maar zie ook Jan Jacobs  (Jean Jacques) Kortrijk

Familiegegevens en opleiding

Jan Jans Kortrijk werd gedoopt te Groningen op 02 september 1781 als zoon van de trekschipper Jan Jacobs Kortrijk en Marieke Jans Koenraads.

Jan Jans trouwde op 06 januari 1805 te Groningen met Anna Harmannus Haverbult gedoopt te Groningen op 29 april 1787 als dochter van Harmannus Hindriks Haverbult en Grietje Jans. Anna overleed op 25 november 1832, te Groningen, 45 jaar.

Jan Janz hertrouwde op  16 juni 1833 te Groningen met Zytje Driewes Visser, geboren te Schiermonnikoog op 21 februari 1794 als dochter van de zeeman, later schipper, Drieuws Reinders Visser en Grietje Ytjes. Zijtje was als diensmeid eerder getrouwd op 11 januari 1824 te Groningen met de toen 66 jarige Jacobus Oelrichs, die op 12 januari 1831 te Groningen was overleden. Zijtje overleed op 11 januari 1873 te Groningen, 78 jaar, weduwe.

Jan overleed rond 17 november 1841 na de stranding van zijn schip de “Sietskina” op Nordeney.

 

Provinciale Groninger Courant 23 november 1841¹¹⁴

Van Norden schrijft men d.d. 17 november: …. Een Hollandse kof, beladen met 40 lasten lijnzaad, is op het eiland Norderney gestrand (opm: SIETSKINA, bouwjaar 1840, kapt. Jan Jans Kortrijk, zie PGC 261141 en 301164), het volk gered, doch de kapitein overleden; de lading is grotendeels in goede staat geborgen.

 

Provinciale Groninger Courant 26 november 1841¹¹⁴

Norden, 16 november. Gisteren is op het Noordeinde van het eiland Norderney gestrand de Nederlandse kof SIETSKINA, kapt. Kortrijk van Groningen, van Riga naar Groningen bestemd; de equipage, bestaande uit de kapitein, stuurman, kok en een matroos, is aan wal gebracht, waarna de kapitein terstond is overleden. Een gedeelte van de vleet, zomede de scheepspapieren, zijn geborgen; het schip is lek en in de kajuit staat circa 2 voeten water; men zou verder de lading trachten te bergen.

 

Provinciale Groninger Courant 30 november 1841¹¹⁴

Van Norden wordt van de 17^e november gemeld, dat van de lading van het op Norderney gestrande schip SIETSKINA, kapt. Kortrijk (opm: zie PGC 231141), van Riga naar Groningen, reeds een gedeelte geborgen was, doch dat het schip geheel weg zou zijn.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Kortrijk (adres Kranenburg & Zⁿ) werd per 04 mei 1830 op voordracht van J.H.Havenbult en met vlagnummer 323 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving werd als zijn schip genoemd de "Stad Groningen". Toegevoegd is "overleden"⁰⁰².

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd op 27 april/04 mei 1830 met vlagnummer 323 voorgedragen/benoemd kapitein Jan Jans Kortrijk, met adres bij de heren Kranenborg en van Mourik, oud 48 jaar, voerende de kof “Stad Groningen”, op voordracht van kapitein J.H.Haverbult⁰²³

J.J.Kortrijk werd per 24 mei 1830 deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop.⁰⁰³

 

Jan J.Kortrijk was in de periode 1827 t/m 1830 met vlagnummer 93 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag” ⁰⁰⁸. De opgave kan ook slaan op Jan Jacobs/Jean Jacques Kortrijk. Zie hierna.)

