1826
Op 25 februari 1826 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de HOOP OP WELVAART, aangevraagd door H.A. Bol en K.H. Zuininga, Veendam, voor K.H. Zuininga als kapitein.
1827
MCO 090127
Zeetijdingen - Vlissingen, 6 januari. Den 2 en 3 dezer zijn alhier ter rede gekomen: DE JOSEPHA, kapt. M. Bakker; DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, beide van Bordeaux, met stukgoederen, beiden voor Antwerpen bestemd.
RC 170427
Rotterdam, 16 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE TWEE GEBROEDERS, kapt. K.J. Potjewijd, naar Topsham; MEDUSA, kapt. F. Bunnemeijer, DE JONGE LUCIA, kapt. G.A. Segaert, DE AREND, kapt. H. Elbring, DE JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Muijs, DE JONGE JOHANNA, kapt. W.J. Poel, DE EENDRAGT, kapt. J. Diilewijns, LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, DE GOEDE HOOP, kapt. J. Wilker en VROUW MARIANNE, kapt. C. van der Weeg naar Londen; DE VROUW CATHARINA, kapt. M.J. Pesser, naar Hamburg; DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, naar Douvres;
RC 290527
Rotterdam, 28 mei. De 25e, des namiddags, arriveerde te Brielle DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Bordeaux;
RC 030727
Rotterdam, 2 juli. De 30e passato, des morgens, arriveerden te Den Briel DE JONGE WILLEM, kapt. P. Hansen, van Oleron; des namiddags, ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, van Marennes en zeilde DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, naar Marennes,
RC 140827
Rotterdam, 12 augustus. De 10e, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Marennes; ST. JACOB PHILIP, kapt. J. Bruss, van Riga.
RC 230827
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Bordeaux, het Nederlandsch schooner kofschip DE MARGARETHA, kapt. Jacob Verdoes.
Naar Rochelle, het Nederlandsch kofschip HOOP OP WELVAART, kapt. Klaas Harms Zuininga.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
RC 041027
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Suriname, het Nederlands brikschip MARIA AGNITA, kapt. Paulus Rijnbende, om de 31e oktober aanstaande te vertrekken.
Naar Corunha, het Nederlands kofschip TROMP, kapt. R.T. Nollis.
Naar La Rochelle, het Nederlands kofschip HOOP OP WELVAART, kapt. Klaas Harms Zuininga, om de 25e oktober aanstaande te vertrekken.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
RC 151127
Rotterdam, De 14e november, des morgens, zeilden van Brielle DE VRIENDSCHAP, kapt. T.G. Rijn, naar Rochelle; DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, naar Rochefort; BUITEN VERWACHTING, kapt. C. van der Plas, naar Londen; LOUISA, kapt. D. Guijt, naar Jersey; DE JONGE GERRIT, kapt. L. Hus, naar St. Valery.
1828
RC 290128
Rotterdam, 28 januari. Te Antwerpen zijn gearriveerd FRANS EN DOROTHEA, kapt. Elderts, van Bayonne; WELVAART (opm: kof HOOP OP WELVAART), kapt. Zuininga, van Marennes; FANNIJ, kapt. De Boer, van Île de France en THERESE, kapt. Van der Peer, van Havre.
AH 300128
Carga-lijsten.
Rotterdam, 26 januari, ROTTERDAM’S WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia en HENDRIKA ELIZABETH, kapt. A. Glazener, van Smirna; VLIJT, kapt. E.E. de Vries, van Liverpool; POULINE, kapt. J. Joosens, van Matanzas; FANNY, kapt. De Boer, van St. Mauricius; DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Marennes.
Op 22 februari 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HOOP OP WELVAART, aangevraagd door K.H. Zuininga, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
AH 060928
Carga-lijsten. Amsterdam, 5 september. JULIA, kapt. J. Schildwacht en ADOLPHINA, kapt. J.J. Roggesack, van Archangel; DE JONGE GERRIT, kapt. A. Hazewinkel en DE EENDRAGT, kapt. B.P. de Vries, van Riga; HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van St. Petersburg;
1829
RC 211129
Amsterdam, 19 november. De 19e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Dantzig, als bijlegger naar Antwerpen; URANUS, kapt. N.E. Hogemann, van Archangel; HERBERTUS HERMANUS. Kapt. H. Roosendaal, van Libau.
