Familiegegevens en opleiding
Johannes Louwerense ("volgens trouwacte genaamd en zich ook schrijvende Lourens. Op verzoek van de H.H.Hoboken deze bijvoeging in het Register opgenomen") werd geboren te Rotterdam op 24 juni 1807 als zoon van de Nederlands Hervormde Johannes Lourens en Aaltje van Es. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kolk nr. 117
Johannes Lourens trouwde op 14 oktober 1829 te Rotterdam met Jannetje de Ligt, geboren te Rotterdam op 01 augustus 1808 als dochter van de Nederlands Hervormde Cornelis de Ligt en Louisa van der Eb. Zij overleed op 20 maart 1886.
Jan overleed in 1871. Bij zijn overlijden is Delfshaven als woonplaats vermeld.003 en 005 en 118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Louwerense, adres A.van Hoboken & Zn, werd met vlagnummer 414 effectief lid van "Zeemanshoop" per 07 april 1835 op voorspraak van C.Koert. In het Register wordt als zijn schip de "Elisabeth" vermeld.002.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 april 1835 werd voorgedragen/benoemd Johannes Louwerense, oud 28 jaar, voerend het schip “Jacobus”, wonende te Rotterdam, adres bij J.Bonder te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraaij023. (in de notulen wordt dus een ander schip genoemd dan in het Inschrijfregister. In Boum025 wordt er geen kapitein Lourens vermeld als gezagvoerder van een schip met de naam “ Elisabeth”. NOG TE CONTROLEREN IN VAN SLUIJS013)
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 maart 1838. "Van beroep veranderd. Overleden 1871"003
.Lourens was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”met vlagnummer 414 in de periode 1835 t/m 1836, met vlagnummer 301 in de periode 1836 t/m 1854 en met vlagnummer 96 in de periode 1854 t/m 1871.
J.Lourens was met vlagnummer R48 in de periode 1834 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.Lourens was in 1837 zg “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1871 staat een verzoek om de reglementaire uitkering door de wed. kapitein J.Lourens geb. de Ligt, welke haar in de vergadering van 24 juli 1871 ingaande 01 augustus 1871 werd toegekend.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 augustus 1871 staat vermeld dat per 01 augustus 1871 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.Lourens geb. de Ligt.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 mei 1886 staat een bericht door J.Lourens omtrent het overlijden van zijn moeder.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
414 1835 fregat Jacobus geen opgave
301 1836-1837 bark Jacobus A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1838-1840 fregat Canton idem
1841-1846 fregat Amboina idem
1848-1851 fregat Hendrika idem
1852-1853 fregat Gertrude idem
96 1854-1855 fregat Gertrude idem
1856-1858 fregat Jason idem
1859-1863 fregat Medea idem
1864-1870 geen vermelding van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.Lourens met vlagnummer R48 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 fregat “Hendrika” 462 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1855 fregat “Gertrude” 515 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1858 fregat “Jason” 438 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1859, 1862 fregat “Medea” 399 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1863 t/m 1867 geen schepen vermeld
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
L.Lourens Medea 02 november 1859 27 oktober 1860
Medea 03 september 1861 20 juli 1862
Medea 24 september 1862 niet vermeld
Bouma025 vermeldt J.Louwerense/J.Lourens als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1838 op de 3/m bark “Jacobus”, gebouwd in 1828, 235 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam;
* 1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Canton” ex Ortelius, gebouwd in 1830, bouwplaats en -jaar niet vermeld, 628 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1842 geveild;
* 1842 t/m 1847 op het 3/m schip “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1848 t/m 1852 op het 3/m-schip “Hendrika” gebouwd op de werf Rotterdamsch Welvaren te Rotterdam onder scheepsbouwmeester B.de Hoog. De kiel werd gelegd op 19 november 1835, de tewaterlating vond plaats op 28 juni 1836 (Handelsb 30 juni 1836). Het schip mat 860 ton o.m. De reederij was A.van Hoboken & Co te Rotterdamzie ook 013.
