Inloggen
RIVAL - ID 16126


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1865-05-20 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1865
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Construction Data

Scheepsbouwer: Wicher J. Pattje, Foxhol, Groningen
Launch Date: 1865-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 69.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 21.37 Meters Registered
Beam: 4.00 Meters Registered
Depth: 1.82 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1865
Datum agenda: 1865-05-20
Register nr: 18650388
Scheepsnaam: RIVAL
Type: Kof
Lasten: 37
Gebouwd in plaats: Foxhol
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Koning, L.J.
Plaats: Groningen
Kapitein op moment van verzoek: Koning, L.J.
Opmerkingen: 1868 - 42-datum besluit nieuwe zeebrief10-02-1868-68- schip ligt in :Groningen
Nr oude zeebrief : 1e zeebrief
Gebouwd te Foxhol

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1865-05-08 RIVAL
Manager: Koning, Louwe Jans., Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Koning, Louwe Jans., Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PJRT

Date/Name Ship 1873-12-02 RIVAL
Manager: Vries, Geert de., Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Vries, Geert de., Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PRJT

Ship Events Data

1877-12-06: 1 dec 1877 NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Advertentie. Op donderdag 6 december 1877, ’s middags ten 12 uur, zal te Katwijk aan Zee, in het Logement De Zwaan, ten overstaan van de notaris Van Riessen, om contant geld, publiek worden verkocht het hol of casco van het tussen Katwijk en Noordwijk gestrande kofschip RIVAL, benevens de inventaris daarvan, bestaande in bijna nieuwe zeilen, ankers, kettingen, trossen, touwwerk, blokken enz., geborgen op de bergplaats van de heer D. Taat, te Katwijk aan Zee.
1877-12-28: Datum 29 december 1877. NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Rotterdam, 28 december. Het onlangs te Katwijk aan Zee gestrande kofschip RIVAL, kapt. De Vries, gekocht door de heer A.J. Smit, is af- en alhier binnengebracht. Na de nodige reparatiën ondergaan te hebben zal het weder in de vaart gebracht kunnen worden.
(opm: kapt. G. de Vries wordt compagnon van zijn zwager F.S. van Klooster en vaart verder als beurtschipper op de lijn Groningen-Leeuwarden)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Louwe Koning werd geboren te Groningen 18 oktober 1841 als zoon van de schipper Jan Louwes Koning en Anna Tidora Pot.

Hij trouwde op 25 januari 1866 te Groningen als scheepskapitein met Willemina Kramer, geboren te Hellevoetsluis 23 februari 1841 als dochter van schipper Geert Roelt Kramer en Rensje Jacobs Horinga. Willemina overleed op 19 april 1905 te Groningen, 64 jaar.

Louwe overleed op 26 januari 1915 te Groningen, assuradeur, 73 jaar, weduwnaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.J.Koning was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 12 in de periode 1882 t/m 1891

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt L.J.Koning als gezagvoerder gedurende:

*    1865 t/m 1873 van de kof “Rival”, gebouwd in 1865 te Martenshoek, 69 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*    1875 t/m 1886 van de kof “Willemina”, gebouwd in 1874 te Martenshoek, 74 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*    1888 t/m 1889 van de koftjalk “Willemina” ex Adriana Cornelia, gqbouwd in 1883, bouwplaats niet vermeld, 61 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

Overige bijzonderheden

Op 02 december 1873 wordt een inschrijving verricht in het Kadaster te Groningen door Louwe Jans Koning en Geert de Vries, beiden scheepskapitein te Groningen. Geert liet zich vertegenwoordigen door Jan Sanders, koopman te Groningen die “… verklaarde voor zijn lastgeven in koop en voorregt over te nemen het kofschip “Rival”… in 1865 volbouwt en nieuw van de bijl te water gebragt … “. Uit gegevens in Sweijs blijkt dat het schip uit de hand aan G. de Vries is verkocht voor f 5.200,-. De 2mast koftjalk werd in 1865 gebouwd van hout op de werf van Wicher Patje te Foxhol en mat 71,15 ton/36 last.092

   

Op 02 oktober 1876 verschenen voor Mr. Jan van Giffen, Notaris te Groningen:

“…Geert de Vries, scheepskapitein wonende te Groningen, als eigenaar van en voerende het Nederlandsch kofschip genaamd ‘Rival’, te huis behoorende te Groningen, thans liggende in het Reitdiep onder Groningen. Welke Comparant verklaarde dat hij met gemeld schip in hebbende eene lading raapkoeken, van Dieppe is vertrokken met bestemming naar Bandholm en Frederiksvark in Denemarken, doch tengevolge lek schip en verstopte pompen, en daardoor bekomen zeeschade, genoodzaakt is geweest om te repareren, de haven van Groningen binnen te loopen; dat hij ter bestrijding der kosten van reparatie van schip en lading verplicht is gelden op bodemerij in contante penningen ontvangen en ter leen opgenomen heeft van Frans van Klooster, Beurtschipper, wonende te Groningen, die hierbij mede verschenen, deze schulderkentenis met na te melden verbindtenissen verklaarde aan te nemen, - eene som van Duizend Gulden.

Partijen verklaarden deze geldleening op bodemerij te hebben aangegaan alleen en uitsluitend voor het vervolgen der aangeduide reis van Groningen naar Bandholm en Frederiksvark, en derdezelve te hebben gevestigd op en onder verband van het casco en de kiel van bovenvermeld schip, deszelfs takelage en het verdere scheepstuig, alsmede de inhebbende lading, welk een en ander de Comparant geldopnemer voor de voldoening van gezegde som van eenduizend gulden en de tusschen hem en den Comparant geldschieter  voor het gevaar der zee bedonge premie van vijftien procent ad honderdvijftig gulden verklaarde speciaal te verbinden, welke hoofdsom en premie aan den Comparant geldschieter of diens order zal moeten worden betaald binnen drie dagen nadat gemeld schip in de haven van Bandholm of Frederiksvark zal zijn binnengeloopen…”092

 

Opmerking R.K.Mast per e-mail 13 oktober 2004.

Zoals U zich zult herinneren was het tweede zeeschip onder commando van kapitein/eigenaar G. de Vries (mijn overgrootvader) de kof 'Rival'. Dat schip had hij gekocht van L.J. Koning, die zelf in 1874 de kof "Willemina' liet bouwen, waarmee later Jan Engelhard zou omkomen. L.J. Koning speelt in zijn latere leven een vooraanstaande rol in het compact 'De Onderlinge Vriendschap' van 1835.

 

In een overzicht van het compact “De Onderlinge Vriendschap”, een onderlingen verzekeringsmaatschappij te Groningen staat het volgende: 095-p.17

“Jannes Meijer was sinds 1862 boekhouder van het kleine compact De Onderlinge Waarborg’. Nog niet zo lang in het gezelschap was de vice-secretaris L.J.Koning. Koning was, evenals J.G.Kramer (zie aldaar), zeeman van origine. Sinds 1866 was hij de eigenaar van de 36 last metende kof ‘Rival’. In 1874 liet hij de eenmastkof ‘Wilhelmina’ bouwen. Was het Koning die ‘De Vriendschap’ richting zee duwde?

Deze laatste opmerking slaat erop dat het compact vooral was gericht op binnenvaarders en in deze tijd sprak over uitbreiding naar de uitgebreidere zeevaart.

“Ook L.J.Koning had nog een houten kof in de vaart, de ‘Adriana Hendrika’met als kapitein K.Beck. Koning was trouwens na zijn ziekte weer opgeknapt en fingeerde als secretaris.”095-p.20

“”De meeste Vriendschap-schepen brachten het risico van de vaart voorbij Brunsbüttel onder in de Onderlinge Verzekerings Maatschappij ‘Nederland’, waarvan J.L.Koning directeur was. Deze dekte echter maar 20% en de overige 80% werden door Koning, via een eigen assurantiekantoor, op de beurs ondergebracht. Geen bevredigende situatie voor de schippers want de premie die zij vanwege deze ingewikkelde constructie moesten betalen was hoog.”095-p.22.

