Familiegegevens en opleiding
Jan Jacob Reinhardt werd geboren ca. 1796 te Eefde als zoon van Jan Jacob Reinhardt en Magdalena Dorenhaagen.
Vanwege de ondertekening van de overlijdensadvertentie is hij wellicht ongetrouwd gebleven.
Jan Jacob overleed op 27 mei 1846 te Eefde/Lochem als koopvaardijkapitein. Ook in deze akte werd geen relatie genoemd.
Algemeen Handelsblad 03 juni 1846
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Reinhardt (adres Meyer op de Martelaarsgracht) werd met vlagnummer 351 per 17 april 1832 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van C.Koert. Zijn schip was de "Sara en Maria". Toegevoegd is "overleden in 1845"002.
Op de Algemene Vergaderingen van 10/17 april 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgesteld/benoemd Jan Jacob Reinhardt, oud 36 jaar, voerende het fregat Twee Cornelissen, wonende op de Nieuwedijk ten huize van J.D.Meyes, op voordracht van kapitein C.Koert. Er is geen vlagnummer genoemd023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 maart 1845 vraagt J.J.Reinhardt om een uitkering. In de Vergadering dd 24 april 1845 wordt hem een uitkering voor 12 maanden toegekend, ingaande 01 mei 1845.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van 21 april 1846 wordt een continuering van onderstand voor 12 maanden toegekend aan J.J.Reinhardt.023 Dit is in tegenspraak met de opmerking over overlijden in 1845.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
351 1832-1833 fregat Twee Cornelissen Gebr.Hartsen
1834 geen vermelding van schip en boekhouder
1835 bark Sara en Maria Gebr.Hartsen
239 1836 bark Sara en Maria idem
1837-1840 bark Sara en Maria P.Hartsen
1841-1844 bark Sara en Maria Jonkh.P.Hartsen
1845 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.J.Reinhardt als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1834 op het 3/m schip “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;
* 1836 t/m 1845 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" uitzeilend van Nieuwe Diep op weg naar Batavia057:
06 oktober 1839 "... hadden 4 hollandsche bij ons met ons uitgezeild zijnde ... kaptijn Reinhart bark Sara Maria ...".
De bark "Sara & Maria" onder gezag van Jan Jacob Reinhard en met 19 manschappen dateerde de monsterrol op 07 augustus 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren de gebr. Hartsen011.
"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:
01 januari 1839 "Alhier lagen ter reede de navolgende Nederlandse Schepen als volgens .. kaptijn Reinhard…”.
In een typoscript van de heer P.C.J. Martens te Den Haag dd oktober 2011 staan de volgende bijzonderheden betreffende Broder Paul Martens 1812-1881.
Leydsche Courant 01 aprilt 1836
“Volgens een brief van Kapt. B.P. Martens voerende het schip ‘de Eensgezindheid’ van Amsterdam naar Batavia in dato 2 februari was hij toen in goede staat zeilende op 1o56’ Z.breedte, 19o Z’.W.lengte.
Voorts meldt Kapt. Martens dat hij op den 25 januari op 0o56’ N.breedte gezien heeft een groote Hollandse bark, zo hij meende het schip Catharina Johanna, Kapt. J.E. Schneebeke, van Amsterdam naar Batavia alsook den ….dito eene kleinen Hollandse bark, zijnde zo hij meende, het schip Sara Maria, Kapt. J.J. Reinhardt, mede van Amsterdam naar Batavia.”
Javasche Courant 11 juni 1833114
Uit berichten van St. Helena, lopende van de 1e januari tot de 18e maart j.l. blijkt, dat aldaar waren aangeweest de onderstaande Nederlandse schepen:
De 23. januari het schip ANTHONY, kapt. H. Bruhn, van Canton naar Rotterdam.
De 26. januari het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.
De 27. januari het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. J. Reinhardt, van Batavia naar Amsterdam, en het schip WILLEM, kapt. A. Plug, van Batavia naar Rotterdam.
De 28. januari het schip ASIA, kapt. J. Boot, van Batavia naar Middelburg.
De 30. januari het schip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam.
De 16. februari het schip DORTENAAR, kapt. P. Kraaij, van Batavia naar Dordrecht.
