Familiegegevens en opleiding
Jan Ingerman werd gedoopt te Amsterdam op 09 april 1786 als zoon van Hans Ingerman en Elisabeth (Bartje) Teunisse.
Hij trouwde te Amsterdam op 25 juli 1813 met Maria Andriessen, geboren/gedoopt te Amsterdam op 13/15 november 1792 als dochter van aanvankelijk schuitevoerder en later kapitein Christiaan Andriessen (Chrestian Andresen) en Maria Elisabeth Simons. Zij overleed op 08 oktober 1792 te Amsterdam
Bij het huwelijk werd een verklaring overgelegd over de afwezigheid van de vader, Hans Ingerman. Deze was stuurman/kapitein van het schip “Vreede en Vrijheid” dat op 15 november 1786 uit Batavia vertrok en men man en muis is vergaan. (Jan heeft dus zijn vader nooit gekend)I
Uit het huwelijk werden 10 kinderen geboren, waaronde de latere gezagvoerder Cornelis Ingerman (zie aldaar)
Jan overleed te Nigtevecht op 25 maart 1851, 64 jaar
Ontleend aan Parenteel Ingerman via “familie Ingerman”, Google
Een huidige nazaat in de directe lijn (2008) is Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg
Bij het overlijden van Jan Ingerman werd als woonplaats opgegegeven Nigtevegt.118.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Ingerman werd met vlagnummer nr. 89 effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Verdere gegevens in het Inschrijfregister ontbreken002.
In de Algemene Vergadering van het college op 16 november 1824 werd Jan Ingermann, oud 35 jaar, wonende op het Rokin over het Rotterdamsche Veer, met vlagnummer 89 aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein Dirk Boes Luitjens023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 september 1829003.
J.Ingerman was van 1835-1842 bestuurslid van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop019.
J.Ingerman was in de periode 01 mei 1835 t/m 24 november 1837 met vlagnummer 40 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Het Amsterdamse college Zeemanshoop kreeg veel publiciteit door “de doeltreffende hulp, die de leden verleenden bij de overstroming van Waterland in 1825. Met kleine boten redden zij ondanks de orkaan vele slachtoffers van de ramp, waaronde zich in het bijzonder de kapiteins Ingeman (niet Ingerman, maar ik neem aan dat het hier om dezelfde persoon gaat) onderscheidden”019.
De Tevredensbetuiging van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met het optreden tijdes de watersnood is nog steeds (2008) in bezit van Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B7W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 augustus 1842 bericht J.Ingerman van de buitenvaart te zijn overgegaan op de sleepboot “Prins Frederik der Nederlanden” en verzoekt “te worden gerangschikt onder degenen, die op Stoombooten binnengaats varen.” Het Bestuur gaat accoord.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1848 staat een verzoek van kapitein J.Ingerman om een uitkering uit het Weldadig Zeemans Fonds “uit hoofde van voortdurende ongesteldheid”. Deze wordt in de vergadering van 30 november 1848 toegekend voor 1 jaar.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de wed.van kapitein J.Ingerman ingaande 01 mei 1851.042
In de Algemene Vergadering van 03 april 1827 van het college Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een brief van J.Ingerman “berigtende de door zijnEd waargenomen deugzaamheden en voordeel van het patent touwwerk …” 023 Dit bericht staat ook in de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1827.042.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023
In de notulen dd. 13 september 1842 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop wordt een brief behandeld van J.Ingerman “berigtende van de vaart ter Zee te zijn overgegaan tot die op de sleepboot Prins Frederik der Nederlanden en verzoekende, desniettemin deelnemer in het fonds te mogen blijven, welk verzoek, de secretaris communiceert, dat aan hem is toegestaan.”023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 15 juli 1850 wordt een uitkering verstrekt aan de weduwe van kapitein J.Ingerman.023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege dd 1834-1835 staat de entreestorting ad f 15,- per maart 1835 van kapitein J. Ingerman. 064b
In de notulen dd 24 november 1837 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat vermeld dat kapitein Ingerman wegens wanbetaling wordt geroyeerd.064a
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.Ingerman als gezagvoerder064:
* 1837 Wel de kapiteinsnaam genoemd bij vlag 40 maar geen vermelding van een schip.
lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
89 1825-1829 fregat Vr.Katharina Elisabeth A.L.van Harpen & Zn
1830-1834 fregat de Gezusters idem
1835 fregat Jacob Cats geen opgave
49 1836 geen opgave van schip en boekhouder
1837-1838 bark Maria Gebr.Hendricks & Co
1839-1840 fregat Straat Baly idem
1841-1842 geen opgave van schip en boekhouder
1843-1848 fregat Claudius Civilis A.L.van Harpen & Co
1849-1850 geen opgave van schip en boekhouder
In 1824 was J.Ingerman gezagvoerder op het Amsterdamse fregat "Catharina Elisabeth" (170 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren A.L.van Harpen & Zn 012.
