Familiegegevens en opleiding
Jan Frederik Spiegelberg werd geboren te Amsterdam op 18 september 1787.
Hij was gehuwd met Isabelle Marie Bogoden, geboren te Antwerpen op 13 april 1785.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.F.Spiegelberg was effectief lid/oprichter en van 1840-1848 bestuurslid van het college Zeemanshoop019. Hij wordt in de eerste vergadering van 24 mei 1822 vermeld als één van de niet-aanwezige leden, maar hoort dus tot de oprichters van het College. De notulen van de tweede algemene ledenvergadering op 31 mei 1822 melden: “Ontvangen een Missive van kapitein Spiegelberg, behelzende de Supstantie dat ZEd bedankte voor zijn lidmaatschap en wel principaaldelijk om hij zich niet kan confirmeeren met de 2½ pct op de maandgage bij de wet bepaald”23. Hij heeft zich in 1825 weer als lid aangemeld.
J.F.Spiegelberg werd met vlagnummer 114 per 29 maart 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein L.H.Schneider. Toegevoegd is “bedankt” 002.
Jan Fredrik Spiegelberg, oud 36 jaar, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Eenhoornsluis nr.74 werd in Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 22/29 maart 1825 voorgesteld/aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein L.H.Schneider. Hij kreeg vlagnummer 114023.
Hij werd lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 25 juli 1831. Bedankt in 1843003 .
Volgens van den Hoek Ostende werd kapitein J.F.Spiegelberg aanvankelijk ingeschreven met vlagnummer 12. Maar dat nummer werd later toegekend aan kapitein C.F.Jansen (Verdere data en bijzonderheden niet vermeld)019.
J.F.Spiegelberg met vlagnummer 12 heeft in 1822 bedankt voor het lidmaatschap084. (hieruit blijkt dat hij al in het oprichtingsjaar heeft bedankt, maar zich kennelijk later weer heeft aangemeld.)
J.F.Spiegelberg was met vlagnummer 168 in de jaren 1827 en 1828 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag “ 008.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juli 1831 staat de mededeling dat kapitein J.F.Spiegelberg om het voortdurend recht heeft gevraagd (in het Weldadig Zeemansfonds) maar dat “zijn trouwcedul uit Duinkerken moet komen, en hij derhalve tot dusverre niet heeft kunnen worden toegelaten.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1844 bedankt J.F.Spiegelberg als deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 april 1848 staat het bedanken van kapitein J.F.Spiegelberg voor het effectief lidmaatschap.042.
In de notulen dd 25 april 1848 van de Algemene Vergadering staat de mededeling dat kapitein J.F.Spiegelberg bedankt voor zijn effectief lidmaatschap023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
114 1825 fregat Anna Paulowna S.Paleologo
1826-1833 fregat Susanna Maria P.J.N.Vereul
1834 bark Susanna Maria idem
1835 fregat de Nederlanden idem
68 1836-1837 geen vermelding van schip en boekhouder
1838 bark Susanna Maria P.J.N.Vereul
1839-1840 fregat Pieter Florisz W.P.Pook van Baggen
1841-1846 geen vermelding van schip en boekhouder
Volgens Bouma025 was Jan Frederik Spiegelberg van 1817 t/m 1826 gezagvoerder op het fregat de “Anna Paulowna”, varend voor S.Paleologo te Amsterdam.
Bouma025 vermeldt J.E.Spiegelberg als gezagvoerder gedurende:
-
* 1817 t/m 1826 op het 3/m schip “Anna Paulowna”, gebouwd in 1804, bouwplaats niet vermeld, 220 ton o.m., varend voor S.Paleologo te Amsterdam;
-
* 1827 t/m 1839 op het 3/m schip “Suzanna Maria”, gebouwd in 1816 in de VS, 268 ton o.m., varend voor P.J.N.Vereul te Amsterdam;(klopt dus niet met de volgende opgave van Bouma);
-
* 1836 op het 3/m schip de “Nederlanden”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 398 ton o.m., varend voor P.J.N.Vereul te Amsterdam;
-
* 1840 t/m 1841 op het 3/m schip “Pieter Florisz”, ex Dortenaar, gebouwd in 1830 te Dordrecht, 780 ton o.m., varend voor W.P.Pook van Baggen te Amsterdam.
Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Jan Fredrik Spiegelberg op de:
Anna Paulowna”, dd 22 oktober 1817; 30 september 1818; 19 juni 1819; 12 mei 1820; 26 april 1821; 12 september 1822; 18 november 1823 en 23 juni 1825;
“Susanna Maria”, dd 26 mei 1826; 11 oktober 1826; 23 april 1827; 19 oktober 1827; 24 september 1828; 24 september 1829; 23 april 1830; 17 november 1830; 08 juni 1831; 26 april 1832; 04 oktober 1832; 18 april 1834; 24 oktober 1834;
“Nederlanden”, dd 27 oktober 1835;
“Susanna Maria”, dd 02 augustus 1838.
Overige bijzonderheden
“De Drie Gebroeders” op de rede van Paramaribo057:
16 november 1837 “... Heden avond gearriveerd captijn Spiegelberg bark Susanna Maria”.
10 februari 1838 “... heden vertrokken captijn Spiegelberg bark Susanna Maria naar Amsterdam”.
Johannes Evert Strumphler werd per 27 april 1821 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als kajuitwachter geplaatst op het fregat de “Anna Paulowna” onder kapitein J.F.Spiegelberg voor een reis naar Smirna. Hij was weer terug op school per 19 februari 1822004(531/1371).
Arent Friederich Osterloh (Jr) werd door de Kweekschool voor de Zeevaart per 27 april 1832 als ligtmatroos geplaatst op de Susanna Maria onder kapitein J.F.Spiegelberg voor een reis van Amsterdam naar Suriname. Hij meldde zich weer op school per 15 september 1832004(532/1670).
J.F.Spiegelberg verzorgde per 15 januari 1840 vanuit Nieuwediep met de “Pieter Florisz” een troepentransport van 5 officieren en 120 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 18 juni 1840 na 155 dagen, waarbij 9 manschappen ontbraken. “Op de rede van Rio de Janeiro werden deze 9 man - na een oproer - overgenomen door het oorlogsschip Boreas.”. Zie ook bij kapitein J.Boelen, de gezagvoerder van de Boreas065.
Bossenbroek065 vermeldt op p. 70
“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de … Pieter Florisz …” en wel op de rede van Rio de Janeiro065.
Op 09 januari 1840 startte Hendrik Sweijs zijn vierde reis, nu als derde stuurman op het fregat “Pieter Florisz” onder kapitein J.F.Spiegelberg naar Batavia met 120 man troepen aan boord. Op 16 maart werd op 02oNBr/22oWL de “Bato” onder kapitein Keyzer gepraaid. Op 05 april 1840 kwam het schip in Rio de Janeiro waar op 18 april een oproer uitbrak onder de troepen. Veel manschappen probeerden te deserteren naar de wal dat echter werd verhinderd door het Nederlandse oorlogsschip de “Boreas” onder kapitein Boelen. Negen muiters werden met dat schip naar Indië overgebracht. De “Pieter Florisz” zeilde op 14 april uit van Rio en kwam op 17 juni 1840 te Batavia aan. Na debarkatie van de troepen zeilde men op 10 juli door naar Soerabaja waar het schip op 22 juli arriveerde. Op 20 september ging de reis naar Passarouang waar het op de 22ste aankwam. Toen op 17 oktober over Soerabaya naar Semarang met aankomst op 26 oktober. En tenslotte op 04 november vertrek uit Semarang met aankomst op 13 november te Batavia. De terugreis werd aangevangen op 18 november 1840 en Texel werd bereikt op 19 maart 1841
Rotterdamsche Courant 09 december 1817114
Amsterdam, 6 december. Het schip MARIANNE, kapt. J. Visser, van Amsterdam naar Surinamen gedestineerd, heeft des avonds van den 3 december, bij het uitkomen van het Nieuwe Diep, door aandrijving van de schepen ANNA POULOWNA, kapt. J.F. Spiegelberg, en CATRINA AGNESE, kapt. O. Spinder, een kraanbalk en de grote rust gebroken, doch zoude de volgende dag weder in staat zijn de reis aan te nemen.