De 28. februari het schip MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, van Batavia naar Amsterdam.
De DORTENAAR en de MARCO BOZZARIS waren ten gevolge van orders uit Engeland onder embargo gelegd. Kapt. P.Kraaij van de DORTENAAR was ten gevolge van een val van zijn paard op de 23 februari, 11 dagen later overleden
REINHOLD, FRANS PHOEBUS
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.P.Reinhold werd met vlagnummer 366 per 17 januari 1837 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.G.Veening. Zijn schip was de Betsy en Sara. Toegevoegd is "overleden002.
In de Algemene Vergaderingen van 10/17 januari 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Frans Phoebus Reinhold, oud 30 jaar, voerend de “Betsy & Sara”, wonende op de Leliegracht bij de Heerengracht te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.G.Veening023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 oktober 1839 staan enkele verzoeken om een ondersteuning door bemanningsleden van de “Betsy en Clara” onder kapitein F.P.Reinhold wegens schipbreuk. Er worden een maand gage toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 november 1839 van Zeemanshoop staat de mededeling dat er één maand gage is toegekend aan enkele bemanningsleden vanwege de schipbreuk van de“Betsy en Sara” onder “wijlen kaptn F.P.Reinhold, later wijlen kaptn B.Blaupot.”023.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
366 1837-1838 fregat Betsy en Sara Trakranen & Co
Bouma025 vermeldt F.P.Reinhold als gezagvoerder gedurende:
* 1838 op het 3/m schip “Betsy & Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 840 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Als opvolger in 1839 noemt Bouma een kapitein Blaauwpot (zonder initialen).
Het schip zou in 1842 verongelukt zijn in de baai van Algor (Z.Afrika). Deze melding dd. 1842 zou betekenen dat het schip in 1838 niet is vergaan.
Overige bijzonderheden
F.P.Reinhold verzorgde per 20 september 1837 vanuit Nieuwediep met de “Betsy en Sara” een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 02 januari 1838 na 104 dagen. Onderweg is 1 officier overleden065.
Bossenbroek065 vermeldt op p.46 het dagboek van de Duitser E.Selberg, die in 1837 met de “Betsy en Sara” naar Indië voer: “In zijn reisverslag beklaagde hij zich over het gebrek aan waardering van de kant van zijn patiënten, dit ondanks zijn ‘vriendelijk voorkomend gedrag’. Rond de evenaar bezorgde de daar niet ongebruikelijke windstilte en bijbehorende extreme hitte hem bovendien handenvol werk: ‘Gedurig waren bij de matrozen en soldaten aderlatingen noodig’.065.
Zeepost 04 juli 1839 – 433
Het schip BETSEY EN SARA kapt. B. Blaauwpot voor wijlen F.P. Reinholdt, van Soerabaya naar Amsterdam, is volgens brief van de Kaap de Goede Hoop van de 9e mei, bewesten Bushman’s River verongelukt. De kapitein en 17 man der equipage zijn daarbij verdronken (opm: zie ook ZP 050739).
Familiegegevens en opleiding
Gustaaf Frederik Wilhelm Dijkers was getrouwd met Jacomina Angenisca Wiekemeijer. Zij overleed in februari 1875.