* 1853 t/m 1856 op het 3/m schip “Gertrude”, gebouwd te Rotterdam in 1840, 990 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1857 t/m 1859 op het 3/m schip “Jason”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 829 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1863 op het 3/m schip “Medea”, gebouwd in 1858 te Rotterdam, 756 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Carel Anastatius Leopold van der Wijck werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 07 mei 1846 als jongen geplaatst op de "Amboina" onder kapitein Louwerse (er is foutief vermeld: "Laurens") voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 06 maart 1847"004(533/2012).
In het Archief van het Kadaster voor scheepsbewijzen te Rotterdam 1871, volgnummer register 1370, Algemeen Register Deel 4, nr. 52, dagregister deel 6 nr. 60 3 augustus 1871 komt een notariële akte voor (notaris Willem Simon Burger Wz) van Jacobus van Hoboken van Cortgene, handelend voor de firma A.van Hoboken en Zonnen, zeehandelaren en scheepsreeders welke stelt dat voor zijn rekening is gebouwd het fregat “Jason” op de werf “Rotterdams Welvaren”aan de Hoogen Zeedijk door scheepsbouwmeester Carl Lehman, groot 829 ton. De kiel is gelegd op 08 december 1855 en het schip is van stapel gelopen op 30 augustus 1856. De eerste kapitein was Johannes Lourens
Afschrift van de akte verkregen van de heer Jan Lourens te Alkmaar door tussenkomst van Koen Suyk te Heiloo, januari 2003.
L.Lourens verzorgde per 01 maart 1837 vanaf Hellevoetsluis met de “Jacobus” een troepentransport van 4 officieren en 12 manschappen. In St. Georg d’Elmina werden 71 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 01 juli 1837 na 122 dagen065*.
Per 16 mei 1846 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Amboina” en een contingent van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 augustus 1846.
Per 10 december 1848 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Hendrika” en 2 officieren plus 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 04 april 1849 na 115 dagen. Onderweg waren 4 militairen overleden.
Per 12 november 1850 voer hij vanuit Hellevoetsluis wederom met de “Hendrika”. Hij had 1 officier aan boord en kwam op 13 maart 1851 na 112 dagen te Batavia aan.
Op 12 oktober 1852 voer hij vanuit Brouwershaven met de “Gertrude” en 1 officier en 1 manschap. Aankomstdatum en reisduur zijn niet opgegeven.
Op 05 november 1853 vertrok hij met de “Gertrude” wederom vanuit Brouwershaven en aan boord 1 officier. Ook hier ontbreken aankomstdatum en reisduur.
Op 27 oktober 1856 voer hij vanuit Brouwershaven met de “Jason” en weer met 1 officier. Aankomstdatum en reisduur ontbreken.
Op 24 oktober 1857 vertrok hij weer met de “Jason” en 1 officier vanuit Brouwershaven en ook nu ontbreken reisduur en aankomstdatum.
Op 11 september 1861 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Medea” en 8 officieren en 1 manschap. Hij arriveerde te Batavia op 18 december 1861 na 98 dagen.
Tenslotte voer hij uit op 25 september 1862 vanuit Brouwershaven met de “Medea” en 2 officieren. Hij arriveerde te Batavia op 30 december 1862065.
Een verslag van een troepentransport is weergegeven in “Het reisjournaal van H.H.G.Peltzer betreffende een reis van Harderwijk naar Batavia op de bark Laurens Koster (kapitein D.R.Kleve) van 12 november 1848 tot 03 april 1849” Transcripte en annotaties door S.Parma, mei 2001. Rapport aanwezig in de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam. H.H.G.Peltzer was de landmachtbevelhebber van het troepentransport. In dit journaal komt een enkele opmerking voor betreffende de “Hendrika” (blijkensonder kapitein Louwerense)
22 januari 1849 (op de hoogte van de linie op weg naar Batavia)
“In lij hebben wij thans een Hollandsche driemastschip doch door de groote afstand van ons, kunnen wij de signalen die hij doet niet onderscheiden. Des middags echter een goede bries gekregen hebbende, zijn wij hetzelve zoo digt genaderd, dat wij aan het nummer van de Kollegievlag konden bespeuren, dat het een Rotterdams schip was, en wel de Hendrica van Hoboken, waarop een transport troepen met de Kapitein Keurenaar; …” (zijnde een collega-landmachtofficier).
