant 01 aprilt 1836

“Volgens een brief van Kapt. B.P. Martens voerende het schip ‘de Eensgezindheid’ van Amsterdam naar Batavia in dato 2 februari was hij toen in goede staat zeilende op 1o56’ Z.breedte, 19o Z’.W.lengte.

Voorts meldt Kapt. Martens dat hij op den 25 januari op 0o56’ N.breedte gezien heeft een groote Hollandse bark, zo hij meende het schip Catharina Johanna, Kapt. J.E. Schneebeke, van Amsterdam naar Batavia alsook den ….dito eene kleinen Hollandse bark, zijnde zo hij meende, het schip Sara Maria, Kapt. J.J. Reinhardt, mede van Amsterdam naar Batavia.”

 

Javasche Courant 11 juni 1833114

Uit berichten van St. Helena, lopende van de 1e januari tot de 18e maart j.l. blijkt, dat aldaar waren aangeweest de onderstaande Nederlandse schepen:

De 23. januari het schip ANTHONY, kapt. H. Bruhn, van Canton naar Rotterdam.

De 26. januari het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.

De 27. januari het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. J. Reinhardt, van Batavia naar Amsterdam, en het schip WILLEM, kapt. A. Plug, van Batavia naar Rotterdam.

De 28. januari het schip ASIA, kapt. J. Boot, van Batavia naar Middelburg.

De 30. januari het schip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam.

De 16. februari het schip DORTENAAR, kapt. P. Kraaij, van Batavia naar Dordrecht.

De 28. februari het schip MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, van Batavia naar Amsterdam.

De DORTENAAR en de MARCO BOZZARIS waren ten gevolge van orders uit Engeland onder embargo gelegd. Kapt. P.Kraaij van de DORTENAAR was ten gevolge van een val van zijn paard op de 23 februari, 11 dagen later overleden

 

 

REINHOLD, FRANS PHOEBUS

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.P.Reinhold werd met vlagnummer 366 per 17 januari 1837 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.G.Veening. Zijn schip was de Betsy en Sara. Toegevoegd is "overleden002.

In de Algemene Vergaderingen van 10/17 januari 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Frans Phoebus Reinhold, oud 30 jaar, voerend de “Betsy & Sara”, wonende op de Leliegracht bij de Heerengracht te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.G.Veening023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 oktober 1839 staan enkele verzoeken om een ondersteuning door bemanningsleden van de “Betsy en Clara” onder kapitein F.P.Reinhold wegens schipbreuk. Er worden een maand gage toegekend.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 november 1839 van Zeemanshoop staat de mededeling dat er één maand gage is toegekend aan enkele bemanningsleden vanwege de schipbreuk van de“Betsy en Sara” onder “wijlen kaptn F.P.Reinhold, later wijlen kaptn B.Blaupot.”023.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode               type                    naam van het schip                             boekhouder/reder

       366          1837-1838          fregat                 Betsy en Sara                                                   Trakranen & Co

 

Bouma025 vermeldt F.P.Reinhold als gezagvoerder gedurende:

*   1838 op het 3/m schip “Betsy & Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 840 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Als opvolger in 1839 noemt Bouma een kapitein Blaauwpot (zonder initialen).

     Het schip zou in 1842 verongelukt zijn in de baai van Algor (Z.Afrika). Deze melding dd. 1842 zou betekenen dat het schip in 1838 niet is vergaan.

 

Overige bijzonderheden

F.P.Reinhold verzorgde per 20 september 1837 vanuit Nieuwediep met de “Betsy en Sara” een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 02 januari 1838 na 104 dagen. Onderweg is 1 officier overleden065.

 

Bossenbroek065 vermeldt op p.46 het dagboek van de Duitser E.Selberg, die in 1837 met de “Betsy en Sara” naar Indië voer: “In zijn reisverslag beklaagde hij zich over het gebrek aan waardering van de kant van zijn patiënten, dit ondanks zijn ‘vriendelijk voorkomend gedrag’. Rond de evenaar bezorgde de daar niet ongebruikelijke windstilte en bijbehorende extreme hitte hem bovendien handenvol werk: ‘Gedurig waren bij de matrozen en soldaten aderlatingen noodig’.065.

 

Zeepost 04 juli 1839 – 433

Het schip BETSEY EN SARA kapt. B. Blaauwpot voor wijlen F.P. Reinholdt, van Soerabaya naar Amsterdam, is volgens brief van de Kaap de Goede Hoop van de 9e mei, bewesten Bushman’s River verongelukt. De kapitein en 17 man der equipage zijn daarbij verdronken (opm: zie ook ZP 050739).

 

 

Datum vanaf: 1835
Kapitein: Reinhardt, Jan Jacob
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Gustaaf Frederik Wilhelm Dijkers was getrouwd met Jacomina Angenisca Wiekemeijer. Zij overleed in februari 1875.

