1827
Op 28 maart 1827 werd de eerste zeebrief verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
Op 2 oktober 1827 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
AC 150827
Advertentie. Naar Demerary zal, in het laatste van september vertrekken: het snelzeilend gekoperd fregat-schip ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong, zijnde bijzonder goed ingericht voor de overvoering van passagiers. Die goederen te laden heeft of verkiest als passagiers mede te gaan, adresseert zich aan de heren Hoyman & Schuurman, cargadoors te Amsterdam.
RC 011127
Amsterdam, 30 oktober. Volgens brief van kapt. I.J. Bart, voerende het schip MARIA EN JACOBA, van Amsterdam, St. Thomas en Curaçao, in dato de 20e oktober, was hij toen, in goede staat en aan boord alles wel zijnde, op de hoogte van Bevesier (opm: Beachy Head) zeilende, in het gezicht hebbende het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Amsterdam naar Demerarij.
1828
RC 150328
Amsterdam, 13 maart. Kapt. J. Kersjes de Jong, voerende het fregatschip ANNA EN LOUISA, de 10e maart van Demerarij in het Nieuwe Diep binnengekomen, meldt van daar, dat hij van de 19e tot de 21e februari, op 44 gr. noorderbreedte en 5 gr. 47 min. bekomen westerlengte, zware stormen uitgestaan heeft, in welke een zware stortzee, waardoor het schip nagenoeg in de zee versmoord lag, de bakboordzij van het grote sloep insloeg, de watervaten los brak en ramponeerde, de kombuiskast aan bakboordzij geheel verbrijzelde, het koper-kompas meenam en andere schade bovendeks veroorzaakte. De 4e dezer, des morgens ten 8 ure, met heel goed weer, de wind aan het noorden, was hij tot in het gezicht van Kamperduin, Petten en Egmond gevorderd, welke eerste plaats hij O.Z.O. p.c. (opm: per compas) naar gissing 2 mijlen peilde; doch na twee schoten gedaan te hebben en geen loods ziende uitkomen werd hij met de ebstroom door stilte zuidwaarts gedreven, waarna tussen 3 en 4 ure de wind W. ten N. liep, met aannemende koelte en dik verstopte lucht, tot des nachts ten 11 en 1 half ure, als wanneer de wind N.W. en N.N.O. werd, met storm, ten gevolge waarvan hij in de hemelhoge zeeën, in welke het schip als bedolven lag, zwaar zeil moest forceren, om boven Texel te komen; lag als toen tot de volgende om de N.O. en peilde des voormiddags ten 10 ure het eiland Texel, westeinde, Z.O. half Z. op de kaart, 6½ mijl; kreeg daar een zware stortzee over, die het schip met de onderzeilen plat op het water wierp; weinig of geen water in het schip vindende, halsde hij terstond om de zuidwest, door welke manoeuvre het schip dadelijk rees, klaarde de verwoesting door de zee aangericht zo veel mogelijk en moest hierop onder kleinzeil om de zuid voortdrijven, totdat des namiddags de wind aan het N.N.O. liep, wanneer hij het westeinde van Texel en des avonds ten 8 ure het vuur van Kijkduin in het gezicht kreeg. De 9e dito ten 12 ure tot op de hoogte van Kamperduin genaderd zijnde, met vrij dikke mist, kreeg hij ook aldaar geen loodsen te zien en moest uit dien hoofde weer in zee steken. Des namiddags ten 3 ure sprong een man der equipage moedwillig overboord en verdronk. De kapitein schrijft zijn behoud alleenlijk toe aan de goede hoedanigheid van zijn schip. Zeer vele scheepsbehoeften zijn ontramponeerd geraakt en overboord geslagen als de grote boot, die geheel vergruisd is en de grote sloep, waarvan de stevens en spiegel aan de sporlings (opm: mogelijk sjorrings) zijn blijven hangen; het schip echter is in goede staat en de kapitein hoopt dat ook de lading zodanig bevonden worden. Gemelde kapitein meldt voorts in dato de 11e dezer, dat hij een begin met lossen gemaakt heeft en alles tot daartoe, buiten verwachting, zeer goed en in de beste orde tevoorschijn kwam.
AH 150328
Amsterdam, 14 maart. SCHOONVERBOND, kapt. D. Kraaijer; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Demerary; ATHALANTA, kapt. W. Zuidhof, van Suriname; DOLPHIJN, kapt. H. Sluyk, van Bilbao; DE BLIJDE UITKOMST, kapt. T. Konst, van Bordeaux; MERCURIUS, kapt. C. Bakker, van Hull; JULIA EN MARIA, kapt. C. Bendixen, van Pernau; SOPHIA, kapt. H. Nieman, van Rostock; JONGE JOHAN, kapt. R. Jans, van Rostock.