 

Een J.J.Kortrijk staat in de ledenlijsten vermeld van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” en wel met vlagnummer D2 van 1829 t/m 1834 en met D8 van 1836 t/m 1839.⁰⁰¹ (het is mij niet bekend op welke J.J.Kortrijk deze opgave slaat, of wellicht op beide kapiteins en dan met verschillend vlagnummer)

 

Jan J.Kortrijk was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 23 in de periode 1830 t/m 1841.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1830 staat een verzoek van J.J.Kortrijk om “het voortdurend regt” te mogen verkrijgen, hetgeen wordt toegestaan.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 september 1837 staat een verzoek om ondersteuning aan de weduwe Ginou geb. Moll. Dit verzoek wordt afgewezen omdat genoemde Ginou niet heeft voldaan aan zijn reglementaire verplichtingen. Maar er wordt “voorts besloten om aan kapitein Kortrijk aan wiens boord gemelde Ginou heeft gevaren, te kennen te geven, dat het Bestuur met leedwezen heeft gezien, dat door hem zoo ten nadeele van het Collegie, als tot dat van zijn Equipagie niet behoorlijk schijnen in acht genomen te worden, de op hem als Lid van het Collegie rustende verpligtingen … “

Deze opmerking zou ook kunnen slaan op Jan Jacobs Kortrijk, zie hierna.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 december 1841 staat een verzoek uit Groningen van Z.D.Visser, de weduwe van kapitein J.J.Kortrijk om een uitkering. In de notulen dd 27 januari 1842 wordt deze toegestaan voor haar en haar 2 kinderen per 01 februari 1842.⁰⁴².

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 08 februari 1842 werd een uitkering verstrekt ingaande 01 februari 1842 aan de weduwe van kapitein J.J.Kortrijk en haar 2 kinderen.⁰²³.

 

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd begin 1839 staat de boeking van de uitbetaling van f 75,- aan de weduwe van kapitein J.J.Kortrijk.^064b

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer          jaren       type              scheepsnaam                    naam reder/boekhouder

       323              1830-1831  kof                De Stad Groningen           Kranenborg & van Mourik, Groningen

                            1832-1835  kof                De Stad Groningen           H.Bolte, Groningen

       213                   1836       kof                De Stad Groningen           idem

                            1837-1839  kof                De Stad Groningen           B.Onnes, Groningen

                            1840-1841  sch.kof         Sietskina                            geen opgave

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.J.Kortrijk als gezagvoerder gedurende:

*    1815 t/m 1830 op de kof “Vrouw Zwaantje”, gebouwd in 1802, bouwplaats niet vermeld, 143 ton o.m., varend voor Jans & C^o te Groningen. Toegevoegd is “1x hout van Memel. 2x v. Noorwegen”;

*    1831 t/m 1833 van de kof “Stad Groningen”, gebouwd in 1827 te Groningen, 240 ton o.m., varend voor van Kranenborg & Maurik te Groningen;

*    1834 t/m 1839 ophetzelfde schip maar nu voor rederij H.Bolt te Groningen;

*    1840  op hetzelfde schip maar nu voor B.Onnes te Groningen;

*    1841 t/m 1842 op de koftjalk “Sietskina”, gebouwd in 1840, bouwplaats niet vermeld, 53 ton o.m., varend vanuit Groningen, maar de reder/eigenaar niet vermeld. Het schip is in 1842 vermoedelijke gestrand op Nordeney.

 

Van Sluijs⁰¹³ vermeldt een J.J.Kortrijk van 1815-1828 als gezagvoerder van een schip met de naam “Vrouw Zwaantje” met vermelding van een bericht in de Amsterdamsche Courant: “Texel 29 december 1815. Gearriveerd v. Lissabon”.

 

Volgens een bijlbrief te Groningen dd 24 februari 1827 is sprake van een nieuw kofschipshol op de bouwerf Muller en Limborg, meester-scheepstimmerlieden te Groningen. De aankoper is een rederij onder directie van Hindrik Bolte (boekhouder), en Barteld Onnes en Fokko Everts Niewold (adsistenten),alle drie negocianten te Groningen, en mede-reders te Groningen en te Rotterdam. De kapitein werd Jan Jans Kortrijk.