Gustaaf overleed in 1858. Bij zijn overlijden is als woonplaats Wageningen opgegeven.118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.F.W.Dijkers, adres Zeedijk, werd met vlagnummer 722 effectief lid van Zeemanshoop per 16 september 1845 op voorspraak van E.D.Dekker. Zijn schip was de "Sara en Maria"002. Ten tijde van de inschrijving waren Dijkers en zijn vrouw 38 resp. 39 jaar. Toegevoegd is “overleden” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van 09/16 september 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Gustaaf Fredrik Wilhelm Dijkers, oud 38 jaar, voerend de bark “Sara en Maria”, wonend bij de wed. Hallo op de Zeedijk bij de Molensteeg te Amsterdam, op voordracht van kapitein E.D.Dekker.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 juni 1847 staat een brief namens de huisvrouw van kapitein G.F.W.Dijkers “toezendende ingevolge add.art Bijlage III een certificaat van den Geneesheer angaande de toestand van haren man.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1847 gaat het Bestuur accoord met een uitkering in de 1e klasse met ingang van 01 november aan de weduwe J.A.Dijkers-Wiekemeyer.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1848 staat een verzoek om continuering van de uitkering aan haar man, die voor 12 maanden wordt toegekend. Deze wordt in de vergadering dd 25 oktober 1849 weer voor 1 jaar verlengd. idem in de vergadering dd 27 november 1851 maar er wordt een bewijs gevraagd van zijn voortdurende ongesteldheid. In de notulen dd 01 november 1853 wordt de onderstand voor kapitein G.F.W.Dijkers voor 12 maanden verlengd. Weer verlenging voor 12 maanden in de vergadering van 31 oktober 1854. Idem per 25 oktober 1855. Idem per 30 oktober 1856.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1858 verzoekt de wed. G.F.W.Dijkers geb. Wiekemeyer om een uitkering, die haar in de vergadering van 04 februari 1858 wordt toegekend met ingang van 01 februari 1858.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 30 november 1847 staat de aanvrage van de “huisvrouw van kapitein J.A.Dijkers om regt op uitkering voor haren man”. Deze wordt per 01 november 1847 voorlopig voor een jaar toegestaan. In de notulen van de Vergadering dd 07 november 1848 is sprake van de continuering van de onderstand voor 12 maanden aan Kapitein Dijkers023.

Er komt in de ledenlijst van Zeemanshoop géén kapitein Dijkers met de initialen J.F. of J.A. voor.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 december 1851 staat het verzoek van J.A.Wickemeijer, de huisvrouw van kapitein G.F.W.Dijkers om een continuering van de onderstand hetgeen voor 12 maanden wordt toegekend. Idem continuering voor 12 maanden in de notulen van 02 november 1852,  22 november 1853, 14 november 1854, 20 november 1855, 11 november 1856, 01 februari 1858023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        722                       1845-1846                 bark                  Sara en Maria                                       Jonkhr.P.Hartsen

                                      1848-1853                 geen opgave van schip en boekhouder

        348                       1854-1857                 geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.F.W.Dijkers als gezagvoerder gedurende:

*    1846 t/m 1847 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

Stortingsregisters vermeldende het schip, reisddoel, de kapitein en de boekhouder van het schip, deelhebbers van de bemanning met vermelding van rang, gage en het beloop der stortingne in de verscheidene klassen 13 delen 1822-1890. Stadsarchief van Amsterdam 491/307-319

Hierna vermeldt bron van gegevens omtrent kapitein S.IJ.Parma

491-311/24      Drie Gebroeders, Amsterdam-Batavia. Vertrek  2 augustus 1838, Terug 24 augustus 1839

G.F.W.Dijkers Stuurman

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" in de haven van Amsterdam057:

09 juli 1838                "De 9de Julij 1838 kwam G.F.W.Dijkers als opperstuurman aan boord van bovenvermelde bodem leggende aan de werf de Haan van mijnheer Boeles ..."

 

G.F.W.Dijkers, 31 jaar uit Amsterdam met een maandgage van ¦70,-.wordt in een monsterrol dd.02 augustus 1838 van de pink “ Drie Gebroeders” onder kapitein Sikke IJsbrands Parma met bestemming Batavia vermeld als stuurman.

 

 

Datum vanaf: 1846
Kapitein: Dijkers, Gustaaf Fredrik Wilhelm
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jan Kooy werd geboren te Monnikendam op 31 december 1807.

Hij was getrouwd met Catharina Theresia Velthuis, geboren te Amsterdam op 15 januari 1806.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Kooy werd per 20 juni 1848 op voordracht van S.Veenstra en met vlagnummer 768 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Sara Maria". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kooy en zijn vrouw 40 resp. 42 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1849 en 1 dochter uit 1844002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 13/20 juni 1848 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Kooy, oud 40 jaar, voerend de bark “Sara Maria”, op voordracht van kapitein S.Veenstra.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 27 juni 1848. Bedankt in 1870003.

