Familiegegevens en opleiding
E.Visser was getrouwd met Jntje Klazes Visser, geboren 23 april 1794 en overleden 22 december 1870.118
Engelbert overleed in 1844.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.Visser werd met vlagnummer 365 per 02 juli 1833 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.F.Sipkes. Als zijn schip is genoemd de “Nassau”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van 25 juni/02 juli 1833 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Engelbert Visser, 34 jaar, adres bij Schmöle & van Geuns, voerend de schoenerbrik van Speyk. Hij kreeg vlagnummer 365023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1844 staat een verzoek om een uitkering door de wed. E.Visser, geb. J.C.Sipkes. Deze wordt toegekend in de vergadering van 30 mei 1844 met ingang van 01 november 1843.042
In de Algemene Vergadering van 11 juni 1844 van Zeemanshoop staat dat aan J.O.Sipkes, de weduwe van kapitein E.Visser, een uitkering werd toegestaan per 01 november 1843.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
365 1833-1835 sch.brik van Speyk Schmöle & van Geuns
252 1836 sch.brik van Speyk idem
1837 fregat Nassau G.Nolthenius & Schmöle & van Geuns
1838-1840 fregat Nassau G.Nolthenius & Luden & van Geuns
1841 fregat Palembang idem
In de reeks monsterrollen van het Gemeentearchief van Amsterdam komt Engelberts Visser voor als gezagvoerder van de “van Speijk” en de “Nassau” in de periode 1833 t/m 1838.
Bouma025 vermeldt E.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1836 van de sch.brik “van Speyk”, gebouwd in 1833 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor Schmöle & van Geuns te Amsterdam;
* 1836 van de brik “Rio de Janeiro Packet” ex Leonidas, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 244 ton o.m., varend voor Schmöle & van Geuns, thuishaven niet vermeld (maar moet zijn Amsterdam);
* 1838 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Schmöle & van Geuns te Amsterdam;
* 1839 t/m 1841 van hetzelfde schip maar nu varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1842 t/m 1844 van het 3/mschip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Van Sluijs013 vermeldt kapitein Engelbert.Visser van 1834-1837 als gezagvoerder van de schoenerbrik “J.C.J.van Speyk”, op 13 augustus 1832 op de werf Hollandia te Amsterdam te water gelaten (scheepsbouwmeester C.van Swieten); 130 ton o.m.; varend voor Schmöle & van Geuns te Amsterdam.. Bouma025 vermeldt als gezagvoerder in 1834 ene K. Visser, maar dat moet, gezien de opgaven uit de AAKZ001 een fout zijn.
Familiegegevens en opleiding
Arie Orts werd geboren/gedoopt op 12/23 maart1794 te Texel als zoon van Mathijs Orts en Neeltje Breeker.
A.Orts trouwde op 21 november 1839 te Amsterdam met Joanna Pieters, geboren op 22 december 1790 te Heemstede als dochter van Leendert Pieters en Catharina Meeuwse.
Joanna overleed op 08 december 1859 te Heemstede, ruim 68 jaar.
Algemeen Handelsblad, 23 november 1842
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.M.Orts (adres: Haarlemmerdijk bij de Visscherstraat) werd met vlagnummer 572 effectief lid van Zeemanshoop per 16 februari 1841 op voorspraak van G.L.J.van der Hucht. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Orts en zijn vrouw 47 en 51 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 9/16 februari 1841 werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Arien Mathijze Orts, oud 47 jaar, voerend het schip “Nassau”, wonend op de Haarlemmerdijk tussen de Korte Singel en Visscherstraat boven 325 te Amsterdam , op voordracht van kapitein G.L.J.van der Hucht, Zijn vlagnummer werd 572.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 15 december 1842 vraagt de wed. orts, geb. Pieters om een uitkering. Deze wordt haar toegestaan in de vergadering van 21 januari 1843 met ingang van 01 februari 1843..042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1859 wordt het overlijden gemeld van de wed. A.M.Orts geb. Pieterse.042.