30 maart 1849 (in Straat Sunda bij Prinseneiland)
“Niet weinig waren wij verwonderd des morgens bij het aantreden van den dag zoo veel schepen rondom ons te zien; ongeveer 20, waaronder er waren, die wij reeds vroeger hadden gezien; onder anderen de Hendrica, waarop de Kapt Keurenaar, …”.
31 maart 1849
“… des avonds en des nachts kwamen wij met de schepen Hendrica, Schouwen en de Eersteling tusschen de derde en vierde punt van Java ten anker”.
In mei 1837 verging Z.M.Stoomschip Willem 1 op de Lucipara riffen ten zuiden van Ambon. Berichten hierover bereikten Nederland “in de laatste dagen der maan November ll, … ,voorlopig met het schip Jacobus, Kapitein J.Lourens, op den 20sten dier maand te Hellevoetsluis binnengevallen, … “. (kapitein Lourens had dus in deze periode een reis naar Indië achter de rug).
Uit: Verhaal der schipbreuk geleden door den Luitenant Kolonel De Stuers benevens passagiers en equipage van Z.M. Stoomschip Willem ! op de Lucipara’s in den nacht van den 5den op den 6den Mei 1837. door Luitenant Kolonel De Stuers. ’s Gravenhage. K.Fuhri. 1837.52 pp. Aanwezig in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam.
“Het zesde en laatste schip van Van Hoboken dat de trip Batavia – Decima vice versa zou maken was in 1842 het fregat Amboina. Gezagvoerder op deze reis was de toen 36-jarige Jan Lourens, een zeeman die zeer werd gewaardeerd. Bij zes jaar eerder – in een brief aan de NHM – had Van Hoboken hem ‘een jonge man, die met ijver zijne zaken drijft, de zoon van onze overleden gezagvoerder van Dijkzigt’ genoemd.”069 – p.191.
“Een … wedstrijd … werd in 1858 gezeild tusschen twee schepen van de Rotterdamsche reederij Van Hoboken. Op den 15den Maart van dat jaar nam kapitein De Vries van de Zephir op de reede van Batavia afscheid van zijn collega J.Louwerse van de Jason. Dat schip was nog niet heelemaal klaar met inladen, hetgeen nog wel een weekje kon duren. “Ik zal je vrouw als ik thuis ben alvast zeggen, dat ze je over een week of twee, drie kan verwachten”, zei De Vries tegen Louwerse, toen die weer naar zijn schip terugkeerde.
Ter hoogte van Kaap de Goede Hoop zagen de mannen van de Zephir een ander clipper aan de kim, die toen hij dichter bij kwam de Triton bleek te zijn, eveneens een schip van Van Hoboken. Fe Triton was ook den 15den Maart vertrokken, exhter van de reede van Banjoewangi. Door Straat Bali was hij op den Oceaan gekomen, zoodat zijn weg naar het vaderland vrijwel even lang was als die van de Zephir, die door Straat Soenda was gevaren van Batavia uit.
Het werd een spannende wedstrijd tusschen de beide schepen. Ze gaven elkaar niets toe en tefelijk stormden ze het Kanaal binnen … Bijna kop aan kop lagen ze, toen ze aan de kim Brouwershaven zagen opduiken en alles zetten de beide kapiteins er op om den ander nog een beetje voor te komen. …
De Zephir scheen tenslotte toch nog te winnen, het schip liep iets uit en kapitein De Vries dacht al overwinnaar te ziijn, toen zijn blik opeens verstarde. Want op de reede zag hij rustig achter zijn ankers met opgedoekte zeilen … de Jason, die zes dagen na hem was vertrokken en reeds de vorige dag was aangekomen. “Ik heb je vrouw al geschreven dat je onderweg bent”, zei kapitein Louwerse toen hij op de Zephir kwam om zijn collega te begroeten. Met een reis van 90 dagen had hij de race gewonnen. … “
Uit “De Clippers” van Anno Teenstra.Uitgave Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp. en wel op pp. 74-75.
