Inloggen
Gezagvoerder

Spanjer, Cornelis Gauwes

Naam: Spanjer, Cornelis Gauwes
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
COLUMBUS 1893 Bark Sailing Vessel 1426 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Gauwes Spanjer werd geboren op 04 november 1869 te Oost-Terschelling als zoon van Gauwe Gauwes Spanjer en Grietje Anes Bakker

Hij huwde op 28 december 1893 met Reinsje Kooyman, geboren 26 oktober 1868 als dochter van Jort Kooyman en Maamke Roos. Zij overleed te Midsland op 20 augustus 1946.

Cornelis Gauwes overleed op zee in 1898.

Cornelis Gauwes behaalde in 1893 zijn eerste rang aan de zeevaartschool te Terschelling

 

Kapitein Spanjer behaalde al de rangen grote zeilvaart aan de zeevaartschool op Terschelling.

 

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1893, p.502 staat vermeld dat het diploma Groote Zeilvaart A eerste stuurman is uitgereikt aan C.Spanjer.

In hetzelfde tijdschrift Jg. 1896, p.263 wordt gemeld dat in april 1896 het diploma voor 2e stuurman Groote Zeilvaart is uitgereikt aan C.Spanjer. Er moet dus een tweede persoon van deze naam zijn geweest.

In het tijdschrift “De Zee” Jg.13, p.286, 1891 staat de uitslag van examens in april 1890 door de Rijksexamencommissie voor de koopvaardij. Het diploma A als 3de stuurman voor de grote zeilvaart werd toegekend aan C.Spanjer.

In het tijdschrift “De Zee” Jg. 1892, p. 457 staat vermeld dat de Rijkscommissie tot het examineren van stuurlieden in de vergadering van september 1892 het diploma 3e stuurman Groote Zeilvaart heeft toegekend aan C.Spanjer. Ook in “De Zee” jg 1894, p.391 staat de toekenning in juli 1894 van het diploma 3de stuurman Groote Zeilvaart aan C.Spanjer.

Dit zal dan een andere persoon geweest moeten zijn.

Foto (nr.117) beschikbaar van kapitein C.Spanjer047.

 

 

De schepen van de kapitein

Cornelis Gauwes Spanjer voer als stuurman bij de rederij “Neptunus”. De volgorde van de schepen waarop hij heeft gevaren kon niet worden achterhaald. Maar zijn laatste reis maakte hij in 1897-1898 als gezagvoerder van de bark “Columbus”, 1363 registerton (volgens jaarboek Sweys 1312 registerton), in 1892/’93 gebouwd van staal op de werf De Boot voor rekening van rederij “Neptunus” te Amsterdam  (Directie G.v.d.Gevel), De eerste kapitein was D.K.Wijkmeyer, 1893-1896. De tweede kapitein was G.Spanjer, Terschelling 1896-1897.

Cornelis Gauwes nam dus in 1897 het bevel over de “Columbus” over van kapitein G.Spanjer, een oom van Cornelis Gauwes Spanjer (zie aldaar). De reis van de “Columbus” kon vrij nauwkeurig worden gereconstrueerd, mede dank zij bewaard gebleven brieven, van de tweede stuurman Simon Smit aan zijn familie op Terschelling.

“Op 23 oktober 1897 vertrok de “Columbus” van Sundsvall (Zweden) naar Delagobaai (Zuid-Afrika) en had als eerste aanloophaven Kopenhagen. Hier kwam de tweede stuurman Simon Smit aan boord. Deze Simon Smit was op 15 augustus 1873 te Midsland geboren, studeerde aanvankelijk in Zuid-Zande voor notaris, maar beëndigde die studie op 18-jarige leeftijd, omdat hij naar zee wilde. ... Het eerste levensteken van de “Columbus” was een brief van 19 november. Deze brief, in het Engelse Kanaal afgegeven aan een loodskotter, maakte melding van een vlotte reis en van het ontmoeten op zee van haringvissers ... Drie maanden na het vertrek werd de aankomst in Port Natal gemeld. Ze hadden een goede en snelle reis gehad, de stemming aan boord was prima en op 15 december was het Neptunus-feest gevierd. Een brief van 6 mei 1898 maakte melding van het laden van steenkool uit New-Castle (Australië). Als bijzonderheid werd in deze brief geschreven, dat ook twee paarden tot de lading behoorden, die bestemd waren voor de volgende aanloophaven, Ambon. De reisduur van Port Natal naar New-Castle was 33 dagen geweest; vaak hadden ze met slecht weer te kampen gehad en dientengevolge was de reis vertraagd. Op 20 augustus 1898 werd te Probolingo het restant lading ingenomen en op 22 augustus drinkwater getankt in Semarang. De “Columbus” zou toen de grote oversteek maken naar Amerika. De bestemming zou New-York, Boston, Baltimore of Philadelphia zijn; men wist dat nog niet. “Voorlopig kunnen we de eerste tijd geen brieven meer verzenden”, zo schreven de opvarenden. “Misschien komen jullie nog nieuws van ons te weten door een praai of krantenbericht”. Maar het werd geen van beide. De “Columbus”, destijds een der fraaiste barken en een der grootste zeilschepen van de Nederlandse koopvaardij, verdween spoorloos, met man en muis. Taal noch teken werd meer van het schip gehoord.”010-p.117/120.

Het artikel bevat een portret van kapitein Spanjer en van de bemanning van de “Columbus”, waarop tevens de kapitein.

 

C.G.Spanjer was van 1897-1899 kapitein op de stalen bark “Columbus”, gebouwd in 1893 door F.F.(H.F.) Groen te Amsterdam, 1311 ton, varend voor rederij Zeilvaart Maatschappij “Neptunus”, G.van der Gevel te Rotterdam. Het schip werd in 1899 vermist op een reis met een lading suiker van Probolingo naar Delaware052

 

Bouma025 vermeldt C.Spanjer als gezagvoerder gedurende:

  • * 1897 t/m 1899 van de stalen bark “Columbus”, gebouwd in 1893 te Amsterdam, 1312 ton n.m., varend voor de Zeilvaart Maatschappij Neptunus, dir. G.v/d Gevel. Het schip werd vermist op reis van Probolingo naar Delaware.

 

Overige bijzonderheden

“Op 23 oktober 1897 vertrok dit schip (i.c. de :Columbus”) van de Zweedse haven Sundsval via Kopenhagen naar Port Natal in Zuid-Afrika. Stuurman van de Columbus was de 24-jarige Simon Smit, die net als Spanjer van Terschelling kwam. Van Port Natal vertrok het schip in het begin van 1898 naar New Castle aan de oostkust van Australië, waar steenkool moest worden geladen voor New York en Boston. Behalve in Newcastle werd ook lading ingenomen in enkele havens op Java. Daarna begon de lange reis naar de oostkust van de Verenigde Staten. Deze feiten zijn bekend uit brieven die enkele bemanningsleden vóór het vertrek uit de laatste laadhaven Semarang naar huis hadden gestuurd. De Columbus is nooit in Noord-Amerika aangekomen; het schip moet onderweg met man en muis zijn vergaan.”

  1. 101 van Een Terschellinger zeekapitein” door Bram Oosterwijk , uit. Coolegem Media, Rotterdam, 2016.