In de notulen dd 07 februari 1843 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat een aanvraag om onderstand van J.Pieters, weduwe van kapitein A.Orts, welke werd toegestaan per 01 februari 1843.023
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 03 januari 1860 staat een bericht van L.M.Pieterse, die meldt dat de weduwe A.M.Orts geb. Pieters is overleden.023.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
572 1841-1842 fregat Nassau G.Nolthenius & Luden & van Geuns
Bouma025 vermeldt A.M.Orts als gezagvoerder gedurende:
* 1841 van het 3/mschip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam. (Bouma registreert hier A.Orts, dus 1 initiaal, maar vanwege de aansluiting met het volgende schip en de overeenkomstige reeder, heb ik hem op deze plek vermeld.)
* 1842 t/m 1843 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1842 |
Kapitein: |
Orts, Arien Mathyze |
Overige informatie: |
*ca. 1793, †aan boord NASSAU, 15 november 1842 |
Familiegegevens en opleiding
J.J.Duintjer werd in 1813 geboren te Veendam064.
Hij werd geboren te Groningen071.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Duintjer werd met vlagnummer 588 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juli 1841 op voorspraak van E.R.Borchers. Zijn schip was de "Dankbaarheid"002. Ten tijde van de inschrijving waren Duintjer en zijn vrouw 29 resp. 24 jaar. Toegevoegd is “overleden” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 29 juni/06 juli 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jurjen Jurjens Duintjer, oud 29 jaar, voerend de brik “Dankbaarheid”, afkomstig uit Dordrecht, adres bij P.J.de Ridder op de hoek van de Wijnstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein E.R.Borchers. Hij kreeg vlagnummer 588.023.
J.J.Duintjer wordt vermeld als kapitein èn als commissaris van het bestuur van het Amsterdamse college "Zeemanshoop" op 1 mei 1849032.
J.J.Duintjer was van 1845-1853 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
J.J.Duintjer was met vlagnummer 54 lid van het Dordtse zeemanscollege Nut van Handel en Zeevaart in de periode 25 juni 1841 t/m 1852. Bij de inschrijving was zijn schip “de Dankbaarheid”.111
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 21 januari 1843 staat de mededeling dat het zeemanscollege uit Dordt een kaart plus beschrijving van de Cocoseilanden heeft opgestuurd opgesteld door kapitein J.J.Duintjer.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 januari 1845 staat een brief vermeld van J.J.Duintjer ”inhoudende eene nadere beschouwing van de voorgestelde en goedgestemde geldleening door het collegie Zeemanshoop te doen, en bezwaren daartegen”. Het Bestuur besluit het stuk te laten circuleren bij de Bestuursleden en bij de leden van de betreffende commissie. In de vergadering dd 27 februari 1845 meldt het Bestuur dat men ten aanzien van genoemde geldlening niet op het eerder genomen besluit wil terugkomen. (wat die geldlening precies inhoudt heb ik niet nagegaan, maar de berichten illustreren de inzet van kapitein Duintjer ten aanzien van Zeemanshoop).042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 maart 1845 vraagt J.J.Duintjer “tot een verandering van wetten” te komen. Zijn verzoek wordt gecirculeerd binnen het Bestuur.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 mei 1850 staat de mededeling dat kapitein J.J.Duintjer “van hier is vertrokken en sedert jaren zijn Contributien niet heeft aangezuiverd”. Er gaat een brief uit om hem aan te sporen te betalen “en tevens hem uit te noodigen voor zijne betrekking als Plaatsvervangend Commissaris, daar hij niet meer in Amsterdam woont, te bedanken.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1857 bedankt J.J.Duintjer als effectief lid en deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 mei 1857 staat de mededeling dat kapitein J.J.Duintjer bedankt voor zijn lidmaatschap en voor deelneming in het Fonds.023.