Familiegegevens en opleiding
Jan Hendrik Lammerts van Buren werd geboren op 17 juni 1824 te Gouda, Doopsgezind. Hij vestigde zich op 30 augustus 1856 te Rotterdam en woonde aldaar aan de Boomgaardslaan Wijk 15 nr. 449 en aan de Lagendijk. Hij vertrok op 14 december 1881 naar Gouda.
Hij was getrouwd met Cornelia Vermeys, geboren 18 april 1824 te Rotterdam, Nederlands Hervormd. Zij vestigde zich op 01 mei 1873 te Rotterdam komend van Oosterhout. Jan Hendrik werd na zijn loopbaan op zee hooikoper.005.
Hij werd op 02 april 1854 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante” met nummer 347.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Lammerts van Bueren was met vlagnummer R428 in de periode 1855 t/m 1869 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.H.Lammerts van Bueren met vlagnummer R428 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Batavia” 373 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1858, 1859 van de bark “Bezoekie” 395 last varend voor A.van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1862 t/m 1864 van clipper-freg. “Jason” 438 last varend voor A.van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1865 t/m 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeld J.H.Lammerts van Bueren als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van het fregat “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip voer in 1857 voor P.Smits Fz te Dordrecht en was herdoopt in “`Pieter”;
* 1857 t/m 1860 van de bark “Bezoekie”, gebouwd in 1853 te Rotterdam, 747 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1860 t/m 1865 van het 3-m schip “Jason”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 829 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Uit het register van binnengekomen schepen te Dordrecht (Gemeentearchief van Dordrecht) blijkt dat hij met zijn schip de “Jason” is binnengelopen op 06 september 1862 na een reis uit Batavia064.
J.H.Lammerts van Bueren vertrok op 15 november 1859 van Brouwershaven met de “Jason” en een detachement van 5 officieren en 160 manschappen. Hij ariveerde te Batavia op 22 februari 1860 na 99 dagen.
J.H. Lammerts van Bueren vertrok per 21 maart 1864 van Brouwershaven met de “Jason” met een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 juni 1864 na een reis van 99 dagen. Onderweg was 1 soldaat overleden065.
Hij vertrok per 27 maart 1865 van Brouwershaven met de “Jason” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 juni 1865 na een reis van 91 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065*.
Zeeuwsche Zierikzeesche Courant 02 januari 1864
Gearriveerd te Brouwershaven op 31 december 1863 de “Jason”, kapitein J.H.Lammerts van Buerren, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam.
Zierikzeesche Courant 23 maart 1864
Op 19 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Jason”, kapt. J.H.Lammerts van Bueren”, komend van Rotterdam en met bestemming Batavia. Het schip had een detachement troepen van 150 man aan boord. Het schip is uitgezeild op 21 maart 1864

Familiegegevens
Wilhelmus Hendrikus werd geboren op 23.08.1825 te Rotterdam als z.v. Hendrikus Jacobus Rusman en Grietje de Groot.
Wilhelmus Hendrikus (22) trouwde op 19.11.1856 te Rotterdam met Willemina Verhoeff (22) – geb. te Rotterdam – d.v. Arend Hendrik Verhoeff en Maria Wilhelmina van Beek.
Willemina Verhoeff overleed op 14.06.1879 te Rotterdam (45). (Java Bode 25-07-1879)
Wilhelmus Hendrikus overleed op 23.05.1887 te Soekaboemi (N.I.) (61).
(Overlijdensbericht in het Bataviaasch Nieuwsblad van 02-06-1887)
Kinderen
- Maria Willemina – geb. 01.08.1858 te R’dam
- Willemina Hendrika – geb. 07.11.1860 te R’dam
- Jeannette Victoire – geb. 15.11.1866 te R’dam
- Margaretha Johanna – geb. 25.10.1868 te R’dam
- Maria Willemina – geb. 14.03.1872 te R’dam
- Wilhelmus Hendrikus – geb. 15.05.1874 te R’dam
De Locomotief 30-12-1876
Aangekomen passagiers te Batavia.
Van ROTTERDAM, per Ned. schip NOACH III, gezagv. Bijl, de heren Baermeijer en fam. Rusman.
De heer Rusman begon een toko in Batavia, die in december 1879 beroofd werd.
