Familiegegevens en opleiding
Johann Hermann von Santen werd geboren te Emden in 1819 als tweede zoon van Otto Christian von Santen (1788-1853), rentmeester en ontvanger te Pewsum, later belastinginspecteur te Hildesheim, en Anna Meyer uit Bremen, dochter van de graanhandelaar Johan Hermann Meyer.
Zijn oudere broer was Hieronymusw Ibeling von Santen (1818-1894), een bekende kapitein te Bremen en gezagvoerder van o.a. de “Gustav” op de route Bremen-Baltimore/New York van de Norddeutsche Lloyd
Volgens het bevolkingsregiste ven Krimpen aan de Lek had Johann von Santen zich op 01 juni 1841 als stuurman ter koopvaardij in Krimpen gevestigd en woonde hij in bij de schipper Johannes van Vlijmen en Maria van Krimpen. Hij was indienst van de scheepsbouwers Jan en Kees Smit.
Johann trouwde op 06 juni 1850 te Krimpen met Elisabeth Maria van der Mijle, geboren in 1825 te Ouderkerk aan de IJssel als dochter van de steenfabrikant Anthonie van der Mijle te Dubbeldam en Anna Herfst. Zij overleed in 1909 te Amsterdam.
Johann werd genaturaliseerd op 15 december 1857
In het jaar 1877 overleed te Krimpen a.d.Lek, de oud-Kapitein J.H.van Santen, die sinds 1859 boekhouder was van de Reederij (J.H.van Santen) te Krimpen a.d.Lek; toendertijd voeren er nog vier schepen onder zijn vlag”026(39/312). Volgens de Memorie van Successie in 1877 was hij scheepsreder en koopman, waarschijnlijk in scheepsproviandering. Bij zijn woning was een winkel en een pakhuis.
Hij was kapitein op de Graafstroom in 1852 en op de Johanna Christina (1854-1856). In 1857 werd hij directeur van de in mei opgerichte Stoombootdienst op op de Lek. Daarnaast trad hij als zelfstandig reder op. Gegevens per e-mail dd 26 juni 2009 van J.H. von Santen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H. van Santen was met vlagnummer R268 in de periode 1849 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1877 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J. van Santen met vlagnummer R268 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Graafstroom” 281 last varend voor J. Smit te Alblasserdam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “Johanna Christina” 376 last varend voor J.Smit te Alblasserdam
* 1862 t/m 1867 en 1874 is hij vermeld als gezagvoerder maar zonder schip en reeder
Bouma025 vermeldt J.H.van Santen als gezagvoerder gedurende:
-
* 1850 t/m 1853 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1848, 530 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1854 verkocht aan Bunge & Co te Amsterdam en herdoopt in “Laura en Adèle”;
-
* 1854 op de bark “den Elshout”, gebouwd in 1844 aan de Elshout, 629 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam
-
* 1855 t/m 1856 op de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 op de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
In een extract uit het journaal van de bark “Java” onder kapitein Leendert Tuk, zeilende op de hoogte van 19o18’ZB/ 70o21’OL staat het overlijden gemeld van een matroos. Één van de ondertekenaars was de stuurman I.H. van Santen115. Uit navolgend overzicht van kapitein Johann Hermann von Santen zou het hier kunnen gaan om diens broer Hieronimus Ibeling van Santen – zie hierna)
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
In 1863 was hij reder van zijn schip de bark “Bastiaan Pot, 400 last, op 17 juli 1863 op de werf van de Gebr. Pot aan de Elshout te Kinderdijk te water gelaten Het schip werd vernoemd naar de vader van de Gebr. Pot. De eerste kapitein was Pieter v/d Hoog uit Krimpen aan de Lek.
In 1866 laat hij weer op de werf van de Gebr. Pot de bark “Antje” bouwen en na zijn overlijden wordt hij in de rederij opgevolgd als reder door Pieter v/d Hoog.064
ONDERSTAAND OVERZICHT WERD TOEGESTUURD OP 19 JUNI 2009 DOOR DE HEER J.H. von SANTEN
J.H. von Santen (1819-1877)
De uit Antwerpen afkomstige familie Van/von Santen behoorde tot de calvinistische elite van de stad Emden die het na de politieke en religieuze omwenteling aan het einde van de zestiende eeuw voor het zeggen had gekregen. De lakenhandelaar Hans Pauls van Santen (1578-1641) was in de zeventiende eeuw Veertiger en raadsheer geweest en diaken van de gereformeerde gemeente. In de achttiende eeuw raakten zij door huwelijk geparenteerd aan de invloedrijke familie Von Rehden (uit Leer) en kwamen zij opnieuw in het centrum van macht en invloed. Otto Christian von Santen (1713-1793) werd in 1774 Veertiger en zijn neef Hieronymus Ibeling von Santen was meer dan vijftig jaar burgemeester van Emden (1782-1835). De scheepskapitein Johann Hermann von Santen was zijn kleinzoon.