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 09 december 184 staat het bericht dat kapitein J.J.Duintjes een verslag heeft ingeleverd “omtrent zijn wedervaren met zijn Schip, gedurende zijn laatste Reis, van Java naar het Vaderland in dezen jare 1842; het aandoen van de Cocos-eilanden, en een beschrijving van dezelven. – Zijnde dat berigt vergezeld door eene bij hem kapitein geteekende kaart van voormelde eilanden. … “. Op uitnodiging van de president van het College wordt dit bericht door de kapitein persoonlijk toegelicht. Met toestemming van de kapitein besluit de vergadering dit bericht een wijdere verspreiding te geven.064a
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd juli 1841 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Duintjer,064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.J.Duintjer als gezagvoerder064:
* 1842 t/m 1843 brik “Dankbaarheid” boekhouder J.B.’t Hooft te Dordrecht
* 1844 t.m 1846 fregat “Nassau” boekhouders E.Nolthenius & Ludens en van Geuns te Amsterdam
* 1850; 1852 geen schip genoemd
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
588 1841-1842 brik Dankbaarheid J.B.'t Hooft te Dordrecht
1843-1846 fregat Nassau G.Nolthenius en Luden en van Geuns
1848-1853 geen opgave van schip en boekhouder
253 1854-1856 geen opgave van schip en boekhouder
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.J.Duintjer van 1841 t/m 1843 als gezagvoerder van de brik “Dankbaarheid”, op 24 augustus 1828 op stapel gezet door J.Schouten te Dordrecht, 224 ton o.m., varend voor J.B.’t Hooft te Dordrecht. De Nederlandsche Hermes012 vermeldt tevens als inhoud 400 last en onder eigenaar/boekhouder “Aangenom. transp.schip v.h. Gouv.”. In 1843 werd “het hol” het schip verkocht te Dordrecht
Bouma025 vermeldt J.J.Duintjer als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1847 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan. van Blokland-Visser 064:
Op 24 maart 1838 (Monsterrol 864, Gemeentearchief van Dordrecht) was hij 1e stuurman onder kapitein Cornelis Neurenberg. op het nieuwe fregat “Soerabaja” (gebouwd op de werf van Cornelis Gips en met als reder Hudig en Blokhuizen te Rotterdam) en vertrok met 29 man naar Batavia
Op 24 juni 1841 (Monsterrol 1061, Gemeentearchief van Dordrecht) was hij kapitein op de schoenerbrik “Dankbaarheid” en vertrok met 17 man naar Batavia. Hij schreef een verslag over deze reis en bracht rapport uit over o.a. de reis naar de Cocos eilanden met een kaart van deze eilanden. Deze kaart bood hij aan bij het zeemanscollege ,,Zeemanshoop” te Amsterdam. In 1843 verscheen het in druk bij de Amsterdamse uitgever Swart in de ,,Verhandelingen en berigten,, 4e deel.
Familiegegevens en opleiding
Christiaan Frederik Eylerts werd geboren te Amsterdam op 16 oktober 1817.
Hij was getrouw met Agatha Johanna van Berk, geboren te Nieuwediep op 15 september 1816.003
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Christiaan Frederik Eijlerts, geboren op 16 septyember 1827 te Amsterdam, Evangelisch Luthers, in 1853 wonen op het Rapenburg 45 te Amsterdam.
Christiaan Frederik Eylerts werd geboren op 16 oktober 1817 te Amsterdam. Hij was de evangelisch-lutherse zoon van Harm Diederich Eylerts, korendrager, en Charlotta Frederica Beuke. Christiaan werd ingeschreven aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 04 september 1830. Vanaf januari 1831 werden de vorderingen in 3-maandelijkse rapporten bijgehouden voor de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels) en scheepswerk. Voorts zijn de volgende bijzonderheden vermeld:
05 mei 1834 "aangenomen tot lidmaat der Evang.Luthersche Gemeente door leraar J.W.Statius Muller".
16 juli 1834 "geplaatst als ligtmatroos op het schip Vrede Capt.D.B.Lutjens naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦10,".
28 juli 1835 "terug van de reis met goede attestatie".
16 september 1835 "geplaatst als ligtmatroos op het schip de Vrede Capt.D.B.Lutjens naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦16,-".
31 oktober 1836 "terug van de reis met goede attestatie".
02 november 1836 "eervol ontslagen"004(532/1699).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.F.Eylerts werd met nr.759 lid van Zeemanshoop per 13 september 1847 op voorspraak van P.Kraaij. Zijn schip was de "Nassau". Heeft bedankt als lid002. Ten tijde van de inschrijving waren Eylerts en zijnvrouw 29 resp. 30 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 september 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd C.F.Eylers, alleen initialen vermeld, oud 29 jaar, voerend het fregat “Nassau”, wonend op het Rapenburg 45 te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraay.023.