In de maand september 1826 nieuw van de bijl te water gelaten, vervolgens voor de reders opgetimmerd en opgetuigd, zodat het thans zeilklaar ligt in de Noorderhaven te Groningen. (^{gegevens Marhisdata)}

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jan Jans Kortrijk als gezagvoerder van de:

“Vrouw Zwaantje”, dd 16 april 1816; 26 december 1816; 13 augustus 1817; 06 maart 1819; 03 mei 1822 en 01 maart 1823;

“Stad Groningen”, dd 07 april 1829; 15 juni 1829; 27 mei 1830; 21 maart 1831; 28 juli 1834; 16 mei 1835; 21 juni 1836 en 06 april 1838

 

Overige bijzonderheden

J.J.Kortrijk staat te boek als één van de ondertekenaars van het Groninger Zeemanscollege “De Groninger Eendracht” bij de oprichting op 12 januari 1830. Hij ondertekende op 20 februari 1830, samen met 36 leden, een “Contract, waarop wij ondergetekenden ons tezamen verbinden tot eene vrije vereeniging onder den naam van Groninger Eendracht”. ¹⁰¹

In het Archief van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” zijn slechts in beperkte mate de namen van de aangesloten kapiteins met hun schepen terug te vinden. ”Alleen de eerste negen jaar na de oprichting verantwoordde het college de invaartgelden met naam en toenaam. In 1835 werd op deze lijst o.a. vermeld: J.J.Kortrijk op “De Stad Groningen” ¹⁰¹.

 

Monsterrol 119 dd 19 februari 1825 in het Gemeentearchief van Dordrecht vermeldt kapitein Jan J.Kortrijk als gezagvoerder van de kof “Vrouw Zwaantje” met stuurman Jan J.Kortrijk, kok Geert J.Kortrijk en jongen Dirk J.Kortrijk, allen uit Groningen voor een reis naar Plymout met 7 bemanningsleden.

Monsterrol 287 dd. 18 maart 1828 vermeldt kapitein Jan J.Kortrijk als gezagvoerder van de schoenerkof “Stad Groningen”, met 1^e stuurman Jan J.Kortrijk, matroos Geert J.Kortrijk en kok Dirk J. Kortrijk, allen uit Groningenvoor een reis naar Rostock met 8 bemanningsleden.  ⁰⁶⁴.

 

Rotterdamsche Courant 04 januari 1816

Amsterdam, 2 januari. De volgende schepen, welke op de rede lagen, zijn voorleden nagt van hunne ankers gespild: …

Nog zit op den Zuidwal, na verlies van de ankers, VROUW ZWAANTJE, J.J. Kortrijk, en de VRIENDSCHAP, C. Bakker, en in het gezigt van de Haak een schip zonder masten; de naam onbekend.

 

Rotterdamsche Courant 22 februari 1816

Amsterdam, 20 februari. Het schip de VROUW ZWAANTJE, kapt. J.J. Kortrijk, den 30 december laatstleden (opm: 1815) op de Zuidwal aan de grond gedreven, is gisteren vlot geworden en er over geraakt; waarschijnlijk ligt hetzelve thans in het Amsteldiep.

 

Rotterdamsche Courant 09 juli 1816

In Rotterdam liggen in lading, naar: …

Liverpool het Smakschip de VROUW ZWAANTJE, kapt. J. Kortryk.

Adres bij Hudig, Blokhuyzen en Van der Eb. …

 

Provinciale Groninger Courant  31 januari 1818¹¹⁴

Mr. Willem Jan Quintus, openbaar notaris, te Groningen verkoopt op maandag 2 februari a.s. o.a:

-  1/16 Aandeel in het Smakschip JUFFER WILHELMINA, schipper Jacob Jans Swart, plusminus 50 roggelasten.

-  1/16 Aandeel in het Kofschip genaamd NEPTUNUS, plusminus 100 roggelasten, schipper W.H. Cramer.

-  1/16 aandeel in het Kofschip, de VROUW ZWAANTJE, plusminus 90 roggelasten, schipper Jacob Jans Kortrijk.