1830
Op 2 maart 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HOOP OP WELVAART, aangevraagd door K.H. Zuininga, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
AH 020630
Carga-lijsten. Amsterdam, 1 juni. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, IPENRODE, kapt. Charlau, van Suriname; HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Bordeaux;
AH 210830
Carga-lijsten. Amsterdam, 20 augustus. CONCORDIA, kapt. H.W. Groenhoff; DE GEBROEDERS, kapt. P.C. Sorgdrager en CORNELIUS STAR, kapt. P.T. Kramer, van Petersburg; HARMONIE, kapt. M.H. Schiebe en JONGE ANNA, kapt. D.G. Bleeker, van Riga; DE VROUW FEMMEGINA, kapt. A.K. Braam, FREDERICA, kapt. C.F. Witt; EENDRAGT, kapt. P.C. Koops; HOOP EN VERWACHTING, kapt. J.A. Schuring, TWEE GEBROEDERS, kapt. K.H. Sprik, IKINA WILHELMINA, kapt. S.J. Vegter, ALBERDINA, kapt. G.G. Veenema, TWEE GEBROEDERS, kapt. W.R. Lukens, HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, ARENDINA MARIA, kapt. G.H. Boerhave, BUITENWERF, kapt. J.E. Gust, HOOP, kapt. H.B. Engelsman, HENDERIKA, kapt. H.B. Schipper en VROUW ANNEGINA, kapt. H.M. Hendriks, van Koningsbergen;
RC 041230
Rotterdam, 3 december. De 1e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis NEPTUNUS, kapt. W.A. Bakker, van Riga, als bijlegger en HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Koningsbergen.
1831
AH 021231
Terschelling, 27 november. Binnengekomen: HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, van Christiansand.
1832
PGC 240132
Advertentie. Mr. M. van der Tuuk, notaris te Veendam, gedenkt ten verzoeke van Klaas Harms Zuininga, schipper te Veendam, op zaterdag den 4 februari 1832, des avonds om 5 uren, ten huize van E. van Linge te Veendam, publiek te verkopen: een in den jare 1826 nieuw uitgehaald kofschip, genaamd HOOP OP WELVAART, groot 79 ton, met al deszelfs opgoederen, van masten, zeilen, ankers en touwen, koksgereedschappen, Noordse jol en dito praam, invoege thans te Harlingen is liggende en door K.H. Zuininga opgemeld is bevaren. Zullende de inventaris der opgoederen drie dagen voor de verkoop ter lezing liggen. (opm: kapt. Zuininga, reeds 50% eigenaar, nam het aandeel van zijn compagnon, Harm Arends Bol, over en werd enig eigenaar)
Op 13 maart 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HOOP OP WELVAART, aangevraagd door K.H. Zuininga, Veendam, voor J.A. Panjer als kapitein.
AH 050632
Terschelling, 31 mei. Binnengekomen: HOOP OP WELVAART, kapt. J.A. Panjer, van Danzig, na visitatie van de quarantaine ontslagen.
1833
PGC 051133
De schepen MARIA, kapt. H. van Veen Jr, van Rotterdam en de HOOP OP WELVAART, kapt. J.A. Panjer, van Rouen, beide naar Bordeaux, te Cowes binnen, hebben op 25 oktober de reis voortgezet.
1834
AH 030134
Uitgezeild:
Royan, 19 december 1833. JACOBA, kapt. Verkade, WELVAART (opm: HOOP OP WELVAART), kapt. J.A. Panjer; LEMMER, kapt. J. Tammes; ANJA, kapt. A.C. Hazewinkel en HET VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, alle vijf naar Rotterdam;
RC 200234
Rotterdam, 19 februari. Het schip DE HOOP OP WELVAART, kapt. J.A. Panjer, van Bordeaux naar Rotterdam, te Cowes binnen, heeft de 13e dezer de reis voortgezet.