Christiaan werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 27 februari 1849. Heeft later als lid bedankt003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1861 staat: “Brief van kapt. C.F.Eijlerts verzoekende aanbeveling. Buiten delibneratie gehouden”.042
De betekenis van deze opmerking is niet duidelijk. Wellicht is hij beschikbaar als gezagvoerder en vraagt een aanbeveling van “Zeemanshoop”.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
759 1848 fregat Nassau Luden & van Geuns
1849-1853 bark President Verkouteren idem
378 1854-1856 bark President Verkouteren idem
1857-1860 geen opgave van schip en boekhouder
Op 11 oktober 1847 vertrok van Amsterdam naar Batavia Albert (Ruurdsz) Kuipers op de "Nassau" onder kapitein C.F.Eylerts004-533/2067.
Bouma025 vermeldt C.F.Eylerts als gezagvoerder gedurende:
* 1848 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1850 t/m 1857 van het fregat “President Verkouteren”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 660 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & Luden & van Geuns te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was C.F.Eylerts van de bark “President Verkouteren”.104
Familiegegevens en opleiding
Johannes Lubertus ten Boekel werd geboren te Amsterdam op 04 mei 1817. Hij huwde met Catharina Egberta Schubert, geboren te Bennebroek op 08 november 1821. 003.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.L.ten Boekel werd met nr.791 effectief lid van Zeemanshoop per 01 mei 1849 op voorspraak van D.Grim. Honorair lid geworden. Het schip was de “Nassau”002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 24 april/01 mei 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd J.L.ten Boekel (alleen initialen), oud 31 jaar, voerend de bark (sic) “Nassau”, met als adres J.H. van der Meulen te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.Grim.023.
J.L. ten Boekel werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 11 mei 1852. Toegevoegd is “Met 1 mei 1857 van beroep veranderd”
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1857 staat de mededeling dat kapitein J.L. ten Boekel “zich borgstellende voor de vermoedelijke Wed. N.Ebsen geb. de Jong.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1859 krijgt J.L. ten Boekel een uitkering voor 12 maanden.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1861doet kapitein JK.L. ten Boekel plus enige andere leden het voorstel artikel 8 van het Reglement te wijzigen. De zaak wordt overgedragen aan de Commissie tot herziening der wetten van het College.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 januari 1862 wordt kapitein J.L. ten Boekel toegestaan zijn effectieve lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 februari 1862 staat de mededeling dat het aan J.L. ten Boekel is toegestaan om zijn effectief lidmaatschap in een honorair lidmaatschp om te zetten.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam ` naam reder/boekhouder
791 1849-1853 fregat Nassau Luden en van Geuns
405 1854 fregat Nassau idem
1855-1856 fregat Sara Johanna idem
1856 “ zonder schip”
1857-1861 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.L. ten Boekel als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1855 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1856 van het fregat “Sara Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 780 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & Luden & Geuns te Amsterdam. Het schip is na stoten bij Ning Po gezonken op weg van Batavia naar Japan.
Hij zou een lading geschenken voor de Japanse keizer bij zich hebben gehad.
Overige bijzonderheden
J.L. ten Boekel was op 26 april 1857 de gast van kapitein Hendrik Sweys (zijn voorganger op de “Sara Johanna”) en zijn vrouw. Hij werd kort daarop expert voor het bureau Veritas.090
Bij het opmaken van een testament voor kapitein Martinus Johannes Logger op 11 mei 1856 te Batavia bij notaris Joseph Cornelis Meyer was kapitein Johannes Lubertus ten Boekel, gezagvoerder van de “Sara Johanna” een getuige.
Familiegegevens en opleiding
Leendert Popta Wassenaar werd geboren te Midlum op 14 september 1820. Hij was gehuwd met Fopke Brouwer, geboren te Ameland op 05 mei 1819. Vermeld zijn 4 kinderen en wel geboren in 1853, 1855, 1858 en 1860. 003.
Leendert Popta Wassenaar werd geboren op 14 september 1820 te Franekeradeel, als zoon van Tiete Wassenaar en Sjoerdtje Hoitinga Lyklama à Nijeholt.
Leendert was getrouwd met Fopke Brouwer, geboren op 05 mei 1819 te Ameland als dochter van Symen Rienks Brouwer en Trijntje Arjens. Kind erkend bij huwelijk van de ouders op 15 maart 1824. Als familienaam van de moeder is in de kantlijn geschreven “Former”. Een huwelijksacte van Leendert Wassenaar en Fopke Brouwer heb ik niet in Friesland terug kunnen vinden. Fopke overleed op Ameland op 07 september 1887, 68 jaar en gehuwd.