 

Leeuwarder Courant 05 oktober 1819¹¹⁴

Harlingen. Den 27 September binnen gekomen het kofschip de VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan J. Kortrijk, met hout van Memel (opm: Klaipeda), het brikschip de GOEDE MOEDER, kapt. Ole H. Gron, met hout van Larwich (opm: Larvik). …

 

Leeuwarder Courant 31 maart 1820¹¹⁴

Harlingen. ….....Den 27 dito ….Uitgezeild het smakschip de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses, met ballast op avontuur; het tjaIkschip de VROUW MARGARETHA, kapt. A.H. Stuur, met aardappels naar Noorwegen, het kofschip de VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan J. Kortrijk, met ballast op avontuur; het smakschip de VIER GEZUSTERS, kapt. Roelof G. Oostra; de kofschepen JOHANNA CHRISTINA, kapt. Lammert G. de Vries; de JONGE CORNELIS, kapt. Jelle H. van der Laan, alle drie met pannen naar de Oostzee……….

 

Rotterdamsche Courant 10 februari 1821¹¹⁴

Rotterdam, 9 februari. ….Den 9 dezer zeilden ZELDEN RUST, P. Gorter, naar Bergen, de WAAKZAAMHEID, P. Groen, en de VROUW BREGJE, H. van der Valk, naar Newry, ’s LANDS WELVAREN, K. Storm, naar St. Ubes, de OSCAR, O.P. Cock, naar Madeira, de GEZINA, E.G. Pekelder, naar Belfast en de VROUW ZWAANTJE, J.J. Kortrijk, naar Londonderrij, en arriveerden de VRIENDSCHAP, F. Plokker, en de JONGE RICHARD, J. Parlevliet, van Rouaan.

 

Leeuwarder Courant 04 mei 1821¹¹⁴

Harlingen. Den 22 april binnen gekomen de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, met hout van Noorwegen, de VROUW ZWAANTJE, kapt J.J. Kortrijk, met zout van Liverpool…..

 

Leeuwarder Courant 12 juni 1821¹¹⁴

Harlingen. Den 28 mei

….Uitgezeild de smakschepen de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses, de VIJF GEZUSTERS, kapt. P.E. de Jong, de VROUW LAMMEGINA, kapt. O.P. Smit, de kofschepen de VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan J. Kortrijk, de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, alle met ballast op avontuur, de DRIE GEBROEDERS, kapt. Jan M. Swart, met pannen naar de Kleine Oost (opm: de Levant)….

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt B.Kruse als gezagvoerder gedurende:

*    1841 t/m 1843 van de kof “Stad Groningen”, gebouwd in 1827 te Groningen, 240 ton o.m., varend voor B.Onnes te Groningen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt B.J.Assies als gezagvoerder gedurende:

*    1844 t/m 1849 van de kof “Stad Groningen”, gebouwd in 1827 te Groningen, 240 ton, varend voor P.van Arnhem te Groningen. In 1850 was het schip in eigendom van kapitein.eigenaar H.E.Tiktak en herdoopt in “Jantina Fennechiena”.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Berend Jans Assies als gezagvoerder op de:

“Johan Hendrik Willem” dd 13 juni 1829.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Klaas werd geboren/gedoopt op 25/31 augustus 1806 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Egbert Lammerts Tiktak en Femmechien Lammerts de Jonge.

Klaas Egberts trouwde op 14 januari 1836 te Oude Pekela als schipper met Margaretha Harms Bouman, geboren op 18 april 1813 te Oude Pekela als dochter van de bakker Harm Bouman en Jantje van Wijk. Margaretha overleed op10 december 1889 te Nieuwe Pekela, 76 jaar, weduwe.

Klaas overleed op 21 augustus 1885 te Nieuwe Pekela, 68 jaar, landbouwer.

 

Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Klaas Tiktak als schipper in 1836, 1839, 1848, als koopman in 1863, als landbouwer in 1878, 1879, 1885.

 

Lidmaatschap van zeemanscolleges

K.E.Tiktak was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 28 in de periode 1834 t/m 1851.

 

K.E,Tiktak was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg”, te Nieuwe Pekela met vlagnummer28 in de periode 1853 t/m 1860.

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt K.E.Tiktak als gezagvoerder gedurende:

*   1832 t/m 1849 van de kof “Alida Klaziena”, gebouwd in 1832 te Pekela, 110 ton o.m., varend voor J.Eilers te Pekela. Het schip voer in 1850 voor E.H.Roggekamp te Delfzijl en was herdoopt in “Hermanna Jacoba”.