RC 250234
Rotterdam, 24 februari. De 18e dezer is ter rede van Vere gearriveerd de Nederlandse kof DE HOOP OP WELVAART, kapt. J.A. Panjer, van Bordeaux naar Rotterdam gedestineerd.
Schipper Klaas Harms Zuininga bleek in februari 1834 niet in staat de verschuldigde aflossing van NLG 1250 plus interesten te voldoen aan zijn financiers, de negocianten R. & F. Giezen te Muntendam, die daarom de kof op 17 mei 1834 in de Zalmhaven te Rotterdam onder beslag legden. Op 9 juli werd de kof executoriaal geveild, waarbij Haye Everts Heinrichs, particulier te Rotterdam, voor NLG 2.100 + NLG 525 executiekosten de eigenaar werd. Uit de hierna ontstane situatie dat schipper Panjer weigerde de zeebrief af te geven kan worden geconcludeerd dat deze (een deel van) zijn gage en kaplaken niet had betaald gekregen en op deze manier (tevergeefs) probeerde druk uit te oefenen.
RC 170634
Advertentie. Verkoping op rechterlijk gezag van een kofschip, genaamd HOOP OP WELVAART, groot 20 ellen 19 duimen lengte, 4 ellen 10 duimen wijdte en 2 ellen hol en alzo geijkt op 78 tonnen, met deszelfs staande en lopend want, ankers, zeilen, touwen en verdere inventaris, bestaande in het navolgende, als:
- Ankers: 2 zware ankers met houten stokken; 1 tui-anker met ijzeren stok en 1 werp-anker met houten stok.
- Touwen: 2 anker-touwen, zwaar 9 duim, zo lang als in de baan geslagen zijn en geheel nieuw, 1 kabel, lang 111 ellen, dik 4 en 1 half duim, 2 landvast-kettingen, ieder circa 28 ellen, 1 end tros circa 28 ellen, 2 enden lopers, 1 nieuwe dito, 1 nieuwe lijn, 2 fokken-schoten, 1 lengtouw, 1 takelmantel met zijn toebehoren, 1 paar schenkelhaken en 2 paar duivelsklaauwen.
- Zeilen: 1 grootzeil, half sleet, 1 dito oud, 1 bramzeil oud, 1 topzeil en 3 kluiffokzeilen, alle oud, 1 breefok oud, 1 stormbezaanzeil, oud en 1 jager, oud en gescheurd.
- Bootsmansgoed: 5 watervatten in soorten met ijzeren banden, pompreven kompleet, 1 ankerschoen, 1 speer, 2 handspaken, haken en kousen, oud, 3 ballastschoppen, 3 schrappers, 2 messen, 1 kleedkuil, 2 kleden over de anker-touwen, 2 teerputsen, 1 smeerputs en pot; 3 teerkwasten, 2 smeerkwasten, 2 waterputsen, 1 ijzeren pekpot, 2 koevoeten defekt, enige rifzeisen, 1 bootsmansstoeltje, 2 paar riemen, 1 luiwagen, 2 vlotsklampen, 4 bootskrabbers, 2 presenningen over de luiken, 2 presenningen over het kistluik, 3 ijzeren beugels over de luiken, 1 boei, 2 haken, 3 bomen, 1 uitzetboom, 2 schaallatten (opm: mogelijk schalklatten) en enige oude planken.
- Koksgoed: 1 bak, 1 ijzeren plaat, 1 tang, 1 koperen visaker met deksel, 1 dito braadpan, 1 ijzeren pot met deksel, 1 kleine koperen kastrol, 1 ijzeren koekepan, 2 houten lepels, 2 houten bakken, 3 stenen oliekannen, 1 blikken lampet, 2 bijlen, 1 ijzeren stokvismoker, 1 versebalie, 1 koperen beslagpot, 1 koperen waterpomp, enige kruiken en ledige flessen.