Gustaaf overleed in 1858. Bij zijn overlijden is als woonplaats Wageningen opgegeven.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.F.W.Dijkers, adres Zeedijk, werd met vlagnummer 722 effectief lid van Zeemanshoop per 16 september 1845 op voorspraak van E.D.Dekker. Zijn schip was de "Sara en Maria"002. Ten tijde van de inschrijving waren Dijkers en zijn vrouw 38 resp. 39 jaar. Toegevoegd is “overleden” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van 09/16 september 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Gustaaf Fredrik Wilhelm Dijkers, oud 38 jaar, voerend de bark “Sara en Maria”, wonend bij de wed. Hallo op de Zeedijk bij de Molensteeg te Amsterdam, op voordracht van kapitein E.D.Dekker.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 juni 1847 staat een brief namens de huisvrouw van kapitein G.F.W.Dijkers “toezendende ingevolge add.art Bijlage III een certificaat van den Geneesheer angaande de toestand van haren man.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1847 gaat het Bestuur accoord met een uitkering in de 1e klasse met ingang van 01 november aan de weduwe J.A.Dijkers-Wiekemeyer.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1848 staat een verzoek om continuering van de uitkering aan haar man, die voor 12 maanden wordt toegekend. Deze wordt in de vergadering dd 25 oktober 1849 weer voor 1 jaar verlengd. idem in de vergadering dd 27 november 1851 maar er wordt een bewijs gevraagd van zijn voortdurende ongesteldheid. In de notulen dd 01 november 1853 wordt de onderstand voor kapitein G.F.W.Dijkers voor 12 maanden verlengd. Weer verlenging voor 12 maanden in de vergadering van 31 oktober 1854. Idem per 25 oktober 1855. Idem per 30 oktober 1856.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1858 verzoekt de wed. G.F.W.Dijkers geb. Wiekemeyer om een uitkering, die haar in de vergadering van 04 februari 1858 wordt toegekend met ingang van 01 februari 1858.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 30 november 1847 staat de aanvrage van de “huisvrouw van kapitein J.A.Dijkers om regt op uitkering voor haren man”. Deze wordt per 01 november 1847 voorlopig voor een jaar toegestaan. In de notulen van de Vergadering dd 07 november 1848 is sprake van de continuering van de onderstand voor 12 maanden aan Kapitein Dijkers023.
Er komt in de ledenlijst van Zeemanshoop géén kapitein Dijkers met de initialen J.F. of J.A. voor.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 december 1851 staat het verzoek van J.A.Wickemeijer, de huisvrouw van kapitein G.F.W.Dijkers om een continuering van de onderstand hetgeen voor 12 maanden wordt toegekend. Idem continuering voor 12 maanden in de notulen van 02 november 1852, 22 november 1853, 14 november 1854, 20 november 1855, 11 november 1856, 01 februari 1858023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
722 1845-1846 bark Sara en Maria Jonkhr.P.Hartsen
1848-1853 geen opgave van schip en boekhouder
348 1854-1857 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt G.F.W.Dijkers als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1847 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.
Stortingsregisters vermeldende het schip, reisddoel, de kapitein en de boekhouder van het schip, deelhebbers van de bemanning met vermelding van rang, gage en het beloop der stortingne in de verscheidene klassen 13 delen 1822-1890. Stadsarchief van Amsterdam 491/307-319
Hierna vermeldt bron van gegevens omtrent kapitein S.IJ.Parma
491-311/24 Drie Gebroeders, Amsterdam-Batavia. Vertrek 2 augustus 1838, Terug 24 augustus 1839
G.F.W.Dijkers Stuurman
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" in de haven van Amsterdam057:
09 juli 1838 "De 9de Julij 1838 kwam G.F.W.Dijkers als opperstuurman aan boord van bovenvermelde bodem leggende aan de werf de Haan van mijnheer Boeles ..."
G.F.W.Dijkers, 31 jaar uit Amsterdam met een maandgage van ¦70,-.wordt in een monsterrol dd.02 augustus 1838 van de pink “ Drie Gebroeders” onder kapitein Sikke IJsbrands Parma met bestemming Batavia vermeld als stuurman.
Familiegegevens en opleiding
Jan Kooy werd geboren te Monnikendam op 31 december 1807.
Hij was getrouwd met Catharina Theresia Velthuis, geboren te Amsterdam op 15 januari 1806.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Kooy werd per 20 juni 1848 op voordracht van S.Veenstra en met vlagnummer 768 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Sara Maria". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kooy en zijn vrouw 40 resp. 42 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1849 en 1 dochter uit 1844002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 13/20 juni 1848 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Kooy, oud 40 jaar, voerend de bark “Sara Maria”, op voordracht van kapitein S.Veenstra.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 27 juni 1848. Bedankt in 1870003.