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt K.E.Tiktak als gezagvoerder gedurende:

     *   1848 van de “Johanna Femmechiena”, geen vermelding van type, bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd, komend van Noorwegen.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout^11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Klaas Egberts Tiktak op de:

“Alida Klasina”, dd 02 september 1832; 07 oktober 1833, 01 maart 1834 en 08 augustus 1835.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

01 maart 1823, schip “Alida Klasina”, schipper Lammert Egberts Tiktak, kajuitwachter Klaas E.Tiktak uit Nieuwe Pekela.

25 januari 1827, kof “Alida Klasina”, kapitein Lammert E.Tiktak, lichtmatroos Klaass Egberts Tiktak uit Nieuwe Pekela.

05 februari 1828, schip “Alida Klasina”, kapitein Lammert Egberts Tiktak, matroos Klaas Egberts Tiktak uit Nieuwe Pekela.

17 februari 1835, schip “Alida Klasina”, schipper Klaas Egberts Tiktak uit Nieuwe Pekela.

09 fenruari 1836, kof “Alida Klasina”, kapitein Klaas E.Tiktak uit Nieuwe Pekela.

29 februari 1844, kof “Aalida Klaasina”, kapitein K.E.Tiktak.

25 september 1844, kof “Alida Klasina”, kapitein Klaas Egberts Tiktak.

 

Krantenberichten

Leeuwarder Courant 26 maart 1822¹¹⁴

Harlingen. ….

….Den 13 dito uitgezeild de kofschepen VERWACHTING, kapt. Steven de Vries, met stukgoederen naar Engeland, de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, ALIDA CLAZINA, kapt. K.L. Tiktak, de VROUW ENGELINA, kapt. IJ.H. de Jong, HOOP EN VREES, kapt. Y.P. Piebes, NOORDSTER, kapt. K.G. Boekhorst, alles met ballast op avontuur.

 

Leeuwarder Courant 23 april 1822¹¹⁴

Harlingen.

…..Den 9 dito binnengekomen het smakschip MARIA SOPHIA, kapt R.D. Lovius, met hout van Hamburg; het kofschip ALIDA CLASINA, kapt, K.L. Tiktak, het smakschip de VROUW ELSINA, kapt. H.G. Boeker, beide met hout van Noorwegen.   

 

Leeuwarder Courant 03 mei 1822¹¹⁴

Harlingen. Den 22 april uitgezeild de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. K.K. Tiktak, CATHARINA, kapt. A. Klazen; de smakschepen de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, de VROUW ELISABETH, kapt. Harm J. Bosker, alle met ballast naar Noorwegen. ….

 

Leeuwarder Courant 30 juli 1822¹¹⁴

Harlingen.    

….Den 18 dito binnen gekomen de brikschepen WILHELM FREDRIK, kapt. E.P. Horn, NORGE, kapt. S.A. Giertsen; het smakschip de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses; de kofschepen de VROUW ANNEGINA, kapt. J.P. Hergens, ALIDA CLASINA, kapt. K.L. Tiktak, EENDRACHT, kapt. E.M. de Jong, alle met hout van Noorwegen. Uitgezeild de kofschepen de JUFVROUW HENDRICA, kapt. H.H. Scholtens, en de VROUW JACOBA, kapt. Jan J. Brink, beide met ballast naar Liverpool.

 

Leeuwarder Courant 13 augustus 1822¹¹⁴

Harlingen,

….Den 30 dito uitgezeild de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. K.L. Tiktak, de VROUW ANNEGINA, kapt. J.P. Hergens, EENDRAGT, kapt. E.M. de Jong; het smakschip VIJF GEZUSTERS, kapt. P.E. de Jong, alle met ballast op avontuur. ….

 

Leeuwarder Courant 17 september 1822¹⁴

Harlingen.