“Tot één van de laatste belangrijke veranderingen die onder het boekhouderschap van J.G.Kramer tot stand kwamen, behoort de uitbreiding van het district met het Kaiser Wilhelmkanaal en de Kielerfjord tot aan Laboe. De beslissing die hierover in 1904 genomen werd volgde op een langdurige discussie waarin de emoties hoog opliepen. De tegenstanders wilden niet dat op hun kosten zover gevaren kon worden terwijl de voorstanders, met name P.Balk en P.Beck, het overdreven vonden de vaart voorbij Brunsbüttel als zo riskant voor te stellen. Directeur Kramer probeerde de vergadering in rustige banen te leiden en hield zich afzijdig. Secretaris Koning verklaarde zich ronduit tegen. Hiermee haalde hij zich de woede van de voorstanders van het plan op de hals die hem verweten uit eigenbelang te handelen. Hij ving immers van iedere reis voorbij Brunsbüttel provisie als assurantiemakelaar?”095-p.23.

Op p. 22 staat een portret van J.G.Kramer  met als onderscchrift: “Boekhouder J.G.Kramer kreeg bij zijn afscheid van het compact dit portret aangeboden door 72 leden dn oud-leden als blijk van waardering voor het werk dat hij 24 jaar voor ‘De Vriendschap’ gedaan had.”095-p.22.

 

 

Datum vanaf: 1865
Kapitein: Koning, Louwe Jans
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geert de Vries werd geboren te Groningen op 01 maart 1844 als zoon van Derk Derks de Vries en Antje Imes van der Woude.

Hij trouwde op 30 mei 1869 met Martha Molenkamp, geboren op 25 december 1845 te Appingedam als dochter van Derk Douwes Molenkamp (dienstknecht, boerenknecht, schipper en schipper binnengaats) en Aaltje Tonnis de Jonge. Getuigen bij het huwelijk waren Jenso Jonker (blokmaker) en Frans Sjoerts van Klooster (logementhouder, maar ook te boek staand als gezagvoerder-zie aldaar). Martha overleed op 27 oktober 1927 te Groningen.

In 1870 staat het echtpaar ingeschreven op het adres Raamsteeg 187b te Groningen. Het Bevolkingsregister vermeldt de toevoeging “stuurman, tijdelijk afwezig”. Ook bij de geboorte van dochter Alida Antina de Vries wordt hij aangeduid als stuurman. Aangifte wordt gedaan door een vroedvrouw “aangezien de vader door afwezigheid verhinderd wordt …”

Geert de Vries overleed op 20 januari 1937 te Haren, weduwnaar, 92 jaar, zonder beroep.

Burgerlijke Stand gegevens vermelden Geert de Vries als buitenvaarder in 1869, als stuurman in 1871, zeeman in 1874, schipper in 1878, 1879, 1883, 1905, beurtschipper in 1880, 1882, 1897, zonder beroep in 1913, 1922,

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. de Vries was met vlagnummer 29 in de periode 1876 t/m 1878 effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” te Groningen021.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Geert de Vries staat vermeld als buitenvaarder (1854-1872), kapitein (1872), kapitein/eigenaar (1873-1877), beurtschipper (1882) stoombootkapitein (1897) en rentenier (1907). Hij overleed te Groningen op 20 januari 1937092.

 

Bouma025 vermeldt G. de Vries als gezagvoerder gedurende:

*   1872 van de kof “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1864 te Sappemeer, 92 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is in december 1872 gestrand (bij Laroche in Spaans Marokko. Ook is onduidelijk of kapitein de Vries de eigenaar was 092);

*   1874 t/m 1877 van de kof “Rival”, gebouwd in 1865 te Martenshoek, 69 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is bij Noordwijk gestrand, afgebracht en verkocht;

 

Overige bijzonderheden

Geert voer in 1854 (Register van Aanmonstering) dd 27 juni 1854) als kok op de “Johanna” naar Londen met als gezagvoerder zijn zwager Reinder Harms Waterborg voor een gage van f 5,- per maand. Volgens familie-overlevering heeft hij als scheepsjongen in het buitenland gevangen gezeten tijdens de Krimoorlog (1853-1856). Hij was toen waarschijnlijk aan boord van een schip dat dienst deed als blokkade breker en werd aangehouden door de Engelsen.