Antwerpen, 10 maart. LEONIDAS, kapt. J. Stent, van Rio-Grande.
AH 011028
Advertentie. In lading liggende schepen, te Amsterdam, 1 oktober.
Naar de volgende plaatsen:
Suriname, NEDERLAND, kapt. K.H. Kleyn; MARGARETHA JOHANNA, kapt. A.H. Trip; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J. B. Bodeman. Adres bij P.D. Bosscher; DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Demerary, ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong; CAROLINE EN JOHANNA, kapt. P.S. Matsen. Adres Hoyman en Schuurman en de Wed. A. Henriques & Zn.
Op 3 november 1828 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
RC 231228
Amsterdam, 21 december. Kapt. J.K. de Jong, voerende het fregatschip ANNA EN LOUISA, de 30e november uit Texel gezeild naar Demerary, meldt in dato 15e dezer, dat hij toen in goede staat met Z.Z.W. en Z.W. wind op de hoogte van Zuid-Voorland kruisende was. Sedert zijn uitzeilen was hij reeds tot tweemalen, door geweldige stormen in de Noordzee, tot voor de Hollandse wal teruggedreven geworden. Zo er een goede haven of rede was wilde hij binnenlopen.
1829
AH 190829
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam, naar de volgende plaatsen.
Demerary. Het gekoperd tweedeks fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong. Adres bij Hoyman & Schuurman en de Wed. A. Henriques & Zoon.
Op 30 september 1829 werd een nieuwe zeebrief en Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
1830
AH 170330
Carga-lijsten. Amsterdam, 16 maart. DE KOLONIST, kapt. D. Spreeuw, van Suriname; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Demerary; PIETERTJE STAPERT, kapt. J.R. Hottinga, van Cette; PRINS VAN ORANJE, kapt. J.G. de Meire, van Rio Janeiro;
AH 030430
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Noord-en Zuid-Amerika en de W.I. Eilanden.
Demerary. Het gekoperd tweedeks fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob K. de Jong van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en de Wed. A. Henriques en Z. Sluit 15 april.
Op 8 april 1830 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
Op 22 november 1830 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
1831
RC 100531
Amsterdam, 8 mei. De schepen ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname naar Amsterdam en DE JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort, van Amsterdam naar Suriname, zijn den 30 april op de hoogte van de Singels, met oosten wind zeilende gezien door de Texelse loods schipper Y. Metselaar.
AH 310531
De SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname den 29 mei in Texel binnen, is den 30 maart van Suriname vertrokken, destijds waren er geen schepen uit Europa aangekomen en zouden vandaar vertrekken: Den 2 of 3 april, de ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker, den 11 dito, de ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, den 15 of 20 dito, DE ZEEMEEUW, kapt. T.C. Klaus, alle 3 naar Amsterdam en den 20 of 25 april de PIET HEIN, kapt. W. Turnbull, Rotterdam.
RC 020631
Amsterdam, 31 mei. Volgens brief van Suriname, van den 30 maart, waren sedert den 14 dito aldaar geen schepen uit Holland aangekomen; den 2 of 3 april zou van daar vertrekken het schip DE ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker; den 11 dito het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong en tussen den 15 en 20 dito het schip DE ZEEMEEUW, kapt. T.C. Claus, alle naar Amsterdam; alsmede tussen den 20 en 25 dito het schip PIET HEIN, kapt. W. Turnbull, naar Rotterdam.
AH 040631
Brieven in dato 16 april 1831, van Suriname berichten, dat op die tijd aldaar nog geen arrivementen van Europa waren. Er waren van Suriname vertrokken, den 2 april kapt. Dekker en kapt. Stada beide naar Amsterdam. Op den 7 mei laatstleden des morgens ten 5 uur heeft kapt. J. Kersjes de Jong (opm. fregat ANNA EN LOUISA), het schip MARIA, kapt. E.D. Dekker, van Suriname gepraaid, op de noorderbreedte van 46.30 gr. breedte en circa 27 gr. lengte.
AH 090631
Texel, 6 juni. Binnengekomen: ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname; CORNELIA, kapt. H. Zwaga, van Londen; DE VRIENDSCHAP, kapt. K. Tippema, van Londen;
AH 050731
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Batavia. Het gekoperd tweedeks fregat IMMAGONDA SARA CLASINA, kapt. F.H. Trip.
Adres bij Hoyman en Schuurman; De Vries & Comp. en Coopman & De Witt en Lenaertz.
Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
Op 14 oktober 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
Op 17 oktober 1831 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
AH 291131
Texel, 27 november. Vertrokken: DE ADMIRAAL DE RUITER, kapt. P. Kraay, naar Batavia; HANDEL MAATSCHAPPIJ, kapt. P.H. Millers, naar Batavia; WILHELMINA MARIA, kapt. J.J. Bart, naar Suriname; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, naar Suriname; NICOLAAS WITSEN, kapt. L. Wildschut, naar Suriname; AURORA, kapt. J.A. de Haas, naar Suriname;
AC 281231
Vlie, 24 december. Binnengekomen: VROUW AUKJE, kapt. L.C. Zwart, van Bordeaux, dezelve rapporteert dat 30 november l.l. nevens Plymouth bij hem aan boord waren geweest kapitein P. Kraay, voerende het schip ADMIRAAL DE RUITER en kapitein J. Kersjes de Jong, voerende het schip ANNA EN LOUISA, aan boord was alles wel, nog diezelfde avond met een noordenwind hun reis hebben vervolgd.
1832
RC 130332
Rotterdam, 12 maart. Kapt. C. Spiegelberg, van Suriname te Amsterdam gearriveerd, rapporteert, dat bij zijn vertrek van Suriname, door kapt. J.A. de Haas, van Amsterdam aldaar aangekomen, bericht was geworden dat de schepen WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart en ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, beide van Amsterdam naar Suriname, voor de rivier van Suriname waren gearriveerd.
AH 210432
Texel, 19 april. Binnengekomen: PIZARRO, kapt. Lorents Holdt, van Fernambuck; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname; SANTA EUPHIMINA, kapt. J. de Ibararan, van Bilbao; SANTO ANTONIO, kapt. M.G. Morim, van Porto, na visitatie van de quarantaine ontslagen;
AH 280432
Advertentie Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks hoekerschip DE NEDERLANDER, kapt. Cornelis Höfker, van Amsterdam.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks driemast galjootschip DE ANNA EN MARIA, kapt. D. Steenveld.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
Op 17 mei 1832 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
AH 290532
Texel, 26 mei. Vertrokken: SOPHIA EN MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Suriname; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, naar Suriname; DORP GAASTMEER, kapt. M.P. van de Zee, naar Londen; CORNELIA, kapt. H.J. Zwaga, onder quarantaine, naar Londen.
AH 051032
Texel, 3 oktober. Binnengekomen: DEVIG, kapt. P.J. Bie, van Drammen; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname.
1833
AH 310733
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE TWEE CORNELISSEN, kapt. J.J. Reinhardt, van Amsterdam. Adres bij D’Arnaud en Comp.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip IDA ALEYDA, kapt. Jan Sipkes Feykesz., van Amsterdam. Adres bij F. der Kinderen.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 280833
Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt Jacob Kersjes de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. de gekoperd schooner WILHELMINA FREDERIKA, kapt. J.H. Bodeman, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher. Sluit 10 oktober.
Op 21 september 1833 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
AH 021033
Uitgezeild:
Texel, 30 september. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, naar Suriname; TWEE GEBROEDERS, kapt. J.G. Visser, naar Marseille; PETRONELLA, kapt. J.A. de Boer, naar Duinkerken, als bijlegger van Heiligenhafen.
RC 241033
Rotterdam, 23 oktober. Volgens brief van kapt. J.K. de Jong, voerende het fregat ANNA EN LOUISA, met troepen van Amsterdam naar Suriname, is de namiddag van de 30e september uit Texel naar zee gezeild, in dato 2e dezer, was hij toen met een gunstige wind zeilende op de hoogte van Wight;
RC 191233
Rotterdam, 18 december. Volgens brief van kapt. J.K. de Jong, voerende het schip ANNA EN LOUISA, in dato Suriname de 31e oktober, was hij de 29e dito, na een reis van 29 dagen, van Amsterdam aldaar aangekomen; hij dacht de volgende dag de aan boord zijnde troepen, ten getale van 107 man, welke allen de gezondheid genoten, te ontschepen.
1834
SUC 190134
Paramaribo, 16 januari. Heden zijn van hier vertrokken het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, naar Amsterdam, met 483 vaten suiker, 20 balen hele koffij, 49 balen schone katoen en 25 puncheons rum, en het schip de JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, eveneens naar Amsterdam, met 210 vaten suiker en 2 balen hele koffij.
RC 270234
Rotterdam, 26 februari. Het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, zou de 24e januari en het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONY, kapt. R. Tjebbes, de 1e februari van Suriname vertrekken, beiden naar Amsterdam.
AH 280234
Binnengekomen:
Texel, 26 februari. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname; HOOP, kapt. G.J. Nieuwland, van Londen; VROUW HELENA, kapt. W.H. Kraan, van Duinkerken.
AH 010334
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname met suiker, katoen, koffie en rum; DE JONGE JACOB, kapt. J. van Driesten, van Cette met wijn en voorloop; DE HOOP, kapt. J.G. Jonker, van Hamburg met hennepolie, tabak, hoorns en koopm.
