Inloggen
VROUW GEERTRUYDA - ID 11606


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-04-06 / 1824-02-22 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1810
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Smak
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Harm Derks Hesseling, Oude Pekela, Groningen, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Launch Date: 1810-04-09
Technical Data

Net Tonnage: 65.00 Net tonnage
 
Configuration Changes

Datum 09-04-1810
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: De zeebrieven spreken van een smak, terwijl verlieslijst en kroniekstukjes spreken van een tjalk

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-04-06
Register nr: 18140413
Scheepsnaam: VROUW GEERTRUYDA
Type: Smak
Lasten: 0
Gebouwd in plaats: Oude Pekela
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hesseling, H.D.
Plaats: Oude Pekela
Kapitein op moment van verzoek: Scherpbier, Jan Edserts
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1810-04-09 VROUW GEERTRUYDA
Manager: Harm Derks Hesseling, Oude Pekela, Groningen, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Oude Pekela, Groningen, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Shareholder:
Homeport / Flag: Oude Pekela / Netherlands (part of French Empire 1810-1813)

Date/Name Ship 1814-04-06 VROUW GEERTRUYDA
Manager: Harm Derks Hesseling, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Oude Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1816-04-20 VROUW ELISABETH (DE)
Manager: Jan Edserts Scherpbier, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Edserts Scherpbier, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Oude Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1821-01-29 VROUW MARGARETHA
Manager: Boele Jans Potjewijd, Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Boele Jans Potjewijd, Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Pekela / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 500,-

Ship Events Data

1824-02-22: Final Fate:
Het tjalkschip VROUW MARGARETHA, kapt. Boele Jans Potjewijd is volgens brief van Ameland d.d. 22 februari, op de Engelmansplaat gestrand.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Scherpbier, Jan Edserts
Overige informatie: 1814-04-06

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Scherpbier, J.G.
Overige informatie: 1820-07-19

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Scherpbier, Jan Edserts
Overige informatie: 1821-02-14

Familiegegevens en opleiding

Boele werd geboren/gedoopt te Oude Pekela op 07/09 oktober 1793 te Oude Pekela als zoon van Jan Halbes (Pottjewijd) en Stijntje Boeles.

Boele Jans Pottjewijd huwde op 12 september 1820 als zeeman met Grietje Harms Hesseling, geboren/gedoopt op 20 juli/04 augustus 1799 te Oude Pekela als dochter van Harm Derks Hesseling en Grietje Izebrands Bultena. Grietje Harms overleed te Oude Pekela op 27 maart 1875, 75 jaar, weduwe.

Geen overlijdensgegevens van Boele achterhaald, maar in een huwelijksakte van zoon Jan op 15 februari 1848 te Oude Pekela wordt gesproken van “wijlen Boele Jans Pottjewijd”, dus overleden tussen 1845 en 1848.

 

Burgerlijke Stand akten vermelden Boele Jans als zeeman in 1820, als schipper in 1821, 1823, 1825, 1828, 1832, 1834, 1837, 1840, 1843, 1845.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.J.Pot(t)jewijd was effectief lid van het zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 41 in de periode 1829 t/m 1842.

 

De schepen van de kapitein

Uit een fragmentgenealogie van de Pekelder familie Hesseling, op 31 januari 2004 per e-mail ontvangen van G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel:

Boele was schipper van de zeetjalk “Vrouw Margaretha”, die op 28 februari 1824, geladen met lijnkoeken, bij de Engelmansplaat is gezonken; de bemanning werd gered. Hij was in April 1826 schipper op het nieuwe door Harm Derks Hesseling (zijn schoonvader) gebouwde kofschip “Agatha” van H.H.Nap uit Groningen. Boele Jans was in 1836 lid van het zeemanscollege in Nieuwe Pekela. In 1842 en 1843 was hij schipper en voor 6/28ste deel mede-eigenaar van de tweemast schoonerkof “Hoop en Verwachting”

 

 

Bouma025 vermeldt B.J.Potjewijd als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1839 van de kof “Agatha”, gebouwd in 1826 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;

*    1843 van de sch.kof “Hoop en Verwachting”, gebouwd in 1842 te Pekela, 163 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en reeder;

*    1845 t/m 1847 van de smak “Margaretha” ex Maria Geziena, ex Vrouw Geziena, gebouwd in 1816, bouwlocatie niet vermeld, 66 ton o.m., varend voor J.Corver te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Boel Jans Potjewijd als gezagvoerder van de:

“Agatha”, dd 01 april 1831, 09 oktober 1837 en 30 april 1838.