Bouma025 vermeldt J.Ingerman als gezagvoerder gedurende:
* 1817 t/m 1830 op het 3/m schip “Vrouw Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1810, 323 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
* 1824 t/m 1826 van het fregat “Catharina Elisabeth”, bouwjaar onbekend, maar gebouwd in Amerika, 316 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
er is hier sprake van verwarring met de vorige opgave.
* 1831 t/m 1835 op het 3/m schip de “Gezusters”, gebouwd in 1802 te Bremen, 320 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen te Amsterdam.
Het schip voer in 1835 voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Klazina Adriana”086
* 1836 t/m 1837 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1838 t/m 1839 op de bark “Maria”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1840 t/m 1841 op het 3/m schip “Straat Baly”, gebouwd in 1839 te Krimpen aan de IJssel, 736 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1844 t/m 1849 op het 3/m schip de “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L. van Harpen & Zn te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam (inventarisnummer 38) zijn een serie monsterollen op naam van gezagvoerder Jan Ingerman en wel van de volgende schepen:
“Drie Vrienden” 21 augustus 1815; 28 november 1816
“Vrouwe Catharina Elisabeth” 05 november; 01 december 1818; 08 november 1819; 18 april 1821; 11 juli 1823; 08 november 1825.
“Gezusters” 21 juni 1827; 07 januari 1829; 06 oktober 1830; 21 mei 1832; 26 november 1833
“Maria” 20 maart 1837; 21 juli 1838.
De documenten zelf heb ik niet verder ingezien.
Overige bijzonderheden
Op 22 april 1835 werd Adolf Frederik Giesse vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Jacob Cats" van kapitein Ingerman voor een reis van Dordrecht naar Batavia. Giesse keerde op school terug op 19 juni 1836004/532-1734.
Op 19 april 1821 werd Cornelis Schoewert vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Catharina Elisabeth” onder gezag van kapitein Ingerman voor een reis naar Batavia. Hij keerde op school terug op 22 maart 1823004/531-1358.
J.Ingerman verzorgde per 30 juni 1835 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacob Cats” een troepentransport van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 oktober 1835 na 195 dagen065*.
Van Sluijs013 vermeldt de aankomst op 23 juni 1816 te Texel komend van St.Domingo de 2-deks brik “Drie Vrienden”, onder kapitein Johs. Ingerman (ik heb geen zekerheid dat Jan en Johan Ingerman dezelfde persoon zijn).
Van Sluijs013 vermeldt een bericht in de Amsterd. Courant van november 1816 dat te Amsterdam in lading ligt voor St.Thomas het 2-deks barkschip “Hendrina” onder kapitein Jan Ingerman. In dezelfde courant van 17 november 1817 staat het bericht dat dit schip te Amsterdam in veiling is gebracht, kapitein J.Ingerman.
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.Ingerman:
1ste reis Juni 1835 naar Batavia en weer teru in mei 1836
2de reis Juli 1836 naar Batavis en weer terug in mei 1837.
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
Ik schreef aan Bouma het volgende commentaar:
p.194 Betreft ”Catharina Elisabeth”, bouwjaar niet gegeven, 316 ton. Mijn opmerkingen betreffen kapitein J(an) Ingerman. Bij voormeld schip staat hij als kapitein van 1824 t/m 1826, varend voor van Harpen te Amsterdam. Op p. 1088 staat dezelfde kapitein als gezagvoerder van 1817 t/m 1830 van het fregat “Vrouw Catharina Elisabeth, eveneens varend voor van Harpen. In de achieven van Zeemanshoop staat Jan Ingerman (vlagnummer 89) van 1825 t/m 1829 als gezagvoerder van het fregat “Vrouw Katharina Elisabeth”, varend voor van Harpen. Volgens het Comportementboek van de Amsterdamse Zeevaartschool werd op 19 april 1821 Cornelis Schoewert als ligtmatroos geplaatst op het fregat “Catharina Elisabeth” onder kapitein J.Ingerman en keer terug op 22 maart 1823. In de “Nederlandse Hermes” Jg. 3, deel 8 (pp 66-70) staat J.Ingerman in 1824 als gezagvoerder van het fregat “Catharina Elisabeth”.
