Familiegegevens en opleiding
Cornelis Cornelisz Ruige werd geboren te Terschelling op 21 juni 1821. Bij de deelname aan het Weldadig Zeemans Fonds per 20 juni 1854 was hij ongehuwd, maar hij trouwde later met Jetske Gerrits Mulder, geboren te Capelle aan de IJssel op 03 oktober 1832. Toegevoegd is: “den 11 April 1856 Voor de Voortde deelne bedankt”003.
Cornelis Cornelisz Ruige werd geboren op 27 juni 1821 te Terschelling als zoon van Cornelis Iemkes Ruige en Klaaske Cornelis Cupido.
Hij huwde voor de eerste maal op 30 december 1846 met Geertje Zorgdrager, geboren te Terschelling op 01 juli 1825 als dochter van Cornelis Cornelis Zorgdrager (landbouwer) en Antje Jacobs Wagenaar en overleden te Lies (Terschelling) op 27 december 1847.
Na haar overlijden huwde Cornelis Ruige voor de tweede maal op 11 april 1856 te Alblasserdam met Jetske Mulder, geboren op 03 oktober 1833 te Terschelling als dochter van Gerrit Jans Mulder (zeeman) en Trijntje Wigles Swart en aldaar overleden op 03 oktober 1914.
Cornelis overleed op 18 maart 1884 te Bridgetown op Barbados in een particulier ziekenhuisje en werd aldaar begraven op 19 maart 1884
Cornelis Cornelisz. Ruijg, koopvaardijkapitein, geboren te Terschelling rond 1822, wonende aldaar, zoon van Cornelis Jemkes Euijg en Klaaske Cornelis Cupido062.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.C.Ruige werd met vlagnummer 866 per 10 februari 1852 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.E.Swart. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Maria". Toegevoegd is "bedankt".002. Ten tijde van de inschrijving was Ruige 30 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 februari 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Cornelis Ruige, oud 30 jaar, voerend de schonerkof “Maria”, wonend te Terschelling, op voordracht van kapitein kapitein G.E.Swart.023.
C.C.Ruige was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1852 t/m (minstens) 1871 (wellicht 1884) met de vlagnummers 866 (1852 t/m 1854) en 472 (1854 t/m minstens 1871)
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
866 1852-1853 sch.kof Maria geen opgave
472 1854-1856 bark Stad Leyden Craandijk & Dercksen
1857-1866 fregat Hollandia idem
1867-1871 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.C.Ruige als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1854 van de bark/galjoot “Maria”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 140 ton o.m., varend voor P.H.Kraandijk Jr te Amsterdam;
* 1855 t/m 1857 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam door scheepsbouwmeester P.Kater, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1859 t/m 1867 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1877 t/m 1880 van de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor Craandijk & Derckesen te Amsterdam. Het schip werd in 1880 te Macassar afgekeurd en verkocht;
* 1881 t/m 1884 van de bark “Clara” ex Springbok, gebouwd in 1862 te Sunderland, 293 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Terschelling. Het schip voer in 1885 voor J.J.v/d Berg te ’s Gravenhage en was herdoopt in “Cornelis”.
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
C.Ruige Hollandia 29 juni 1860 12 mei 1862
Hollandia 29 oktoberr 1862 niet vermeld
Hollandia 08 december 1864 29 maart 1867
Cornelis Cornelisz Ruige was kapitein op de volgende schepen:
"1853-1854 op de schoenerkof "Maria" gebouwd in 1837, 140 ton, reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Het bevel over dit kofschip nam hij in 1853 over van kaptein C.C.Rotgans, eveneens Terschellinger van geboorte. De "Maria" is in 1856 op reis van Amsterdam naar Dantzig op de Noordzee vergaan. Het volk werd gered (Kapitein was H.Meyer).
1854-1857 op de "Stad Leyden", een fregat, groot 230 last (436 ton), gebouwd in 1854 op de werf J.de Kater (of J.J. Kater Pz) te Monnikendam, reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Kapitein Ruige haalde dit schip nieuw van de werf. ...
1858-1867 op de "Hollandia", een driemast clipperfregat van 459 ton, waarvan in 1857 de kiel werd gelegd op de werf van J.de Kater te Monnikendam. Ook dit schip was van de reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. In 1876 werd de "Hollandia" na averij aan de Kaap afgekeurd en verkocht.
