Inloggen
Gezagvoerder

Potjewijd, Boele Jans

Naam: Potjewijd, Boele Jans
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
AGATHA 1826 Kof Sailing Vessel 10092 Bekijk schip
VROUW GEERTRUYDA 1810 Smak Sailing Vessel 11606 Bekijk schip
AGATHA 1828 Kof Sailing Vessel 10090 Bekijk schip
HOOP EN VERWACHTING 1841 Schoenerkof Sailing Vessel 13475 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Boele werd geboren/gedoopt te Oude Pekela op 07/09 oktober 1793 te Oude Pekela als zoon van Jan Halbes (Pottjewijd) en Stijntje Boeles.

Boele Jans Pottjewijd huwde op 12 september 1820 als zeeman met Grietje Harms Hesseling, geboren/gedoopt op 20 juli/04 augustus 1799 te Oude Pekela als dochter van Harm Derks Hesseling en Grietje Izebrands Bultena. Grietje Harms overleed te Oude Pekela op 27 maart 1875, 75 jaar, weduwe.

Geen overlijdensgegevens van Boele achterhaald, maar in een huwelijksakte van zoon Jan op 15 februari 1848 te Oude Pekela wordt gesproken van “wijlen Boele Jans Pottjewijd”, dus overleden tussen 1845 en 1848.

 

Burgerlijke Stand akten vermelden Boele Jans als zeeman in 1820, als schipper in 1821, 1823, 1825, 1828, 1832, 1834, 1837, 1840, 1843, 1845.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.J.Pot(t)jewijd was effectief lid van het zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 41 in de periode 1829 t/m 1842.

 

De schepen van de kapitein

Uit een fragmentgenealogie van de Pekelder familie Hesseling, op 31 januari 2004 per e-mail ontvangen van G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel:

Boele was schipper van de zeetjalk “Vrouw Margaretha”, die op 28 februari 1824, geladen met lijnkoeken, bij de Engelmansplaat is gezonken; de bemanning werd gered. Hij was in April 1826 schipper op het nieuwe door Harm Derks Hesseling (zijn schoonvader) gebouwde kofschip “Agatha” van H.H.Nap uit Groningen. Boele Jans was in 1836 lid van het zeemanscollege in Nieuwe Pekela. In 1842 en 1843 was hij schipper en voor 6/28ste deel mede-eigenaar van de tweemast schoonerkof “Hoop en Verwachting”

 

 

Bouma025 vermeldt B.J.Potjewijd als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1839 van de kof “Agatha”, gebouwd in 1826 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;

*    1843 van de sch.kof “Hoop en Verwachting”, gebouwd in 1842 te Pekela, 163 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en reeder;

*    1845 t/m 1847 van de smak “Margaretha” ex Maria Geziena, ex Vrouw Geziena, gebouwd in 1816, bouwlocatie niet vermeld, 66 ton o.m., varend voor J.Corver te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Boel Jans Potjewijd als gezagvoerder van de:

“Agatha”, dd 01 april 1831, 09 oktober 1837 en 30 april 1838.

 

De collectie monsterrollen op het NoordelijkScheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

24 maart 1842, schip “Hoop en Verwachting”, kapitein Boele Jans Potjewijd uit Oude Pekela

 

Overige bijzonderheden

 

2/schoonerkof “HOOP EN VERWACHTING”

Op 09 maart 1842 stelde scheepsbouwmeester Drenth de volgende declaratie ingevolge de Wet op de Zeebrieven en Turksche Paspoorten dd 14/03/1819, art 5 (Stbl no. 12) op luidende:

             ‘Ik ondergeteekende Liefke Hendriks Drenth, scheepsbouwmeester, wonende te Oude Pekela, zijnde in dit mijn beroep behoorlijk gepatenteerd bij patent van den 16 November 1841, No. 348, door den Burgemeester van de gemeente Oude Pekela aan mij afgegeven, verklare bij dezen voor en ten dienste van den Heer Udo Freerks Zuiderveen, negotiant, wonende te Oude Pekela, als Boekhouder, en zijne consorten medereeders te hebben gebouwd en frisch van den Bijl te water gebragt het schooner Kofschip, genaamd Hoop en Verwachting, zullende worden bevaren door den schipper Boele Jans Potjewijd van de Oude Pekela, zijnde dat Kofschip door den Heer Scheepsmeter en Ykmeester H. van der Brugh gemeten en bevonden lang te zijn 26 ellen en 93 duimen, wijd te zijn 5 ellen en 13 duimen en hol te zijn 2 ellen en 65 duimen, en overzulks eene inhoud te hebben van 86 lasten, ad 2.84 tonnen blijkens Meetbrief van den 15 Januarij 1842 onder Numero 4 uitgegeven. Ten blijke en tot vestenis waarvan ik deze heb afgegeven en verteekend om te dienen tot Bijlbrief.

             (w.g.) L.H. Drenth

De verklaring van de scheepsbouwer Drenth werd bekrachtigd door een verklaring van burgemeester P.J. Huisinga  van de gemeente Oude Pekela, waarna inschrijving in het RSV van het Kadaster te Winschoten volgde

Het schip is op 25/03/1842 gebrand: 228 WINSCH 1842

(Bron: Kadaster Winschoten AR dl 1 vak 61 en RSV dl 2 nr 228)

 

Op 09 maart 1842 werd door boekhouder Engelhard een Reederij-cedul opgesteld. Volstaan wordt hier met de vermelding der medereders:

                                              

naam

woonplaats

beroep

aandeel

 

 

 

 

U.F. Zuiderveen

Oude Pekela

negotiant

1/28

B.J. Potjewijd

Oude Pekela

schipper

6/28

D.K. Twiest

Oude Pekela

touwslager

2/28

L.H. Drenth

Oude Pekela

scheepsbouwmeester

1/28

J. Kranenborg

Oude Pekela

houtzaagmolenaar

3/28

E.J. Degenhart

Oude Pekela

koopman

1/28

C. Tabe, wed. H. Schröder

Oude Pekela

koopvrouw

1/28

J.E. Duin

Oude Pekela

blokmaker

1/56

H.A. Potjewijd

Oude Pekela

bakker

1/56

N. Engelhard

Wedde

kantonregter en boekhouder

1/28

J. Corver & Comp.

Amsterdam

 

2/28

T. Asses

Amsterdam

 

1/28

J. Meijer & Zonen

Amsterdam

scheepsbouwers

1/28

Wed. J. Smedes

Appingedam

 

1/28

W.R. Emmen

Winschoten

 

1/28

S.W. Visser

Lemmer

 

2/28

E. Smit & Zoon

Hoogezand

ankersmid

1/56

A. Foks

Dordrecht

winkelier

1/56

Kuiper, van Dam&  Smeer

Rotterdam

scheepsbevragters

1/28

 

wg de boekhouder en medereders vermeld in de aanhef van het cedul, dd 09 Maart 1842. Het stuk werd op 14 maart 1842 te Winschoten geregistreerd.

Te oordelen naar de bijlbrief gaf koopman Zuiderveen opdracht tot de bouw. Hij wordt daar als boekhouder van de rederij aangehaald. Bij het opmaken van het rederij-cedul kwam men anders overeen en werd kantonregter Engelhard de boekhouder.

                                   

Op 19 maart 1842 verscheen in de Arrondissements Regtbank te Winschoten de heer Jan Piccardt, zonder bepaald beroep, als gemachtigde voor alle partijen die participeerden in de partenrederij. Onder overlegging van:

  1. het rederij-cedul getekend 09 maart 1842
  2. de bijlbrief van de scheepsbouwmeester getekend 09 maart 1842
  3. de machtiging namens de boekhouder en reders dd 14 maart 1842

legde de heer Piccardt ten overstaan van de President van de Regtbank de eed af dat geen buitenlanders in het schip participeren. Deze verklaring, tezamen met de bovengenoemde stukken, zullen uiteindelijk leiden tot het verlenen van een Nederlandse Zeebrief, dat als paspoort voor het schip kan worden beschouwd.

