Inloggen
Gezagvoerder

Ingerman, Jan

Naam: Ingerman, Jan
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 6
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
STRAAT BALIJ 1839 Fregat Sailing Vessel 10302 Bekijk schip
DRIE VRIENDEN 0 Brik Sailing Vessel 11025 Bekijk schip
JUNO 1810 Fregat Sailing Vessel 12009 Bekijk schip
DRIE VRIENDEN 0 Brik Sailing Vessel 11025 Bekijk schip
VREDE 1826 Fregat Sailing Vessel 10489 Bekijk schip
CLAUDIUS CIVILIS 1836 Fregat Sailing Vessel 10325 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Ingerman werd gedoopt te Amsterdam op 09 april 1786 als zoon van Hans Ingerman en Elisabeth (Bartje) Teunisse.

Hij trouwde te Amsterdam op 25 juli 1813 met Maria Andriessen, geboren/gedoopt te Amsterdam op 13/15 november 1792 als dochter van aanvankelijk schuitevoerder en later kapitein Christiaan Andriessen (Chrestian Andresen) en Maria Elisabeth Simons. Zij overleed op 08 oktober 1792 te Amsterdam

Bij het huwelijk werd een verklaring overgelegd over de afwezigheid van de vader, Hans Ingerman. Deze was stuurman/kapitein van het schip “Vreede en Vrijheid” dat op 15 november 1786 uit Batavia vertrok en men man en muis is vergaan. (Jan heeft dus zijn vader nooit gekend)I

Uit het huwelijk werden 10 kinderen geboren, waaronde de latere gezagvoerder Cornelis Ingerman (zie aldaar)

Jan overleed te Nigtevecht op 25 maart 1851, 64 jaar

Ontleend aan Parenteel Ingerman via “familie Ingerman”, Google

Een huidige nazaat in de directe lijn (2008) is Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg

Bij het overlijden van Jan Ingerman werd als woonplaats opgegegeven Nigtevegt.118.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Ingerman werd met vlagnummer nr. 89 effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Verdere gegevens in het Inschrijfregister ontbreken002.

In de Algemene Vergadering van het college op 16 november 1824 werd Jan Ingermann, oud 35 jaar, wonende op het Rokin over het Rotterdamsche Veer, met vlagnummer 89 aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein Dirk Boes Luitjens023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 september 1829003.

J.Ingerman was van 1835-1842 bestuurslid van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop019.

 

J.Ingerman was in de periode 01 mei 1835 t/m 24 november 1837 met vlagnummer 40 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Het Amsterdamse college Zeemanshoop kreeg veel publiciteit door “de doeltreffende hulp, die de leden verleenden bij de overstroming van Waterland in 1825. Met kleine boten redden zij ondanks de orkaan vele slachtoffers van de ramp, waaronde zich in het bijzonder de kapiteins   Ingeman    (niet Ingerman, maar ik neem aan dat het hier om dezelfde persoon gaat)  onderscheidden”019.

De Tevredensbetuiging van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met het optreden tijdes de watersnood is nog steeds (2008) in bezit van Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg

 

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B7W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 augustus 1842 bericht J.Ingerman van de buitenvaart te zijn overgegaan op de sleepboot “Prins Frederik der Nederlanden” en verzoekt “te worden gerangschikt onder degenen, die op Stoombooten binnengaats varen.” Het Bestuur gaat accoord.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1848 staat een verzoek van kapitein J.Ingerman om een uitkering uit het Weldadig Zeemans Fonds “uit hoofde van voortdurende ongesteldheid”. Deze wordt in de vergadering van 30 november 1848 toegekend voor 1 jaar.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de wed.van kapitein J.Ingerman ingaande 01 mei 1851.042

 

In de Algemene Vergadering van 03 april 1827 van het college Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een brief van J.Ingerman “berigtende de door zijnEd waargenomen deugzaamheden en voordeel van het patent touwwerk …” 023 Dit bericht staat ook in de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1827.042.

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023

In de notulen dd. 13 september 1842 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop wordt een brief behandeld van J.Ingerman “berigtende van de vaart ter Zee te zijn overgegaan tot die op de sleepboot Prins Frederik der Nederlanden en verzoekende, desniettemin deelnemer in het fonds te mogen blijven, welk verzoek, de secretaris communiceert, dat aan hem is toegestaan.”023

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 15 juli 1850 wordt een uitkering verstrekt aan de weduwe van kapitein J.Ingerman.023.

 

In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege dd 1834-1835 staat de entreestorting ad f 15,- per maart 1835 van kapitein J. Ingerman. 064b

 

In de notulen dd 24 november 1837 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat vermeld dat kapitein Ingerman wegens wanbetaling wordt geroyeerd.064a

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.Ingerman als gezagvoerder064:

*    1837                       Wel de kapiteinsnaam genoemd bij vlag 40 maar geen vermelding van een schip.