 

J.Kooy was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1848 t/m 1870 met de vlagnummers 768 (1848-1854) en 384 (1854-1870).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       768                             1848           bark                 Sara Maria                                            Gebr.Hartsen

                                           1849           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1850-1853     bark                 Pollux                                                     Gebr.Hartsen

       384                        1854-1857     bark                 Magdalena                                            idem

                                      1857-1861     bark                 Magdalena                                            idem

                                      1862-1863     bark                 Johannes Martinus                              Batenburg & Co, Rotterdam

                                      1864-1870     bark                 Sindbad                                                 Pfister, Wurfbain & Co

 

Bouma025 vermeldt J.Kooy als gezagvoerder gedurende:

*    1848 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1849 voor C.F.Kopersmit te Amsterdam en was herdoopt in “Bantam”;

*    1851 t/m 1858 van de bark “Pollux”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;

*    1858 t/m 1862 van de bark “Magdalena”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 377 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor kapitein/eigenaar P.Flens Jz te Texel en was herdoopt in “Elisabeth & Maria”;

*    1863 t/m 1864 van de bark “Johannes Martinus” ex Per Aspera ad Astra, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 503 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam;

*    1865 t/m 1872 van de bark “Sindbad” ex Johannes Christiaam, gebouwd in 1858 te Zwolle, 482 ton o.m., varend voor Pfister, Wurfbain & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1873 voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam en was herdoopt in “Professor Simon Thomas”.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

J.Kooy                                                   Magdalena                    26 juli 1860                            02 juni 1861

                                                                Magdalena                    20 augustus 1861                  21 juli 1862

                                                                Magdalena                    22 september 1862               09 december 1862

                                                                Johannes Martinus       geen melding                          19 november 1863

                                                                Sindbad                         07 augustus 1864                  18 oktober 1865

                                                                Sindbad                         20 februari 1866                    21 november 1866

                                                                Sindbad                         03 juni 1867                           19 maart 1868

                                                                Sindbad                         01 juli 1868                            geen melding

 

Overige bijzonderheden

Marten Lucas werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam 2 maal geplaats op de Pollux onder kapitein Kooij. De eerste keer als jongen per 04 april 1851 voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Terugkeer niet gemeld. De tweede keer als ligtmatroos per 10 januari 1852 voor een reis van Amsterdam naar Batavia, waarna hij zich weer bij de school meldde op 22 februari 1853004(533/2162).

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Kooy, Jan
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Frederik Hendrik Klein werd geboren te Haarlem op 10 augustus 1818.

Hij was getrouwd met Alida Stegerhoek, geboren te Noordwijk Binnen op 03 maart 1819. 002.

 

Fredrik(sic) Hendrik Klein (Ned.Herv.) werd geboren te Haarlem op 10 augustus 1818. Zijn ouders waren Abraham Klein, kantoorbediende, en Anna Alida Groenewoud. Ten tijde van de aanname als leerling aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart op 04 september 1830 was vader Abraham overleden. (Fredrik Hendrik was dus de broer van kapitein Abraham Pieter - zie aldaar)

      Van de schoolvorderingen in de vakken zeevaartkunden, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen wordt iedere 3 maanden verslag gedaan in de periode januari 1831 - augustus 1834. Voorts zijn er de volgende opmerkingen:

06 augustus 1832       "bekomt den Prijs in de Fransche taal zijnde Beauté de l'Histoire des Voyage"

05 augustus 1833       "bekomt den 1sten of hoogsten Prijs in het School-Onderwijs zijnde Bennet en van Wijk. Verhalen van Nederlandsche ontdekkingen"

23 december 1833     aangenomen als lid van de Ned.Herv.Gemeente bij Do Weyland

28 juni 1834                geplaatst als ligtmatroos op de "Castor" onder kapitein H(endrik) de Jong voor een reis naar Batavia

01 augustus 1835       terug van de reis "na goede attestatie"

09 juli 1835                 geplaatst als ligtmatroos op de "Castor" onder kapitein H.de Jong voor een reis naar Batavia

16 juni 1836                "terug van de reis met goede attestatie doch in ziekelijke toestand"

29 juni 1836                eervol ontslagen004-532/1704.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.H.Klein werd per 16 maart 1847 met vlagnummer 743 en op voordracht van J.Douwes Dekker ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Cheribon". Toegevoegd is "Bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Klein 28 jaar en ongehuwd002a.