 

“K/E R.H.Waterborg vaart het gehele jaar (1872) met de kof “Twee Gebroeders” in de NW Europese wateren. Op 23 sep 1872 passeert hij, onderweg van St.Petersburg naar Londen, Elseneur (Sont). Op 16 okt 1872 bereikt het schip Gravesend (Londen). Het schip vertrekt op 24 okt 1872 volgens de rubriek “Zeetijdingen” in de Provinciaal Groningse Courant met R.H.Waterborg van Gravesend naar Amsterdam. Nergens is echter deze vermelding de “Twee Gebroeders” met RHW als kapitein nog te vinden. Ook het naslagwerk van G.N.Bouma laat 1872 als laatste jaar zien waarin R.H.Waterborg de kof bezit. In de Provinciale Groninger Courant van 21 december 1872 wordt vermeld dat het schip “2 Gebroeders” onder kapitein G. de Vries bij Laranche is gestrand en wrak is geworden. Mogelijk is de kof in Londen door RHW uit de hand verkocht aan zijn zwager G. de Vries. Het zou ook kunnen dat GdV als zetkapitein fungeerde voor reder R.H.Waterborg. In het boekje van Sweijs voor 1873 staat op pagin 214 in het overzicht van verloren gegane tonnage over 1872 – de kof “Twee Gebroeders”, kapitein G. de Vries (ex Waterborg) vermeld. Kapitein Geert de Vries verliest op 28 jarige leeftijd binnen twee maanden zijn eerste commando en maakt een avontuurlijke terugreis naar Groningen. …”.

     In de “Groninger Courant” verschenen de volgende berichten”

Jaargang 131/no 291, woensdag 11 december 1872

Gibraltar, den 6 Dec. Het nederlandsche schoonerschip “Two Brothers” (? 2 Gebroeders) van Londen naar Larache, is bij laatstgenoemde plaats verongelukt, doch het volk gered

Jaargang 131/no 299 van zaterdag 21 december 1872

Gibraltar, 9 Dec. Het schip 2 Gebroeders, kapit. De Vries, te Groningen te huis behoorende, van Londen naar Laranche, is bij laatstgenoemde plaats gestrand en wrak geworden, het volk gered (vroeger reeds kortelijk vermeld)

“Larache ligt in het huidige Spaans Marokko, op 35o12’N/6010’W, ongeveer 75 km ten ZZW van Tanger. “Waarschijnlijk is kapitein de Vries met zijn bemanning via de route langs de Atlantische kust van Larache naar Tanger gegaan, om vanuit die plaats over te steken naar Gibraltar. Van daaruit was de thuisreis naar Groningen goed te organiseren. De stranding zou best al in november hebben kunnen plaatsvinden. Mogelijk heeft men de bagage op kamelen of ezels vervoerd, en heeft men zelf in drie dagmarsen Tanger bereikt. Dat zou ook het verhaal in de familie kunnen verklaren dat men drie dagen door de woestijn heeft moeten lopen.”

 

Op 02 december 1873 wordt een inschrijving verricht in het Kadaster te Groningen door Louwe Jans Koning en Geert de Vries, beiden scheepskapitein te Groningen. Geert liet zich vertegenwoordigen door Jan Sanders, koopman te Groningen die “… verklaarde voor zijn lastgeven in koop en voorregt over te nemen het kofschip “Rival”… in 1865 volbouwt en nieuw van de bijl te water gebragt … “. Uit gegevens in Sweijs blijkt dat het schip uit de hand aan G. de Vries is verkocht voor f 5.200,-. De 2mast koftjalk werd in 1865 gebouwd van hout op de werf van Wicher Patje te Foxhol en mat 71,15 ton/36 last. Geert de Vries heeft op het schip geen hypotheek genomen.

De koftjalk werd op 20 maart 1876 opnieuw gemeten en de inhoud werd bepaald op 61,5 ton.

 

Op 02 oktober 1876 verschenen voor Mr. Jan van Giffen, Notaris te Groningen:

“…Geert de Vries, scheepskapitein wonende te Groningen, als eigenaar van en voerende het Nederlandsch kofschip genaamd ‘Rival’, te huis behoorende te Groningen, thans liggende in het Reitdiep onder Groningen. Welke Comparant verklaarde dat hij met gemeld schip in hebbende eene lading raapkoeken, van Dieppe is vertrokken met bestemming naar Bandholm en Frederiksvark in Denemarken, doch tengevolge lek schip en verstopte pompen, en daardoor bekomen zeeschade, genoodzaakt is geweest om te repareren, de haven van Groningen binnen te loopen; dat hij ter bestrijding der kosten van reparatie van schip en lading verplicht is gelden op bodemerij in contante penningen ontvangen en ter leen opgenomen heeft van Frans van Klooster, Beurtschipper, wonende te Groningen, die hierbij mede verschenen, deze schulderkentenis met na te melden verbindtenissen verklaarde aan te nemen, - eene som van Duizend Gulden.

