Familiegegevens en opleiding
Albertus Ahlers werd geboren te Amsterdam 11 februari 1811 als zoon van Albert Ahlers en Johanna Maria Dirker.
Hij huwde op 04 juni 1835 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Anna Margaretha Möller, geboren te Amsterdam op 28 februari 1813, ’s middags om 12 uur in de Utrechtse Dwarsstraat bij de Amstel, nr. 139 als dochter van Carl Möller, kantoorbediende en Johanna Maria Clabbers. Anna Margaretha overleed op 08 oktober 1843, namiddags 07 uur op het Singel nr. 308, 30 jaar. Een van de personen die aangifte deed was gezagvoerder Jan Adrianus de Haas, een zwager van de overledene.
Albertus hertrouwde op 06 april 1848 te Amsterdam als assuradeur met zijn schoonzuster Anna Maria Joanna Möller, geboren te Amsterdam ca 1807. Geen overlijdenakte gevonden te Amsterdam t/m 1892
Ook geen overlijdensakte van Albert gevonden te Amsterdam t/m 1912
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Ahlers werd met nr. 384 effectief lid van Zeemanshoop op 09 juni 1834 op voorspraak van J.A.de Haas. Zijn schip was de "Dina Maria"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 03/10 juni 1834 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Albertus Ahlers, oud 23 jaar, voerende de brik “Anna Paulowna”, wonende op de Nieuwe Zijds Voorburgwal bij de Lijnbaansteeg te Amsterdam, op voordracht van J.A.de Haas. Hij kreeg vlagnummer 384023.
Albertus Ahlers was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1834 t/m (minstens) 1848 met de vlagnummers 384 (1834 t/m 1836) en 271 (1836 t/m 1848).
Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 05 december 1836003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1847 staat het verzoek van kapitein A.Ahlers om hij zijn effectief lidmaatschap mag omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestursvergaderingen van 28 december 1848, 25 januari 1849, 26 april 1849, 22 mei 1849enm 26 juni 1849 wordt aandacht geschonken aan een verzoek van de heren Mr.H.C.Hoedeman, A.Ahlers, J.A. de Haas, H.G.Mickmershuysen en J.Rahé. In dat verzoek wordt gepleit voor het toelaten van Israeliten als lid van het College, en het veranderen van de Wet waarin voor het lidmaatschap het belijden van de Christelijke godsdienst wordt geeist. Het Bestuur adviseert negatief omdat het “Bestuur na zijne overtuiging de aanneming van het voorstel nadeelig beschouwd voor het Collegie en Weldadig Zeemans Fonds.”042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 10 augustus 1847 staat de mededeling dat aan A.Ahlers is toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
384 1834 brik Dina Maria A.Ahlers
1835 bark Dina Maria H.Bijlaart
271 1836-1838 bark Dina Maria idem
1839-1848 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.Ahlers als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1838 van de bark “Dina Maria” ex Anna Paulowna, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Albert Ahlers Jr op de:
“Dina Maria”, dd 16 oktober 1834; 22 mei 1835; 09 juni 1835; 13 november 1836; 28 maart 1837; 27 november 1837; 11 juni 1838.
Monsterrol dd. 28 maart 1837 van de bark "Dina Maria" onder gezag van Albertus Ahlers Jr. en met 14 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder H.Beylaard011.
Monsterrol dd. 27 november 1837 van de bark "Dina Maria" onder gezag van Albertus Ahlers en met 14 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder H.Beijlaard011.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
21 september 1837 "... heden vertrok hier Captijn Aalders het barkschip Dina Maria naar Amsterdam".
06 februari 1838 "... heden ... gearriveerd captijn Alders bark Dina Maria".
In de monsterrollen011 komt geen kapitein "Alders/Aalders" voor, maar wel "Ahlers" als gezagvoerder van de “Dina Maria”. Er is aangenomen dat in het Journaal van een fonetische schrijfwijze sprake is.
Eind januari 2005 controleerde Kees Paul de bijlbrieven van de schepen van Ahlers te Amsterdam
In het Rijks Archief in Haarlem vond hij in het archief van de Arrondisementsrechtbank van A'dam alle bijlbrieven van de zeven schepen die de rederij van A. Ahlers jr. in de vaart bracht. Slechts in een bijlbrief, die van de bark “Anna Margaretha”, gebouwd bij C. Smit te Alblasserdam 1842, vond hij een specificatie van de deelnemers in de financiering. Het was een hele lijst want het ging om dertigste parten. De grootste deelnemer was A. Ahlers Jr. die voor 3/30 deelnam. Ook de scheepsbouwer deed mee 2/30 en de kapitein 2/30. Ook A. Ahlers Sr. deed mee voor 1/30 Bij zijn naam de opmerking dat hij gezagvoerder was geweest! Zijn zoon A. Ahlers jr. had blijkbaar geen zeebenen, want hij was commissionair te A'dam, aldus Kees Paul.
Deze laatste veronderstelling is dus onjuist: Junior heeft wèl gevaren, maar na 1840 ontbreekt de opgave van schepen, dus wellicht is hij toen aan de wal gegaan. Uit zijn omzetting van het effectie in een honorair lidmaatschap in 1847 blijkt dat hij het actieve zeeleven voorgoed vaarwel heeft gezegd.