In de Algemene Vergaderingen van 09/16 maart 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Frederik Hendrik Klein, oud 28 jaar, voerend de bark “Cheribon”, wonend te Haarlem, adres aan boord van zijn schip, op voordracht van kapitein J.Douwes Dekker.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 16 november 1850. Bedankt per april 1855.002

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 april 1848 staat dat aan kapitein F.H.Klein van de “Cheribon” een maand gage wegens schipbreuk is toegekend.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 februari 1848 staat de mededeling dat het Bestuur aan 2 equipageleden van de bark “Cheribon” onder kapitein F.H.Klein een maand gage heeft toegekend vanwege schipbreuk met het schip023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        743                            1848           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1849-1853     bark                 Bamtam                                                C.F.Kopersmit

        365                            1854           bark                 Bantam                                                 idm

 

Bouma025 vermeldt F.H.Klein als gezagvoerder gedurende:

*    1850 t/m 1854 van de bark “Bantam” ex Sara Maria, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 380 ton, 380 ton o.m., varend voor C.F.Kopersmit te Amsterdam. Het schip voer in 1855 voor F.L.Gregory-Pierson te Amsterdam en was herdoopt in “Ida”;

*    1876 t/m 1879 van de 2/m.sch. “Curacao Packet”, gebouwd in 1865 te Nieuwendam, 150 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam. Het schip is op Grand Davis (Aves-eilanden) gestrand.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Klein, Frederik Hendrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Ferdinand werd geboren te Baarn op 19 maart 1819 als zoon van de conciërge Ferdinand Mulder en Pietertje van den Hoek.

Ferdinand Willem Mulder was getrouwd met Elisabeth Sebbelee, geboren 14 maart 1827 en overleden 15 juli 1812.

Ferdinand overleed in 1856. Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam opgegeven.118

 

Ferdinand Willem Mulder werd "ingenomen" in de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 01 september 1832004(532/1731). Hij werd geboren te Baarn op 19 maart 1819 en was Nederlands Hervormd. Zijn ouders waren Ferdinand Mulder, concierge aan het paleis Soestdijk, en Pietertje van den Hoek.

Er werd in de periode 1833-1837 een drie-maandelijkse rapportage over de vorderingen bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Geen specifieke bijzonderheden. Voorts is genoteerd:

" 2 Augustus 1833  bekomt den Prijs voor de Fransche taal, zijnde Fenelon  histoire de Telemaque.

  4 augustus 1834  bekomt den Prijs voor de Engelsche taal, zijnde Basil Hall  Fragments of voyages and travels

  3 Augustus 1835  bekomt den Prijs voor de Meet- en Stelkunde, zijnde Callot  tables de Logarithmes

  16 September 1835  geplaatst als Jongmatroos op het schip de Vrede Capt. D.B.Lutjens naar Batavia voor Amsterdam. Gagie    ¦10,-

  31 october 1836  terug van de reis met goede attestatie

  14 febr.1837  geplaatst als Ligtmatr op het schip de Dordtenaar Capt.Abbema doch 22 febr. 1837 weder terug in het Gesticht

  4 Augs 1837  bekomt den Prijs der 3de Classe Zeevaartkunde zijnde Fransoens (?) Sterrekunde door Pilaar

  7 Augs 1837  geplaatst als ligtmatroos op het schip Sara & Betsy Capt.Reinolds naar Batavia voor Amsterdam ...

  7 Augs 1838 terug van de reis met goed attest

  8 dito  eervol ontslagen"

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.W.Mulder werd met vlagnummer 630 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 29 mei 1855 op voorspraak van A.Viëtor. Zijn schip was de "Bantam". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 22/29 mei 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Ferdinand Willem Mulder, oud 36 jaar, voerend de bark “Bantam”, op voordracht van kapitein A.Viëtor.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 november 1850 staat een verzoek van F.W.Mulder om een reis onder vreemde vlag te mogen varen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1856 vraagt de weduwe kapitein F.W.Mulder geb. Sebbelee om een uitkering voor haar en 2 kinderen, die haar in de vergadering van 04 september 1856 wordt toegekend ingaande 01 mei 1856.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 december 1850 staat het verzoek om met de “Vasco de Gama” een reis onder vreemde vlag te mogen maken en toch deelnemer te mogen blijven. Dit wordt toegestaan.

F.W.Mulder werd pas in 1855 effectief lid. In 1851 was J.C.Töpper gezagvoerder op de brik Vasco di Gama” varend voor Heemskerk e.a. te Amsterdam. Ik denk dat F.W.Mulder in 1851 stuurman was op dit schip en dus lid van Zeemanshoop in de 2e klasse.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 september 1856 staat vermeld dat per 01 mei 1856 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein F.W.Mulder voor haar en 2 kinderen.023.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer               jaren              type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        630                       1855              bark                 Ida                                                          J.L.Gregory Pierson

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Mulder, Ferdinand Willem
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Abraham van der Eyk werd op 02 september 1843 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij werd geboren te Zierikzee op 04 oktober 1830 als zoon van Engel van der Eyk, zeeloods te Brielle, wonende in de Voorstraat, en Maria van der Boom.