Partijen verklaarden deze geldleening op bodemerij te hebben aangegaan alleen en uitsluitend voor het vervolgen der aangeduide reis van Groningen naar Bandholm en Frederiksvark, en derdezelve te hebben gevestigd op en onder verband van het casco en de kiel van bovenvermeld schip, deszelfs takelage en het verdere scheepstuig, alsmede de inhebbende lading, welk een en ander de Comparant geldopnemer voor de voldoening van gezegde som van eenduizend gulden en de tusschen hem en den Comparant geldschieter voor het gevaar der zee bedonge premie van vijftien procent ad honderdvijftig gulden verklaarde speciaal te verbinden, welke hoofdsom en premie aan den Comparant geldschieter of diens order zal moeten worden betaald binnen drie dagen nadat gemeld schip in de haven van Bandholm of Frederiksvark zal zijn binnengeloopen…”

     De ‘Rival’ zou op 4 oktober zee kiezen en later die maand haar loshavens in Denemarken bereiken. Vanaf 02 november lag zij ledig en zeilklaar in Bandholm. Veel geluk had kapit. De Vries niet, want wat later in november had hij in het Stintrak een aanzeiling met de ‘Jantje’’, kapit. De Groot, waardoor van dat laatste schip het roer beschadigd werd en een boot werd verbrijzeld.

De ‘Rival’ lag vanaf 2 dec 1876 in Antwerpen in de winterlaag.

(Bronnen: RAG inv nr 1467 reg.nr. 28.44 actenr 145 notaris J. van Giffen dd 2/10/1876 en Scheepvaartberichten PGC 1876)

 

Op 23 november 1877 vond de redding plaats van de 3-koppige bemanning van de Groninger kof “Rival” door de roeireddingboot van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij van het station Katwijk aan Zee. De redding vond plaats tijdens stormweer uit het NWtW-en. De “Rival” blijkt om 12.30 uur op 3500 el beNoorden Katwijk te zijn gestrand, terwijl de roeireddingboot om 12.45 uur de redding verrichtte.

(Bron: Rijksarchief Nrd.Holland te Haarlem, toeg.nr. 63 nummer 21 en documentatie verkregen van W. van der Plas te Katwijk)

Een bericht in de “Leidsche Courant” dd 24 november 1877 meldt het volgende:

     “Zaturdag 24 November.

     Binnenlandsche Berigten. Leiden 23 November.

Te Katwijk aan Zee is hedenmiddag een kofschip, tweemaster, gestrand, geladen met p.m. 60 last haver, met bestemming van Groningen naar Londen. De bemanning, bestaande uit drie personen, is door de Katwijksche reddingsboot behouden aan wal gebragt. Nog voor die van Katwijk was ook de reddingsboot van Noordwijk in zee gestoken om de redding te beproeven.”

In de “Groninger Courant” van dingsdag 27 november 1877 (no. 278) verscheen bij de Zeetijdingen de volgende melding:

“Noordwijk, 24 Nov. Het Groninger kofschip Rival, kapit. G. de Vries, van Groningen met haver naar Londen, is alhier gestrand; volk gered. De lading wordt geborgen.”

 

Mast meldt: De documentatie mbt de redding bij Katwijk heb ik hier niet opgenomen. Volgens de heer W. van der Plas (conservator museum Katwijk) is het verhaal nog steeds een van de beste op de Nederlandse kust. Terwijl Geert de Vries en de bemanning van de Rival aan de mast vastgebonden staande op de Ned. kust afdreef rosten de redders van de stations Noordwijk en Katwijk elkaar af met roeiriemen. De inzet was 1e : waar zou het schip stranden (Noordwijk of Katwijk?) en 2e de vergoeding van f 3, 50 voor een geslaagde redding. Het schip strandde op Noordwijks territoir en de bemanning werd door Katwijkers gered.

 

Op 06 december 1877 vond de publieke verkoping plaats van het in Noordwijk gestrande wrak en de inventaris van het te Groningen te huis behorende kofschip ‘Rival’ door Mr. Diderik van Riessen, notaris ter standplaats Katwijk, arrondissement ’s Gravenhage ten verzoeke van Dirk Taat, scheepsmaker en reeder te Katwijk aan Zee als gemachtigde van de eigenaar Gerrit de Vries te Groningen. De plaats van de verkoping was waarschijnlijk hotel “De Zwaan” te Katwijk.