J.Kooy was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1848 t/m 1870 met de vlagnummers 768 (1848-1854) en 384 (1854-1870).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
768 1848 bark Sara Maria Gebr.Hartsen
1849 geen vermelding van schip en boekhouder
1850-1853 bark Pollux Gebr.Hartsen
384 1854-1857 bark Magdalena idem
1857-1861 bark Magdalena idem
1862-1863 bark Johannes Martinus Batenburg & Co, Rotterdam
1864-1870 bark Sindbad Pfister, Wurfbain & Co
Bouma025 vermeldt J.Kooy als gezagvoerder gedurende:
* 1848 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1849 voor C.F.Kopersmit te Amsterdam en was herdoopt in “Bantam”;
* 1851 t/m 1858 van de bark “Pollux”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1858 t/m 1862 van de bark “Magdalena”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 377 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor kapitein/eigenaar P.Flens Jz te Texel en was herdoopt in “Elisabeth & Maria”;
* 1863 t/m 1864 van de bark “Johannes Martinus” ex Per Aspera ad Astra, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 503 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam;
* 1865 t/m 1872 van de bark “Sindbad” ex Johannes Christiaam, gebouwd in 1858 te Zwolle, 482 ton o.m., varend voor Pfister, Wurfbain & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1873 voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam en was herdoopt in “Professor Simon Thomas”.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.Kooy Magdalena 26 juli 1860 02 juni 1861
Magdalena 20 augustus 1861 21 juli 1862
Magdalena 22 september 1862 09 december 1862
Johannes Martinus geen melding 19 november 1863
Sindbad 07 augustus 1864 18 oktober 1865
Sindbad 20 februari 1866 21 november 1866
Sindbad 03 juni 1867 19 maart 1868
Sindbad 01 juli 1868 geen melding
Overige bijzonderheden
Marten Lucas werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam 2 maal geplaats op de Pollux onder kapitein Kooij. De eerste keer als jongen per 04 april 1851 voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Terugkeer niet gemeld. De tweede keer als ligtmatroos per 10 januari 1852 voor een reis van Amsterdam naar Batavia, waarna hij zich weer bij de school meldde op 22 februari 1853004(533/2162).
Datum vanaf: |
1848 |
Kapitein: |
Kooy, Jan |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Frederik Hendrik Klein werd geboren te Haarlem op 10 augustus 1818.
Hij was getrouwd met Alida Stegerhoek, geboren te Noordwijk Binnen op 03 maart 1819. 002.
Fredrik(sic) Hendrik Klein (Ned.Herv.) werd geboren te Haarlem op 10 augustus 1818. Zijn ouders waren Abraham Klein, kantoorbediende, en Anna Alida Groenewoud. Ten tijde van de aanname als leerling aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart op 04 september 1830 was vader Abraham overleden. (Fredrik Hendrik was dus de broer van kapitein Abraham Pieter - zie aldaar)
Van de schoolvorderingen in de vakken zeevaartkunden, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen wordt iedere 3 maanden verslag gedaan in de periode januari 1831 - augustus 1834. Voorts zijn er de volgende opmerkingen:
06 augustus 1832 "bekomt den Prijs in de Fransche taal zijnde Beauté de l'Histoire des Voyage"
05 augustus 1833 "bekomt den 1sten of hoogsten Prijs in het School-Onderwijs zijnde Bennet en van Wijk. Verhalen van Nederlandsche ontdekkingen"
23 december 1833 aangenomen als lid van de Ned.Herv.Gemeente bij Do Weyland
28 juni 1834 geplaatst als ligtmatroos op de "Castor" onder kapitein H(endrik) de Jong voor een reis naar Batavia
01 augustus 1835 terug van de reis "na goede attestatie"
09 juli 1835 geplaatst als ligtmatroos op de "Castor" onder kapitein H.de Jong voor een reis naar Batavia
16 juni 1836 "terug van de reis met goede attestatie doch in ziekelijke toestand"
29 juni 1836 eervol ontslagen004-532/1704.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.H.Klein werd per 16 maart 1847 met vlagnummer 743 en op voordracht van J.Douwes Dekker ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Cheribon". Toegevoegd is "Bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Klein 28 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van 09/16 maart 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Frederik Hendrik Klein, oud 28 jaar, voerend de bark “Cheribon”, wonend te Haarlem, adres aan boord van zijn schip, op voordracht van kapitein J.Douwes Dekker.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 16 november 1850. Bedankt per april 1855.002
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 april 1848 staat dat aan kapitein F.H.Klein van de “Cheribon” een maand gage wegens schipbreuk is toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 februari 1848 staat de mededeling dat het Bestuur aan 2 equipageleden van de bark “Cheribon” onder kapitein F.H.Klein een maand gage heeft toegekend vanwege schipbreuk met het schip023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
743 1848 geen vermelding van schip en boekhouder
1849-1853 bark Bamtam C.F.Kopersmit
365 1854 bark Bantam idm
Bouma025 vermeldt F.H.Klein als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1854 van de bark “Bantam” ex Sara Maria, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 380 ton, 380 ton o.m., varend voor C.F.Kopersmit te Amsterdam. Het schip voer in 1855 voor F.L.Gregory-Pierson te Amsterdam en was herdoopt in “Ida”;
* 1876 t/m 1879 van de 2/m.sch. “Curacao Packet”, gebouwd in 1865 te Nieuwendam, 150 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam. Het schip is op Grand Davis (Aves-eilanden) gestrand.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Ferdinand werd geboren te Baarn op 19 maart 1819 als zoon van de conciërge Ferdinand Mulder en Pietertje van den Hoek.