AH 120334
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. De nieuw gekoperde tweedeks bark SUSANNA MARIA, kapt. J.F. Spiegelberg, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Op 28 maart 1834 de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief en Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
AH 100434
Uitgezeild:
Texel, 8 april. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, SURINAME, kapt. L.J. Luitjes en ELISABETH CORNELIA, kapt. J.D. Diets, alle drie naar Suriname;
AH 110834
Binnengekomen:
Texel, 8 augustus. DE ZWAAN, kapt. C.J. van Driesten, ANNA MARIA, kapt. D. Steenveld en ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, alle drie van Suriname;
AH 110834
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname met suiker, thijm, katoen en oud koper.
AH 300834
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks driemast galjoot DE ANNA MARIA, kapt. D. Steenveld, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat ELISABETH CORNELIA, kapt. Jan Daniel Diets, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 311034
Uitgezeild;
Texel, 29 oktober. IMMEGONDA SARA CLASIENA, kapt. H. Zoetelief en MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, beide naar Batavia; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong en ONDERNEMING, kapt. R. Dekker, beide naar Suriname;
AH 051134
Binnengekomen:
Texel, 3 november. WILHELMINA HENDRIKA, kapt. D.D. de Jonge, van Hull; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, bestemd naar Suriname, terug uit zee.
AH 131134
Uitgezeild:
Texel, 11 november. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, ONDERNEMING, kapt. R. Dekker en THERESIDA ALIDA, kapt. H.H. Kral alle drie naar Suriname;
1835
AH 100435
Binnengekomen:
Texel. 8 april. Zr.Ms. brik PANTER, kapt. luit. Edeling, van Vlissingen; HELENA, kapt. W. Blom, van Batavia; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname; WILHELMINA HENDRIKA, kapt. D.D. de Jong, van Hull; MARIA OLETTA, kapt. A.P. Bylegaard, van Drammen.
AH 110435
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname met suiker, tijm, katoen en koffie;
AH 170435
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. de nieuw gekoperde tweedeks brik DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. Jan Hilbrands, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 180535
Uitgezeild:
Texel, 16 mei. Zr.Ms. fregat MAAS, kapt. ter zee Ariens, Zr.Ms. brik SNELHEID, luit. ter zee Ferguson en ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, naar Suriname; DRIE GEBROEDERS, kapt. O.F. Fockema, naar Londen; VROUW ALIDA, kapt. H.J. Witkop, naar Hull; EUROPA, kapt. P. Nieuwman, naar Rotterdam; JANTINA ROELFINA, kapt. S.B. Kuyper, op avontuur.
AH 010635
Volgens brief van kapt. J.K. de Jong, voerende het schip ANNA EN LOUISA, van Amsterdam naar Suriname, is dato 21 mei was hij alstoen, aan boord alles wel zijnde, met mooi weer, doch weinig en omlopende wind, in goede staat zeilende voor Plymouth, in gezelschap van Zr.Ms. oorlogsfregat DE MAAS, kapt. Ariens, aan boord hebbende Z.K.H. Prins Willem Frederik Hendrik der Nederlanden en Zr.Ms. oorlogsbrik DE SNELHEID, kapt. luit. H. Ferguson, beide uit Texel naar Suriname.
AH 270835
Binnengekomen:
Suriname, 25 juni. DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, van Amsterdam. 26 juni. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Amsterdam. 27 juni. PIET HEIN, kapt. W. Turnbull, van Amsterdam.
AH 121035
Binnengekomen:
Texel, 10 oktober. STANDVRIES, kapt. S. de Vries, van Archangel; PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jonge, van Brewich; DE STAD GRONINGEN, kapt. J.J. Kotryk en ANNA ALIDA, kapt. G.J. Kortryk, van Drammen. Gisteren na posttijd: voorgaats door de loodsboot Nº. 3 gepraaid: ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname.
AH 131035
Binnengekomen:
Texel, 11 oktober. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong van Suriname; JAN EN FREDERIKA, kapt. H.H. Wey, van Sunderland; JONGE RENGER, kapt. J. de J. Brouwer en DE BROEDER, kapt. J.H. Fys, van Bergen; JANTINA ANNECHINA, kapt. O.G. Sap, van Drammen; JANTINA HENDRIKA, kapt. W.H. Ketelaar, van Oosterisoer.
AH 131035
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname met suiker.