Leendert overleed op 10 december 1906 als weduwnaar, 86 jaar.
Ontleend aan Tresoar
Op het kerkhof van Nes op Ameland staat een grafsteen met de volgende tekst:
“HIER RUST HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN LEENDERT POPTA WASSENAAR
Weduwnaar van POPKE BROUWER
in leven Scheepsgezagvoerder en sinds 1874 opziener der Domeinen op Ameland,
overleden 10 December 1906 in den ouderdom van 86 jaren.”
(op de grafsteen staat duidelijk Popke)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.P. Wassenaar werd met vlagnummer 643 per 10 juni 1855 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.L.ten Boekel. Als zijn schipp is genoemd de “Nassau”
002.
002 Naamregister der effectieve leden 1825-1878. (Stadsartchief Amsterdam; 491-281)
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 03/10 juli 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Leendert Popta Wassenaar, oud 37 jaar, voerend het fregat “Nassau”, voor rekening van Luden en van Geuns, wonend op Ameland, op voordracht van kapitein J.L. te Boekel.023.
023 Notulen van de Algemene of Ledenvergaderingen van het college Zeemanshoop 1822-1910. (Stadsarchief Amsterdam:491-01/19).
Hij werd per 27 april 1858 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is ”van beroep verander met 1 Mei 1869”.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 maart 1869 staat een mededeling van kapitein L.P.Wassenaar “berigtende dat hij de Zeevaart verlaat doch wenscht te blijven in de regten aan die positie verknocht.”Het Bestuur gaat accoord.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1886 staat een verzoek om een uitkering welke op 25 maart 1886 wordt afgewezen. Maar in de vergadering dd 29 april 1886 krijgt hij een gratificatie van f 30,-. In de notulen dd 27 mei 1887 informeert hij “omtrent de ontvangst zijner gratificatie”. Op 28 april 1887 krijgt hij een gratificatie van f 80,-. In de vergadering dd 03 mei 1888 wordt hem f 80,- toegezegd. In de vergadering dd 04 juli 1889 wordt door het Bestuur besloten de uitkeringen (kennelijk om de slechte staat van het kapitaal in de bussen) sterk te verminderen en dat van L.Popta Wassenaar wordt gesteld op f 40,-, zijnde de helft. Op 01 mei 1890 krijgt hij weer f 40,-. Idem per 30 april 1891. Idem per 04 juni 1891. Idem per 05 mei 1892. Idem per 06 april 1893. Idem per 05 april 1894. idem per 04 april 1896. Op 18 juni 1896 vraagt hij wederom een gratificatie. “Besloten te antwoorden dat hem geen bijdrage zal worden verleend omdat hij heeft een naar de plaats bestaanbaar inkomen en velen, die hier wonen en trekkenden zijn een dergelijk inkomen bij lange na niet hebben.” Op 01 oktober 1896 protesteert hij tegen het besluit, maar het Bestuur blijft bij zijn mening en zegt dat hij bij de opheffing van zijn tegenwoordige betrekking zijn verzoek om een gratificatie mag herhalen mits hij het bewijs van de beëindiging van zijn betrekking overlegt. 042
042 Notulen van de bestuursvergaderingen van het college "Zeemanshoop". (Stadsarchief Amsterdam: 491-21/33).
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1886 1886 (Stadsarchief Amsterdam 491-40) is een correspondentie dd januari/februari 1886 van kapitein Leendert Popta Wassenaar ,met daarbij een bewijs van voortdurende deelneming in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop met als geboorteplaats “Midlum 14 september 1820”. In de brief is een uitvoerige argumentatie over een achterstallige contributiebetaling met zijn aanbod dit aan te zuiveren.