Rotterdamsche Courant 29 juli 1819114
Amsterdam, 27 juli. Kapitein A. Oosterbaan, voerende het schip ANTONIA ULRICA, van Amsterdam naar Smirna (opm: Izmir) gedestineerd, meldt, in dato 15 juli, dat hij toen bij Goudstaart (opm: Start Point) in goede staat zeilende was, met een oostelijke wind, hebbende kapitein J. ten Boekel, van Amsterdam naar Rio-Janeiro, en kapt. J.F. Spiegelberg, van Amsterdam naar Genua en Livorno, in het gezigt.
Rotterdamsche Courant 01 februari 1821114
Amsterdam, 30 januari. Het fregatschip ANNA PAULOWNA, kapt. J.F. Spiegelberg, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam, is wegens slecht weer en tegenwind den 3 januari ter rede van Malaga ten anker gekomen; was in goede staat en zou met de eerste gelegenheid de reis vervorderen.
Rotterdamsche Courant 06 februari 1821114
Amsterdam, 4 februari. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen P. Haasnoot, van Lissabon en J.F. Spiegelberg van Smirna (opm: Izmir), laatst van Malaga (ligt in quarantaine); zijn in het Nieuwe Diep gekomen; S.J. Vegter van la Rochelle en J.W. Kramer van Bordeaux, beide in de haven van Texel gezeild.
Wegens ijsgang zijn in het Ras van Terschelling gebracht A. Galloway en W. Atkinson van Londen en R. Cubitt van Yarmouth; uitgezeild H.W. Koster naar Embden.
Rotterdamsche Courant 24 april 1821114
Rotterdam, 23 april. Den 20 arriveerde te Helvoetsluis het schip AURORA, J.F. Spiegelberg, van Foijrhagen.
Den 21 zeilden ZORG EN VLIJT, J.E. Swart, naar Marseille; de JUFVROUW JOHANNA, H.J. Jeltes, naar Livorno; ZEEGEWIN, J. van Teijlingen, naar Lissabon.
Den 22 zeilden de JONGE WILLEM, L. Jansen, naar Livorno, en EDWARD, J. Mouath, naar Gothenburg; de wind Z.Z.W. en O.N.O.
Rotterdamsche Courant 28 juni 1821114
Amsterdam, 26 juni. Te Genua is gearriveerd J.F. Spiegelberg (opm: fregat ANNA PAULOWNA) van Amsterdam, in 24 dagen; dezelve was den 9e dag na deszelfs vertrek uit Texel reeds de Straat van Gibraltar gepasseerd; te Bilbao R.F. Mellema, van Amsterdam in 14 dagen.
Rotterdamsche Courant 24 juli 1821114
Rotterdam, 23 juli.
…..Den 21 arriveerden JORINA, T. van Duivenboden, van Batavia; JONGE MARTHA, E.B. Boll, van Oleron; FAVORITE, J. Strong, van Londen; FORTUIN, J. Jans, van de Marennes; de HOOP, J. van der Lusdonk, van Lissabon, en zeilden AURORA, J.F. Spiegelberg, naar Reval (opm: Tallinn); kapt. Macdonough, met de brieven van den 21, naar Harwich…..
Rotterdamsche Courant 27 september 1821114
Rotterdam, 26 september. Den 24 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen AURORA, J.F. Spiegelberg, van Reval (opm: Tallinn); de VROUW GEERTRINA, B.D. Micheel, van Koppenhage (opm: Kopenhagen)…..
Rotterdamsche Courant 13 oktober 1821114
Rotterdam, 12 oktober…..
….Den 11 zeilden RICHMOND, C. Adams, naar Portland; HEINRICH THEODOR, T. Voss, naar Rostock; AURORA, J.F. Spiegelberg, VICTORY, P. Rubarth, en de ZES GEBROEDERS, J.H. Pagels, naar de Oostzee, en arriveerden de CAROLINE, L. Soupat, van Havre-de-Grace; DIANA, G.C. Matz, van Amsterdam; de PULTNEY, N. Preaulx, van Guernsey; de GLASGOW, W. Patin, van Hamburg, en de VROUW ANNAGINA, R.W. Huisman, van Dantzig (opm: Gdansk); de wind Z.Z.W.