J.H. von Santen werd geboren 30 oktober 1819 te Emden als tweede zoon van Otto Christian von Santen (1788-1853), rentmeester en ontvanger te Pewsum, later belastinginspecteur te Hildesheim, en Anna Meyer uit Bremen, dochter van de graanhandelaar Johann Hermann Meyer. Zijn oudere broer Hieronymus Ibeling von Santen (1818-1894) was een bekende scheepskapitein te Bremen en gezagvoerder van o.a. de Gustav op de route Bremen-Baltimore/New York van de Norddeutsche Lloyd en de even bekende kapitein van de Schiller, Claus Bahr (1822-1890) was getrouwd met hun zuster Marie Elisabeth.
Volgens het bevolkingsregister van Krimpen a/d Lek had Von Santen zich op 1 juni 1841 als stuurman ter koopvaardij in Krimpen gevestigd en woonde hij in bij de schipper Johannes van Vlijmen en Maria van Krimpen. Hij trouwde 6 juni 1850 te Krimpen met Elisabeth Maria van der Mijle (Ouderkerk a/d IJssel 1825 - Amsterdam 1909), dochter van de steenfabrikant te Dubbeldam Anthony van der Mijle en Anna Herfst.
Uit dit huwelijk werden vier zoons en een dochter geboren.
Getuigen bij het huwelijk: Anthony Johannis van der Mijle, 26 jaar, grutter (broer van de bruid); Johan Geyl, 25 jaar, onderwijzer (zwager van de bruid); Johannes van Vlijmen, 33 jaar, schipper; Jan de Haas, 23 jaar, gedelegeerd ontvanger.
De huwelijksakte vermeldt Von Santen als kapitein ter koopvaardij, wonende Krimpen a/d Lek.
Hij is genaturaliseerd op15 december 1857 (Stbl.149).
Volgens de Memorie van Successie 1877 was hij scheepsreder en koopman (waarschijlijk scheepsproviandering: bij woning winkel en pakhuis).
Von Santen arriveerde juli 1852 als gezagvoerder met de Graafstroom (werf J. Smit Czn: houten driemastbark bouwjaar 1843/1849?) bij Port Wakefield, Zuid-Australië. (Zie South Australian Passengers List 1852). Het schip maakte nog drie reizen naar Australië (1853-1855) onder kapitein K.J. Swart, maar werd later verkocht en herdoopt in Baron van Pallandt [zie www.scheepbouw-Alblasserdam.nl = website van Cees van Homoet]. Von Santen werd vervolgens kapitein op de nieuw gebouwde bark Johanna Christina (werf Corn. Smit) waarvan hij voor 1/30 part mede-eigenaar was. Met dit schip maakte hij twee reizen naar de Oost (1854-1856).
In 1857 werd Von Santen directeur (‘boekhouder’) van de Stoombootdienst op de Lek Fa Von Santen & Co., opgericht in mei 1857. Het oprichtingskapitaal bedroeg ƒ 21.150 ; er waren dertien aandeelhouders onder wie vijf heren Smit, M. Lels, A. Pot, B. Boogaerdt en J.H. von Santen. Commissarissen waren M. Lels en K. Smit Jr. De stoomboot Stad Schoonhoven werd gekocht voor ƒ 7.500. 4 augustus 1857 werd vergunning verleend door Gedeputeerde Staten.en op 10 augustus de dienst aangevangen.In 1860 een tweede boot en 1865 een derde. De familie Smit leende het benodigde kapitaal en het kantoor was gevestigd op de werf van Smit in Krimpen. De naam werd later veranderd in NV Reederij op de Lek In 1877, het jaar dat Von Santen overleed, had de onderneming drie raderboten en drie schroefstoomboten in bedrijf.
In 1869 begon Von Santen een Stoombargedienst tussen Vreeswijk en Utrecht, hetzelfde jaar uitgebreid tot IJsselstein. In 1873 werd het vaarschema van de Stoombootdienst op de Lek hierop aangesloten. In 1871 opende hij een stoombootdienst Utrecht-Muiden op deVecht.
Zo beheerde Von Santen een heel net van stoombootdiensten waaruit in 1896 de NV Stoombootdienst op de Lek zou ontstaan. Daarmee is hij een pionier geweest van het streekvervoer.
(In 1922 begon de Reederij op de Lek een eigen busdienst die in 1942 ging samenwerken met de NV Autobusdiensten Vereeniging te Jutphaas, voortgekomen uit de Stoombargedienst van Von Santen. Later richtten de twee ex-rederijen de NV Vervoers Maatschappij De Twee Provinciën op, die het streekvervoer tussen Utrecht-Gouda-Gorinchem-Rotterdam-Dordrecht beheerste en in 1972 een dochter werd van de NS om uiteindelijk op te gaan in Connexion).