AH 231035
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat ANNA EN LOUISA, kapt. Jacob Kersjes de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 091235
Uitgezeild:
Texel, 7 december. MARIA EN JACOBA, kapt. S. van Duijn, naar Lima; JONKVROUW MARIA, kapt. J.K. van Wyk, naar Fernambuck; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, naar Suriname;
1836
AH 260436
Binnengekomen:
Texel, 23 april. WILHELMINA MARIA, kapt. J.C. Atkes en ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, beide van Suriname; liggen in quarantaine;
AH 260436
Carga-lijsten Amsterdam: WILHELMINA, kapt. J.C. Atkes, van Suriname met suiker en katoen; ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Suriname met suiker, koffie en katoen;
AH 270436
Binnengekomen:
Texel, 25 april. CLARA MARGARETHA, kapt. H.P. Dik, van Newcastle. Uit de quarantaine ontslagen: WILHELMINA MARIA, kapt. J.C. Atkes en ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, beide van Suriname.
AH 290436
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruyl, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 110636
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp., Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
AH 160636
Advertentie. Naar Batavia zal tegen de 15e juli aanstaande te vertrekken het snelzeilend fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong. Personen of families van deszelfs welingerichte kajuit voor de overtocht naar Java wensende gebruik te maken, gelieven zich ten spoedigste aan te melden bij de cargadoors Hoyman en Schuurman, te Amsterdam.
Op 22 juli 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
AH 050836
Uitgezeild:
Texel, 3 augustus. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong en CLARA HENRIETTA, kapt. H. Blokziel, beide naar Batavia; CLASINA ADRIANA, kapt. A.P. Havinga, naar Suriname; ALIDA GIESEN, kapt. G.G. Boon, naar Genua en Livorno; NEPTHUNUS, kapt. K.G. Ipsma, naar Bordeaux; FREDERIKA, kapt. Barends, naar Rochefort.
AH 220836
Kapt. S.H. Veer, van Batavia in Texel heeft de 7e augustus, zes mijlen ten Z.W. van Goudstaart, in goede staat zeilende gezien het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, van Amsterdam naar Batavia en de 8e augustus, vier mijlen ten Z.O. van Portland, met N.O. wind, gepraaid de schooner-kof DE ZEEVAART, kapt. S.J. Schol, van Amsterdam naar Fernambuc (opm: Recife); aan boord was alles wel.
JC 191136
Batavia, 18 november. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, vertrokken van Amsterdam de 3e augustus.
1837
RC 160337
Rotterdam 15 maart. Kapt. L.A.J. Boulet, van Batavia in Texel binnen, rapporteert in Straat Sunda gepraaid te hebben den 18 november (opm: 1836) het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, en een bark, waarschijnlijk CLARA HENRIETTA, kapt. J. Blokziel, en den 22 het schip ABEL TASMAN, kapt. H.H. Zijlstra, alle drie van Amsterdam naar Batavia;
RC 010437
Rotterdam, 31 maart. De Javasche Couranten tot den 26 november 1836 behelzen (opm: ondermeer) het volgende:
Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. brikken ORESTES en CIRCE,
barken JANE, SUMATRA, SUSANNA, DOROTHEA, RADJA WALIE, NEDERLANDER, REMBANG, ANNA EN LOUISA, GOUDA SUSANNA, TAN GOANSING, TESSIER, JOHANNA WILHELMINA, DOROTHEA HENRIETTA, FATAL KARIM en PERLE,
schoeners HAPSOEN, NASRIE, FATAL HAIR, CORINGA, NIJVERHEID, OMEGA, AUGUSTE en JOHANNA CHARLOTTE,
RC 250437
Rotterdam, 24 april. In de Javase Courant tot den 7 december 1836 vindt men het volgende:
Van Batavia zijn gezeild de Nederlandse schepen ANNA EN LOUISA naar Pekalongan, KORTENAER EN NEÊRLANDS KONINGIN naar Rotterdam, ABEL TASMAN, SUSANNA en de STAD SCHIEDAM naar Soerabaya, ROTTESTROOM en HENDRIKA naar Samarang en KONINGIN DER NEDERLANDEN naar het eiland Onrust.
RC 030837
Rotterdam, 2 augustus. Volgens brief van kapt. J.K. de Jong, voerende het schip ANNA EN LOUISA, van Amsterdam naar Batavia, in dato 25 juli, was hij toen, aan boord alles wel zijnde en de wind W.t.Z. hebbende, in goede staat zeilende op de hoogte van Dartmouth, met de schepen de KONING DER NEDERLANDEN (opm: fregat, eerste reis), kapt. G.W. van Barneveld Kooy, en CASTOR, kapt. T. Gollards, beide mede van Amsterdam naar Batavia.
RC 050837
Rotterdam, 4 augustus. Kapt. B. Drayer, van Canton en Java in Texel binnen, heeft den 25 juli op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gezien een schip tonende vlag van het collegie Zeemanshoop met no. 37, zijnde die van kapt. J.K. de Jong, voerende het schip ANNA EN LOUISA, van Amsterdam naar Batavia.