 

De collectie monsterrollen op het NoordelijkScheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

24 maart 1842, schip “Hoop en Verwachting”, kapitein Boele Jans Potjewijd uit Oude Pekela

 

Overige bijzonderheden

 

2/schoonerkof “HOOP EN VERWACHTING”

Op 09 maart 1842 stelde scheepsbouwmeester Drenth de volgende declaratie ingevolge de Wet op de Zeebrieven en Turksche Paspoorten dd 14/03/1819, art 5 (Stbl no. 12) op luidende:

             ‘Ik ondergeteekende Liefke Hendriks Drenth, scheepsbouwmeester, wonende te Oude Pekela, zijnde in dit mijn beroep behoorlijk gepatenteerd bij patent van den 16 November 1841, No. 348, door den Burgemeester van de gemeente Oude Pekela aan mij afgegeven, verklare bij dezen voor en ten dienste van den Heer Udo Freerks Zuiderveen, negotiant, wonende te Oude Pekela, als Boekhouder, en zijne consorten medereeders te hebben gebouwd en frisch van den Bijl te water gebragt het schooner Kofschip, genaamd Hoop en Verwachting, zullende worden bevaren door den schipper Boele Jans Potjewijd van de Oude Pekela, zijnde dat Kofschip door den Heer Scheepsmeter en Ykmeester H. van der Brugh gemeten en bevonden lang te zijn 26 ellen en 93 duimen, wijd te zijn 5 ellen en 13 duimen en hol te zijn 2 ellen en 65 duimen, en overzulks eene inhoud te hebben van 86 lasten, ad 2.84 tonnen blijkens Meetbrief van den 15 Januarij 1842 onder Numero 4 uitgegeven. Ten blijke en tot vestenis waarvan ik deze heb afgegeven en verteekend om te dienen tot Bijlbrief.

             (w.g.) L.H. Drenth

De verklaring van de scheepsbouwer Drenth werd bekrachtigd door een verklaring van burgemeester P.J. Huisinga  van de gemeente Oude Pekela, waarna inschrijving in het RSV van het Kadaster te Winschoten volgde

Het schip is op 25/03/1842 gebrand: 228 WINSCH 1842

(Bron: Kadaster Winschoten AR dl 1 vak 61 en RSV dl 2 nr 228)

 

Op 09 maart 1842 werd door boekhouder Engelhard een Reederij-cedul opgesteld. Volstaan wordt hier met de vermelding der medereders:

                                              

naam

woonplaats

beroep

aandeel

 

 

 

 

U.F. Zuiderveen

Oude Pekela

negotiant

1/28

B.J. Potjewijd

Oude Pekela

schipper

6/28

D.K. Twiest

Oude Pekela

touwslager

2/28

L.H. Drenth

Oude Pekela

scheepsbouwmeester

1/28

J. Kranenborg

Oude Pekela

houtzaagmolenaar

3/28

E.J. Degenhart

Oude Pekela

koopman

1/28

C. Tabe, wed. H. Schröder

Oude Pekela

koopvrouw

1/28

J.E. Duin

Oude Pekela

blokmaker

1/56

H.A. Potjewijd

Oude Pekela

bakker

1/56

N. Engelhard

Wedde

kantonregter en boekhouder

1/28

J. Corver & Comp.

Amsterdam

 

2/28

T. Asses

Amsterdam

 

1/28

J. Meijer & Zonen

Amsterdam

scheepsbouwers

1/28

Wed. J. Smedes

Appingedam

 

1/28

W.R. Emmen

Winschoten

 

1/28

S.W. Visser

Lemmer

 

2/28

E. Smit & Zoon

Hoogezand

ankersmid

1/56

A. Foks

Dordrecht

winkelier

1/56

Kuiper, van Dam&  Smeer

Rotterdam

scheepsbevragters

1/28

 

wg de boekhouder en medereders vermeld in de aanhef van het cedul, dd 09 Maart 1842. Het stuk werd op 14 maart 1842 te Winschoten geregistreerd.