Het lijkt me onwaarschijnlijk dat van Harpen twee fregatten heeft gereed met de namen “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. Voorts heb ik geen aanwijzing dat er twee personen J.Ingerman zijn geweest.
Ik kan een overeenkomstig commentaar leveren op de opgaven van kapitein Bos Lutjens als gezagvoerder van de “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. In de archieven van Zeemanshoop staat D(irk) Boes Lutjens (vlagnummer 36) van 1830 t/m 1833 als gezagvoerder van de “Vrouw Catharina Elisabeth”, wederom varend voor van Harpen te Amsterdam.
Ergo: er is hier sprake van verwarring, die ik overigens niet kan oplossen. Dus ik laat het bij een signalering.
In monsterrol nr. 736 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd. 11 mei 1835 is Jan Ingerman, oud 49 jaar uit Amsterdam, gezagvoerder van de “Jacob Cats” en vertrekt op 30 juni 1835 met een equipage van 40 man uit Hellevoetsluis voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug in Nederland op 28 mei 1836.
Per 11 juli 1836 staat zijn aanmonstering als gezagvoerder van het fregat “Jacob Cats” voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man. 064.
Rotterdamsche Courant 08 oktober 1816114
Advertentie. C. de Grijs en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag den 14 oktober 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd DE DRIE VRIENDEN, gevoerd door kapt. Jan Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, binnen zijn huid, 23 voet, hol, in het ruim, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij C. de Grijs en Zoonen.
Rotterdamsche Courant 11 november 1817114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Seesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 17 november 1817, ‘s avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd HENDRINA, gevoerd door kaptein J. Ingerman, lang 78 voet, wijd 23 voet, hol 13 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris omschreven, en berigt bij de makelaars. (opm: zie ook RC 070218)
Rotterdamsche Courant 05 mei 1821114
Naar Batavia ligt zeilree, om uiterlijk half mei (weer en wind dienende) in zee te zeilen, het extra snelzeilend tweedeks gekoperd fregatschip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, voorzien van een ruime aangename kajuit, ingerigt met de vereiste gemakken voor passagiers; adres bij de kapitein van het schip Jan Ingerman, wonende te Amsterdam op de Haarlemmerdijk, tussen de Oranjestraat en de Eenhoornsluis, no. 255.
N.B. Met deze bodem vertrekken geen militairen.
Rotterdamsche Courant 21 juni 1821114-
Amsterdam, 19 juni. Het schip (opm: fregat) VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, den 30 mei uit Texel gezeild naar Batavia, is den 7 juni op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid.
Rotterdamsche Courant 18 december 1821114
Rotterdam, 17 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 14 december:
…Den 25 september is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip CATHARINA ELIZABETH, Ingerman, van Amsterdam; hetzelve heeft den 4 oktober de reis naar Batavia voortgezet; den 29 september het schip HERO, Pepper, van Antwerpen, en den 5 oktober het schip CORNELIA SARA, Marcussen, van Batavia.
Rotterdamsche Courant 30 maart 1822114
Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:….
Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM; te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam; van Batavia zijn vertrokken den 18 november 1821 LORD WELLINGTON, Anderson, naar Antwerpen, den 21 ROTTERDAM, Waters, naar Amsterdam; den 2 december TEXEL, Hosman, en ZELIMA, Neurenberg (opm: driemaster, thuishaven Gent, kapt. Christian J. Neurenberg), naar Antwerpen; den 9 HELVETIUS, Swift, naar Antwerpen, en den 12 DELPHINA, Boelen, naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 07 februari 1818114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, T. van Olivier, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee en W.P.D.C. Vrugt, makelaars, zullen, op maandag den 9 februari 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschips-Hol, genaamd HENDRINA, gevoerd geweest door kapt. J. Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, 23 voet, hol, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. (opm: de brik HENDRINA werd op 17 november 1817 reeds te koop aangeboden, zie RC 111117)
Alsmede een partij Scheeps-Gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, want, rondhouten, enz, liggende als bij notitie zal worden aangewezen.
