Inloggen
Gezagvoerder

Koning, Louwe Jans

Naam: Koning, Louwe Jans
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
RIVAL 1865 Kof Sailing Vessel 16126 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Louwe Koning werd geboren te Groningen 18 oktober 1841 als zoon van de schipper Jan Louwes Koning en Anna Tidora Pot.

Hij trouwde op 25 januari 1866 te Groningen als scheepskapitein met Willemina Kramer, geboren te Hellevoetsluis 23 februari 1841 als dochter van schipper Geert Roelt Kramer en Rensje Jacobs Horinga. Willemina overleed op 19 april 1905 te Groningen, 64 jaar.

Louwe overleed op 26 januari 1915 te Groningen, assuradeur, 73 jaar, weduwnaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.J.Koning was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 12 in de periode 1882 t/m 1891

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt L.J.Koning als gezagvoerder gedurende:

*    1865 t/m 1873 van de kof “Rival”, gebouwd in 1865 te Martenshoek, 69 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*    1875 t/m 1886 van de kof “Willemina”, gebouwd in 1874 te Martenshoek, 74 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*    1888 t/m 1889 van de koftjalk “Willemina” ex Adriana Cornelia, gqbouwd in 1883, bouwplaats niet vermeld, 61 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

Overige bijzonderheden

Op 02 december 1873 wordt een inschrijving verricht in het Kadaster te Groningen door Louwe Jans Koning en Geert de Vries, beiden scheepskapitein te Groningen. Geert liet zich vertegenwoordigen door Jan Sanders, koopman te Groningen die “… verklaarde voor zijn lastgeven in koop en voorregt over te nemen het kofschip “Rival”… in 1865 volbouwt en nieuw van de bijl te water gebragt … “. Uit gegevens in Sweijs blijkt dat het schip uit de hand aan G. de Vries is verkocht voor f 5.200,-. De 2mast koftjalk werd in 1865 gebouwd van hout op de werf van Wicher Patje te Foxhol en mat 71,15 ton/36 last.092

   

Op 02 oktober 1876 verschenen voor Mr. Jan van Giffen, Notaris te Groningen:

“…Geert de Vries, scheepskapitein wonende te Groningen, als eigenaar van en voerende het Nederlandsch kofschip genaamd ‘Rival’, te huis behoorende te Groningen, thans liggende in het Reitdiep onder Groningen. Welke Comparant verklaarde dat hij met gemeld schip in hebbende eene lading raapkoeken, van Dieppe is vertrokken met bestemming naar Bandholm en Frederiksvark in Denemarken, doch tengevolge lek schip en verstopte pompen, en daardoor bekomen zeeschade, genoodzaakt is geweest om te repareren, de haven van Groningen binnen te loopen; dat hij ter bestrijding der kosten van reparatie van schip en lading verplicht is gelden op bodemerij in contante penningen ontvangen en ter leen opgenomen heeft van Frans van Klooster, Beurtschipper, wonende te Groningen, die hierbij mede verschenen, deze schulderkentenis met na te melden verbindtenissen verklaarde aan te nemen, - eene som van Duizend Gulden.

Partijen verklaarden deze geldleening op bodemerij te hebben aangegaan alleen en uitsluitend voor het vervolgen der aangeduide reis van Groningen naar Bandholm en Frederiksvark, en derdezelve te hebben gevestigd op en onder verband van het casco en de kiel van bovenvermeld schip, deszelfs takelage en het verdere scheepstuig, alsmede de inhebbende lading, welk een en ander de Comparant geldopnemer voor de voldoening van gezegde som van eenduizend gulden en de tusschen hem en den Comparant geldschieter  voor het gevaar der zee bedonge premie van vijftien procent ad honderdvijftig gulden verklaarde speciaal te verbinden, welke hoofdsom en premie aan den Comparant geldschieter of diens order zal moeten worden betaald binnen drie dagen nadat gemeld schip in de haven van Bandholm of Frederiksvark zal zijn binnengeloopen…”092

 

Opmerking R.K.Mast per e-mail 13 oktober 2004.

Zoals U zich zult herinneren was het tweede zeeschip onder commando van kapitein/eigenaar G. de Vries (mijn overgrootvader) de kof 'Rival'. Dat schip had hij gekocht van L.J. Koning, die zelf in 1874 de kof "Willemina' liet bouwen, waarmee later Jan Engelhard zou omkomen. L.J. Koning speelt in zijn latere leven een vooraanstaande rol in het compact 'De Onderlinge Vriendschap' van 1835.

 

In een overzicht van het compact “De Onderlinge Vriendschap”, een onderlingen verzekeringsmaatschappij te Groningen staat het volgende: 095-p.17

“Jannes Meijer was sinds 1862 boekhouder van het kleine compact De Onderlinge Waarborg’. Nog niet zo lang in het gezelschap was de vice-secretaris L.J.Koning. Koning was, evenals J.G.Kramer (zie aldaar), zeeman van origine. Sinds 1866 was hij de eigenaar van de 36 last metende kof ‘Rival’. In 1874 liet hij de eenmastkof ‘Wilhelmina’ bouwen. Was het Koning die ‘De Vriendschap’ richting zee duwde?

Deze laatste opmerking slaat erop dat het compact vooral was gericht op binnenvaarders en in deze tijd sprak over uitbreiding naar de uitgebreidere zeevaart.

“Ook L.J.Koning had nog een houten kof in de vaart, de ‘Adriana Hendrika’met als kapitein K.Beck. Koning was trouwens na zijn ziekte weer opgeknapt en fingeerde als secretaris.”095-p.20

“”De meeste Vriendschap-schepen brachten het risico van de vaart voorbij Brunsbüttel onder in de Onderlinge Verzekerings Maatschappij ‘Nederland’, waarvan J.L.Koning directeur was. Deze dekte echter maar 20% en de overige 80% werden door Koning, via een eigen assurantiekantoor, op de beurs ondergebracht. Geen bevredigende situatie voor de schippers want de premie die zij vanwege deze ingewikkelde constructie moesten betalen was hoog.”095-p.22.

“Tot één van de laatste belangrijke veranderingen die onder het boekhouderschap van J.G.Kramer tot stand kwamen, behoort de uitbreiding van het district met het Kaiser Wilhelmkanaal en de Kielerfjord tot aan Laboe. De beslissing die hierover in 1904 genomen werd volgde op een langdurige discussie waarin de emoties hoog opliepen. De tegenstanders wilden niet dat op hun kosten zover gevaren kon worden terwijl de voorstanders, met name P.Balk en P.Beck, het overdreven vonden de vaart voorbij Brunsbüttel als zo riskant voor te stellen. Directeur Kramer probeerde de vergadering in rustige banen te leiden en hield zich afzijdig. Secretaris Koning verklaarde zich ronduit tegen. Hiermee haalde hij zich de woede van de voorstanders van het plan op de hals die hem verweten uit eigenbelang te handelen. Hij ving immers van iedere reis voorbij Brunsbüttel provisie als assurantiemakelaar?”095-p.23.

Op p. 22 staat een portret van J.G.Kramer  met als onderscchrift: “Boekhouder J.G.Kramer kreeg bij zijn afscheid van het compact dit portret aangeboden door 72 leden dn oud-leden als blijk van waardering voor het werk dat hij 24 jaar voor ‘De Vriendschap’ gedaan had.”095-p.22.