Te oordelen naar de bijlbrief gaf koopman Zuiderveen opdracht tot de bouw. Hij wordt daar als boekhouder van de rederij aangehaald. Bij het opmaken van het rederij-cedul kwam men anders overeen en werd kantonregter Engelhard de boekhouder.

                                   

Op 19 maart 1842 verscheen in de Arrondissements Regtbank te Winschoten de heer Jan Piccardt, zonder bepaald beroep, als gemachtigde voor alle partijen die participeerden in de partenrederij. Onder overlegging van:

  1. het rederij-cedul getekend 09 maart 1842
  2. de bijlbrief van de scheepsbouwmeester getekend 09 maart 1842
  3. de machtiging namens de boekhouder en reders dd 14 maart 1842

legde de heer Piccardt ten overstaan van de President van de Regtbank de eed af dat geen buitenlanders in het schip participeren. Deze verklaring, tezamen met de bovengenoemde stukken, zullen uiteindelijk leiden tot het verlenen van een Nederlandse Zeebrief, dat als paspoort voor het schip kan worden beschouwd.

                                   

 

2m schoonerkof ‘Hoop & Verwachting’

LxBxH = 26,93 x 5,13 x 2,65 m

86 lasten à 2.84 tonnen= 163 tonnen

Bj / tonnage / werf

periode

kapitein

reder

bijzonderheden

1841 / 163

L.H. Drenth –

Oude Pekela

1841-1842

B.J. Potjewijd

Oude Pekela

N. Engelhard

Wedde

partenrederij

 

1843

idem

J. Corver  & Co

Amsterdam

 

 

1844

A. Hayen

idem

 

 

1845-1849

B.J. de Boer

idem

 

 

1850-1856

G.H. Pybes

Leeuwarden

G.H. Pybes

Leeuwarden

Kapitein / Eigenaar

 

april 1856

G.H. Pybes

Leeuwarden

G.H. Pybes

Leeuwarden

Gezonken na aanvaring van

Amsterdam naar de Oostzee

 

(Bronnen: Kadaster Winschoten [zie boven] en GN Bouma – pag 338)

 

8-9 apr 1856             Onder kapitein Pybes in de nacht van 8 op 9 april 1856 verlaten en gezonken in pos. 55°55’ Nb 5°51’ Ol na aanzeiling op reis van Amsterdam naar de Oostzee. Opvarenden gered.

(Bron: NRC 18 april 1856)

 

Voorgaande gegevens verkregen via de heer R.K.Mast te Delfzijl092. De gegevens zijn verzameld door J.J.Engelhart, Ossenweg 28, TB 9931 TB, Delfzijl dd 25 augustus 2004.

 

Krantenberichten

Rotterdamsche Courant 16 juli 1822114

Rotterdam, 15 juli. Den 14 arriveerde in de Maas de VROUW MARGARETHA, B.J. Potjewijd, van Dantzig (opm: Gdansk).

Den 15 zeilden de VROUW JANTINA, E.O. de Vrede, en de JOHANNES EN WILHELMINA (opm: bom), D. Mooijekind, naar Londen; de ANNA, R.E. Brouwer, en de VERWACHTING, R. Hansen, naar Bergen; de EENDRAGT, R.J. Klunder, en de VIGILANTIE, J. Duindam, naar Liverpool; de WAAKZAAMHEID, G.H. Luurts, naar Bordeaux; de HOOP, H.K. Dijkhuis, naar Oleron; de NEELTJE JOHANNA, W. ten Noort, naar Gibraltar; de HARMONIE, J. de Best, naar Boulogne, en the MARY, J. Drinkwater, naar Petersburg.