1838
ZP 080338 – 22
Batavia. Den 15 november arriveerden de schepen STAD SCHIEDAM, kapt. De Boer, op 6 augustus van Rotterdam herwaarts vertrokken, en ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, den 20 juli van Amsterdam vertrokken.
Op 27 september 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
1839
ZP 030739 – 432
Gearriveerd te Batavia:
18 maart: de Jong, ANNA EN LOUISA, van Amsterdam, 160 dagen reis.
ZP 220739 – 448
De 10e april lagen ter rede van Batavia de schepen ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, MARIA, kapt. Bergman – laatst gemelde zou een tussenreis naar Calcutta doen – CATHARINA, kapt. Rietmeijer, COLUMBIA, kapt. Zeydeveld en DIANA, kapt. Lindeman.
Volgens brief van Batavia in dato 10 april zou van daar vertrekken de schepen CATHARINA, kapt. Rietmeijer, DIANA, kapt. Lindeman naar Rotterdam en COLUMBIA, kapt. Zijdeveld naar Amsterdam, allen de 11e april, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, TWEE CORNELISSEN, kapt. Veenstra, ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong en HELENA, kapt. Blom naar Amsterdam en ORION, kapt. Henrichs naar Rotterdam, alle in het eind dier week, YSTROOM, kapt. Detering naar Amsterdam en EENDRAGT, kapt. Gieschke naar Rotterdam, beide in het laatst van april en ANTHONY, kapt. Klomp naar Rotterdam medio mei.
Op 18 oktober 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J.H. Luden & Zoon, Amsterdam, voor J. Kersjes de Jong als kapitein.
1840
ZP 040640
De 19e februari lagen ter rede van Batavia de schepen KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Van Barneveld Kooy, STAD SCHIEDAM, kapt. De Boer, KORTENAER, kapt. Martens, de laatste om de 1e april naar Rotterdam te vertrekken, en CHERIBON, kapt. Van Braam Houckgeest, om de 1e maart naar Amsterdam te vertrekken. Nog zoude volgens brief van de 29e dito van daar vertrekken de schepen ONS GENOEGEN, kapt. Landzaat, medio maart, ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, en ADOLF VAN NASSAU, kapt. Brandt, beide einde van maart, alle drie naar Amsterdam.
ZP 270740
De 9e april lagen ter rede van Batavia de schepen HENDRIK JAN, kapt. Ruysch, STAD SCHIEDAM, kapt. De Boer, STAD UTRECHT, kapt. Rolff, de laatste om medio mei te vertrekken, STAADSRAAD BAUD, kapt. Seepe, PRINS VELDMAARSCHALK, kapt. Teunissen, ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, PHOENIX, kapt. Eeltjes, SARA MARIA, kapt. Rembrandt, PROVINCIE GRONINGEN, kapt. Stoelman, CERES, kapt. Ketler, en CORNELIA HENRIETTE, kapt. Bruijning.
ZP 051140
Volgens brief van kapt. De Jong, voerende het schip ANNA EN LOUISA, van Amsterdam naar Batavia, in dato Texel 4 november, was hij de 3e dito met zuidoosten wind van daar naar zee gezeild, doch liep des nachts de wind zuidzuidwest tot zuidwest en zagen zij de vuren van de Galloper, wendde vervolgens om de zuidzuidoost, doch overzeilde door het donkere weder een Franse visser, welke achter zijn netten lag, en van wie zij niets dan een akelig geschreeuw vernamen. (opm: PGC 101140 veronderstelt dat de visser met equipage was gezonken). Hierdoor verloor het schip het beeld, de stampstok, blinde ra, kluifhout, beslag der waterstagen en werd een gedeelte der schei ontzet, waarna de kapitein besloot in Texel terug te keren om de geleden schade te herstellen.
PGC 101140
Het schip ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, van Amsterdam naar Batavia, is, volgens brief van het Nieuwe Diep van den 4 november, na die nacht een Fransch vissersvaartuig overzeild te hebben, hetwelk vermoedelijk met de equipagie gezonken was, met enige schade aldaar uit zee teruggekomen.
1841
JC 130341
Batavia, 10 maart. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip ANNA EN LOUISA, kapt. K. de Jong, met enige passagiers, vertrokken van Amsterdam de 20e november, de dito brik DE COCK, kapt. P. Willems, vertrokken van Rotterdam de 30e oktober, de dito bark CORNELIS WERNARD EDUARD, kapt. D.H. Kramer, met enige passagiers, van Rotterdam vertrokken de 6e november, en het dito schip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. C.A. de Kok, van Rotterdam vertrokken de 31e oktober.