1877-1880 Op de "Vesta", een bark, groot 231 last (437 ton), gebouwd in 1855 te Alblasserdam door de werf van C.Smit. In 1876 werd deze bark door de Amsterdamse reders Craandijk & Dercksen aangekocht van de reder T.Schol, eveneens te Amsterdam. De "Vesta" werd in 1880 te Maccassar afgekeurd ...(zie ook bij C.A.Bakker).
1881-1884 op de "Clara", ex "Springbok", een bark van 293 ton, gebouwd in 1862 en door kapitein Ruige in 1880 te Liverpool aangekocht. In 1885 ... verkocht aan de reder J.J.van der Berg en hernoemd "Cornelis". (Kapitein Poldervaart.) ..10-p.60/64
Overige bijzonderheden
Nadat kapitein Ruige in 1867 het bevel over de "Hollandia" aan zijn opvolger, kapitein G.G.J.Westerveld, had overgedragen, vestigde hij zich op zijn geboorte-eiland Terschelling. Voordien was hij tijdelijk woonachtig geweest in Alblasserdam. Deze verplaatsing naar het eiland was kennelijk als blijvend bedoeld, maar het lot zou anders beslissen. In de periode, dat hij op Terschelling woonde, bekleedde kapitein Ruige verschillende openbare functies, waarvan zijn lidmaatschap van de gemeenteraad de belangrijkste was. Als raadslid ijverde hij sterk voor verbetering van het zeevaartkundig onderwijs en daarmee in verband staande voor de bouw van een zeevaartschool. In de raadsvergadering van 19 november 1871 vraagt Ruige om, in navolging van het buureiland Vlieland, ook op Terschelling zo spoedig mogelijk te zorgen voor een dergelijk instituut. Reeds in 1872 wordt er een commissie gevormd, die tot taak heeft de mogelijkheden om tot de bouw van een zeevaartschool te komen, nader uit te werken. Klaarblijkelijk loopt alles vrij vlot, want op 1 januari 1875 wordt de school geopend, waaraan Ruige ook enige tijd leraar zal zijn. In dat jaar zien we de heer Ruige nog benoemd als lid van de schoolcommissie. een toeziend orgaan van het zeevaartkundig onderwijs. Van 1869-1876 was kapitein Ruige lid van de plaatselijke commissie van het reddingswezen. Als kapitein Ruige in deze periode, door lenen aan een onbetrouwbare vriend, veel van zijn spaarpenningen verliest, is hij genoodzaakt in 1877 weer bij zijn vroegere rederij, de reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam, te monsteren. Hij krjgt dan het bevel over de bark "Vesta" en voert dit schip tot 1880. In dat jaar koopt hij in Liverpool de bark "Springbok" en noemt het schip "Clara", naar zijn oudste dochter. De "Clara" krijgt Terschelling als thuishaven. Als kapitein-reder maakt hij met de "Clara" reizen naar Spanje, Afrika, Zuid-Amerika en Ned.West-Indië. In het begin van het jaar 1884 vertrekt kapitein Ruige van Amsterdam voor een reis naar Suriname. Zijn veertienjarige dochter smeekt hem dan de reis te mogen meevaren, wetende dat haar vader ziek is. Haar moeder geeft haar geen toestemming. In de "West" verergert de ziekte van kapitein Ruige en hij is genoodzaakt op Barbados zijn schip te verlaten. In Bridgetown wordt hij in een particulier ziekenhuisje opgenomen en verpleegd. Het mag niet baten. Op 18 maart 1884 sterft kapitein Ruige en de daaropvolgende dag wordt hij te Bridgetown begraven. Zij schip, de "Clara", wordt in december 1885 door zijn eerste stuurman thuisgevaren en ... verkocht aan de reder J.J.van der Berg, die het schip herdoopt in "Cornelis". In 1893 wordt het schip ... te Monster gesloopt010-p.60/64.
Het artikel in “Terschelling buitengaats” van Dekker & Rogge, 1972, bevat een foto van Cornelis Cornelisz Ruige.
(zie ook: "Het zeevaartkundig onderwijs op Terschelling" door P.van Leunen in Cornelis Douwe nr.17 juni/juli 1966 pp.328-337.
Van 1859-1871 had Terschelling één rederij nl. W.W.Rotgans en J.G.Rotgans. Van 1872-1881 was Terschelling "rederloos", maar van 1881-1884 zien we kapitein C.C.Ruige als reder met zijn schip, de bark "Clara", ex "Springbok", 293 ton, gebouwd in 1862, aangekocht in Liverpool010-p.14.