De verkoping geschiedde bij opbod en/of afslag waarbij men de goederen voetstoots, dus zonder inspectie en verhaal, diende te accepteren.De verkoop bracht op een netto bedrag van f 1619,39.Waarschijnlijk diende dit bedrag te worden verrekend met de maximale uitkering uit de kas van het zeemanscollege ‘De Groninger Eendragt’.

(Bron: Copie-acte van verkoop No. 109/1877 van notaris D. v. Riessen te ’s Gravenhage)

In de “Provinciale Groninger Courant” van donderdag 29 december 1877 (no. 305) werd bij de “Scheepstijdingen” bericht:

ROTTERDAM 28 Dec. Het onlangs te Katwijk aan Zee gestrande kofschip Rival, kapit. De Vries, gekocht door den heer A.J. Smit, is af- en hier binnengebragt. Na de noodige reparatiën ondergaan te hebben zal het weder in de vaart gebragt kunnen worden.

 

Op 31 januari 1882 verkoopt Frans Sjoerts van Klooster, stoombootkapitein (1880) en beurtschipper (1882) te Groningen, de helft in het beurtschip genaamd “Het Kluinschip” etc. voor de somma van fl. 300,00 aan zijn zwager Geert de Vries, schipper wonende te Groningen. Het brandmerk van het verkochte wordt wederom in de acte vermeld als 2765 GRON 1873. De acte werd verleden voor notaris A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer te Groningen.

(Bron: Kadaster Groningen: AR deel 11 vak 60 en RSV deel 22 nummer 3672)

Opmerking

In familiebezit was een groengeschilderde blikken scheepstrommel met daarop in witte cijfers “1876”geschilderd. Deze trommel, die ten huize van zijn kleinzoon Geert de Vries in Leeuwarden vóór 1998 is verdwenen, zou kunnen duiden op mogelijk reeds onder directie van FSvK in 1876 overgang in de beurt van zeil naar stoom. De trommel zou een geschenk kunnen zijn van de werf.

 

Op 08 januari 1897 verschenen Geert de Vries, stoombootkapitein te Groningen en de erven van Frans Sjoerts van Klooster voor notaris mr. W. Bommel van Vloten:

“die allen te kennen gaven te willen overgaan tot publieke verkoping van “…het beurtschip genaamd het “Kluinschip”, met opgoed en toebehoren en het recht van veer, varende in de vaste beurt van Groningen op Leeuwarden vice versa, …thans liggende in het Hoendiep te Groningen, aan de verzoekers toebehorende…”

(Bron: Kadaster Groningen: RSV deel 26 nummer 5211)

     Op 11 januari 1897 vond de publieke verkoping plaats bij opbod van “Het Kluinschip”, met brandmerk 2765 GRON 1873, liggende in het Hoendiep te Groningen, ten 20.00 ure, ten huize van de logementhouder Jan Huizinga aan de Groote Markt te Groningen. Na voorlezing van de Verkoopvoorwaarden “…is met de veiling een aanvang gemaakt. En is na gedane onderscheiden opbiedingen op voorschreven schip met toebehooren eindelijk het hoogst en laatst geboden de som van acht duizend acht honderd gulden, door den Heer Hartzen Huisinga, scheepsmakelaar, wonende te Groningen, die verklaarde te hebben geboden voor – en als mondeling gemachtigde van den Heer verkooper Geert de Vries, voornoemd, die hierbij mede verschenen verklaarde gemeld bod als voorheen gedaan te erkennen…” Door GdV werd geen hypotheek gegeven.

(Bron: Kadaster Groningen: AR deel 11 vak 60 en RSV deel 26 nummer 5211)

Noot: De bij deze verkoop betaalde koopprijs reflecteert de werkelijke waarde van het betreffende schip en de daaraan gekoppelde beurtdienst. Eerdere koopbedragen van fl. 1.000,00, fl. 550,00 en fl. 300,00 steken daar schril tegen af. Aangezien het steeds hetzelfde schip betreft met brandmerk 2765 GRON 1873 moet welhaast worden verondersteld dat bij eerdere transacties substantiele bedragen buiten het koopcontract om aan de resp. verkopers zijn betaald, iets wat om commerciele redenen in die tijd niet ongebruikelijk was. Overigens is de invloed van het “stoomelement” op de verkoopprijs van 11/1/1897 nog steeds volstrekt onduidelijk.