Nadere onderrigting te bekomen bij de voormelde makelaars.
Rotterdamsche Courant 03 december 1822114
Amsterdam, 1 december. Den 27 juli van van Batavia naar Amsterdam vertrokken het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), kapt. J. Ingerman.
Rotterdamsche Courant 10 december 1822114
Rotterdam, 9 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 3 en 6 december:….
….Den 24 september is aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 24 december 1822114
Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:….
….Van de Kaap de Goede Hoop is den 5 oktober vertrokken het schip CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman), van Batavia naar Amsterdam.
Amsterdamsche Courant 16 oktober 1844114
Amsterdam, 15 oktober. Aangaande het schip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Ingerman, van Batavia naar herwaarts, te Mauritius met schade binnengelopen, wordt volgens brief van de kapitein in dato 28 juni gemeld, dat hij de 25 mei op 25º16’ ZB 46º36’ O.L. veel storm had doorgestaan en hevige stortzeeën had overgekregen, waardoor de fokkera gebroken doch weder gerepareerd was; de 7e juni, op de hoogte van de Kaap Relief, verhief de storm zich weder, welke verscheidene dagen aanhield en ontdekte men de 11e dito dat de boegspriet gebroken was, waardoor hij genoodzaakt was het boventuig te kappen teneinde de fokkemast te behouden, en besloot hij de Algoa Baay aan te doen. De steeds voortdurende storm, welke soms tot een orkaan over sloeg, maakte dit echter ondoenlijk en was hij genoodzaakt naar Mauritius af te houden, teneinde de geledene schade te herstellen; door de hevige stortzeeën en zwaar weder smoorde het schip en werkte zodanig, dat hij genoodzaakt werd alles tot verligting van het schip aan te wenden en onder anderen 480 balen koffij overboord te werpen, waarna hij gelukkig Mauritius bereikte.
Amasterdamsche Courant 08 november 1844114
Amsterdam, 7 november. Volgens brief van Mauritius, van de 13e augustus, was kapt. Ingerman, voerende het schip CLAUDIUS CIVILIS, gereed om de volgende dag naar Amsterdam te vertrekken.
NRC 30 augustus 1848114
- 1./40e part in het fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman, NLG 1000, in slag NLG 200. Koper G.J. Boelen.
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Jan Mulder, koopvaardijkapitein, geboren rond 1800(?), wonende te Terschelling. Hij was gehuwd met Trijntje Wigles Swart062.
Gerrit Jan Mulder werd geboren op 13 augustus 1798 te Amsterdam als zoon van Tjebbe Rommes Mulder en Jetsche Jans van der Zee.
Hij huwde op 16 mei 1827 op Terschelling met Trijntje Wigles Swart, geboren 07 juli 1808 te Terschelling als dochter van Wigle Swart en Elidabeth Winter.Zij is overleden 12 november 1886 op Terschelling als weduwe. Zij waren de ouders van de kapitein Tjebbe Mulder (zie aldaar). Ook andere zonen waren zeelieden. Dochter Jetske Mulder trouwde in 1856 te Albalsserdam met kapitein Cornelis Ruijge. De zoon Bonne Gerrits Mulder, geboren 08 juni 1844, overleed op zee in 1861. De graven van de Mulders zijn (althans in 1972) aanwezig op het kerkhof te Terschelling.
Gerrit Jan overleed te Terschelling op 04 oktober 1880.010
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Mulder werd met vlagnummer 309 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 19 januari 1830 op voordracht van K.J.Masker. Zijn schip was de "Straat Sunda". Doorgestreept en vervangen door "Batavier". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 12/19 januari 1830 werd met vlagnummer 309 voorgedragen/benoemd kapitein Gerrit Mulder, wonende te Antwerpen en met als adres F.Smelt te Amsterdam, oud 31 jaar, voerende het fregat Felicitas, op voordracht van kapitein D.Krayer023.
Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 02 juli 1938003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 oktober 1870 vraagt kapitein G.Mulder om onderstand welke hem in de vergadering van 24 november 1870 wordt toegekend ingaande 01 november 1870.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 november 1880 vraagt de wed. G.Mulder geb. Swart om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 01 november 1880 wordt toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 december 1870 staat vermeld dat per 01 november 1870 een uitkering in de 1e klasse wordt toegekend aan kapitein G.MMulder.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 januari 1881 staat dat per 01 november 1880 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. G.Mulder geb. Swart.023.
In notulen dd 01 juni 1854 van een Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat de volgende mededeling:
“De Voorzitter de vergadering geopend hebbende zegt de Secretaris dat van de Heeren P.Huidekoper, H.Rolff, S.J.Rotgans en G.Mulder is ingekomen eene missive van de 23ste der vorige maand verzoekende eene buitengewone vergadering van effectieve Leden bijeenteroepen ten einde hun ter ondersteuning aan te bieden, een request aan den Minister van Justitie, ter verkrijging van wettelijke verordeningen op de tucht aanboord van koopvaardij schepen. Hij zegt dat ten gevolge hiervan de tegenwoordige vergadering is bijeengeroepen en leest hierop het request voor. Hij herinnert hoe reeds in den jare 1841 vanwege het Bestuur van Zeemanshoop aan den Koning een verzoekschrift gelijke strekking hebbende, doch zonder gevolg was ingediend en licht vervolgens de zaak nader toe.
Al de aanwezige Leden, het gewicht der zaak beseffende, bekrachtigen het voorgelezen request met hunne naamteekening welk request nog gedurende eene week op het Bureau ter verdere onderteekening zal liggen.”
De schepen van de kapitein
lidmaatschap college "Zeemanshoop" te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
309 1830-1834 fregat Felicitas P.Oudshoorn te Amsterdam
1835 fregat Augustin P.J.Neef te Amsterdam
202 1836 fregat Augustin idem
1837-1838 bark Straat Sunda Gebr.Hendrichs & Co te Amsterdam
1839-1840 bark Christophorus Columbus idem
1841-1853 fregat Straat Balij idem
58 1854-1855 fregat Straat Balij idem
1856-1857 fregat Maria Veronica idem
1858-1879 geen vermelding van schip en boekhouder
Gerrit Jan Mulder was gezagvoerder van de volgende schepen:
1830-1835 de bark "Felicitas", 220 ton, rederij P.Oudshoorn te Amsterdam, eerder gevestigd te Antwerpen.
1836-1837 fregat "Augusta", na 1836 als bark getuigd, 124 last, rederij P.J.Neef.
1838-1839 bark "Straat Soenda", 121 last (229 ton). In 1856 herbenoemd als "Twee Alida's".
1839-1840 bark "Christophorus Columbus", 315 last. In 1853 in Straat Soenda gestrand, daarna op Onrust afgekeurd en geveild.
1841 bark "Batavier", 315 last (597 ton).
1841-1856 fregat "Straat Bali", 936 ton.010-p.29-31.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
G.Mulder Maria Veronica 22 februari 1860 22 januari 1861
Bouma025 vermeldt G. Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1831 t/m 1835 van het 3/mschip “Felicitas”, gebouwd in 1810, bouwlocatie niet vermeld, 190 ton o.m., varend voor P.Oudshoorn te Amsterdam
* 1836 t/m 1838 van het fregat “Augustin”, gebouwd in 1806, bouwlocatie niet vermeld, 230 ton o.m., varend voor P.J.Neef te Amsterdam;
* 1838 t/m 1839 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1840 t/m 1841 van de bark “Christophorus Columbus”, gebouwd in 1839 te Alblasserdam, 600 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1842 t/m 1856 op het 3/m schip “Straat Baly”, gebouwd in 1839 te Krimpen aan de IJssel, 736 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1857 t/m 1858 van de bark “Maria Veronica”, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 742 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.
Gerrit Jan Mulder was in 1838 kapitein op de bark de "Straat Sunda" met als onderstuurman de latere kapitein Tjebbe Albertus Wulp010-p.49.
Overige bijzonderheden
Foto van Gerrit Jan Mulder aanwezig in 010.
G.Mulder verzorgde per 04 augustus 1853 vanuit Nieuwediep met de “Straat Baly” een troepentransport van 2 officieren en 150 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 07 november 1853 na 95 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Jacob Sjoerdszen Schol werd geboren op Terschelling op 17 maart 1826 als zoon van Sjoerd Jacobsz Schol en Antje Johannes Stam.