Datum vanaf: |
1854 |
Kapitein: |
Ruige, Cornelis Cornelisz |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
472 |
Overige informatie: |
* Terschelling, 21 juni 1821, † Bridgetown (Barbados), 18 maart 1884 |
Familiegegevens en opleiding
N.J. van den Worm leefde van 1829 tot 1893.
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 2924. Het graf is eigendom en beschermd.117.
Nicolaas van den Worm werd later burgemeester van Schiermonnikoog
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
N.J.van der Worm werd met vlagnummer 671 per 29 april 1856 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemandhoop op voordracht van kapitein C.C.Ruige002.
In de Algemene Vergaderingen van 22/29 april 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Nicolaas Johannes van den Worm, oud 26 jaar, voerend een in aanbouw zijnd schip (waarvan de naam niet is vermeld), voor rekening van Craandijk & Dercksen, op voordracht van kapitein C.C.Ruige.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1862 wordt een brief gemeld van N.J. van den Worm “berigtende dat hij zijne contributie in den loop dezes jaars zal afdoen en honorair lid wil worden.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
671 1856 geen vermelding van schip en boekhouder
1857-1859 bark Stad Leyden Craandijk & Dercksen
1860-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.N. v/d Vorm (moet zijn N.J. van der Worm) als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1859 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam.
Afbeelding van de “Stad Leyden”, kapt. N.J. van den Worm staat op p. 47 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1857 |
Kapitein: |
Worm, Nicolaas Johannes van den |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
671 |
Overige informatie: |
*1829, †Schiermonnikoog (?), 1893 |
Familiegegevens en opleiding
Zie ook hierna bij Overige bijzonderheden.
Arij Dekker werd op 31 augustus 1844 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004-533/2057. Hij werd geboren te Amsterdam op 13 januari 1832 als zoon van Alexander Dekker, winkelier, wonende op het Rapenburg 4, en Anna Matto. In een drie-maandelijkse rapportage van 1845-1847 zijn de vorderingen bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, "schoolonderwijs" (nederlands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts:
"9 maart 1847 aangenomen tot lidmaat der Ned.Hervormde Gemeente door Do Weyland
26 maart 1847 geplaatst als jongen op het schip Triton capt.Oly naar Batavia voor Amst. Gagie ¦8,-
24 maart 1848 terug van de reis met goede attest
6 mei 1848 geplaatst als ligtmatroos op het schip Triton Capt. Oly naar Batavia voor Amsterd. Gagie ¦12,-
31 maart 1849 terug van de reis met goed attest
5 april 1849 eervol ontslagen".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Dekker werd met vlagnummer 758 effectief lid van Zeemanshoop per 17 mei 1859 op voorspraak van F.H.Gorter. Zijn schip was de "Alexander"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 mei 1859 is vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Alexander Dekker, oud 36 jaar, voerend de bark “Alexander”, voor rekening van J.Holtzappel te Apeldoorn, op voordracht van kapitein F.H.Groote.023. (de notulist heeft vermoedelijk de vóórnaam en de naam van het schip verward.)
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1869 staat het verzoek om de reglementaire uitkering van de wed. A.Dekker geb. Mulder welke haar in de vergadering van 28 januari 1868 werd toegekend met ingang van 01 december 1868 voor haar en 2 kinderen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 februari 1869 staat vermeldt dat per 01 december 1868 een uitkering in de 1e klasse afd. A. is toegekend aan de wed. kapitein A.Dekker geb E.G.Mulder voor haar en 3 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
758 1859-1863 bark Alexander J.Holtzapfel te Apeldoorn
1864 geen opgave van schip en boekhouder
1865 bark Vertrouwen J.Holtzapfel te Apeldoorn
1866-1868 bark Vertrouwen W.Bakker Bz
1868 "overleden"
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.Dekker Alexander 24 november 1860 16 november 1861
Alexander 28 april 1862 geen melding
Vertrouwen 05 november 1865 14 januari 1868(?)