Rotterdamsche Courant 05 februari 1822114
Amsterdam, 3 februari. Het Hollands galjas de JONGE DIRK EN ANTONIA, kapt. J.C. Duur, van Cette (opm: Sète) naar Rotterdam, is den 17 januari op de hoogte van Lissabon, voorbijgezeild door kapt. J.F. Spiegelberg, voerende het fregatschip ANNA PAULOWNA, van Cette in Texel binnen
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.IJsbrands werd met vlagnummer 164 per 16 mei 1826 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.F.Wegener. Toegevoegd is “bedankt” 002.
Thomas IJsbrands, oud 51 jaar, voerende de brik "Anna Pauwlona", wonende op de Wittenburgergracht te Amsterdam werd per 09/16 mei 1826 voorgedragen/benoemd als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van P.F.Wegener en met vlagnummer 164023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
164 1826-1833 brik Anna Paulowna S.Paleologo
1834-1835 geen vermelding van schip en boekhouder
96 1836-1840 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.IJsbrands als gezagvoerder gedurende:
* 1819 t/m 1826 van de sch.brik “Commerce”, geen bouwgegevens, varend voor J.C.Spengler, geen thuishaven genoemd;
* 1827 t/m 1834 van het fregat “Anna Paulowna”, gebouwd in 1804 bouwlocatie niet vermeld, 220 ton o.m.,. varend voor S.Paleologo te Amstedam. Het schip werd in 1834 geveild te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Thomas Ysbrands op de:
“Maria Elizabeth”, dd 27 mei 1815 en 27 oktober 1817;
“Commercie”, dd 28 april 1819; 25 april 1820; 01 mei 1821; 06 juni 1822 en 29 september 1824;
“Anna Paulowna”, dd 29 april 1826; 10 april 1827; 26 juni 1828; 11 juni 1829 en 27 juli 1830.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 09 juli 1816
In Rotterdam liggen in lading, naar: ….
Bordeaux: het Galjasschip MARIA ELISABETH, kapt. Thomas Ysbrands, om den 20 juli te vertrekken, op verbeure van de vragt. ….
Handelsblad 23 januari 1828. Zeeberigten
Texel 18 Januarij. Kapt. T.IJsbrands, van Smirna, is bij het inzeilen van het Nieuwe Diep, op de punt van de harsens aan de grond geraakt, en heeft twee sloepen tot adsistentie bij zich. Verders verneemt men, dat bovengenoemd schip van Y.IJsbrands, behouden in het Nieuwe Diep gekomen is.” (Uit de lijst van binnengekomen schepen blijkt dat het hier om de “Anna Paulowna” ging).
Rotterdamsche Courant 03 november 1821114
Amsterdam, 1 november. Volgens brief van kapt. T. IJsbrands, voerende het schip de COMMERCIE, was hij den 3 oktober van Rouaan naar St. Ubes (opm: Setubal) gezeild, en, na op de rivier veel slecht weder gehad te hebben, den 13 dito beneden op dezelve bij Berville (opm: Berville sur Mer, 49º26’ N.B. 00º22’ O.L.) aangekomen, doch aldaar door de loods aan de grond gezet; hij had hierop, ofschoon vruchteloos, door 20 mannen veel laten graven, ten einde het schip af te brengen, tot dat eindelijk den 24 dito het schip, na veel aangewende moeite en kosten, weder vlot geworden was; hetzelve was digt, doch had, gelijk ook de touwen, door zware winden veel geleden, en was den 25sten in de haven van Honfleur binnengelopen, om op gunstige wind te wachten. De kapitein had zich te Honfleur en te Havre te vergeefs geadresseerd, om verhaal op de loods te krijgen.
Familiegegevens en opleiding
Albertus Ahlers werd geboren te Amsterdam 11 februari 1811 als zoon van Albert Ahlers en Johanna Maria Dirker.