De vermelding: "Besluit 21 aug 1844 op verzoek der ouders bestemd voor de gewone koopvaardij hier te lande". Van 1844-1846 een drie-maandelijkse rapportage over de vorderingen in zeevaartkunde, "schoolonderwijs" (nederlands, frans, engels), scheepswerk en tekenen. Voorts:

"24 dec 1845  aangenomen tot lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door Do Meyjes

 18 juny 1846  geplaatst als jongen op het schip Ida Wilhelmina capt.Geerlings naar Batavia voor Rotterdam

 31 july 1846  bekomt den hoogsten prijs in de 3de classe zeevaartkunde zijnde de octant

 22 juny 1847  terug van de reis met goed attest

 6 july 1847  geplaatst als ligtmatroos op het schip Abel Tasman Capt.van Haften naar Batavia voor Dordrecht Gagie ¦10,-

 1 juny 1848  terug van de reis met goed attest

 7 dito  ontslagen".004(533/2010)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.van der Eijk werd met nr.684 lid van Zeemanshoop per 19 augustus 1856 op voorspraak van J.H.Schipper. Zijn schip was de "Ida". Heeft bedankt als lid002.

In de Algemene Vergaderingen van 12/19 augustus 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als lid voor de vlag voorgesteld/aangenomen Abraham van der Eijk, oud 25 jaar, voerend de bark “Ida”, voor rekening van en met adres bij Gregory Pierson, op voordracht van kapitein J.H.Schippers.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1857 staat een brief van kapitein A. van der Eyk “verzoekende storting te mogen voldoen voor eene reeds afgeloopen reis en schoon gehuwd zijnde voor de eerstvolgende reis te mogen deelnemen, doch buiten risico voor het Fonds.” Het Bestuur wijst dit verzoek af.042.

In de Bestuursvergadering dd 29 april 1858 bedankt A. van der Eijk voor het effectief lidmaatschap voor de vlag.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 25 mei 1858 staat het bedanken van kapitein A. van der Eijk voor het lidmaatschap voor de vlag.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

         684                      1856-1857                 bark                  Ida                                  J.L.Gregory Pierson

 

Bouma025 vermeldt A.van der Eijk als gezagvoerder gedurende:

*    1857 t/m 1858 van de bark “Ida” ex Bantam, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 380 ton o.m., varend voor T.L.Gregory Pierson te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;

*    1861 t/m 1863 van de bark “Maarten van Rossem”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 723 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;

*    1862 van de brik “Karel August”, gebouwd in 1849, 257 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;

      Overlap met de vorige opgave.

*    1869 t/m 1873 van de bark “Maria & Sarah” ex Lammina Elisabeth, gebouwd in 1853 te Kinderdijk, 637 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;

*    1873 t/m 1874 van de bark “Emma” ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1862 te Middelburg, 751 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door A. van der Eijk.104

 

Ontleend aan. van Blokland-Visser064 het volgende:

In de vergadering van het Dordtse zeemanscollege van 23 maart 1855 wordt op plechtige wijze een gouden medaille uitgereikt aan kapitein W.F.Broeksmit en aan de 1e stuurman van der Eijk een zilveren medaille, tevens een loffelijk getuigschrift, beiden van het schip “Bato”, door de Zuid Hollandsche Maatschappij tot Redding van Drenkelingen vanwege de redding der Equipages van:

1e Engels fregat “Fatyma,” kapitein W. Hardie bestaande uit 23 personen.

2e Engels barkschip “Tthomassin,” kapitein Holmes equipage 12 personen de kapiteinsvrouw en 3 kinderen.

3e Engels barkschip “Elizabeth,” kapitein H.Churchill 13 personen .

Deze schepen waren in de Torresstraat bij de noord/oost en noord/west kust van Australie gestrand op de NO-kust van het eiland Raine en Boot, resp. de NW-kust van het eiland Booby Zij werden aan boord van de “Bato,” met zeemanshartelijkheid verpleegd. Later werden 11 personen aan een ander schip overgegeven. De overigen werden veilig in Batavia aan wal gebracht.

Het is onzeker of deze melding betrekking heeft op Abraham van der Eijk.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Eyk, Abraham van der
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1835-11-14
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: SARA & MARIA
Schipper: Reinhardt, Jan Jacobs
Scheepstype: bark
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

AH 230137             De 18e januari bevond zich op de hoogte van Wijk, ¾ mijl van land, het schip SARA MARIA,, kapt. J.J. Reinhardt, komende van Samarang. Het had een loods aangenomen om binnen te loodsen. Het was de 20e december in het Engelse Kanaal geweest en de 9e januari voor Kamperduin. Het heeft veel met storm gesukkeld; de equipage heeft veel geleden en is zwak.(opm: de SARA MARIA is de 21e januari te Texel binnengelopen)

RC 270437              Rotterdam, 26 april. Voorts rapporteert kapitein Hoeksema, dat hij den 21 dito gepraaid heeft de Helvoetse loodsboot no. 8, welke hem aanwees twee schepen, van Amsterdam naar Batavia bestemd, onder de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) ten anker liggende, doch die destijds onder zeil gingen (waarschijnlijk de schepen de HANDEL MAATSCHAPPIJ (opm: fregat), kapt. W.H. Buykes, en SARA MARIA (opm: bark SARA EN MARIA), kapt. J.J. Reinhardt, beide van Amsterdam naar New-York en Batavia).