Bouma025 vermeldt A.Dekker als gezagvoerder gedurende:
* 1860 van de bark “Alexander” ex Constantia & Elisabeth, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 422 ton o.m., varend voor J.Holtzapfel te Apeldoorn;
* 1861 t/m 1863 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder, maar die was nu gevestigd te Amsterdam. Het schip werd in 1863 afgekeurd in Ned. Oost-Indië;
* 1866 t/m 1868 van de bark “Vertrouwen” ex Kiandra, ex Drie Vrienden, gebouwd in 1853 te Zierikzee, 682 ton o.m., varend voor W.Bakker Bz te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Alexander (sic) werd geboren op 02 november 1823 te Nieuwer-Amstel.
Hij huwde op 02 juni 1853 met Elisabeth Mulder, geboren op 06 oktober 1830 te Terschelling en overleden op 27 maart 1893 te Amsterdam.
Kapitein Dekker overleed te Terschelling op 30 november 1868.
Het artikel noemt Dekker lid van Zeemanshoop te Amsterdam met vlagnummer 158 - moet zijn 758!.
Hij voer als stuurman tot 1859 op de "Juffer Gerrits", een schoener, gebouwd in 1840. Als kapitein voerde hij de volgende schepen:
"1859-1860 "Stad Leyden", een fregat, gebouwd in 1854 door J.de Kater te Monnikendam, 230 last (436 ton), rederij Craandijk & Dercksen te Amsterdam. In 1883 hernoemd "Harlingen", reder Hubert Jans & Co te Harlingen en als bark getuigd ... in 1893 uit de hand voor sloop verkocht aan J.Alta te Harlingen.
1860-1865 "Alexander", barkschip, gebouwd in 1854 als "Constantia en Elisabeth", 223 last (422 ton). Van 1860 voor de reder J.Holtzapfel te Apeldoorn, 1863-1865 voor de reders Paine & Stricker te Batavia. In 1865 werd het schip in Nederlands Oost-Indië afgekeurd ...
1866-1868 "Vertrouwen", bark, gebouwd in 1852, 370 last. Het schip werd in 1865 gekocht door reder W.Bakker te Amsterdam van de reders P.Landberg & Zn en G.van Hulsteyn te Batavia. Het schip, toen genaamd "Josephine" was de ex-"Drie Vrienden" en ex-"Kiandra". ... In 1871 volgde de verkoop naar Batavia ..."010-p.69/70.
Vanwege de verschillen in vóórnaam en de verschillen in geboortedatum en -plaats zou het om twee verschillende personen kunnen gaan
Familiegegevens en opleiding
Jan Caspar van de Poll werd geboren op 15 maart 1829 te Purmerend als zoon van Evert Willem van de Poll, koopman, en Rebecca Benit.
Hij trouwde op 15 februari 1855 te Buiksloot als stuurman met Klaasje Gorter, geboren 13 juli 1833 te Amsterdam als dochter van Cornelis Nannes Gorter, koopvaardijkapitein, en Baukje Jobs Gorter. Bij het huwelijk was de moeder van de bruid overleden. Klaasje overleed tye Amsterdam op 16 februari 1922 als weduwe op de leeftijd van weduwe.
Van Jan Caspar van de Poll heb ik in de 10-jarentafels van Amsterdam t/m 1932 geen overlijden kunnen terugvinden.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.van de Poll werd met vlagnummer 664 effectief lid van Zeemanshoop per 19 februari 1856 op voorspraak van C.C.Ruige. Zijn schip was de "Postillon". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 februari 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Jan Casper van de Poll, oud 27 jaar, voerend de bark “Postillon”, voor rekening van Craandijk & Dercksen, wonend te Buiksloot, op voordracht van kapitein C.C.Ruige.023.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen dd 17/24 april 1866 staat vermeld dat als honorair lid werd voorgedragen/benoemd J.C. van de Poll, scheepsgezagvoerder, wonend op de Haarlemmerdijk te Amsterdam, op voordracht van B.J.F.Dercksen.023. (ik heb geen afmelding als effectief lid aangetroffen en het is dus zeer wel mogelijk dat het om een andere J.C. van de Poll gaat.)