- Stuurmansgoed: 2 Nederlandse vlaggen, 1 kleine en 1 grote dito, 1 nommervlag met de letter G 3, 1 nachthuis, 4 differente kompassen, 1 logglas, 1 oude loglijn, 1 loodlijn en lood, 1 handlood, 1 grote en 1 kleine blikken lantaren, 1 roeper, 1 hoenderhok.
- Timmermansgoed: 1 nieuwe en 2 oude zagen, 3 kalfaatijzers, 1 breeuwhamer, 1 oude avegaar, 2 ijzeren hamers, 1 fretboor, 1 omslag en 2 boorijzers, 1 zakje met spijkers, 1 slijpsteen en bak.
- Kajuitsgoed: 1 bruin tafeltje, 4 stoelen, 1 spiegel in vergulde lijst, 1 koffiemolen; 2 koperen ketels; 1 grote koperen waterketel, enig defect theegoed, 1 tinnen trekpot, 1 koperen kandelaar, 6 ijzeren lepels en 8 ijzeren vorken, 8 aarden schotels en borden, 1 blikken peperbus, boterklep, 1 zoutvat, 1 blikken strooplampet, 2 witte gelakte kommen, 1 blikken trommel en theebus, 6 bierglazen, 1 wijnglas, 1 kraft, 1 kachel met pijpen, 1 Noordse jol en 1 vlet.
Behorende bij het genoemde schip HOOP OP WELVAART, liggende in de Zalmhaven, even buiten Rotterdam, gevoerd wordende door schipper Jan A. Panjer en toebehorende aan Klaas Harms Zuininga, wonende te Veendam.
L. Bakker, procureur.
(opm: koper voor NLG 2.100 + NLG 525 executiekosten werd de Rotterdamse particulier H.E. Heinrichs; de kof kreeg de naam MARIA)
AH 260834
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar La Rochelle en Rochefort, het Nederlands kofschip MARIA, kapt. Simon Menno Tanger.
Op 9 september 1834 werd een eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief aangevraagd voor de MARIA door H.E. Heinrichs, Rotterdam, voor S.M. Tanger als kapitein. Deze werd in advies genomen en niet verstrekt.
Op 13 september 1834 werd alsnog een zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door H.E. Heinrichs, Rotterdam, voor S.M. Tanger als kapitein, echter ‘enkel voor een uit- en thuisreis’.
DC 021034
Maassluis, 29 september. Heden morgen zeilden naar zee: MARIA (opm: ex-HOOP OP WELVAART, kof), kapt. S.M. Tanger, naar la Rochelle; KLEINE ANGELINA, kapt. B. Roskamp, naar Hamburg.
Den 30 dito. Kapt. Tanger is wel in zee, doch de overige schepen zijn bij de Hoek ten anker gekomen.
Nadat de gouverneur van de provincie Groningen de Staatsraad in Den Haag had geïnformeerd ‘schipper weigert zeebrief af te geven’ werd de zeebrief van schipper J.A. Panjer voor de HOOP OP WELVAART op 7 oktober 1834 (ambtshalve) geroyeerd. Hiermede was aan de wet voldaan die voorschrijft dat er geen twee zeebrieven van eenzelfde schip in omloop kunnen zijn.
De kof lag tijdens de problematische overdracht in Rotterdam, zodat de op 13 september verstrekte zeebrief vanuit Den Haag daarheen was verzonden. Kennelijk had de Gouverneur van de provincie Zuid-Holland opdracht gekregen een hernieuwde poging te ondernemen om de zeebrief van kapt. Panjer te bemachtigen, die echter volhardde in zijn onwil. Waarop de Gouverneur dit aan de Staatsraad Den Haag rapporteerde, die in haar administratie vastlegde ‘schip was verkocht, doch schipper weigert zeebrief terug te geven. Schipper zal nooit meer op enig schip onder Nederlandse vlag gezag mogen voeren.’
1835
Op 12 januari 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door H.E. Heinrichs, Rotterdam, voor S.M. Tanger als kapitein.
AH 210235
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandse Zee, de Levant, enz.
La Rochelle. Het Nederlands kofschip MARIA, kapt. S.M. Tanger. Adres bij Jan Corver en Comp.