….Den 3 dito binnen gekomen het brikschip NORGE, kapt. Soren Giertsen, met hout van Noorwegen. Uitgezeild het kofschip ALIDA CLASINA, kapt. K.D. Tiktak, met ballast naar Noorwegen, het tjalkschip de DRIE GEBROEDERS, kapt. H.A. Lind, met pannen enz, naar Hamburg. ….

 

 

 

Familiegegevens en opleiding

Jan werd geboren/gedoopt op 10/25 februari 1810 te Harlingen als zoon van Lolke Sibrands en Jantje Willems.

Jan Lolkes Zwaal huwde te Sneek op 11 mei 1834 met Aaltje Molenaar, geboren/gedoopt te Sneek op 23 maart/09 april 1809 als dochter van Jan Willems en Aaltje Andries.

Jan Zwaal overleed te Harlingen op 01 maart 1863, 53 jaar, gehuwd

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jan Zwaal werd per 01 juli 1851 met vlagnummer H6 ingeschreven als effectief lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Gijsbert Jan”, boekhouder Repko & C^o te Harlingen. Zijn contributie werd voldaan door zijn vrouw Aaltje Molenaar, geboren 23 maart 1809. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 3 kinderen: Jan (06 mei 1837), Alieda (26 juli 1842) en Lolke (23 september 1846). ^028-fol.006

Jan was met vlagnummer H6 effectief lid van “Zeemansvoorzorg” in de periode 1851-1863.⁰³⁴.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Jan overleed op 01 maart 1863 te Harlingen, laatstelijk gezagvoerder van de kof “Welgelegen”. Zijn weduwe maakte aanspraak op een uitkering uit het fonds van f 600,- uit te betalen in 12 halfjaarlijkse termijnen -^028-fol.006

 

De schepen van de kapitein

lid van het zeemanscollege “Zeemansvoorzorrg” te Harlingen⁰⁰¹

vlag           periode              type          scheepsnaam                                          reder/boekhouder

H6             1849-1858         kof            Gijsbert Jan                                           Repko & C^o, Harlingen

                  1859-1862         kof            Welgelegen                                              idem

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.Zwaal als gezagvoerder gedurende:

*      1846 t/m 1849 van de kof “Wilhelmina, gebouwd in 1820 te Stavoren, 132 ton o.m., geen opgave van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 20 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen. Het werd in 1850 verkocht voor de sloop

*      1850 t/m 1858 van de kof “Gijsbert Jan” ex Jantina Margaretha, gebouwd in 1830 te Hoogezand, 138 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip is in 1858 gestoten en bij Kronholm op het strand gezet;

*      1860 t/m 1863 van de kof “Welgelegen”, ex Jantina Fennechiena, ex Stad Groningen, gebouwd in 1827 te Groningen, 165 ton o.m., varend voor Repko & C^o te Harlingen.

 

Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1860-106 dd 26 juli 1860 van de kof “Welgelegen”, kapitein Jan Zwaal, leeftijd en woonplaats niet vermeld. Voorts 4 bemanningsleden waarvan 2 matrozen en 2 zonder rangvermelding.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Familiegegevens en opleiding

Jan werd geboren op 29 april 1816 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Geert Hindriks Nieten en Geessien Beerends.

Jan Geerts Nieting trouwde te Nieuwe Pekela op 06 december 1845 als buitenvaarder met Annegien Hindriks Smit, geboren op 30 mei 1816 te Nieuwe Pekela als dochter van de arbeider Hindrik Philips Smit en Zwaantje Fransens. Bij het huwelijk werd een kind gewettigd. Annegijn overleed te Nieuwe Pekela op 31 januari 1880, oud 63 jaar.

Geen overlijdensgegevens gevonden van Jan Geerts en Annegien, maar blijkens een huwelijksakte van een dochter beiden overleden vóór 1886 en blijkens de monsterrollen wat betreft Jan Geerts nà 1877.

In Burgerlijke Stand akten wordt Jan vermeld als buitenvaarder in 1845 en als schipper in 1856.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.G.Nieting werd per 16 april 1864 met vlagnummer 55 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij woonde te PekelA. Zijn schip was de “Welgelegen”, boekhouders Repko & C^o. De contributie werd betaald door de boekhouders.