Ferdinand Willem Mulder was getrouwd met Elisabeth Sebbelee, geboren 14 maart 1827 en overleden 15 juli 1812.
Ferdinand overleed in 1856. Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam opgegeven.118
Ferdinand Willem Mulder werd "ingenomen" in de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 01 september 1832004(532/1731). Hij werd geboren te Baarn op 19 maart 1819 en was Nederlands Hervormd. Zijn ouders waren Ferdinand Mulder, concierge aan het paleis Soestdijk, en Pietertje van den Hoek.
Er werd in de periode 1833-1837 een drie-maandelijkse rapportage over de vorderingen bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Geen specifieke bijzonderheden. Voorts is genoteerd:
" 2 Augustus 1833 bekomt den Prijs voor de Fransche taal, zijnde Fenelon histoire de Telemaque.
4 augustus 1834 bekomt den Prijs voor de Engelsche taal, zijnde Basil Hall Fragments of voyages and travels
3 Augustus 1835 bekomt den Prijs voor de Meet- en Stelkunde, zijnde Callot tables de Logarithmes
16 September 1835 geplaatst als Jongmatroos op het schip de Vrede Capt. D.B.Lutjens naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦10,-
31 october 1836 terug van de reis met goede attestatie
14 febr.1837 geplaatst als Ligtmatr op het schip de Dordtenaar Capt.Abbema doch 22 febr. 1837 weder terug in het Gesticht
4 Augs 1837 bekomt den Prijs der 3de Classe Zeevaartkunde zijnde Fransoens (?) Sterrekunde door Pilaar
7 Augs 1837 geplaatst als ligtmatroos op het schip Sara & Betsy Capt.Reinolds naar Batavia voor Amsterdam ...
7 Augs 1838 terug van de reis met goed attest
8 dito eervol ontslagen"
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.W.Mulder werd met vlagnummer 630 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 29 mei 1855 op voorspraak van A.Viëtor. Zijn schip was de "Bantam". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 22/29 mei 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Ferdinand Willem Mulder, oud 36 jaar, voerend de bark “Bantam”, op voordracht van kapitein A.Viëtor.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 november 1850 staat een verzoek van F.W.Mulder om een reis onder vreemde vlag te mogen varen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1856 vraagt de weduwe kapitein F.W.Mulder geb. Sebbelee om een uitkering voor haar en 2 kinderen, die haar in de vergadering van 04 september 1856 wordt toegekend ingaande 01 mei 1856.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 december 1850 staat het verzoek om met de “Vasco de Gama” een reis onder vreemde vlag te mogen maken en toch deelnemer te mogen blijven. Dit wordt toegestaan.
F.W.Mulder werd pas in 1855 effectief lid. In 1851 was J.C.Töpper gezagvoerder op de brik Vasco di Gama” varend voor Heemskerk e.a. te Amsterdam. Ik denk dat F.W.Mulder in 1851 stuurman was op dit schip en dus lid van Zeemanshoop in de 2e klasse.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 september 1856 staat vermeld dat per 01 mei 1856 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein F.W.Mulder voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
630 1855 bark Ida J.L.Gregory Pierson
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Abraham van der Eyk werd op 02 september 1843 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij werd geboren te Zierikzee op 04 oktober 1830 als zoon van Engel van der Eyk, zeeloods te Brielle, wonende in de Voorstraat, en Maria van der Boom.