RC 280335
Rotterdam, 27 maart. Het schip MARIA, kapt. S.M. Tanger, van Amsterdam naar La Rochelle, is, volgens particulier bericht, de 23e dezer uit Texel naar zee gezeild.
RC 260535
Rotterdam, 25 mei. De 24e, des namiddags, arriveerden te Brielle JOHANNA CAROLINA, kapt. J. Verdoes, van Bordeaux en MARIE, kapt. S.M. Tanger, van La Rochelle;
RC 020735
Rotterdam, 1 juli. De 30e passato, des namiddags, zeilde uit de Maas DE BATAVIER, kapt. D. Dunlop, naar Londen; de 1e dezer, des morgens, MARIA, kapt. S.M. Tanger, naar Hull; FLORA, kapt. H.T. Lus, naar Spiekeroog en ANNA SOPHIA, kapt. C.J. Donker, naar Drontheim.
RC 080935
Rotterdam, 7 september. De 6e dezer, des morgens, zeilden van Maassluis MARIA, kapt. J.M. Tanger, naar Nantes; DE JONGE JOHANNIS, kapt. A.C. Elbring, naar Bremen en ANNA MARIA, kapt. J.F. Muys, naar Fecamp.
RC 311235
Rotterdam, 30 december. De 28e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis MARIA, kapt. S.M. Tanger, van Jersey en de 29e, des morgens, JOHANNA, kapt. E. Bergman, van Batavia.
1836
DC 100336
Hellevoetsluis, 8 maart. Heden morgen arriveerde uit zee: NICKERIE, kapt. J.F. Bunnemeijer, van Batavia; en zeilden naar zee: JACOBUS, kapt. J. Lourens, en BATAVIER, kapt. J.F. Scharper, beiden naar Batavia; HELENA, kapt. D.J. Greven, en WILLEM, kapt. H.W. Kiers, beiden naar Liverpool; MERWESTROOM, kapt. D.H. Hazewinkel, en NEPTUNES, kapt. W.K. de Weerd, beiden naar Newry; KOOPHANDEL, kapt. J. Popke, naar Suriname; MARGARETHA, kapt. H.G. Henrichs, naar New York, en MARIA, kapt. S.M. Tanger, naar Rochefort.
DC 150336
Hellevoetsluis, 11 maart. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: MARIA, kapt. S.M. Tanger, als bijlegger naar Rochefort.
RC 070636
Rotterdam, 6 juni. Kapt. S.M. Tanger (opm: kof MARIA), van Tremblade te Brielle binnen, heeft de 17e mei, op 50º02’ NB 03º45’ WL, gepraaid het Nederlands kofschip MARIA, kapt. J.P. Brouwer, van Amsterdam naar Genua; aan boord was alles wel.
RC 160636
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Bordeaux, het Nederlands kofschip MARIA, kapt. S.M. Tanger.
Naar Belfast, het Nederlands kofschip VROUW MARGARETHA, kapt. B.R. Berg.
Naar Liverpool, het Nederlands hoekerschip DE HOOP, kapt. D. Guyt.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
DC 150936
Hellevoetsluis, 12 september. Heden morgen zeilden naar zee: ZEEPAARD, kapt. D. Teil, naar Duinkerken; MINERVA, kapt. H. Niemann, naar de Oostzee; ALWINA, kapt. P.C. Simons, naar New York; GEZINA, kapt. J.G. Postema, en CATHARINA, kapt. H.G. van Dam, beiden naar Liverpool; CATHARINA JULIA, kapt. P. Hazewinkel, naar Jersey; MARIA, kapt. S.M. Tanger, naar Bordeaux.
1837
Op 3 februari 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door H.E. Heinrichs, Rotterdam, voor S.M. Tanger als kapitein.
RC 140237
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Triëst: het Kofschip EENDRACHT, kapt. Cornelis Ouwehand.
Het Hoekerschip FLORA, kapt. Dirk Rooderkerk.
Lissabon: het Kofschip ZEEMEEUW, kapt. D.M. Noordhoek.
Bordeaux: het Kofschip GEERTRUIDA SMIT, kapt. E.C. Eilts, vertrekt 15 februari a.s.