In de bijlagen bij de Bestuursvergadering dd 25 maart 1886 wordt door een onderzoekscommissie uitvoerig over deze aanvrage gerapporteerd. Er wordt geconstateerd dat hij in ondergeschikte rangen al deelnemer is geweest, van 1846-1854 als stuurman . Hij werd effectief lid in 1855 en voortdurend deelnemer in het Fonds per 1858. Hij heeft tot 1872 zijn contributie betaald “maar sedert dien tijd door het verlies van zijn vermogen en van zijne betrekking aan eene Stoombootonderneming niet meer bij machte was, zijne jaarlijksche Contributiën te voldoen en dat het geheele bedrag zijnder stortingen vanaf 1846 ruim f 1655,’heeft bedragen.” De commissie constateerd dat zijn wens om na aanzuivering weer als effectief lid te worden aangenomen op grond van art. 39 niet mogelijk is. De commissie vraagt het Bestuur echter om clementie en stelt voor “om Hem jaarlijks eene zoo hoog mogelijke gratificatie toetekennen, waarvan wij het bedrag gaarne aan Uwe Vergadering ter bepaling overlaten.”
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 mei 1886 staat vermeld dat een gratificatie van f 80,- is verstrekt aan L.Popta Wassenaar, waarvoor hij op 08 juni een bedankje heeft gestuurd.. Wederom een gratificatie ad f 80,- op 03 mei 1887. Idem op 22 mei 1888 met een bedankje op 31 juli 1888. Op 11 juni 1889 doet hij een verzoek voor een gratificatie, maar daarvoor is volgens het Bestuur eerst nader onderzoek vereist. Hij krijgt een gratificatie van f 40,- per 05 juni 1890, waarvoor hij per 07 augustus 1890 een bedankje stuurt. Weer f 40,- op 04 juni 1891. Idem op 06 augustus 1891. Idem per 04 augustus 1892. Idem per 06 juli 1893. Idem 07 juni 1894. Idem 04 juli 1895. Op 01 oktober 1896 doet hij wederom een verzoek om een gratificatie, maar er is nader onderzoek ingesteld. Na ontvangen inlichtingen van D.H. de Boer wordt gemeld: “Het verzoek om eene gratificatie afgewezen op grond van zijn gebleken inkomen van f 600,- ’s jaars op Ameland.” Op 05 november wordt het verzoek om een gratificatie herhaald: “Het besluit der vorige vergadering gehandhaafd doch onder deze wijziging dat hem te kennen gegeven zal worden, dat hij zich weder aanmelden kan, indien zijne betrekking opgeheven zal zijn.” 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
643 1855-1856 fregat Nassau Luden & van Geuns
1857 bark Josephina Bernardina T.van Schaak
1858-1859 fregat Margaretha Johanna idem
1860-1868 bark Marnix G.C.Crommelin te Deventer
1869-1873 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
L.P.Wassenaar Marnix 11 juli 1860 08 januari 1861
Marnix 30 maart 1861 12 oktober 1861
Marnix 27 november 1861 10 april 1862
Marnix 13 juni 1862 27 januari 1863
Marnix 10 april 1863 06 december 1863
Marnix 07 april 1864 11 augustus 1864
Marnix 03 oktober 1864 26 april 1865
Marnix 21 juli 1865 12 januari 1866
Marnix 23 april 1866 25 augustus 1866
Marnix 05 januari 1867 06 augustus 1867
Marnix geen melding 05 oktober 1867
Marnix 11 juli 1868 12 januari 1869
Bouma025 vermeldt L.P.Wassenaar als gezagvoerder gedurende:
* 1855 van het fregat “Sara Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 780 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & Luden & Geuns te Amsterdam;
* 1856 t/m 1857 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1858 van de bark “Josephina Bernardina” ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam;
* 1859 t/m 1860 van de bark ”Margaretha Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 643 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam;
* 1861 t/m 1869 van de bark “Marnix”, ex Martha Allen, gebouwd in 1849 te Scituate, 225 ton o.m., varend voor G.C.Crommelin te Deventer.
Overige bijzonderheden
“L.Popta Wassenaar – oud gezagvoerder” was medeondertekenaar van een brief dd februari 1876 aan de gemeenteraad van Ameland “met het verzoek om te willen bevorderen dat er op Ameland weer een zeevaartkundige school met bekwame onderwijzer komt”.
In: Een zeevaartschool in Nes door Douwe Hz de Boer, Pôllepraat, Blad van de Stichting “De Ouwe Pôlle”, nr. 34, juni 2001.