J.C. van de Poll was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1856 t/m 1866 met als vlagnummer 664.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 05 juni 1862 van Zeemanshoop wordt gevraagd “om kapitein J.C. van de Poll “die moeilijkheden maakt om zijne Storting te betalen en bereids geïnsinueerd is bij verdere nalatigheid te mogen vervolgen in regten.”Dit verzoek wordt toegestaan. In de vergadering van 26 juni 1862 staat “dat kapitein J.C. van de Poll zonder verdere procedures heeft betaald.” De Bestuursprocedure wordt afgebroken.042
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
664 1856-1859 bark Postillon Craandijk & Dercksen
1860-1861 fregat Stad Leyden idem
J.C.van de Poll was van 1856-1861 kapitein op de houten bark “Postillon”, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton, varend voor Craandijk & Derksen te Amsterdam052.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
J.C. van de Poll Postiljon 25 deptember 1857 geen vermelding
Stad Leyden 20 november 1860 19 mei 1862
Stad Leyden 02 oktober 1866 04 februari 1867
Bouma025 vermeldt J.C. v/d Poll als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1860 van de bark “Postiljon”, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1861 t/m 1870 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In Pronker-52 komt een kopie voor van : “Reizen van Australië naar Java” van het Koninklijk Nederlandsch Metereologisch Instituut, 1872 waarin de mening van kapitein van de Poll, gezagvoerder van de “Postillon” omtrent de vaarroute van de Australische Oostkust naar Java via de Torres Straat of via Kaap Leeuwin en Straat Soenda. Van de Poll schetst de gevaren van beide routes. De route via Torres Straat wordt o.h.a. als gevaarlijk beschreven vanwege de vele klippen, maar van de Poll waarschuwt voor de frekwent voorkomende stormen via Kaap Leeuwin. Hij raadt aan om, als men met beide routes niet bekend is, toch die door Torres Straat te kiezen.052.
J.C.van de Poll verzorgde per 02 januari 1864 vanuit Nieuwediep met de “Stad Leijden” een transport van 2 landmachtofficieren en 1 soldaat. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1864 na een reis van 107 dagen.
Op 08 december 1867 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Stad Leyden” en 3 landmachtofficieren naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 11 maart 1868 na een reis van 94 dagen065.
Heden ontving ik de voor mij en wederzijdsche betrekkingen zoo treurige tijding, dat mijn hartelijk geliefde Echtgenoot W. Diependaal, 1ste Stuurman aan boord van de Stad Leyden, kapt. J.C. van de Poll, op den 25sten Mei Jl., in den ouderdom van ruim 30 Jaren, bij Soerabaya overleden is. Wed. W. Diependaal, Geb Teunissen. Amsterdam, 11 Julij 1864. Wegens Buitenlandsche Betrekkingen nu eerst geplaatst.
Een knipsel in de collectie van het CBG-Den Haag
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van het bureau Veritas te weten J.C. van de Poll en L.W.van Rijn van Alkemade. Kennelijk hebben beide heren na hun actieve loopbaan als gezagvoerder werk verricht op het gebied van de keuring van schepen.
Datum vanaf: |
1860 |
Kapitein: |
Poll, Jan Casper van de |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
664 |
Overige informatie: |
*Purmerend, 15 maart 1829 |
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Wilhelm Hissink, Hervormd-Waalse Gemeente, 144 duim lang, werd ingeschreven als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 27 augustus 1853, Hij werd geboren te Zutphen op 24 oktober 1839 als zoon van Louis Armand Hissink, onderwijzer te Zutphen en Alida Cornelia Snellebrand. De vorderingen van de leerling werden bijgehouden in 3-maandelijkse rapporten in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts werden de volgende opmerkingen gemaakt:
04 augustus 1854 "bekomt den 1sten Prijs in de 1ste of laagste Classe Zeevaartkunde zijnde Badon Ghyben Beginselen der Meetkunde".
28 februari 1855 "bekomt een Certificaat wegens voortdurend gehouden uitmuntend gedrag, omdat hem bij de loting onder de vier daartoe aangewezen jongelingen het Horologie uit het fonds L.Zegers Veeckens niet heeft mogen te beurt vallen".
03 augustus 1855 "bekomt den 1sten Prijs in de 2de of middelste classe Zeevaartkunde, zijnde Kaiser Sterrenhemel 1e deel en Ontdekking der Planeten".
31 oktober 1855 "geplaatst als Jongen op het schip Marinus Willem Capt.van Duyn (is P.van Duyn) naar Bengalen voor Zierikzee. Gagie ¦8,-".
01 augustus 1856 "bekomt den hoogsten Prijs in de 3de of hoogste classe Zeevaartkunde zijnde de Octant (Kinsbergen)".
18 maart 1857 "terug van de reis met goed attest".
05 mei 1857 "gepl. als ligtm. op 't Schip Elisabeth Antoinette Capt. Besier naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦12,--."