Hij trouwde op 24 december 1856 op Terschelling met Grietje Anes Swaal, oud 29 jaar, geboren op Terschelling op 13 oktober 1827 als dochter van Ane Volkerts Swaal en Antje Jans Doeksen.
Te Amsterdam werd op 14 juli 1875 ingeschreven ingevolge een extract uit het Journaal van het Nederlandsche schip Galilei gevoerd door B.S.van der Mey en volgens missive van de Minister van Marine dat op 31 jan 1800 en vier en zeventig is overleden, J.S.Schol, van beroep kok, wonend alhier en oud 52 jaar. “welk schip toen lag ter reede van Buchire”
(volgens deze opgave zou hij zijn geboren in 1823. Dat zou kunnen duiden op een andere persoon. Bovendien suggereert dit bericht dat kapitein Schol zijn zeemansleven beeindigde als kok, een geduchte devaluatie. – S.P.)
Volgens een akte te Amsterdam overleed Grietje Anes Swaal op 12 april 1914, 86 jaar, geboren te Terschelling, weduwe van Jacob Sjoerdszen Schol, dochter van Ane Volkerts Swaal en Antje Jans Doeksen.
Jacob Schol legde in 1851 het examen in het zeevaartkundig onderwijs af op Ameland bij de dorpsonderwijzer Folkert Dijkstra.
“In de winter waren veel Amelander zeelieden thuis en de meesten wilden hogerop. Dijkstra wilde hen helpen en besloot zijn kennis van de wiskunde en de zeevaartkunde te gebruiken om deze jonge mannen les te geven in de zeevaart. En wel zodanig dat hij hen klaar stoomde voor het examen van stuurman dat in Harlingen werd afgenomen. Op deze wijze heeft Folkert Dijkstra van 1840, toen hij begon met zijn lessen zeevaartkunde, tot aan zijn vertrek in 1856 ruim honderd zeelieden opgeleid voor het stuurmansdiploma … “.
Uit: “De zeevaartschool in Nes” door Douwe hz de Boer in Pollepraat, blad van de Stichting “De Oude Polle”, nr. 34, juni 2001.
“In het verslagjaar 1850-’51 slaagden drie leerlingen voor het examen tweede stuurman ter koopvaardij. Commissarissen konden op 31 mei 1850 dit diploma uitreiken aan Laurens Winkler van Leeuwarden en op 9 augustus 1850 aan Jacob Schol van Terschelling en Jan H.Barends van Hollum. …”017.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.S.Schol werd met vlagnummer 768 per 28 februari 1860 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van B.Bakker Gz. Zijn schip was de “Straat Baly”002. Ten tijde van de inschrijving was Schol 34 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 21/28 februari 1860 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd Jacob Sjoerds Schol, oud 34 jaar, voerend het fregat “Straat Baly”, voor rekening van de Gebr. Hendrichs & Co, wonend te Terschelling, op voordracht van kapitein B.Bakker Gz. 023.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1907 vraagt D.J.Oepkes een gratificatie voor de wed. Jacob Schol geb. Zwaal. Zij krijgt f 20,- uit de bussen.042.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 maart 1871 staat vermeld een: “Missive van de Heeren Kuinders & Co namens Heeren Assuradeuren ten behoeve van het Weldadig Zeemansfonds toezendende eene som van f 257,15 zijnde de opbrengst van eenige ontvreemde doch later achterhaalde goederen uit het wrak van het bij Java verongelukte schip Maria Veronica.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 februari 1908 staat vermeld dat een gratificatie ad f 20,- is toegekend aan de wed. Jacob Schol geb. Zwaal.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
768 1860 fregat Straat Baly Gebr.Hendrichs & Co te Amsterdam
1861-1866 bark Maria Veronica idem
1867 bark Maria Veronica Kuinders & Co te Amsterdam
1868 geen vermelding van schip en boekhouder
1869-1871 fregat Ortelius Kuinders & Co te Amsterdam
1872-1873 geen vermelding van schip en boekhouder
Jacob Sjoerds Schol was van 1860-1861 gezagvoerder van het fregat de “Straat Bali”, als opvolger van kapitein Tjebbe Mulder. In 1862-1868 volgde hij dezelfde kapitein op als gezagvoerder van de “Maria Veronica” welk schip in 1868 in Nederlands Oost-Indië verongelukte010-p.31.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