 

Rotterdamsche Courant 08 augustus 1822114

Rotterdam, 7 augustus.

….Den 7 zeilden de JUNO, D. Rooderkerk, en de VERWISSELING, A. Schaaff, naar Lissabon; de VROUW MARGARETHA, B.J. Potjewijd, naar de Oostzee; de CHARLES PATRIC EDUARD, K.G. Ouwehand, naar Cherburg; de CON CORDIA, H.J. Nagel, naar Leith; de VROUW CHRISTINA, R.J. Dood, naar Hull; de MARGINA, W.R. Huijsman, naar …(opm: niet vermeld), de GOEDE HOOP, J.J. Wijgers, naar Delfzijl; de GOEDE HOOP, B.R. Berg, naar Grimsby, de VROUW ELISABETH, C. van Gelderen, naar Alikanten, de ZUSTER ALBERDINA, H.E. de Boer, de VROUW JANNA, A.H. Breeland, en de VEENSTROOM, S.E. Hoveling, naar Bergen; de wind W.

 

Rotterdamsche Courant 21 september 1822114

Rotterdam, 20 september. Den 18 arriveerden in Den Briel de MAARTINA ALETTA (opm: MARTINA ALETTA), J.G. Hoetjer, van Dantzig (opm: Gdansk); de VROUW HENDRIKA (opm: VROUW HENDRIKJE), W.J. Drewes, van Busum; de TROOST VOOR MOEDELOOS, R.G. Nieuwveen (opm: smak TROOST VOOR MOEDERLOOS, R.G. Nieveen); de MARGARETHA, B.J. Potjewijd, en der MORGENSTERN, K.H. Meijer, van Kiel; de GOEDE HOOP, L.B. Flonk, van Tonningen; de VROUW GEZINA, H.B. Stutvoet, van Katington; de ADRIANA CHRISTINA, F.C. Pfeffercorn, van Drontheim, en de VROUW JOHANNA, J. de Vries, van Riga…..

 

 

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Potjewijd, Boele Jans
Overige informatie: 1821-02-21

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1814-04-15
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: VROUW GEERTRUIDA
Schipper: Scharrebier, Jacob Edsers
Scheepstype: tjalk
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1824

De zeebrief voor het tjalkschip de VROUW MARGARETHA, kapt. B.J. Potjewijd is op 27 februari 1824 teruggezonden door de Ontvanger op Ameland. Het schip is aldaar gestrand.

RC 040324
Amsterdam, 2 maart. Het tjalkschip VROUW MARGARETHA, kapt. B.J. Potjewijd (opm: bouwjaar 1810; kapt. Boele Jans Potjewijd), met lijnkoeken van Amsterdam naar Lyon (opm: een ‘Ommelander’ reis; hier wordt [King’s] Lynn bedoeld), laatst van Delfzijl, is volgens brief van Ameland van den 22 februari, aldaar (opm: op de Engelmansplaat) gestrand. De lading zoude waarschijnlijk geheel weg zijn, doch het volk is gered. (opm: zie ook LC 120324)
LC 120324
Advertentie. De Strandvonder van Ameland, presenteert bij publieke veiling en gereden geld op dinsdag den 16 maart 1824 aan den meestbiedende bij strijk en verhoog geld te verkopen plus minus twaalf á dertien duizend door zeewater beschadigde lijnkoeken, herkomstig uit het op den 22 januari 1824, op Ameland gestrande tjalkschip de VROUW MARGARETHA, gevoerd geweest door schipper B.J. Potjewijd (opm: zie RC 040324), benevens enig gekapt touwwerk en rondhout, mede van gemeld schip geborgen.
Als ook een vat rum en drie vaatjes pik, mede uit zee aangespoeld.
Wie gading maken, komen op voorgeschreven dage, des morgens ten 9 ure, in den dorpe Nes op Ameland, in het pakhuis aldaar.
LC 120324
Advertentie. De Strandvonder van Westdongeradeel, zal publiek bij boelgoed en gereed geld, aan de meestbiedende verkopen een partij van ongeveer 1.500 door zeewater beschadigde lijnkoeken, benevens enige tuigage, bestaande in 2 ankers, 1 zeil en touwwerk, alles herkomstig uit en van het op de buitengronden van Ameland gestrande tjalkschip de VROUW MARGARETHA, gevoerd bij schipper B.J. Potjewijd.
Wie gading maken, komen op dinsdag den 16 maart 1824, des voormiddag ten 9 ure, aan het pakhuis, in het Moddergat onder Nes.