Hij huwde op 04 juni 1835 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Anna Margaretha Möller, geboren te Amsterdam op 28 februari 1813, ’s middags om 12 uur in de Utrechtse Dwarsstraat bij de Amstel, nr. 139 als dochter van Carl Möller, kantoorbediende en Johanna Maria Clabbers. Anna Margaretha overleed op 08 oktober 1843, namiddags 07 uur op het Singel nr. 308, 30 jaar. Een van de personen die aangifte deed was gezagvoerder Jan Adrianus de Haas, een zwager van de overledene.
Albertus hertrouwde op 06 april 1848 te Amsterdam als assuradeur met zijn schoonzuster Anna Maria Joanna Möller, geboren te Amsterdam ca 1807. Geen overlijdenakte gevonden te Amsterdam t/m 1892
Ook geen overlijdensakte van Albert gevonden te Amsterdam t/m 1912
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Ahlers werd met nr. 384 effectief lid van Zeemanshoop op 09 juni 1834 op voorspraak van J.A.de Haas. Zijn schip was de "Dina Maria"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 03/10 juni 1834 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Albertus Ahlers, oud 23 jaar, voerende de brik “Anna Paulowna”, wonende op de Nieuwe Zijds Voorburgwal bij de Lijnbaansteeg te Amsterdam, op voordracht van J.A.de Haas. Hij kreeg vlagnummer 384023.
Albertus Ahlers was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1834 t/m (minstens) 1848 met de vlagnummers 384 (1834 t/m 1836) en 271 (1836 t/m 1848).
Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 05 december 1836003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1847 staat het verzoek van kapitein A.Ahlers om hij zijn effectief lidmaatschap mag omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestursvergaderingen van 28 december 1848, 25 januari 1849, 26 april 1849, 22 mei 1849enm 26 juni 1849 wordt aandacht geschonken aan een verzoek van de heren Mr.H.C.Hoedeman, A.Ahlers, J.A. de Haas, H.G.Mickmershuysen en J.Rahé. In dat verzoek wordt gepleit voor het toelaten van Israeliten als lid van het College, en het veranderen van de Wet waarin voor het lidmaatschap het belijden van de Christelijke godsdienst wordt geeist. Het Bestuur adviseert negatief omdat het “Bestuur na zijne overtuiging de aanneming van het voorstel nadeelig beschouwd voor het Collegie en Weldadig Zeemans Fonds.”042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 10 augustus 1847 staat de mededeling dat aan A.Ahlers is toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
384 1834 brik Dina Maria A.Ahlers
1835 bark Dina Maria H.Bijlaart
271 1836-1838 bark Dina Maria idem
1839-1848 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.Ahlers als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1838 van de bark “Dina Maria” ex Anna Paulowna, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Albert Ahlers Jr op de:
“Dina Maria”, dd 16 oktober 1834; 22 mei 1835; 09 juni 1835; 13 november 1836; 28 maart 1837; 27 november 1837; 11 juni 1838.
Monsterrol dd. 28 maart 1837 van de bark "Dina Maria" onder gezag van Albertus Ahlers Jr. en met 14 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder H.Beylaard011.
Monsterrol dd. 27 november 1837 van de bark "Dina Maria" onder gezag van Albertus Ahlers en met 14 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder H.Beijlaard011.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
21 september 1837 "... heden vertrok hier Captijn Aalders het barkschip Dina Maria naar Amsterdam".
06 februari 1838 "... heden ... gearriveerd captijn Alders bark Dina Maria".
In de monsterrollen011 komt geen kapitein "Alders/Aalders" voor, maar wel "Ahlers" als gezagvoerder van de “Dina Maria”. Er is aangenomen dat in het Journaal van een fonetische schrijfwijze sprake is.