PGC 170841
Ter rede van Batavia lagen de 17e april, de Nederlandse schepen CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius; NATHALIE, kapt. Drent; ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong; NEPTUNUS, kapt. Warnsinck Cz.; SAMARANG, kapt. Steur; SARA ALIDA MARIA, kapt. Kuyper; PRINS HENDRIK, kapt. Dijkhuis.
AH 121041
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA EN LOUISA, kapt. J. Kersjes de Jong, van Batavia met koffie, thee, tin en bindrottingen; ABEL TASMAN, kapt. H.H. Zeylstra, van Batavia met koffie, tin en bindrottingen; VAN GALEN, kapt. M. Marcussen, van Batavia met koffie, suiker, indigo, huiden, tin, cochenille, bindrottingen en sapanhout;
1842
Op 4 augustus 1842 werd een nieuwe zeebrief en Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA aangevraagd door J. Luden, Amsterdam, voor G.J. van der Mey als kapitein. Er was een ‘bemerking op de adressant’, zodat de aanvraag in afwachting van nadere informatie niet werd gehonoreerd.
Op 6 augustus 1842 werd een nieuwe zeebrief en Turkse pas verstrekt voor het fregat ANNA EN LOUISA, aangevraagd door J. Luden, Amsterdam, voor G.J. van der Mey als kapitein.
1843
AH 170643
Het schip (opm: fregat) ANNA EN LOUISA, kapt. G.J. van der Mey, van Batavia naar Amsterdam, is, volgens brief van Cowes, dd. 13 juni, de vorige morgen op de hoogte van Portland gepraaid en bevond zich die dag met een loods aan boord te Cowes voor de wal, doch was door de hevige oostenwind verhinderd aldaar binnen te komen; aan boord was alles wel.
AH 260643
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA EN LOUISA, kapt. G.J. van der Meij, van Batavia met bindrottingen.
AH 050943
Advertentie. F. der Kinderen, J.H.A. Balwé, H.J. Rietveld en J.S. Hoyman, makelaars, zullen op maandag de 25e september 1843, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het Y, verkopen: Het Hollands gebouwd en gekoperd tweedeks fregatschip genaamd ANNA EN LOUISA, gevoerd bij kapt. George Jacobs van der Mey. Volgens Nederlandse meetbrief gemeten op 319 tonnen of 168 lasten, met al deszelfs rondhouten, staand en lopend want, ankers, touwen en zeilen; breder bij inventaris omschreven en nader bericht bij voornoemde makelaars of bij de cargadoors Hoyman & Schuurman. (opm: zie AH 270943)
AH 270943
Verkoping van schepen. Maandag 25 september, Nieuwe Stads-Herberg aan het Y.
Een welbezeild Hollands gebouwd en gekoperd fregatschip ANNA EN LOUISA, kapt. J.G. van der Mey. NLG 19000. In slag NLG 200. Opgehouden
(opm: voor NLG 18.300 werd de firma Gebr. Roelfs in Amsterdam alsnog de nieuwe eigenaar van de ANNA LOUISA; met behoud van naam ging het als bark vertuigde schip onder kapt. George Gray in 1844 weer naar zee, zie AH 120444).
1844
Op 20 maart 1844 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de bark ANNA EN LOUISA, aangevraagd door de Gebr. Roelfs, Amsterdam, voor G. Gray als kapitein.
AH 120444
Amsterdam, 11 april 1844. Het fraaie barkschip ANNA EN LOUISA, uitgerust voor de walvisvangst in de Zuidelijke Oceaan, heeft gisteravond de stad verlaten om de reis naar die bestemming te aanvaarden.
AH 230444
Helder, 21 april 1844. Heden had men hier het ware genoegen het fraaie Nederlandse barkschip ANNA LOUISA (opm: ANNA EN LOUISA), onder gezag van de bevelhebber George Gray en voor rekening van de heren Gebr. Roelfs te Amsterdam, ter walvisvangst te zien uitzeilen, welke bodem, wel uitgerust zijnde, wezenlijke werktuigen van nijverheid bezit om een bron van welvaart te hernieuwen. Het uitzeilen van die bodem verwekte bij verscheidene aanschouwers, ingezetenen dezer gemeente, een aandoening en smartelijk terugdenken aan zo veel welvaart, vroeger door de walvisvangst, zowel door het vaderland als door deze plaats genoten, daar vele hunner ouders en voorouders een ruim bestaan in die voorheen zo talrijke ondernemingen hebben gevonden. Men zal dan ook lichtelijk kunnen geloven, dat die bodem met deszelfs bezetting door ieder weldenkende een hartelijke en welgemeende goede reize toegewenst werd, gepaard met de oprechte en vurige wens voor het welslagen hunner onderneming, en dat de zegen zowel op hen als op de edele rederij van die bodem moge rusten, zodat het niet alleen volharding bij HEd. maar ook aanmoediging en navolging bij anderen vinden moge.