Akten

Groninger Archieven Mr. Sophius Piccardt Archiefnummer Pekela 121.17.21

Memory-card IMGP 0631, 0632
BIJLBRIEF en KOOPBRIEF

Naam schip VROUW ELISABETH

plaats en datum acte onderhandse koopacte, Pekela, 29 januari 1821

type schip tjalkschipshol

bouwwerf/verkoper Jacob Edzarts Scherpbier, schipper te Oude Pekela

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Boele Jans Potjewijd, stuurman te Oude Pekela

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 65 zeetonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating 1810 nieuw van de bijl

plaats / datum registratie Winschoten, 8 februari 1821

nummer registratie folio 127, verso, vak 4

notaris Mr. Sophius Piccardt, notaris te Oude Pekela

prijs NLG 500,-

Bijzonderheden:
Bij het passeren van deze koopacte ligt het schip in het Hoofddiep te Oude Pekela.
Volgens getoonde bijlbrief van 9 april 1810 is het schip in 1810 nieuw gebouwd door Harm Derks Hesseling, scheepstimmerman te Oude Pekela.




researcher/datum research: ML / 310513


Naam VROUW ELISABETH
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1821
Toegang 121
Inventaris 17

Groninger Archieven Mr. Sophius Piccardt Archiefnummer Pekela 121.17.72

Memory-card IMGP 0641, 0642
BIJLBRIEF

Naam schip VROUW ELIJSABETH

plaats en datum acte betalingsregeling, Pekela, 16 maart 1821

type schip smak

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jacob Edzerts Scherpbier, schipper te Oude Pekela

te voeren door kapt. Jacob Edzerts Scherpbier, in eigendom bevaren

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Winschoten, 20 maart 1821

nummer registratie folio 149, verso, vak 7

notaris Mr. Sophius Piccardt, notaris te Oude Pekela

prijs

Bijzonderheden:
J.E. Scherpbier maakt een afbetalingsregeling voor NLG 889,- die hij schuldig is aan de heren Klaas Okkes Kuiper en Pieter Berends Kolk, negocianten te Oude Pekela, handelend onder de firma Kuiper & Kolk, voor door hen geleverd en aangebracht ijzerwerk voor zijn schip, in dit voorjaar nieuw te Pekela uitgehaald. De regeling is, dat Scherpbier op 1 december 1821 zal betalen NLG 300,- op 1 december 1822 NLG 294,50 en op 1 december 1823 nogmaals NLG 292,40.




researcher/datum research: ML / 010613

Naam VROUW ELIJSABETH
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1821
Toegang 121
Inventaris 17

GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Appingedam 143.236.375
DVD L – 234-239 – foto 7169 – 7176, foto 7232