 

Op 04 augustus 1900 staat in het weekblad “Schuttevaar de volgende mededeling:

“Zuidhorn, 28 Juli. Heden werd van de werf van de Gebr. Barkmeijer te water gelaten de stalen motorboot “De Kuinkof”, groot 30 last, voor rekening van den heer G. de Vries van Groningen. De kiel werd gelegd voor een stalen roeftjalkje, groot 40 ton, voor rekening van schipper H. Buitenkamp van Hellum en is in aanbouw een stalen roeftjalkje, groot 28 ton, voor mej. Wed. Dijkstra van Groningen.”

In familiebezit (bij Antonius W. de Vries te Belgie – anno 2001) is nog een houten naamplank met de ingegutste tekst:

“G.d.V. DE KLUINKOF. 1900.”

De plank is zwart geschilderd, en de letters en cijfers zijn goudkleurig uitgevoerd. In de plank zitten geen gaten, en evenmin heeft het de meestal zo kenmerkende langwerpige en enigszins gebogen vorm van scheepsnaam-borden die op het scheepsboord werden bevestigd. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat dit bord ooit op een schip als naambord heeft gediend. De naamplank heeft wellicht bij G. de Vries achter het raam van zijn woning in de Oosterbadstraat 10 gestaan om aan te geven dat daar de “Beurtschipper op Leeuwarden” woonde (zie Adresboek voor Gron. en Helpman-1900).

 

Het ijzeren ms “De Kluinkof” wordt op 02 oktober 1900 te Groningen onder no 116 in het Register van Binnenschepen van de Scheepsmetingsdienst ingeschreven. Bemanning bestond uit drie personen.

Bij het in het in de vaart nemen van het ms “Kluinkof” gaat de 59 tons houten koftjalk “Kluinkof” uit 1860 over naar schipper J. Karel in Broekerhaven. Ook het oude stoombootje verdwijnt mogelijk uit de dienst. Beurtschipper de Vries beschikt nu over modern gereedschap.

Maar op de een of andere manier voldeed het nieuwe gereedschap niet aan de verwachtingen Mogelijk dat het motortje het in de winter af moest leggen tegen het ijs in de vaarroute, of dat er regelmatig schroefschade ontstond. Want het ss “De Kluinkof” komt pas in 1ugustis 1902 in de vaart. Het schip is een stoomboot beurtbootje, gebouwd in 1902 onder bouwnummer 92 bij de werf van Botje Ensing te Groningen, en geschikt voor vracht- en passagiersvervoer. Het schip had de afmetingen: Loa 24,45m en B 4,24m. Het laadvermogen bedroeg op 6/8/1902 ruim 34 ton, doch werd na verbouwing op 23/06/1903 vastgesteld op ruim 55 ton. Het vermogen van de machine is aangegeven als 10 epk (moet waarschijnlijk zijn: npk). Het schip kreeg als brandmerk 6818 GRON 1903. Bemanning 4 personen.

(Bronnen: Werflijst BE/ collectie Noordelijk Scheepvaart museum, het boek van Bottema, de collectie Lodder –Mar.Mus. Prins Hendrik, Scheepsmetingsdienst R’dam)

Het lijkt er op dat voor het behouden van vervoerscapaciteit tijdelijk zowel met het ms als ss “De Kluinkof” wordt gevaren. Op 23 juni 1903 immers wordt het na vertimmering van het ss “De Kluinkof” aan de eigenaar toegestaan tot 1.49 m af te laden, met een daarbij behorend laadvermogen van ruim 55 ton. Waarschijnlijk waren thv de MK open patrijspoorten in de huid toegepast waardoor men het schip aanvankelijk slechts tot 1.20 m mocht afladen.

Het ms “De Kluinkof” wordt in dezelfde maand van de hand gedaan, want zij wordt in juni 1903 na vertimmering hermeten in Zwolle en krijgt een laadvermogen van ruim 49 ton.