JC 021237               Batavia, 29 november. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark SARA EN MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, de 1e augustus vertrokken van New-York, en het dito schip RESOLUTIE, kapt. J.N. Schnijder, de 27e juli vertrokken van New-York.

ZP 020839              Gearriveerd te Amsterdam de 2e augustus: (o.a.) J.J. Reinhard, SARA MARIA, van Batavia met koffie en suiker, liggende Oosterdok.

ZP 300939              Schepen in lading (opm: te Amsterdam) naar: Batavia: het gekoperd tweedeks barkschip SARA MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij d’Arnaud & Comp.

ZP 200740              Het schip YSTROOM, kapt. Detering, zoude in het laatst van maart, en het schip SARA MARIA, kapt. Reinhardt, in het laatst van april van Batavia naar Amsterdam vertrekken.

AH 140342             Carga-lijsten Amsterdam: SARA MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, van Batavia met koffie, suiker, tin en bindrottingen; PALEMBANG, kapt. E. Visser, van Batavia met koffie, suiker, tin en bindrottingen; EMMA, kapt. N.M. Lindegaard, van Beni Carlo met wijn en brandewijn.

AH 140243             Advertentie. Schepen in lading.Batavia. Het gekoperd tweedeks barkschip SARA MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, van Amsterdam. Adres bij d’Arnaud en Co.

JC 260743               Scheepsberichten. Batavia. Aangekomen.23 juli. Nederlands schip SARA EN MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, vertrokken van Amsterdam de 19e maart, met drie passagiers.

JC 050843               Postkantoor. Wordt ter kennisse van het publiek gebracht dat op morgenmiddag precies ten één uur aan het postkantoor te Weltevreden brieven pakketten zullen worden gesloten voor de Nederlandse schepen PRINSES SOPHIA, kapt. A.J. Verschuur, naar Rotterdam per de SARA EN MARIA, kapt. Reinhardt naar China en per de NAUTULUS (opm: mogelijk NAUTILUS), kapt. C. Brodie naar Padang. Batavia, 4 augustus 1843, de postmeester, J. Boshuizen

DC 130244              Volgens bericht van Macao, van 30 november, is het schip SARA MARIA, kapt. Reinhart, naar Batavia, de 6de november, bij het uitzeilen van Hongkong, vastgeraakt, en zou men deszelfs lading lossen.

AH 090844             Schepen in lading naar:Batavia: het gekoperde tweedeks barkschip SARA MARIA, kapt. G.F.W. Dykers . Adres bij d’Arnaud en Co.

JC 281244               Batavia, 26 december. De 24e dezer zijn hier aangekomen Zr.Ms. fregat PALEMBANG, commandant kapt.t.zeeH.H.T. Coops, de 27e november van Japan vertrokken, en het Nederlandse schip SARA EN MARIA, kapt. G.F.W. Dijkers, de 29e augustus van Amsterdam vertrokken.

DC 050946              Het schip SARA EN MARIA, kapt. G.P.W. Dykers, van Amsterdam naar Samarang, te Rio de Janeiro binnen, heeft op 25 juni na volbrachte reparatie de reis voortgezet.

JC 150947               Batavia, 13 september. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip VIER GEBROEDERS, kapt. C. Tjebbes, de 2e juni vertrokken van Amsterdam, het dito schip OUD ALBLAS, kapt.P. Kleij, de 2e juni vertrokken van Amsterdam, het dito schip GEERTRUIDA, kapt. H.C.G.B. Behrens, de 23e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip SARA EN MARIA, kapt. J. Kooij, de 23e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip KONING WILLEM II, kapt. H.B. Eeftingh,de 2e juni vertrokken van Amsterdam, het dito schip SARA JOHANNA, kapt. H. Sweijs, met enige passagiers, de 30e mei vertrokken van Amsterdam, en het dito schip d’ELMINA, kapt. J.C. Jansen, de 2e juni vertrokken van Rotterdam.

JC 140249               Batavia, 12 februari. Heden is hier aangekomen het dito schip SARA EN MARIA, kapt. J. Kaay, de 26e september vertrokken van Nederland.

NRC 220750           Batavia, 24 mei. Scheepsvrachten. De BANTAM ligt nog zonder bestemming, omdat de vracht voor dit schip op NLG 80 wordt gehouden, waarvoor geen afladers te vinden zijn. De KOMEET werd gecharterd tot USD 3.700 naar Californië. Voor Bremen werd een vreemd schip tot GBP 3 per ton gecharterd.

NRC 200951           Batavia, 22 juli. Scheepsvrachten. Thans liggen nog onbestemd de in de laatste dagen aangekomen schepen BANTAM, VIER GEZUSTERS en TERNATE (de laatste terug van Padang) en de Engelse schepen ORIENTAL, WILLIAM JAMES, JOHN RIBBY en PEDLAR.