De vermelding: "Besluit 21 aug 1844 op verzoek der ouders bestemd voor de gewone koopvaardij hier te lande". Van 1844-1846 een drie-maandelijkse rapportage over de vorderingen in zeevaartkunde, "schoolonderwijs" (nederlands, frans, engels), scheepswerk en tekenen. Voorts:
"24 dec 1845 aangenomen tot lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door Do Meyjes
18 juny 1846 geplaatst als jongen op het schip Ida Wilhelmina capt.Geerlings naar Batavia voor Rotterdam
31 july 1846 bekomt den hoogsten prijs in de 3de classe zeevaartkunde zijnde de octant
22 juny 1847 terug van de reis met goed attest
6 july 1847 geplaatst als ligtmatroos op het schip Abel Tasman Capt.van Haften naar Batavia voor Dordrecht Gagie ¦10,-
1 juny 1848 terug van de reis met goed attest
7 dito ontslagen".004(533/2010)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.van der Eijk werd met nr.684 lid van Zeemanshoop per 19 augustus 1856 op voorspraak van J.H.Schipper. Zijn schip was de "Ida". Heeft bedankt als lid002.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 augustus 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als lid voor de vlag voorgesteld/aangenomen Abraham van der Eijk, oud 25 jaar, voerend de bark “Ida”, voor rekening van en met adres bij Gregory Pierson, op voordracht van kapitein J.H.Schippers.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1857 staat een brief van kapitein A. van der Eyk “verzoekende storting te mogen voldoen voor eene reeds afgeloopen reis en schoon gehuwd zijnde voor de eerstvolgende reis te mogen deelnemen, doch buiten risico voor het Fonds.” Het Bestuur wijst dit verzoek af.042.
In de Bestuursvergadering dd 29 april 1858 bedankt A. van der Eijk voor het effectief lidmaatschap voor de vlag.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 25 mei 1858 staat het bedanken van kapitein A. van der Eijk voor het lidmaatschap voor de vlag.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
684 1856-1857 bark Ida J.L.Gregory Pierson
Bouma025 vermeldt A.van der Eijk als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1858 van de bark “Ida” ex Bantam, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 380 ton o.m., varend voor T.L.Gregory Pierson te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1861 t/m 1863 van de bark “Maarten van Rossem”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 723 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1862 van de brik “Karel August”, gebouwd in 1849, 257 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
Overlap met de vorige opgave.
* 1869 t/m 1873 van de bark “Maria & Sarah” ex Lammina Elisabeth, gebouwd in 1853 te Kinderdijk, 637 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1873 t/m 1874 van de bark “Emma” ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1862 te Middelburg, 751 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door A. van der Eijk.104
Ontleend aan. van Blokland-Visser064 het volgende:
In de vergadering van het Dordtse zeemanscollege van 23 maart 1855 wordt op plechtige wijze een gouden medaille uitgereikt aan kapitein W.F.Broeksmit en aan de 1e stuurman van der Eijk een zilveren medaille, tevens een loffelijk getuigschrift, beiden van het schip “Bato”, door de Zuid Hollandsche Maatschappij tot Redding van Drenkelingen vanwege de redding der Equipages van:
1e Engels fregat “Fatyma,” kapitein W. Hardie bestaande uit 23 personen.
2e Engels barkschip “Tthomassin,” kapitein Holmes equipage 12 personen de kapiteinsvrouw en 3 kinderen.
3e Engels barkschip “Elizabeth,” kapitein H.Churchill 13 personen .
Deze schepen waren in de Torresstraat bij de noord/oost en noord/west kust van Australie gestrand op de NO-kust van het eiland Raine en Boot, resp. de NW-kust van het eiland Booby Zij werden aan boord van de “Bato,” met zeemanshartelijkheid verpleegd. Later werden 11 personen aan een ander schip overgegeven. De overigen werden veilig in Batavia aan wal gebracht.
Het is onzeker of deze melding betrekking heeft op Abraham van der Eijk.
|