20 maart 1858 "terug van de reis met goed attest
24 maart 1858 "eervol ontslagen"004(533/2308).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.W.Hissink (adres Gebr. Goedkoop) werd met nr 888 effectief lid van Zeemanshoop per 14 juli 1874. Degene die hem voorstelde als effectief lid is niet vermeld. Zijn schip was de "Urania". Is overgeschreven uit het honoraire lidmaatschap002.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 augustus 1874 staat vermeld een: “Missive van de Heeren Gebr. Goedkoop verzoekende kapitein C.W.Hissink voerende het clipperschip Urania over te schrijven op Effectief Lid aan welk verzoek is voldaan, zullende genoemde Kapitein voeren de Nummervlag No 888.”023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1874 staat een verzoek van kapitein C.W.Hissink om zijn honoraire lidmaatschap te mogen omzetten in een effectief lidmaatschap voor de vlag. Dit wordt toegestaan.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
888 1874 fregat Urania Gebr.Goedkoop
1875-1877 geen opgave van schip en boekhouder
1878-1881 bark Y-hoek P.Haverkamp
1882-1888 geen opgave van schip en boekhouder
C.W.Hissink was in 1876-1882 kapitein van de houten bark “IJhoek”(ex-Staatsraad van Ewijck), gebouwd in 1856 als fregat door P.Haverkamp te Amsterdam, 749/636 ton, varend voor P.Haverkamp te Amsterdam025 en 052.
Bouma025 vermeldt C.W.Hissink als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1873 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1874 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1875 van het fregat “Urania”, ex Socotra, gebouwd in 1874 te St.John, 1410 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam;
* 1878 t/m 1882 van de bark “IJ-hoek”, ex Staatsraad Comm. van Ewijck, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 749 ton o.m., varend voor P.Haverkamp te Amsterdam. Het schip werd in 1882 verkocht naar Noorwegen als “Amsterdam”.
Overige bijzonderheden
In 1878-1880 maakte Jan Pronker (de broer van kapitein Teunis Pronker) als 2de stuurman twee reizen op de bark “IJhoek” onder kapitein C.W.Hissink, beide naar Indië052.
C.W.Hissink vertrok op 26 december 1870 van Nieuwediep met de “Stad Leijden” en 1 landmachtofficier naar Indië. De aankomstdatum is niet vermeld065.
Datum vanaf: |
1870 |
Kapitein: |
Hissink, Cornelis Wilhelm |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
888 |
Overige informatie: |
*Zutphen, 24 oktober 1839 |
Familiegegevens en opleiding
Een Pieter Huisman werd geboren te Ballum op 12 april 1829 als zoon van Wiebe Johannes Huisman en Knierke Gerrits.
Hij trouwde op 04 oktober 1855 te Ballum met Aukje Botes Bakker, geboren te Ballum op 17 september 1833 als dochter van Bote Cornelis Bakker en Hikke Janzeen Bakker. Zij overleed op Ameland op 29 september 1904 als weduwe
Pieter overleed op Ameland op 09 augustus 1896, gehuwd.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P.Huisman als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1865 van de sch.brik “Equator”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 128 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1866 t/m 1872 van de bark “Sperwer”, gebouwd in 1856 te Monnikendam, 264 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Het schip is in 1872 verongelukt;
* 1874 t/m 1883 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Het schip werd op 02 april 1883 geveild en gekocht door Hubert Jans & Co te Harlingen voor f 10.800,. Deze herdoopte het schip in “Harlingen”. Het schip werd in 1874 getuigd als bark.
Op 02 april 1883 werd het schip te Amsterdam geveild voor f 10.800, - en gekocht door Hubert Jans
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Fluchmacher werd geboren te Harlingen op 08 februari 1835 als zoon van de varensgezel Ludwig Benjamin Fluchmacher en Grietje van Deulen.
Jan trouwde op 24 november 1864 te Harlingen met Jeltje Boterweg, geboren te Harlingen op 04 deceember 1834 als dochter van de koopman Coenraad Boterweg en Antje Jans Zwanenburg. Geen overlijdensgegevens gevonden van Jeltje.
Jan hertrouwde op 16 maart 1899 te Amsterdam als kantoorbediende met Coirnelia Forcke, gboren te Den Helder ca. 1863 als dochter van Hermanus Forcke en Helena Bakker. Cornelia overleed op 13 februari 1905 te Bloemendaal , 42 jaar.
