Familiegegevens en opleiding
Berend van Veen werd geboren te Delfzijl op 11 oktober 1829 als zoon van Martinus Engelbert van Veen en Aaltje Derks Hensums.
Hij trouwde als zeeman op 05 maart 1858 te Delfzijl met Diewerke Roelfzema, geboren op 27 juli 1830 te Delfzijl als dochter van de kastelein Berend Gerrrits Roelfzema en Hiltje Eltjes Principaal. Zij overleed op 09 december 1908 te Delfzijl, 78 jaar.
Berend is met zijn brik de “Dieuwerke”op 21/22 mei 1878 op de Razende Bol verongelukt en wellicht daarbin omgekomen
Provinciale Groninger Courant.03 juni 1878
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
van Veen was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 25 in de periode 1861 t/m 1878
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.van Veen als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1871 van de kof “Johanna Catharina”, gebouwd in 1840 te Delfzijl, 118 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;
* 1871 t/m 1864 van de schoenerbrik “Fortuna”, ex Sunburst, gebouwd in 1859 te Pictou, Nova Scotia, 213 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1871 in zinkende toestand verlaten;
* 1873 t/m 1878 van de brik “Dieuwerke” ex Wilhelmina & Elise, gebouwd in 1857 te Alkmaar, 270 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen. Het schip is in 1878 op de Razende Bol verongelukt.
Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl
Monsterrol 1845-16, 29 april 1845, tjalk “Heidewyka”, schipper Jan Jans Pekelder, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts kok Berend van Veen, 15 jaar uit Delfzijl;
Monsterrol 1847-1, 02 februari 1847, smak “Jonge Jan”, kapitein Hendrik Klaassens Rentes, 48 jaar uit Rotterdam. Voorts stuurman Geert Lucas Sok, 39 jaar uit Veendam, kok Berend van Veen, 17 jaar uit Delfzijl en een scheepsjongen;
Monsterrol 1854-50, 12 september 1854, schoenerkof “Frouwke Egberdina”, kapitein Gerbrand J.Lukje, leeftijd niet vermeld uit Hoogezand. Voorts stuurman Berend van Veen, 24 jaar uit Delfzijl, kok en een lichtmatroos;
Monsterrol 1857-10, 21 februari 1857, schoenerkof “Bouwina Mensinga”, kapitein Israel de Jong, 31 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman B. van Veen, 27 jaar uit Delfzijl, kok en 2 matrozen;
Monsterrol 1859-8, 23 februari 1859, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 29 jaar uit Delfzijl. Voorts een kok en een matroos;
Monsterrol 1862-17, 03 maart 1862, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman K.J.Valom, 27 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1862-74, 13 augustus 1862, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts een lichtmatroos;
Monsterrol 1862-86, 02 september 1862, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hindrik Bosscher, 24 jaar uit Nieuwolda, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1863-2, 13 februari 1863, kof “Johanna Catharina, kapitein Berend van Veen, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Philippus Deisz, 21 jaar uit Heveskes, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1865-63, 26 juni 1865, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 36 jaar uit Delfzijl. Voorts 2 matrozen;
Monsterrol 1866-57, 26 mei 1866, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1867-23, 08 maart 1867, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Christianus Gerhardus Philippus Rottinghuis, 23 jaar uit Delfzijl, kok en 2 matrozen;
Monsterrol 1868-27, 17 maart 1868, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 38 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Steffen Bekaan, 29 jaar uit Borkum, kok en 2 matrozen;
Monsterrol 1869-18, 12 maart 1869, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 39 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Cornelis Wijgchel, 30 jaar uit Appingedam, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1870-30, 21 maart 1870, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 40 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Jacob J.Witkop, 24 jaar uit Uithuizermeeden, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1870-45, 03 mei 1870, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 40 jaar uit Delfzijl. Voorts een kok en een matroos.
Samenvatting van de monsterrollen
-
Berend is met deze naam in alle monsterrollen op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum vermeld.
-
Er zijn in totaal 16 monsterrollen met zijn naam op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
-
De monsterrollen zijn gedateerd van 1845 t/m 1870 met als leeftijden 15 t/m 40 jaar. Zijn zeemanscarriére heeft zeker langer dan 25 jaar geduurd, omdat hij na Delfzijl, ook vanuit andere havens heeft gevaren, waarvan de monsterrrollen niet zijn ingezien.
-
Als woonplaats is altijd Delfzijl opgegeven.
-
Het overzzicht van de monsterrrollen luidt:
* 1845 kok op de tjalk “Heidewyke”, kapt. Jan J.Pekelder 15 jaar
* 1847 kok op de smak “Jonge Jan”, kapt. Hendrik K.Rentes 17 jaar
* 1854 stuurman op de schoenerkof “Frouwke Egberdina”, kapt. Gerbrand J.Lukje 24 jaar
* 1857 stuurman op de schoenerkof “Bouwina Mensinga”, kapt. Israel de Jonge 27 jaar
* 1859- 1870 kapitein op de kof “Johanna Catharina” 29-40 jaar
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 09 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Uitgegaan.
“Texel 16 Dec. Dieuwerke, B.v.Veen, Suriname.”
In Roeiredders aan het Marsdiep 1824-1923094 staat in de biografie van Dirk Stein (1838-1877) de volgende tekst:
“Uit krantenberichten over de stranding van de Groningse brik ‘Dieuwerke’ in de nacht van 21 op 22 mei 1878, waarbij de reddingboot, gesleept door de stoomsleepboot ‘Hercules’ te laat kwam om ook maar een overlevende te redden blijkt dat het moeilijk was redders te vinden, die bereid waren voor een vergoeding van slechts tien gulden hun hachje te wagen. De plaatselijke reddingcommissie moest toegeven dat de reddingboot te laat gekomen was doordat zich het treurige verschijnsel heeft voorgedaan dat het moeilijk was een bemanning te krijgen.”
In hetzelfde boek maar dan bij de biografie van Cees de Roover (p.44) staat de tekst:
“De eerste tocht die Cees de Roover als schipper van de reddingboot maakte, was die naar het Groninger vrachtschip ‘Dieuwerke’(kapt. B. van Veen), een houten brik geladen met Chinese pijpaarde dat in de nacht van 21 op 22 mei 1878 op de Razende Bol strandde.
´Gevaarlijker plaats is wel niet denkbaar voor een schip.´ Aldus de redacteur van ´t Vliegend Blaadje (24 mei 1878). En hij voegde eraan toe: ‘Spoedig getuigde alles dat de bemanning in de grootste nood verkeerde. De heevige zeeën maakten het ondoenlijk om met vletten de plaats te bereiken, waarom men ijlings maatregelen nam om de reddingboot in zee te brengen’. IJlings? Misschien wel, maar men kwam in ieder geval te laat, want het schip bleek bij aankomst van de reddingboot verbrijzeld en ‘de achtkoppige’ bemanning had haar graf in de woendende elementen gevonden’. Wat was de oorzaak? Moesten er inderdaad te veel formaliteiten vervuld worden alvorens de reddingboot naar zee ging, zoals in een krant gesuggereerd werd? ‘De secretaris der Plaatselijke Commissie heeft de Heldersche en Nieuwedieper Courant verzocht hem meede te delen, welke formaliteiten dat zijn, om die dan op te heffen’. Aldus een brief van 11 juni 1878 van de Plaatselijke Commissie aan het hoofdbestuur. En triomfantelijk voegt de secretaris eraan toe: ‘Men bleef het antwoord schuldig’. “