Scheepsverklaring

Naam schip de VROUW MARGARETHA

Scheepstype: tjalk

Gevoerd door: Boele (Jans) Potjewijd


plaats en datum acte Appingedam, 20 oktober 1823


Verscheen voor Mr. H.P.B. Taure, president van de Regtbank van Eerste Aanleg te Appingedam
Boele Potjewijd, schipper, voerende het Nederlandse tjalkschip de VROUW MARGARETHA, liggende thans in de haven van Delfzijl, dewelke heeft te kennen gegeven dat hij met een lading lijnkoeken van Amsterdam naar Lynn (opm: King’s Lynn) in Engeland bestemd, op zijn reis door stormachtig weder overvallen zijnde, en daardoor veel schade bekomen hebbende, ter oorzake van dewelke hij in de haven van Delfzijl was binnengelopen, als mij gekomen te zijn om daarvan bericht aan ons te geven, verklaring te doen bevestigen en doen bekrachtigen, en heeft alzo verklaard als volgt:
Hij was op 3 oktober in Amsterdam in lading gekomen en de 4e beladen geworden. Op 7 oktober was hij gereed om uit te varen en kreeg hij de loods aanboord. De volgende ochtend was het echter dik van mist, zodat hij eerst op 9 september met een Z.Z.W. wind onder zeil kon. Bij Urk aangekomen begon de wind aan te trekken, zodat hij op de Hoek van Urk ten anker kwam. Op 13 oktober had hij zijn anker gelicht om met een Z.O. koelte zijn reis te vervolgen. Op 14 september stond er een harde N.N.W. wind, waarna hij kluiver en fok binnenhaalde, waarna hij in de nacht het schip onder gereefde zeilen liet drijven. De volgende dag kreeg het schip zoveel water over dat kapt. Potjewijd voor zijn luiken beducht was. Hij probeerde het zeil neer te krijgen hetgeen vanwege het vele overkomende water niet gelukte. Daarop besloot hij het zeil te snijden – en verloor daardoor een nagenoeg nieuw grootzeil – om dan voor de wind te houden naar de een of andere haven, zettende toen de gereefde fok weer op; de wind W.Z.W. stuurde hij O.N.O.; later kon hij zijn andere grootzeil weer aanslaan, stak beide reven en stuurde gedurende de nacht O.Z.O.
In de ochtend van 16 oktober was de tjalk gissend op de hoogte van Borkum, zijnde dik van regen en N.W. wind, en 15 vadem, later 12 vadem water loodde doch geen land had kunnen zien, en dus niets had kunnen verkennen. Terwijl men bezig was het anker klaar te maken loodde men plotseling 2 vadem, zodat Potjewijd vermoedde in de branding te zijn vervallen en hij dadelijk zijn beide ankers van boord zette om het schip te stoppen. Het schip lag ook dadelijk voor anker doch werkte geweldig, waarop wij enkele vadems afstaken. Doch toen raakte het schip aan de grond en stiet bij herhaling, zodat wij opeens zeer lek werden en besloten de noodvlag te hijsen daar wij tegen het water niets zouden kunnen bewerkstelligen en ons in een reddeloze toestand bevonden.
Een schip dat een stuk weg op zee lag naderde ons en op zijde komende praaide de schipper ons of wij zijn hulp verlangden en wilde, zo hij na behoud en in een noodhaven had binnen gebracht, 2.000 guldens als een beloning hebben. Comparant had hem 600 gulden willen toeleggen toen de visser wederom wilde wegzeilen, zodat Comparant nader verzocht heeft op goede mannen zeggen (opm: bij mondelinge overeenkomst) adsistentie te verlenen, hetgeen de schipper heeft aangenomen, waarna hij langs ons boord schoot en wij hem een tros toesmeten, hetwelk hij voor ons vast zette (opm: om het schip vervolgens slaags te trekken, zoals de vissers verklaarden).
Daarna bracht hij twee manschappen bij ons aan boord, om aan de pompen te ondersteunen en het schip te helpen binnen brengen. Comparant moest toen zijn beste touw kappen, zijnde zo goed als nieuw, dik acht duimen (opm: dwz. centimeters). Comparant zette vervolgens zijn zeil bij en kapte toen zijn tros, lang 90 vadem 5 duimen (= cm.) dik, zo goed als nieuw. Het schip kwam hierdoor in diep water, en wij zeilden toen de Ooster-Eems in. Inmiddels was de wind met een bui naar het Z.W. gelopen en het schip weigerde te loeven, zodat Comparant, om niet voor de wind op het strand te komen, zijn kluiver moest wegsnijden, zijnde deze beter dan half-sleets, en ten anker ging. Nadat de bui over was ging Potjewijd weer onder zeil, waartoe hij reeds een andere fok en kluiver had aangeslagen, kwam die nacht bij de Brouwers ton ten anker en moest steeds pompen.
De 17e ging hij ’s morgens onder zeil en kwam des avonds in de Wester Balg ten anker.
De 18e ging hij ’s morgens onder zeil en kwam ’s avonds bij Eemshorn. Comparant had de vis-everschuit altijd bij zich en de manschappen aan boord, en zij hadden onophoudelijk moeten pompen om het schip boven water te houden.
Op de 19e had Comparant weder anker gelicht en was ten 10 uren met behulp van twee man, die hem van Delfzijl waren toegezonden ter adsistentie bij de pompen, in de haven gewerkt en aldaar op het slik gebracht.