Eind januari 2005 controleerde Kees Paul de bijlbrieven van de schepen van Ahlers te Amsterdam
In het Rijks Archief in Haarlem vond hij in het archief van de Arrondisementsrechtbank van A'dam alle bijlbrieven van de zeven schepen die de rederij van A. Ahlers jr. in de vaart bracht. Slechts in een bijlbrief, die van de bark “Anna Margaretha”, gebouwd bij C. Smit te Alblasserdam 1842, vond hij een specificatie van de deelnemers in de financiering. Het was een hele lijst want het ging om dertigste parten. De grootste deelnemer was A. Ahlers Jr. die voor 3/30 deelnam. Ook de scheepsbouwer deed mee 2/30 en de kapitein 2/30. Ook A. Ahlers Sr. deed mee voor 1/30 Bij zijn naam de opmerking dat hij gezagvoerder was geweest! Zijn zoon A. Ahlers jr. had blijkbaar geen zeebenen, want hij was commissionair te A'dam, aldus Kees Paul.
Deze laatste veronderstelling is dus onjuist: Junior heeft wèl gevaren, maar na 1840 ontbreekt de opgave van schepen, dus wellicht is hij toen aan de wal gegaan. Uit zijn omzetting van het effectie in een honorair lidmaatschap in 1847 blijkt dat hij het actieve zeeleven voorgoed vaarwel heeft gezegd.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.C.Wriburg werd met vlagnummer 440 per 06 november 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein A.Ahlers Jr. Als zijn schip is vermeld de “Dina Maria”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 38 en de vrouw 30 jaar. Ingeschreven staat één zoon, geboren in 1832002a
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 30 oktober/06 november 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hans Clausen Wriburg, oud 38 jaar, voerend de bark “Dina Maria”, wonende op de Stroomarkt te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.Ahlers Jr. Hij kreeg vlagnummer 440023
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 juni 1852 staat een voorstel van kapitein J.A. de Haas om een geschenk aan te bieden aan kapitein H.C.Wriborg wegens zijn reddingswerkzaamheden bij de ramp van de “Willem II” van kapitein H.B.Eeftingh. In de vergadering dd 20 juli 1852 staat het bericht van de ZuidHollandse Maatschappij tot het redden van Schipbreukelingen te Rotterdam, welk bericht hierna in de Algemene Vergadering is weergegeven.042
In de notulen dd 03 augustus 1852 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de mededeling dat de ZuidHollandsche Maatschappij tot het redden van Schipbreukelingen te Rotterdam een zilveren medaille plus getuigschrift heeft toegekend aan kapitein H.C.Wriborg, vanwege moedig gedrag . De Maatschappij verzoekt het Bestuur van Zeemanshoop de medaille uit te reiken, hetgeen in deze vergadering van 03 augustus 1852 is geschied. De voorzitter:
“… reikte de voormelde medaille en getuigschrift namens gezegde maatschappij met eene toepasselijke toespraak uit hem tevens namens het Collegie Zeemanshoop ter hand stellende eene keurig bewerkte zilveren beker met het volgende opschrift Het Collegie Zeemanshoop aan Kapitein H.C.Wriborg ter herinnering der redding van de bemanning van het verbrande Nederl.Schip Koning Willem II in de morgen van den 10e April 1852 op 2o20’NB en 19o lengte bewesten van Greenwich” 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
440 1838-1840 bark Dina Maria H.Bylaart
1841-1848 bark Elisabeth Maria A.Ahlers Jr
1849-1852 bark Mathilda idem
1853 bark Mathilda A.Ahlers
Bouma025 vermeldt H.C.Wriburg als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1841 van de bark “Dina Maria” ex Anna Paulowna, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers te Amsterdam. In 1841 werd het schip omgedoopt in “Maria Elisabeth;
* 1842 t/m 1849 van de bark “Elisabeth Maria”, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr. te Amsterdam. In 1849 geveild te Amsterdam;
* 1841 t/m 1849 van de bark “Maria Elisabeth” ex Dina Maria, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam. In 1849 geveild te Amsterdam
in de gegevens van Bouma is verwarring tussen de Maria Elisabeth en de Elisabeth Maria, (zoals de gegevens uit Zeemanshoop zeggen).
* 1850 t/m 1854 van de bark “Marhilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam. Toegevoegd is dat kapitein Wriburg in 1854 is overleden.
Overige bijzonderheden
Geen
|