AH 300444
Volgens brief van kapt. Gray, voerende het schip ANNA EN LOUISA, van hier naar de Zuidzee, in dato de 24e dezer, bevond hij zich toen in goede staat op de hoogte van Noord-Voorland. Het schip voldeed zeer wel in het zeilen en verder was aan boord alles wel.
1845
LC 190845
Amsterdam, 15 augustus. Ten tweede male is de Maatschappij van Reederij tot de Walvisvangst in de Zuidzee, onder bestuur van de heren Gebr. Roelfs, op het punt om een schip, daartoe uitgerust, van voor deze stad naar deszelfs bestemming te doen vertrekken. Ruim een jaar geleden was een eerste vaartuig, de ANNA EN LOUISA, tot hetzelfde oogmerk onder zeil gegaan (opm: zie AH 230444), omtrent hetwelk thans bericht ontvangen is van den 13 januari ll., op welken tijd het schip zich in de Molukse Passaat bevond en een spermacetivis (opm: potvis) geslagen had. Het thans op het IJ voor deze stad zeilvaardig liggende schip is een fregat, genaamd de ZUIDPOOL (opm: zie o.a. AC 150145), gevoerd door kapitein T.A. Brunn, en bemand met 36 koppen. Gisteren is hetzelve bezocht geworden door den heer H.A. van Karnebeek, adjudant van Z.M. den Koning, door Zijne Excellentie de heer Gouverneur van Noord-Holland, twee leden uit het bestuur der Handel-Maatschappij en verscheidene andere aanzienlijkheden, bij welke gelegenheid door de boten, die bij de visvangst moeten dienen, op het IJ gemanoeuvreerd is, hetwelk, gelijk de inrichting van geheel het schip, door de aanwezige gasten met veel genoegen beschouwd is.
1846
JC 050846
Advertentie. Alle degene die iets te vorderen hebben van, of verschuldigd zijn aan de boedels van wijlen George Gray en Fredrik Willem Langenbach, in leven kapitein en eerste stuurman aan boord van het ter walvisvangst uitgeruste Nederlandse barkschip ANNA EN LOUISA, beide overleden te Kema de 11e en 23e april 1846, gelieven daarvan opgave te doen binnen zes maanden aan de agenten van de Ternaatsche Weeskamer te Menado, Van der Goes, Paepke Bulow en E. Moreaux.
Menado, de 15e mei 1846.
(opm: in 1827 als fregat in de vaart; in oktober 1843 vertuigd tot bark; kapitein Gray was een zeer ervaren walvisjager, die tezamen met enkele officieren en een aantal harpoeniers, allen Engelsen, door de reders, Gebrs. Roelfs, waren ingehuurd om in de Stille Oceaan de walvisjacht te bedrijven)
JC 111146
Advertentie. Wordt bodemarij gevraagd op het Nederlandse barkschip ANNA EN LOUISA en deszelfs lading, liggende alhier ter rede, voor een som van plm. NLG 45.000. De inschrijvingsbiljetten gelieve men op aanstaande donderdag de 12edezer voor 12 ure ’s middags in te zenden ten kantore van de notaris J.J. Mijnssen.
Batavia, 7 november 1846. (opm: zie JC 181146).
JC 181146
Advertentie. Vendutie op maandag de 23e november 1846, voor het entrepot alhier, tegen 4 pCt. vendu-salaris, van de inventaris van de Nederlandse walvisvanger ANNA EN LOUISA, bestaande uit masten, spieren, takelage, zeilen, sloepen, riemen, touwwerk, duigen, nieuw hoepel-ijzer, harpoenen, lansen, pannen, steenkolen, enz.
En precies ten 11 ure, voor afbraak de romp van bovengenoemd schip, groot 319 tonnen, zo als zij dan zal liggen ten anker ter rede alhier, van heden af voor een ieder te zien.
Cristall, Marten & Co. (opm: zie JC 050846; in november afgekeurd, zie ook AH 010247)
1847
DC 050147
Batavia, 1 november. De walvisvanger ANNA EN LOUISA met 189 vaten traan, is in zeer slechte toestand alhier aangekomen, en zal denkelijk moeten afgekeurd worden.
AH 010247
Londen, 30 januari. De Nederlandse Zuidzee-visser ANNA LOUISE (opm: bark ANNA EN LOUISA, bouwjaar 1827, zie ook DC 050147 en JC 050846) is vóór 28 november 1846 te Batavia afgekeurd en verkocht geworden.
Op 4 december 1847 werd door de Minister van Koloniën de zeebrief van de ANNA EN LOUISA naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, zonder opgave van reden, waarna op 12 december royement volgde.