De verklaring werd mede ondertekend door stuurman Jacob Fransens Kuipers (32), wonende te Veendam, varende als stuurman op het tjalkschip, welke stuurman benevens zijn kleine jongen genaamd Jan Nanne Smid (?), wonende Pekel A, benevens Comparant de equipage van het schip uitmakende.

De verklaring werd mede ondertekend door Klauss Meyer (34), van Finkenwerder onder Hamburg, schipper op het Hamburger vis-everschip, en Johan Fok (30), mede van Finkenwerder, varende als visser op gemelde visschuit, die verklaarden op 16 oktober, kruisende van Juist naar het Juister rif een schip met de vlag van top zagen zitten, en daarna toe gezeild zijnde zagen dat het schip in de branding lag, voor anker.
Ze hadden een goed berggeld willen bedingen, maar kwamen tenslotte de hierboven vermelde afspraak overeen. (opm: verder niet genoteerd, daar de verklaring inhoudelijk gelijkluidend was aan die van schipper Boele [Jans] Potjewijd)

Geregistreerd te Appingedam 21 oktober 1823, deel 13 folio 112 vak 3

Zie verder akte 376

researcher/datum research: GM / 09.09.2011

Naam VROUW MARGARETHA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1823
Toegang 143
Inventaris 236

GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Appingedam 143.236.376
DVD L – 234-239 – foto 7177 - 7178

Verklaring

Naam schip VROUW MARGARETHA

Scheepstype: tjalk

Gevoerd door: Jacob Swiers


plaats en datum acte Appingedam, 21 oktober 1823

Verscheen voor Mr. H.P.B. Taure, president van de Regtbank van Eerste Aanleg te Appingedam
scheepstimmerman Antony van Bergen, de mr. touwslager Tjapke Egberts Leeuw, de mr. zeilenmaker Jacob Swiers de Vries, allen wonende te Delfzijl, ten verzoeke van kapt. B.J. Potjewijd, om de staat en waarde van het tjalkschip de VROUW MARGARETHA te constateren, en de schaden door hetzelve gedurende de reis door kappen, snijden en stormen geleden te begroten.


Geregistreerd te Appingedam 3 november 1823 deel 13 folio 119 vak 4


Zie verder akte 375


researcher/datum research: GM / 09.09.2011


Naam VROUW MARGARETHA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1823
Toegang 143
Inventaris 236

Groninger Archieven Mr. Sophius Piccardt Archiefnummer Pekela 121.21.91

Memory-card IMGP 0723, 0724

MACHTIGING

Naam schip VROUW MARGARETHA

plaats en datum acte machtiging, Oude Pekela, 4 juni 1824

type schip tjalk

Boele Jans Potjewijd, schipper te Oude Pekela, machtigt Douwe Drewes van der Laag, schipper te Hollum op Ameland voor notaris Piccardt om de opbrengst van de tuigage en scheepsgoederen, geborgen van zijn in eigendom bevaren tjalk VROUW MARGARETHA en in februari 1824 op de Buitengronden van Ameland gestrand, deze goederen thans liggende in de grieterij Westdongeradeel en op Ameland, te innen en aan hem, Potjewijd, over te maken.

plaats / datum registratie Winschoten, 8 juni 1824

nummer registratie folio 189, recto, vak 7

notaris Mr. Sophius Piccardt, notaris te Oude Pekela





researcher/datum research: ML / 300713



Naam VROUW MARGARETHA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1824
Toegang 121
Inventaris 21