J.S.Schol Straat Balij 23 maart 1860 25 januari 1861
Maria Veronica 11 maart 1861 15 maart 1862
J.S.Scholl Maria Veronica 28 juni 1862 02 juli 1863
Maria Veronica 18 maart 1864 07 januari 1865
Maria Veronica 30 april 1865 09 februari 1866
J.S.Schol Maria Veronica 01 juni 1866 19 oktober 1867
Maria Veronica 18 maart 1868 geen melding
Maria Veronica 18 maart 1868 geen melding
Bouma025 vermeldt J.C (moet zijn J.S.) Schol als gezagvoerder gedurende:
-
* 1861 op het 3/m schip “Straat Baly”, gebouwd in 1839 te Krimpen aan de IJssel, 736 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Batavia;
-
* 1862 t/m 1867 van de bark “Maria Veronica”, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 742 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
-
* 1868 van hetzelfde schip maar nu varend voor Kuinders & Co te Amsterdam. Het schip is in 1868 verongelukt in N.O.I.;
-
* 1871 t/m 1872 van het 3/mschip “Ortelius”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 743 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Scheepvaartberichten uit het Handelsblad
“Batavia 22 Augustus 1868. Volgens particulier ontvangen berigt d.d. Point de Galle 5 September is het schip MARIA VERONICA, kapitein Schol, in de nabijheid der Boompjes eilanden verongelukt, de opvarende zijn allen gered. Het wrak is voor ƒ 8000,- verkocht. Volgens brief van de gezagvoerder d.d. Batavia 27 July dacht hij in het laatst dier maand van Batavia naar Soerabaja te verzeilen”.
“Amsterdam 6 October 1868. Volgens berigt uit Batavia was het Nederlandsche schip MARIA VERONICA Kapt. Schol 7 July van Texel behouden aldaar gearriveerd en was die bodem 39 ste daaropvolgend door de factorij der Nederlandsche Handel Maatschappij voor de terugreis naar Nederland geschat a.ƒ92½ per last. Des Vrijdagsmorgens 7 Augustus de reede van Batavia verlaten te hebbende met bestemming naar Soerabaja, was men Zondag den 9 de daar opvolgende in goede staat kruisende met de gewone land en zeewinden, toen eensklaps des avonds ten 7 ure het schip hevig stoote en zwaar lek werd, en men ontdekte den volgende morgen dat de MARIA VERONICA door sterke stroomverleiding op het middenrif der Boompjes eilanden was vastgeraakt. Onmiddellijk na het ongeval werden alle pogingen in het werk gesteld om het schip vlot te krijgen, doch voor men de sloep tot het uitbrengen van de noodige trossen buitenboord had, was het water reeds tot aan het tusschen dek gerezen, waarna het schip weldra over bakboord op zijde viel. Uit hoofde van het hevige stooten en gevaar voor het nederkomen van het tuig, besloot de gezagvoerder de booten uit te zetten, en na de gehele nacht in de nabijheid van het wrak te zijn gebleven, bespeurde men den volgende morgen dat het schip met het achterdek onder water lag, waardoor de kans tot redding onmogelijk werd en men besloot naar Indramayoe af te houden om assistentie te bekomen, echter mogt men daarin door tegenwind niet slagen en werd de bemanning door een Chineesche kustvaarder op de hoogte van Panaroekan opgenomen en behouden te Batavia aan wal gebragt. Door de agenten te Batavia werd na het bekend worden van het ongeval onmidelijk de stoomboot SUNDA tot assistentie afgezonden welke na vier en halve dag vertoevens bij het wrak nog ca. 100 Kojangs, waarvan de helft beschadigd was, van de lading heeft geborgen, het wrak met de nog overgebleven lading was 21 Augustus in publieke veiling voor ƒ8150,- was verkocht, de onkosten der stoomboot bedroegen ƒ5008,-“.
Via tussenkomst van de heer K.Suyk te Heiloo overgenomen uit de “Boekjes van Hoedemaker” April 2000..
NRC 30 oktober 1859114
Plymouth, 28 oktober. Het Nederlandse schip STRAAT BALY, kapt. Scholl qq, van Batavia naar Amsterdam, is alhier met verlies van zeilen en rondhout en nog andere schade binnengelopen.