Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.H.Ghersi als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1837 van de brik “Hercules”, gebouwd in 1811, bouwlocatie niet vermeld, 212 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op 10 mei 1832 wordt Johannes Christoffel Joon vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam al ligtmatroos geplaatst op de Hercules onder kapitein Ghersie voor een reis naar Zuid-Amerika. Keert op 07 april 1834 terug "van de reis over Frankrijk & Engeland"004(532/1560.
“HERCULES” (brik, 250 ton)
1811 bouwjaar
1823 Kapt. Louis Seyteleer
1828 Kapt. John Gheni of Ghersi, in Antwerpen uit Nicaragua met kinine, indigo, chinchilla-bont, (typische peru-producten), cederhout, etc. voor Insinger
Kapt. Garcia. 10/12 in Valparaiso uit Antwerpen (150 d.!). Vertrek 31/12 naar Callao
1829 Survey in Antwerpen (Veritas) ‘from Lima’
1830 Herse, 4/5 in Valparaiso uit Huanchaco, 17/5 vertrek naar Arica
Zie (nog) geen terugkomst.
Ziet er uit naar twee reizen. De melding van Boelen, die de ‘Hercules’ heeft gezien, opgebracht door een Peruaanse oorlogsschoener, zou bij de eerste reis kunnen passen. Dit nog opzoeken op Scheepvaart Museum.100
De brik ‘HERCULES’ (ook gespeld ‘Hercule’) van ca 210 ton, vertrok 28 mei 1825 onder kapitein John Ghersi naar Lima (haven Callao) met o.a. N.H.M.-lading. In april 1826 in Arica en Callao, in oktober naar Guayaquil. In mei/juni 1827 gezien door Jacobus Boelen in Callao; werd toen opgebracht door Peruaanse oorlogsschoener. Juni 1828 in Antwerpen met kinine, indigo, chinchillabont, cederhout. Moet snel weer vertrokken zijn, want is 10 december 1828 weer in Valparaiso na 150 dagen reis en op 31 december vertrokken naar Callao. Op 4 mei 1830 in Valparaiso uit Huancho. Daarna heeft samensteller geen aankomst meer gezien in Antwerpen. Wel vermeldt Bouma het schip in 1833, wanneer het, nog steeds onder kapitein J.H.Ghersi vanuit Rotterdam wordt uitgereed. Het schip heeft dus twee reizen naar de westkust gemaakt en minstens drie maal Kaap Hoorn gerond. De vierde maal (W-O) is waarschijnlijk maar niet zeker, omdat het ook via Oost-Indië kan zijn teruggekeerd.100a
Ontleend aan:
“Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.41 e.v. in “Agenten van de Nederlandsche Handel-Maatschappij 1826-1830.
“De brik Hercule(s), kapitein J.Ghersi
Die was reeds 28 mei 1825 uit de Schelde vertrokken en had zijn lading in Arica, waar toevallig geen concurrenten lagen, goed kwijt gekund, zij het grotendeels op krediet.
Daarom ging Ghersi eerst een keer heen en weer naar Mexico om hout te halen. Maar in deccember had hij zijn geld kennelijk binnen. In een rapport van 23 december deelde Serruys het hoofdkantoor o.a. mee dat de Hercule onlangs, op weg naar Costa Rica, Callao had aangelopen met 43.000 ´piastres à colonnes´ ( pillar dollars´, Spaanse matten, vergelijkbaar met de Nederlandse rijksdaalder of de Amerikaanse dollar) aan boord. Serrruys wilde ze – met als depot en tussenschakel een Frans oorlogsschip – graag overnemen met 6% opgeld, om er plata pina van te kopen. Ghersi was al in gesprek over zo’n aankoop met zijn handelsrelatie Cochran & Robertson. Die kon voor het gehele bedrag plata pina leveren ad 9 piasters met ‘marc’ (240 gram). De betaling zou gelijk opgaan met de levering. Dat was een moeilijke opgave ; puur zilver was schaars en Cochran & Robertson stonden op dat ogenblijk wat zwak. Zij wilden dan ook alle matten meteen, teneinde het zilver te kunnen bestellen, kopen en in twee maanden aanleveren. Daar kon Ghersi zich niet mee verenigen en hij vertrok met zijn piasters uit Callao. Serruys had ze liever zien overbrengen naar de Fransman, althans tenminste de tien mille die hij in principe reeds van Ghersi gekocht had, en die niet meer op het manifest van de Hercule stonden. Maar de Franse commandant was die dag naar Lima en Ghersi had niet willen wachten. ‘Il eut mieux fait de rester quelques jours de plus & de s’arranger soit pour le tout, ou une partie de ces piastrees que de les trimballer (meezeulen) encore avec lui pendant une année’. Serruys gaf het idee echter niet op. De prijs van de piasters zakten, waarschijnlijk doordat er drie schepen naar afnemer China waren vertrokken en er voorlopig geen zouden volgen. Hij kocht 4.800 piasters, en nu tegen 1½ % opgeld.
Hoe het is gegaan met de 43 mille op de Hercule blijkt niet uit de latere brieven; wel dat er ooit een bedrag van 42.000 afkomstig van Serruys, met de Koningin der Nederlanden naar patria is verscheept. Ook is bekend dat Ghersi met zijn Hercule in maart 1828 in Antwerpen is teruggekomen met kinabast, indigo en chinchillabont, maar zonderr zilvergeld. Van het plata pina plan lijkt niet veel te zijn terechtgekomen. “