In maart 1879 vertrok mevr. Rusman met 3 kinderen en baboe naar Nederland per s.s. TORRINGTON. (Bat.Handelsblad 05-03-1879)
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
Wilhelmus Hendrikus Rusman werd geboren op 25(?) augustus 1825 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrikus Jacobus Rusman, pakhuisknecht, en Grietje de Groot. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiekade OZ wijk 14 nr. 392 beneden. Hij vertrok in 1875 naar Oost-Indië.
Hij trouwde op 19 november 1856 te Rotterdam met Wilhelmina Verhoeff, geboren 24 mei 1843 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Arend Hendrik Verhoeff, boekhouder, en Maria Wilhelmina van Beek005.
Java-Bode 1 juni 1878:
Advertentie. “De ondergetekende heeft door deze de eer aan heren gezagvoerders, eigenaren van stoom- en zeilschepen, mede te delen, dat hij van af heden een scheeps-leverantiezaak voor eigen rekening heeft geopend in de toko, vroeger geoccupeerd door de heer B. Janssen Schipper, en beveelt zich minzaam bij ieder aan, zich voorstellende door een prompte en nette bediening het vertrouwen waardig te maken.
W.H. Rusman, oud-gezagvoerder”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.H.Rusman was met vlagnummer R246 in de periode 1858 t/m 1880 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij staat wèl in de ledenlijst van het Jaarverslag 1858, maar niet in de lijst van aanmeldingen uit dat jaar. Zou hij wellicht toch in 1857 tot het College zijn toegetreden?058.
W.H.Rusman was in 1874 afwisselend commissaris van de maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als effectief lid heeft bedankt058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein W.H.Rusman met vlagnummer R246 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858 van de bark “Amboina” 382 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1859 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1862 van de bark “Bezoekie” 397 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1863 van de bark “Cortgene” 397 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1864 van het fregat “Triton” 397 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1865, 1866,
* 1867, 1874 van het fregat “Jason” 438 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1877, 1878 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
W.H.Rusman Bezoeki 02 augustus 1861 01 oktober 1862
Bouma025 vermeldt W.H.Rusman als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1859 van het fregat (vanaf 1858 getuigd als bark) “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1859 afgekeurd te Batavia;
* 1861 van de bark “Bezoekie”, gebouwd in 1853 te Rotterdam, 747 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1864 van de bark “Cortgene”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 752 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1865 op het fregat “Triton”, gebouwd in 1857 te Schiedam, 750 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1866 t/m 1876 van het 3-m schip “Jason”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 829 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1876 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Drammerseren”.
Overige bijzonderheden
W.H.Rusman vertrok per 26 april 1867 van Brouwershaven met de “Jason” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 juli 1867 na een reis van 93 dagen.
Op 01 juni 1868 vertrok hij van Brouwershaven met de “Fason” en een detachement van 2 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 september 1868 na een reis van 96 dagen. Onderweg waren 2 militairen overleden.
Op 18 juni 1869 vertrok hij van Brouwershaven met de “Jason” en een detachement van 2 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 september 1869 na een reis van 99 dagen.
Op 12 juli 1879 vertrok hij van Brouwershaven met de “Jason” en 4 landmachtofficieren. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door W.H.Rusman.104.
Zierikzeesche Courant 09 maart 1864
Op 07 maart 1864 is te Brouwershaven gearriveerd de “Cortgene”, kapt. W.H.Rusman, herkomst niet vermeld, maar met bestemming Rotterdam.
Algemeen Handelsblad Batavia 10 october 1869
Des middag van 23 dezer arriveerde voor de eerste maal ter dezer Reede het 3 mast klipperschip VOORLICHTER, Kapitein Duinker, op 3 Juli van Brouwershaven vertrokken. Dit schip het grootste van de Nederlandsche Koopvaardijvloot meet 2270 ton en werd door J.Smit te Slikkerveer, gemeente Ridderkerk, voor eigen rekening gebouwd. Het vaartuig komt hier op avontuur en bragt herwaarts over een detachement sterk 170 man (82 dagen reis).Tegelijk met de VOORLICHTER kwam alhier aan het schip JASON, Kapitein Rusman, den 18 de Junij van Rotterdam vertrokken aanbrengende een detachement van 150 man (97 dagen reis).