Nantes: het Kofschip MARIA, kapt. S.M. Tanger ligt gereed.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer
RC 140237
Advertentie. De houder of houders van het cognossement over 1 okshoofd (opm: vat) wijn, gemerkt LN en BC er onder, alhier aangebracht van Bordeaux, per het schip (opm: kofschip) MARIA, kapt. S.M. Tanger, gelieven zich ten spoedigste aan te melden bij Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 141037
Rotterdam, 13 oktober. Den 13 dezer zeilden van Maassluis MARIA, S.M. Tanger, naar Nantes; JONGE WILLEMINA, L. Maasdijk, naar Rouaan; VROUW HENRIETTE, H.F. Klie, naar Belfast en ROELINA JELTINA, D.H. Puister, naar St. Martin.
RC 191237
Rotterdam, 18 december. Den 16 arriveerde DE VRIENDSCHAP, J. Kwakkelstein, van Bilbao; BROEDERTROUW, J.H. Hazewinkel, van Batavia; ROELINA JELTINA, D.H. Puister, van St. Maarten (opm: St. Martin); ZWAANTINA, H.J. Schuring, van Bordeaux; MARIA, S.M. Tanger, van Ilcrie (opm: onbekend),
1838
RC 270138
Te Rotterdam In lading liggende schepen naar:
Bordeaux: het Kofschip MARIA, kapt. S.M. Tanger.
Liverpool: het Kofschip VROUW HENRIETTE, kapt. H.F. Klie.
Belfast: het Schoener-kofschip ANJA, kapt. A.C. Hazewinkel.
Londonderry: het Kofschip (opm: galjoot) GOEDE TROUW, kapt. K.J. Masker.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer
1839
Op 4 maart 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door H.E. Heinrichs, Rotterdam, voor S.M. Tanger als kapitein.
1840
ZP 051140
Ramsgate, 1 november. Het schip MARIA, kapt. Tanger, van Rotterdam naar Nantes, is alhier met verlies van anker en ketting binnengebracht.
PGC 101140
De schepen HILLEGINA GEERDINA, kapt. Roelfsema, van Dordrecht naar Belfast, HELENA, kapt. Gialts, van Londen naar Cardiff, MARIA, kapt. Tanger, van Rotterdam naar Nantes, zijn den 31 oktober te Ramsgate binnengelopen.
PGC 011240
De schepen JOHANNA, kapt. De Jong, van Stettin naar Rouen, HILLEGINA GEERDINA, kapt. Roelfsema, van Dordrecht naar Belfast, CONCORDIA, kapt. Eddes, van Dordrecht naar Liverpool, MARIA, kapt. Tanger, van Rotterdam naar Nantes, MARIA BEERTA, kapt. Tap, van Edam, HELENA, kapt. Gialts, van Londen, de VROUW NEELTJE, kapt. Parrel, van Dordrecht, en FENNEGINA ELISABETH, kapt. Wijkman, van Amsterdam, alle 4 naar Cardiff, en te Ramsgate binnen, hebben den 20 nov. de reizen voortgezet. Van deze schepen zijn MARIA, kapt. Tanger, en CONCORDIA, kapt. Eddes, te Ramsgate uit zee teruggekomen, het eerste met gescheurde zeilen.
1841
Op 22 mei 1841 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door de weduwe H.E. Heinrichs, Rotterdam, voor S.M. Tanger als kapitein.
AH 301241
Het schip MARIA, kapt. S.M. Tanger (opm: kof, bouwjaar 1826), van Malaga met stukgoed naar Rotterdam, is volgens brief van Malaga, d.d. 15 december, de 1e dito, na gedurende twee dagen een hevige storm doorgestaan en daardoor zware lekkage bekomen te hebben, op 3½ mijl van Faro gezonken en is met de lading totaal weg, de equipage heeft zich met levensgevaar in de sloep gered en is in Faro aangekomen.
1842
Op 7 januari 1842 werd de zeebrief van de MARIA, door de Minister van Buitenlandse zaken naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verongelukt’, waarna op 13 januari royement volgde.