NRC 191051           Batavia, 25 augustus. Scheepsvrachten blijven zonder verandering. De BANTAM werd kort na het vertrek der vorige mail voor Californië gecharterd tot GBP 4 per ton, en is reeds derwaarts vertrokken.

NRC 170152           Manilla, 15 november. Het Nederlands barkschip BANTAM, kapt. Klein, van Samarang naar Californië bestemd, is den 30e oktober (opm: 1851) alhier, met verlies van masten, binnengelopen.

NRC 210153           Canton, 27 november 1852. Het schip BANTAM, kapt. Klein, van San Francisco alhier aangekomen, is via Batavia en de Kaap de Goede Hoop naar Rio Janeiro bevracht.

JB 150454               Batavia, 14 april. De 12e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse schepen BANTAM, kapt. F.H. Klein, met twee passagiers, de 12e november vertrokken van Amsterdam, en THETIS, kapt. G. Poolman, de 15e februari vertrokken van Hobart Town.

NRC 300655           Rotterdam, 29 juni. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: IDA, kapt. F.W. Mulder; ZORGVLIET, kapt. F.H. Groote; JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. J. Verloop; JOHANNA HENDRIKA, kapt. K. Hoek; PEKING, kapt. A.J.T. Tydeman; DOROTHEA, kapt. A. van der Kolk; JACOB ROGGEVEEN, kapt. J. Vos van Marken; CASTOR, kapt. P. Esink; ALIDA WILLEMINA, kapt. G.E. Doornbos; AMSTERDAM, kapt. C. Tjebbes; TASMANIA, kapt. B.J. Jonker; SENIOR, kapt. K.L. Swart; LOUISA, kapt. J.C. Siedenburg; FACTORIJ, kapt. J. Jansen, TONIA, kapt. C.F. Zeeman, en KEMANGLEN, kapt. H.H. Smit, alle drie van Rotterdam; LOOPUYT, kapt. C.C. Bouwmeester,

JB 281155               Batavia, 26 november. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark IDA, kapt. Mulder, de 7e augustus vertrokken van Amsterdam.

NRC 030556           Amsterdam, 2 mei. Volgens brief van kapt. F.W. Mulder, voerende het barkschip IDA, van Tjilatjap gedestineerd, had hij zich door ziekte van bijna de gehele equipage verplicht gevonden, tot behoud van schip en lading, de Kokoseilanden aan te doen, alwaar hij de 22e januari was gearriveerd en alle adsistentie had ontvangen van de aldaar gevestigde kapt. Ross, die hem tevens enige inlandse matrozen had afgestaan ter vervanging van 6 man dier equipage, die om voortdurende ziekte naar het hospitaal te Batavia waren. Het schip lag in goede staat de 10e februari zeilklaar.

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1835 – no. 32

BIJLBRIEF de Sara en Maria

plaats en datum acte Amsterdam, 26 oktober 1835

type schip koopvaardij barkschip

kapitein

Bouwwerf scheepsbouwmeester J. Nieveen, Amsterdam, werf de
Walvisch

Eigenaar Gebrs. Hartsen c.s, Amsterdam

te voeren door kapt. Jan Jacob Reinhardt

grootte in tonnen 200 lasten

tuigage / aantal dekken 2 dekken

afmetingen 30,10 x 6,02 x 4,72 m.

kiellegging 14 januari 1835

tewaterlating 29 juni 1835

plaats / nr van registratie Amsterdam, deel 24 folio 28 recto vak 5

datum registratie 27 oktober 1835

notaris

prijs ƒ

bijzonderheden scheepsmeting door De Raadt d.d. 23 oktober 1835
het schip is kopervast en gekoperd

Naam SARA EN MARIA (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1835
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1835.32

deel VII, foto 1- 049
CEDULE

Naam schip SARA EN MARIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 2 november 1835

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. J.J. Reinhardt

grootte in tonnen 200 lasten of 380 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 2 november 1835

nummer registratie deel 24, folio 63, recto, vak 1

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren gebouwd en ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Johannes Reinirus Gallenkamp, Amsterdam, voor en namens de in de bijlage genoemde eigenaren.

researcher/datum research: ML / 010216



bijlage bij acte 32 van 1835, bark SARA EN MARIA
eigenaren per primo november 1835:

firma Gebr. Hartsen, Amsterdam (boekhouders en 1/2e part)
J. Hodshon, Amsterdam (1/8e part)
J. de Haan Pzn., Amsterdam (1/16e part)
Mevr. Straalman, geboren Hodshon, Amsterdam (3/32e part)
Mej. H.A. Hodshon, Amsterdam (1/16e part)
firma Heukelom & Sijpkens, Amsterdam (1/8e part)
G. Kramer, Amsterdam (1/32e part)

ML / 010216

Naam SARA EN MARIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1835
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3180-1849.41

DVD XI – 716, 717
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip SARA EN MARIA

