Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.F.Brunn als gezagvoerder gedurende:
- 1847 van het fregat “Zuidpool” ex Proserpina (korvet), gebouwd in 1823 te Antwerpen, 370 ton o.m., varend voor de Gebr. Reelfs te Amsterdam. Het schip was een walvisvaarder.
Van Sluijs013 vermeldt
Zuidpool ex Proeperpina (korvet). Fregat of bark 509 ton, 200 last. Gebouwd in 1828 te Antwerpen
Handelsblad 1845-1847 Kapitein F.A.(sic)Brünn
Handelsblad 1848-1849 Kapitein A.F.Brünn met als reeder de Gebr. Reelfs te Amsterdam.
Handelsblad 1845 Vertrok 21 augustus 1845 voor een uit- en thuisreis met een bemanning van 36 koppen, berekend voor 3 jaren.
Volgens het boekje Zeemacht en koopvaardijvloot in 1850 verkocht.
Zie ook bij X.X.Meijer/Zuidpool
Overige bijzonderheden
e-mail van Douwe Keizer aan Humphrey Hazelhoff Roelfsema dd 03 oktober 2004
Naar aanleiding van je mailtje over de Zuidpool heb ik het gedenkboek van de Kamer van Koophandel van Amsterdam geraadpleegd. (In de twee delen staat erg veel informatie over de scheepvaart.) In deel I blz 254 staat dat aan de Gebr Reelfs en aan J. Th. Van Marselis en C. Brandligt premies van fl 5.000 zijn toegezegd “voor elk der vijf voor deze vaart (dat is de walvisvaart in de Zuidzee) door hen uit te rusten schepen. In Mei 1844 reeds koos de eerste, in Augustus 1845 de tweede walvischvaarder zee.” Het is onduidelijk of buiten de Gebr Reelfs de andere reders ook daadwerkelijk schepen hebben uitgerust en uitgezonden. De tekst is daarover verder niet duidelijk. Wel wordt vermeld dat het laten bouwen van beide schepen in Nederland erg duur was uigevallen en dat de Gebr Reelfs een verzoek indienden om ook een premie te ontvangen voor een niet in Nederland gebouwde walvisvaarder. Daarop werd gunstig beslist en vervolgens werd een buitenlandse walvisvaarder gekocht en uitgerust. Die koos in mei 1846 zee. Er zijn in elk geval drie walvisvaarders geweest..
In deel I blz. 275 wordt vermeld dat op 31 december 1850 “Amsterdam met naaste omgeving 172 schepen bezat (-) daarvan waren er in dat jaar 13 onderweg naar de Westkust van Amerika (Chili, Peru, Californie)”
Ik heb voorts nog even gezocht in Dr W. M. F. Mansvelt: Geschiedenis van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Daarin staat – Deel I blz 132 – dat in 1826 agenten werden aangesteld in o.a Lima en Valparaiso. Verder heb ik met deze quick scan niets kunnen vinden.
Zie ook: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp. De pagina’s 86-88
p.86 “…. Reelfs Brothers entered the last phase of active Dutch involvement in South Seas whaling. Zuidpool, commanded by T.A.Brunn with a crew of only 36, left the Netherlands on 16 April 1845. The vessel sets its course for the town of Hobart on the island of Tasmania. With a crew of 32, Zuidpool arrived at Hobart on 21 december. Here, another five men signed up as crew. While on their way to Tasmania, Brunn had lost one whaleboat with four men, possibly during a chase.
Zuidpool left Hobart for whaling grounds in the Pacific Ocean and the vessel was hailed by the crew of the American whaleship William Hamilton …. On to December 1846, after about 15 months of cruising, the vessel dropped anchor in Sydney harbour. Up until then, the catch results can be considered mediocre at best……Meanwhile, the ship had not only lost another whaleboat but also its Captain, Brunn, and A.J.Meyer was newly appointed. While in Sydney, Meyer tried to recruit new crew.
p169 Triggered by the initial success of Anna & Louisa, Reelfs Brothers fitted out a second vessel, Zuidpool (ex-Proserpina). Again they decided to take in both foreigners and Dutchmen, but the majority of the 36 hands probably had Dutch nationality. On 16 August 1845, the crew gave the inhabitants of Amsterdam a final demonstration with their whaleboats and on 21 August they sailed for the South Seas. Interestingly, no liquor was allowed on board.443 On its voyage Zuidpool lost two whaleboats. It is most likely that during one of these incidents Captain T.A. (or A.F.) Brunn was killed.444 In January 1847, Zuidpool called at Sydney for provisioning. By that time, the name of the new master was revealed as A.J. Meyer. The ship was sold in San Francisco some time around August 1849. So far, no evidence of the composition of the crew has been found.445