                                   

 

2m schoonerkof ‘Hoop & Verwachting’

LxBxH = 26,93 x 5,13 x 2,65 m

86 lasten à 2.84 tonnen= 163 tonnen

Bj / tonnage / werf

periode

kapitein

reder

bijzonderheden

1841 / 163

L.H. Drenth –

Oude Pekela

1841-1842

B.J. Potjewijd

Oude Pekela

N. Engelhard

Wedde

partenrederij

 

1843

idem

J. Corver  & Co

Amsterdam

 

 

1844

A. Hayen

idem

 

 

1845-1849

B.J. de Boer

idem

 

 

1850-1856

G.H. Pybes

Leeuwarden

G.H. Pybes

Leeuwarden

Kapitein / Eigenaar

 

april 1856

G.H. Pybes

Leeuwarden

G.H. Pybes

Leeuwarden

Gezonken na aanvaring van

Amsterdam naar de Oostzee

 

(Bronnen: Kadaster Winschoten [zie boven] en GN Bouma – pag 338)

 

8-9 apr 1856             Onder kapitein Pybes in de nacht van 8 op 9 april 1856 verlaten en gezonken in pos. 55°55’ Nb 5°51’ Ol na aanzeiling op reis van Amsterdam naar de Oostzee. Opvarenden gered.

(Bron: NRC 18 april 1856)

 

Voorgaande gegevens verkregen via de heer R.K.Mast te Delfzijl092. De gegevens zijn verzameld door J.J.Engelhart, Ossenweg 28, TB 9931 TB, Delfzijl dd 25 augustus 2004.

 

Krantenberichten

Rotterdamsche Courant 16 juli 1822114

Rotterdam, 15 juli. Den 14 arriveerde in de Maas de VROUW MARGARETHA, B.J. Potjewijd, van Dantzig (opm: Gdansk).

Den 15 zeilden de VROUW JANTINA, E.O. de Vrede, en de JOHANNES EN WILHELMINA (opm: bom), D. Mooijekind, naar Londen; de ANNA, R.E. Brouwer, en de VERWACHTING, R. Hansen, naar Bergen; de EENDRAGT, R.J. Klunder, en de VIGILANTIE, J. Duindam, naar Liverpool; de WAAKZAAMHEID, G.H. Luurts, naar Bordeaux; de HOOP, H.K. Dijkhuis, naar Oleron; de NEELTJE JOHANNA, W. ten Noort, naar Gibraltar; de HARMONIE, J. de Best, naar Boulogne, en the MARY, J. Drinkwater, naar Petersburg.

 

Rotterdamsche Courant 08 augustus 1822114

Rotterdam, 7 augustus.

….Den 7 zeilden de JUNO, D. Rooderkerk, en de VERWISSELING, A. Schaaff, naar Lissabon; de VROUW MARGARETHA, B.J. Potjewijd, naar de Oostzee; de CHARLES PATRIC EDUARD, K.G. Ouwehand, naar Cherburg; de CON CORDIA, H.J. Nagel, naar Leith; de VROUW CHRISTINA, R.J. Dood, naar Hull; de MARGINA, W.R. Huijsman, naar …(opm: niet vermeld), de GOEDE HOOP, J.J. Wijgers, naar Delfzijl; de GOEDE HOOP, B.R. Berg, naar Grimsby, de VROUW ELISABETH, C. van Gelderen, naar Alikanten, de ZUSTER ALBERDINA, H.E. de Boer, de VROUW JANNA, A.H. Breeland, en de VEENSTROOM, S.E. Hoveling, naar Bergen; de wind W.

 

Rotterdamsche Courant 21 september 1822114

Rotterdam, 20 september. Den 18 arriveerden in Den Briel de MAARTINA ALETTA (opm: MARTINA ALETTA), J.G. Hoetjer, van Dantzig (opm: Gdansk); de VROUW HENDRIKA (opm: VROUW HENDRIKJE), W.J. Drewes, van Busum; de TROOST VOOR MOEDELOOS, R.G. Nieuwveen (opm: smak TROOST VOOR MOEDERLOOS, R.G. Nieveen); de MARGARETHA, B.J. Potjewijd, en der MORGENSTERN, K.H. Meijer, van Kiel; de GOEDE HOOP, L.B. Flonk, van Tonningen; de VROUW GEZINA, H.B. Stutvoet, van Katington; de ADRIANA CHRISTINA, F.C. Pfeffercorn, van Drontheim, en de VROUW JOHANNA, J. de Vries, van Riga…..