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Amsterdam, 7 september 1849

type schip bark

bouwwerf/verkoper Jhr. Cornelis Hartsen, enig chef van de firma Gebr. Hartsen, huis van negotie te Amsterdam

gevoerd door kapt. J. Kooy

eigenaar/aankoper Casparus Franciscus Kopersmit, reder te Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 380 tonnen (meetbrief Amsterdam, 30 april 1847)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 30,10 x 6,02 x 4,72 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 8 september 1849

nummer van registratie deel niet vermeld

notaris Mr. Johannes Commelin, notaris te Amsterdam

prijs NLG. 31.500,-

Bijzonderheden: het schip was gebouwd te Amsterdam en lag bij deze transactie in het Oosterdok te Amsterdam.







researcher/datum research: ML / 090908

Naam SARA EN MARIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1849
Toegang 198
Inventaris 3180

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3170-1849.41

Img 2024 - 2025
Cedule

Naam schip SARA EN MARIA Thans BANTAM

plaats en datum acte : Amsterdam, 22 oktober 1849

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt. J. Kooy

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt. F.H. Klein

grootte in tonnen 200 lasten/ 380 zeetonnen

tuigage / aantal dekken 2 dekken/ 3 masten

afmetingen

kiellegging

tewaterlating Gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 24 oktober 1849

nummer van registratie deel 58, folio 200 verso vak 4

notaris

prijs NLG.
Bijzonderheden:

Getoond wordt de koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt met in Amsterdam AB 1838-1868
De eed wordt afgelegd door: Barend Dirk Bosscher, gemachtigde
De oude zeebrief van 3 mei 1847 nr. 278
Op 26-10 1849 wordt voor de BANTAM door C.F. Kopersmit uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. F.H. Klein



researcher/datum research: EJ/091216




Bijlage bij acte 41, bark BANTAM
eigenaren per medio oktober 1849:

Casparus Franciscus Kopersmit, Amsterdam (boekhouder en 3/16e part),
C. Kopersmit jr., Amsterdam (1/8e part),
B. Kopersmit, Den Haag (1/8e part),
M. van Regteren Altena, Amsterdam (1/8e part),
W.L. van Oosterwoudt, Amsterdam (1/8e part),
Gouda & ter Meulen, Amsterdam (1/8e part),
B.D. Bosscher, Amsterdam (1/8e part),
L. Jonker, Amsterdam (1/16e part)

EJ / 091216

Naam SARA EN MARIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1849
Toegang 198
Inventaris 3170

Noord-Holl.Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3172.1855.30

DVD XLIV – 2676-2679
CEDULE

Naam schip genaamd geweest BANTAM, thans genaamd zullende worden IDA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 29 juni 1855

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar Jan Lodewijk Gregory Pierson, (boekhouder en 4/16e part), Hendrik Gerard Oyens (4/16e part), Mr. Gerrit Hendrik de Marez Oyens (4/16e part) en Henrietta Adriana Oyens, weduwe Joannes Deodatus Waller (4/16e part), allen wonende te Amsterdam

te voeren door kapt. F.W. Mulder

grootte in tonnen 200 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 29 juni 1855

nummer van registratie deel 68, folio 109, recto, vak 6

datum eedsaflegging voor verkrijging zeebrief: 2 juli 1855

prijs NLG.

Bijzonderheden: het schip had eerder een zeebrief, onder nr.711 uitgegeven op 20 oktober 1853






researcher/datum research: ML / 030610

Naam BANTAM
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1855
Toegang 198
Inventaris 3172

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3181-1855.30

DVD XII – 6650
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip BANTAM

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Amsterdam, 19 mei 1855

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Casparus Franciscus Kopersmit, scheepsreder te Amsterdam

gevoerd door kapt. F.H. Klein

eigenaar/aankoper Jan Lodewijk Gregory Pierson, koopman te Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 200 lasten of 380 tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen 30,10 x 6,02 x 4,72 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 26 mei 1855

nummer van registratie deel 68, folio 83, recto, vak 7.

notaris geen

prijs NLG 18.110,-

bijzonderheden:: brandmerk 684AMST1849






researcher/datum research: ML / 050608

Naam BANTAM
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1855
Toegang 198
Inventaris 3181

Bronnen

Jaar: 1835
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: Bijlbrief: archiefnummer 5074 - 1420 - 1835 - no. 32

Jaar: 1835
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 5074.1417.1835.32- deel VII, foto 1- 049

Jaar: 1849
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: ACTE KOOP/VERKOOP Archiefnummer Amst.198.3180-1849.41 - DVD XI – 716, 717

Jaar: 1849
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer Amst.198.3170-1849.41 - Img 2024 - 2025

Jaar: 1855
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: ACTE KOOP/VERKOOP Archiefnummer Amst.198.3181-1855.30 - DVD XII – 6650

Jaar: 1855
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer Amst.198.3172.1855.30 - DVD XLIV – 2676-2679

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
JB = Java Bode
JC = Javasche Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
NSC = Nederlandsche Staats Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeeuwsche Post
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk