Familiegegevens en opleiding
Carl Johannes Itz werd geboren te Dordrecht op 04 januari 1833. Hij woonde te Dordrecht en vestigde zich op 08 november 1869 te Rotterdam. Hij woonde aldaar o.a. aan de Hoflaan Wijk E nr. 44. Hij behaalde op een niet nader genoemde datum het diploma van 1e stuurman voor de koopvaardijvaart.
Hij overleed op 22 februari 1875 te Glasgow ten gevolge van een borstaandoening005
Foto (nr.31) van kapitein Carel Johannes Itz aanwezig047.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.J.Itz was met vlagnummer R19 in de periode 1865 t/m 1875 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein C.J.Itz met vlagnummer R19 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865 t/m 1867 van de bark “Maria Adriana” 379 last varend voor J.Vroege te Alblasserdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt G.J.Itz als gezagvoerder gedurende:
* 1861 op de bark Aegidia & Pauline, gebouwd in 1856 te Dordrecht, 747 ton o.m., varend voor G.van Hoogstraten & Zn te Dordrecht;
* 1865 t/m 1869 van de bark “Maria Adriana, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 729 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;
* 1870 t/m 1874 op de bark “Jonge Jan” ex Johannes Lodewijks, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 770 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door C.J.Itz.104.
C.J.Itz vervoerde per 27 september 1861 vanuit Brouwershaven met de “Aegidius en Pauline” 10 landmachtofficieren. Hij arriveerde te Batavia op 03 januari 1862 na een reis van 98 dagen.
Op 25 januari 1870 vertrok hij van Vlissingen met de “Jonge Jan” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 26 mei 1870 na en reis van 121 dagen065.