[‘Overigens had Culemborg nog eerder dan Schoonhoven een eigen stoombootdienst. Reeds in 1850 of 1851 opende de Culemborgsche Stoombootreederij van de firma Van Hoytema & Co een dienst naar Rotterdam met de nieuw gebouwde ijzeren raderboot Stad Culemborg. Dit was een veel groter en moderner schip dan de toen al ouderwetse, tweedehands aangeschafte kleine houten raderboot Stad Schoonhoven, waarmee J.H. von Santen & Co in 1857 van start ging. Toch heeft de Culemborgse rederij het moeten afleggen nadat Von Santen in 1869 de ijzeren Stad Schoonhoven verving, overigens ook door een tweedehandse. Dit was de in 1859 gebouwde Willem I van de dienst Nijmegen-Rotterdam van de Stoombootonderneming Theunissen en Cie, de voorloper van de Nijmeegsche Stoomboot Reederij. In 1865 nam Von Santen de Stad Culemborg van Van Hoytema over en hernoemde deze in Vreeswijk‘]
[uit: ‘De Kuilenburgse boot’]
Von Santen trad ook als zelfstandig reder op. Tussen 1859 en 1877 had hij de volgende schepen in de vaart:
1859-1861: bark Catharina Maria (geb. 1846; ex Joost van Vollenhoven, Rotterdam) kap. A.T. Schuchardt (1863 i.d.v. F.H. von Lindern te Alblasserdam). 1861 afgekeurd aan Kaap de Goede Hoop en verkocht voor 700 Pond.
1859-1860 bark Jonge Jan (ex C. Smit, Alblasserdam) kap. E.H. Pfeiffer. 1860 verkocht aan P.A. van der Drift & Co te Alkmaar.
1864- bark Bastiaan Pot (geb. 1863 bij Gebr. Pot, Elshout, voor een groep aandeelhouders). Kap. P. van der Hoog; 1867 J.D.P. van Zetteler.
1864- driemaster Minister Pahud (ex Wm Ruys & Zonen; geveild Rotterdam 27 0ktober voor f 35.500). Kap. E. Lipjes. 1868 niet meer vermeld.
1866- driemaster Antje. Kap. P.van der Hoog.
1868-1870 bark Tollens (geb. 1856; ex Pistorius & Bicker Caarten; geveild Rptterdam 14 mei en 19 juli 1867 voor f 30.800). Kap. B.Verhagen, 1870 H.J. Muller. 1870 vergaan in Indië.
1871-1877 bark Elisabeth Maria (ex Ida Elisabeth, 1855-56 geb. voor W.Ruys J.Dzn; 31 mei 1879 geveild voor f 27.700). Kap. H.J. Muller.1877 verkocht aan N. Brantjes te Purmerend; 1900 gestrand te Reval.
[bron: H. Sweys, Neerlands vloot en reederijen (1858 e.v.)]
Volgens de registers van Rijkstoezicht op het Stoomwezen had J.H. von Santen & Co 1857-1877 onderstaande stoomboten:
Stad Schoonhoven: (ex Willem de Eerste van de Nijmeegse Maatschappij) 1860 buiten dienst en 1861 gestopt.
Krimpen aan de Lek: J. en K. Smit, Kinderdijk –1864 overgegaan op J.H. von Santen en herdoopt in Langstraat voor de dienst Rotterdam – Langstraat (passagiers en goederen Rotterdam Varkensoord).
Sleepboot no 1: Sleepboot op de Nederlandse rivieren: gestationeerd te Vreeswijk
Vreeswijk: Diepeveen, Lels en Smit te K. J.H. von Santen & Co. Dienst Vreeswijk-Rotterdam
Streefkerk: Diepeveen, Lels en Smit. J.H. von Santen & Co. Schroefboot voor goederen en vee.
Groot Ammers : Diepeveen, Lels en Smit. J.H. von Santen & Co. Veeboot op de Ned. rivieren en kanalen.
Provincie Utrecht: IJsselstein, de Vecht en Vreeland. Drie schroefboten: J.H. von Santen & Co.
[bron: M.J. Bottema, Nederlandse stoomboten 1856-1925 (4 dln; z.p. 1984)]
Von Santen was sinds juli 1867 lid van de gemeenteraad van Krimpen en werd herkozen in juli 1873. Als beroep werd vermeld ‘winkelier’. Zijn zwager, de grutter A. van der Mijle, de houthandelaar B. Boogaerdt en de scheepbouwer K. Smit waren al langer lid, resp. sinds 1851, 1852 en 1863. In 1875 werd Von Santen tot wethouder benoemd. Hij was sinds 1853 lid van het Nut, van de sociëteit Harmonie en beschermheer van het Geuzenkorps Pro Patria (1875). Was hij in 1874 kandidaat voor de Tweede Kamer?
Von Santen overleed 19 april 1877, nog geen 58 jaar oud. De Schoonhovensche Courant bevatte een korte necrologie.
Literatuur
J.W.Th. Cohen Stuart, ‘N.V. Reederij op de Lek 100 jaar’, Nederlands Transport 17 (1957) 380-394.
W.J.J. Boot, Van Stoomboot Schoonhoven tot Kapitein Kok (Amsterdam 1985).
[A. Priester], ‘De reder J.H. von Santen 1819-1877; boekhouder bij J. & K. Smit’s Scheepswerven te Krimpen aan de Lek en directeur van de Rederij op de Lek’, Spiegel der zeilvaart 11 (1987) afl, 2, p.12-13.
Bram Belder, De Ouwe Werf: van Cornelis Smit tot Cornelis Verolme 1812-2005 (Alblasserdam 2005).