(Bron: Scheepsmetingsdienst Rotterdam)

 

Op 08 april 1907 datum verschijnen voor Mr. W. van Bommel van Vloten, notaris te Groningen:

Geert de Vries Sr, zonder beroep en zijn zoons Derk de Vries, scheepskapitein en Geert de Vries Jr, scheepskapitein allen te Groningen..

Geert de Vries Sr verkocht aan elke zoon 1/3 deel in het ss “De Kluinkof” voor het bedrag van fl. 3.400,00 per 1/3 deel. Derk betaalde fl. 2.000,00 in contanten, terwijl zijn broer Geert fl. 1.500,00 in baar geld kon neertellen. Voor de niet verschenen bedragen werd door Geert de Vries Sr een lening verstrekt, waarbij per persoon in tien gelijke termijnen diende te worden afgelost, onder gelijktijdige betaling van rente a 5% over het nog niet betaalde deel.

(Bron: Kadaster Groningen AR deel 25 vak 9 en RSV deel 31 nummer 6818)

Op 08 april 1907 kwamen de tweeling zonen Derk en Geert de Vries als medefirmant in de beurtdienst. Beiden verwierven op die datum voor fl. 3.500,00 een derde gedeelte van het schip. Derk schreef de nota’s en hield de boekhouding bij, terwijl Geert jr met een knecht het varen en het laden en lossen verzorgde. Geert de Vries sr is dan ruim 63 jaar.

 

Geert de Vries sr had veel van zijn geld belegd in Russische papieren (fl 20.000,00 ?) en verloor dit ten gevolge van de Russische revolutie in 1917. De aandelen in de Russische spoorwegen ”…genooten de onvoorwaardelijke garantie der KEIZERLIJK Russische Regeering voor rente en aflossing…” en die was na de revolutie natuurlijk verdwenen! Gelukkig participeerde senior ook in de Veendammer Hypotheekbank Liebermann. Waarschijnlijk wilde Geert de Vries sr als rentenier, na zijn Russische financiële aderlating, het deel in de beurt contant maken.

 

Op 27 december 1920 verkopen G. de Vries Sr en Derk de Vries hun aandeel in het ss “De Kluinkof” voor het bedrag van fl. 3.502,00 per 1/3 deel. Geert de Vries Jr financierde deze aankoop door aansluitend de helft van het aandeel in de beurt te verkopen aan een nieuwe firmant, de heer A. Nijdam, zonder beroep, te Groningen

(Bron: Kadaster Groningen AR deel 25 vak 9 en RSV deel 42 nummer 10141)

Alle voorgaande gegevens zijn ontleend aan Mast092.

 

 

Datum vanaf: 1873
Kapitein: Vries, Geert de

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Gron.1865.1869.133.1039
DVD IM. – IMG 3314 , 3315

BIJLBRIEF

Naam schip RIVAL

Plaats en datum acte Fom.,hol, 8 mei 1865

Type schip kof

Bouwwerf/verkoper W.J. Pattje, scheepsbouwer te Fom.,hol

Eigenaar/aankoper S.J. Koning

Te voeren door kapt. S.J. Koning

Grootte 69 tonnen
(Meetbrief d.d. 5 mei 1865, onder nr. …(onleesbaar),
afgegeven te Groningen)

Tuigage , aantal dekken

Afmetingen lang 21,37 m., breed 4,00 m., hol 1,82 m.

Kiellegging

Tewaterlating 1865

Plaats , datum registratie Groningen, 9 mei 1865

Nummer van registratie deel 28, folio 25, verso, vak 5

Notaris Burgemeester van Hoogezand

Prijs


Bijzonderheden:

Het eerste gedeelte van deze acte was zeer slecht leesbaar (onscherp dokument).



Researcher/datum research: JDvdB / 230512

Naam RIVAL
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1865
Toegang 883
Inventaris 2140

Bronnen

Jaar: 1865
Bron: GRONINGER ARCHIEVEN
Omschrijving: Archiefnummer Gron. 1855-1869-133-1039
Notaris J. Piccardt te Hoogezand, toegang 105, inv. nr. 116, aktenummer 71, 22 mei 1865
Notaris mr. J. van Giffen te Groningen, toegang 1877, inv. nr. 32, aktenummer 150, 24 nov. 1873
Notaris mr. J. van Giffen te Groningen, toegang 1877, inv. nr. 44, aktenummer 145, 2 okt. 1876