Jan overleed op 15 juli 1919 te Amsterdam, 84 jaar, weduwnaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Fluchmacher werd per 21 februari 1868 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Remelia Geertruida". De contributie werd voldaan door zijn vrouw Jeltje Boterweg, geboren 04 december 1834. Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse in 1875029-fol.038.
J.Fluchmacher werd per januari 1875 met vlagnummer 76 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Drie Gezusters", boekhouders Hubert Jans & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Jeltje Boterweg, geboren 04 december 1834028-fol.140.
Hij was lid eerste klasse van het College in de periode 1851 t/m 1862034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H76 1874-1877 kof Drie Gezusters Hubert Jans & Co, Harlingen
1877-1881 bark Harlingen (ex James M.Churchill) Hubert Jans & Co, Harlingen
gestrand bij Öland
1883-1898 bark Harlingen (ex Stad Leyden) Hubert Jans & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt J.Fluchmacher als gezagvoerder gedurende:
* 1875 t/m 1878 van de kof “Drie Gezusters”, gebouwd in 1827 te Harlingen, 152 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;
* 1879 t/m 1882 van de bark “Harlingen” ex James M. Churchill, gebouwd in 1855 te Frankfurt Maine, 475 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip is gestrand bij Øland;
* 1884 t/m 1893 van de bark “Harlingen” ex Stad Leyden, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 372 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip werd op 22 maart 1893 geveild voor f 3900,- doch opgehouden en later uit de hand verkocht aan J.Alta & Zn te Harlingen om gesloopt te worden.
Overige bijzonderheden
Uit Handelsblad 6 november 1882:
"Harlingen 5 november 1882. Volgens particulier telegram is het barkschip "HARLINGEN", kapitein Fluchmacher, van Sundsvall herwaarts met eene lading op Aeland gestrand en vol water geloopen. Sleepboten zijn van Calmar ter assistentie ontboden"038.
Uit Handelsblad 13 november 1882:
"Harlingen 13 november 1882 Volgens particulier bericht is een accoord getroffen om het op Aeland gestrande Nederlandsche schip "HARLINGEN", kapitein Fluchmacher van Sundsvall herwaarts af en binnen te brengen tegen 45 pct, of indien afbrengen onmogelijk blijkt te zijn om de lading, tuig en inventaris te bergen tegen 50 pct., beide over de waarde van schip en lading. Eene poging tot lenspompen en afbrenging is mislukt, de equipage vertrekt herwaarts"038.
Harlinger Courant dd 05 december 1874, Scheepstijdingen.
Binnengekomen:
“Harlingen 3 Dec. 3 Gezusters, Fluchmacher, Sundsvall.
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
Harlingen 04 Maart Harlingen, H,Fluchmacher, Burnt-Island.”
In het Hannemahuis te Harlingen is aanwezig een portret door E.G.Schuur(?) van de 3/m bark `Harlingen` onder gezag van kapitein J.Fluchmacher. Het vlagnummer H76 is zichtbaar.
Foto gemaakt juni 2009
Jaarboek 2000 van het Fries Scheepvaart Museum en Oudheidkamer, p.25
In 2000 kwam het Museum door aankoop in bezit van “een op koper geschilderde afbeelding van het kofschip Drie Gezusters … Het scheepsportret (76 cm, hoog en 96 cm. breed) uit 1858 van het in 1828 gebouwde schip werd vervaardigd door een anoniem schilder. Het schip van 81 lasten was toen eigendom van de Harlinger rederij Hubert Jans. Het voer onder kapitein Roelf Bronnes Mulder (Nieuwe Pekela 1929 - 1859), die onder kapiteinsvlag nr. 69 bij het zeemanscollege Voorzorg in zijn woonplaats was ingeschreven. Onder nr. 3 van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg heeft de Drie Gezusters ook nog gevaren (betreft kapitein H.H.Boswijk - Parma034). De rederij verkocht het schip in 1882 toen het als lichter bij Terschelling in gebruik werd genomen.” (het heeft ook met nr. 69 van Zeemansvoorzorg gevaren onder kapitein J.Fluchmacher - Parma034)
Datum vanaf: |
1883 |
Kapitein: |
Fluchmacher, Jan |
College: |
Zeemans-Voorzorg, Harlingen |
Vlagnummer: |
76 |
Overige informatie: |
*8 februari 1835 te Harlingen, †15 juli 1919 te Amsterdam |
|