“In februari 1876 ontving de Amelander gemeenterraad een verzoek om op het eiland wederom een zeevaartschool te openen. Het request was ondertekend door 86 personen, allen inwoners van Ameland, die een lange staat van dienst op zeee hadden. Dit door oud-gezagvoerder L.Popta Wassenaar in keurig schoonschrift geschreven stuk vestigt de aandacht van de raad op het feit, dat de Amelander zeelieden, die vaak reeds een gezin hebben te onderhouden, zich zeer grote financiële offers moeten getroosten om zich elders voor het examen te bekwamen. … Het heeft niet mogen baten”017
Familiegegevens en opleiding
Egbert Verginius was getrouwd met Berendina Oort, geboren 13 januari 1827 en op 30 oktober 1862 hertrouwd met Egbert Sander.
Egbert overleed in 1858.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.Verginius werd met vlagnummer 960 per 11 april 1854 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.F.P.A.Abbema. Als zijn schip wordt genoemd de “Gezusters”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 04/11 april 1854 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Egbert Verginius, geen leeftijd vermeld, voeren de bark “Gezusters”, op voordracht van kapitein J.F.P.A.Abbema. Hij kreeg vlagnummer 960 en per 01 mei nummer 566.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1858 staat een verzoek om uitkering van de wed. kapitein E.Verginius, geb B.Oort, welka haar in de vergadering dd 28 oktober 1858 wordt toegekend voor haar en 2 kinderen met ingang van 01 augustus 1858, mits zij de doodsakte van haar man overlegd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1862 staat het bericht dat de wed. E.Verginius is hertrouwd en bedankt voor de uitkering voor haar en haar kinderen.042.
In de vergadering dd 28 december 1871 staat het verzoek van de wed. E. Sanders geb. B.Oort eerder de wed. E.Verginius om herstel van haar uitkering, welke in de vergadering dd 01 februari 1872 wordt toegestaan ingaande 01 februari 1872 voor haar en 1 kind.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 02 november 1858 staat vermeld dat per 01 augustus 1858 een uitkering is toegekend aan de wed. E.Verginius geb. Oort, voor haar en 2 kinderen023.
In de notulen dd 09 december 1862 van de Algemene Vergadering staat vermeld dat de weduwe E.Verginius geb. Oort is hertrouwd en bedankt voor de uitkering voor haar en haar kinderen.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 20 februari 1872 staat vermeld dat de uitkering van de wed. E.Sanders geb. Oort eerder de weduwe E.Verginius is hersteld voor haar en haar jongste kind uit het eerste huwelijk.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
566 1854-1855 bark Gezusters J.F.P.A.Abbema & H.van Geldorp
1856 geen vermelding van schip en boekhouder
1857 fregat Nassau J.F.P.A.Abbema
Bouma025 vermeldt E.Verginius als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de bark “Gezusters” ex Henriëtte Maria, ex Baros, gebouwd in 1828 te Middelburg, 710 ton o.m., varend voor J.F.P.A.Abbema & H. van Geldorp te Amsterdam;
* 1855 van de bark “Valparaiso” gebouwd in 1852 te Amsterdam, 345 ton o.m., varend voor G.v/d Stadt & Q.Blaauw te Amsterdam. (is dit een tussenreisje geweest of is er een tweede kapitein E.Virginius?)
* 1858 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor J.F.P.Abbema & kapitein te Amsterdam (die toevoeging “kapitein” is me niet duidelijk. Heeft de kapitein zo’n groot aandeel in het schip dat hij als mede-eigenaar kan worden gezien?)
Overige bijzonderheden
Volgens monsterrol nr 1418 dd 15 juni 1849 in het Gemeentearchief van Dordrecht was E.Verginius, oud 24 jaar, wonend te Amsterdam, met een maandgage van f 45,-, 2e stuurman op de bark “Jan van Hoorn”, onder kapitein J.Bouten, varend voor P.Blussé van Oud-Alblas te Dordrecht voor een reis naa Valparaiso
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
C.J.Huffnagel Nassau 06 oktober 1858 niet vermeld
Bouma025 vermeldt C.J.Huffnagel als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor J.F.P.Abbema & kapitein te Amsterdam (die toevoeging “kapitein” is me niet duidelijk. Heeft de kapitein zo’n groot aandeel in het schip dat hij als mede-eigenaar kan worden gezien?).
Overige bijzonderheden
Geen
|