Hij was met vlagnummer 55 lid van het College in de periode 1864-1867⁰³⁴.

J.G.Nieting was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 159 in de periode 1857 t.m 1881,

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen⁰³⁶

vlagnummer      periode      type           naam van het schip                                 boekhouder/reder

H55/NP159     1858-1861 kof             Catharina                                                 Repko & C^o, Harlingen

                                                                   verongelukt op de Finse kust

                           1863-1865 kof             Welgelegen (ex Jantina Femmechina, Repko & C^o, Harlingen

                                                                   ex Stad Groningen)    gestrand op Ösel en wrak

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.G.Nieting als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1862 van de kof “Catharina”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 127 ton, varend voor Repko & C^o te Harlingen. Jan Geerts was in maart 1855 als kapitein op de CATHARINA zijn oudere broer Hendrikus Geerts Nieting opgevolgd die in juni  1855 overleed.
Het schip is in augustus 1862 verongelukt op de Finse kust;

*    1864 t/m 1866 van de kof “Welgelegen”, ex Jantina Fennechiena, ex Stad Groningen, gebouwd in 1827 te Groningen, 165 ton o.m., varend voor Repko & C^o te Harlingen. Het schip is in 1866 gestrand op Oesel en wrak geraakt, zie Provinciale Groninger Courant 13.11.1866.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

19 maart 1831, smak “Jantina”, schipper Herman E.Boswijk, scheepsjongen Jan Geerts Nieten uit Nieuwe Pekela.

Geen datum, 1836, schip “Hinderika”, kapitein H.D. van Wijk, matroos Jan Geerts Nieting uit Nieuwe Pekela.

29 april 1843, kof, geen scheepsnaam vermeld, kapitein Albert Hindriks van Wijk, stuurman Jan Geerts Nieting, 30 jaar uit Nieuwe Pekela.

20 augustus 1864, kof “Welgelegen”, kapitein Jan Geerts Nieting, 48 jaar uit Harlingen.

05 februari 1872, galjoot “Minkeina”, kapitein Derk Groot de Bakker, stuurman Jan Geerts Nieting, 55 jaar uit Nieuwe Pekela.

16 februari 1877, kof “Agatha”, kapitein jelto K.Wind, stuurman Jan Geerts Nieting, 60 jaar uit Nieuwe Pekela.

 

Overige bijzonderheden

Harlinger Courant van 17 oktober 1860

“HARLINGEN, 16 October

Heden is binnengekomen het kofschip Catharina, kapt. Nieting, uit Noorwegen met eene lading hout, waarvan door den beloopen storm den deklast over boord is moeten worden geworpen. Ook zijne stuurman en een ligtmatroos, bij het vastmaken van den jager, over boord geslagen en verdronken, zoodat de lijst der rampen van den jongsten storm weder vergroot is.

Melding uit het journaal van de kof “Catharina” (van Harlingen onder kapitein Jan Geerts Nieting. Op een reis van Harlingen naar Noorwegen sloeg op 05 november 1860 op 54^o29’NB/7^o2’OL de stuurman overboord en verdronk.¹¹⁵

NRC 130962
Harlingen, 11 september. Volgens telegrafisch bericht uit Tornea (opm: Tornio) is het hier te huis behorende kofschip CATHARINA (opm: bouwjaar 1826), kapt. J.G. Nieting, gekomen van Stettin (opm: Szczecin) en naar Neder-Calix (opm: Nederkalix) met ballast bestemd, in de nabijheid van Haparia (opm: waarschijnlijk Haparanda) aan de Botnische Golf bij de Finse kust gebleven, doch het volk gered.

PGC 131166
Amsterdam, 11 november. Het schip WELGELEGEN, kapt. J.G. Nieting (opm: kof, bouwjaar 1827; kapt. Jan Geerts Nieting), van Harlingen met ballast naar Riga, is volgens telegram uit Reval (opm: Tallinn), van gisteren, op Oesel gestrand en wrak geworden; de inventaris is geborgen; het volk gered.