 

lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        89                         1825-1829     fregat               Vr.Katharina Elisabeth                       A.L.van Harpen & Zn

                                      1830-1834     fregat               de Gezusters                                         idem

                                           1835           fregat               Jacob Cats                                            geen opgave

        49                              1836           geen opgave van schip en boekhouder

                                      1837-1838     bark                 Maria                                                     Gebr.Hendricks & Co

                                      1839-1840     fregat               Straat Baly                                            idem

                                      1841-1842     geen opgave van schip en boekhouder

                                      1843-1848     fregat               Claudius Civilis                                    A.L.van Harpen & Co

                                      1849-1850     geen opgave van schip en boekhouder

 

In 1824 was J.Ingerman gezagvoerder op het Amsterdamse fregat "Catharina Elisabeth" (170 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren A.L.van Harpen & Zn 012.

 

Bouma025 vermeldt J.Ingerman als gezagvoerder gedurende:

*    1817 t/m 1830 op het 3/m schip “Vrouw Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1810, 323 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;

*    1824 t/m 1826 van het fregat “Catharina Elisabeth”, bouwjaar onbekend, maar gebouwd in Amerika, 316 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;

      er is hier sprake van verwarring met de vorige opgave.

*          1831 t/m 1835 op het 3/m schip de “Gezusters”, gebouwd in 1802 te Bremen, 320 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen te Amsterdam.

       Het schip voer in 1835 voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Klazina Adriana”086

*    1836 t/m 1837 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;

*    1838 t/m 1839 op de bark “Maria”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1840 t/m 1841 op het 3/m schip “Straat Baly”, gebouwd in 1839 te Krimpen aan de IJssel, 736 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1844 t/m 1849 op het 3/m schip de “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L. van Harpen & Zn te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam (inventarisnummer 38) zijn een serie monsterollen op naam van gezagvoerder Jan Ingerman en wel van de volgende schepen:

“Drie Vrienden”                                   21 augustus 1815; 28 november 1816

“Vrouwe Catharina Elisabeth”          05 november; 01 december 1818; 08 november 1819; 18 april 1821; 11 juli 1823; 08 november 1825.

“Gezusters”                                          21 juni 1827; 07 januari 1829; 06 oktober 1830; 21 mei 1832; 26 november 1833

“Maria”                                                 20 maart 1837; 21 juli 1838.

De documenten zelf heb ik niet verder ingezien.

 

Overige bijzonderheden

Op 22 april 1835 werd Adolf Frederik Giesse vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Jacob Cats" van kapitein Ingerman voor een reis van Dordrecht naar Batavia. Giesse keerde op school terug op 19 juni 1836004/532-1734.

Op 19 april 1821 werd Cornelis Schoewert vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Catharina Elisabeth” onder gezag van kapitein Ingerman voor een reis naar Batavia. Hij keerde op school terug op 22 maart 1823004/531-1358.

 

J.Ingerman verzorgde per 30 juni 1835 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacob Cats” een troepentransport van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 oktober 1835 na 195 dagen065*.

 

Van Sluijs013 vermeldt de aankomst op 23 juni 1816 te Texel komend van St.Domingo de 2-deks brik “Drie Vrienden”, onder kapitein Johs. Ingerman (ik heb geen zekerheid dat Jan en Johan Ingerman dezelfde persoon zijn).

Van Sluijs013 vermeldt een bericht in de Amsterd. Courant van november 1816 dat te Amsterdam in lading ligt voor St.Thomas het 2-deks barkschip “Hendrina” onder kapitein Jan Ingerman. In dezelfde courant van 17 november 1817 staat het bericht dat dit schip te Amsterdam in veiling is gebracht, kapitein J.Ingerman.

 

Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.Ingerman:

1ste reis      Juni 1835 naar Batavia en weer teru in mei 1836

2de reis       Juli 1836 naar Batavis en weer terug in mei 1837.

Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.

 

Ik schreef aan Bouma het volgende commentaar:

p.194  Betreft ”Catharina Elisabeth”, bouwjaar niet gegeven, 316 ton. Mijn opmerkingen betreffen kapitein J(an) Ingerman. Bij voormeld schip staat hij als kapitein van 1824 t/m 1826, varend voor van Harpen te Amsterdam. Op p. 1088 staat dezelfde kapitein als gezagvoerder van 1817 t/m 1830 van het fregat “Vrouw Catharina Elisabeth, eveneens varend voor van Harpen. In de achieven van Zeemanshoop staat Jan Ingerman (vlagnummer 89) van 1825 t/m 1829 als gezagvoerder van het fregat “Vrouw Katharina Elisabeth”, varend voor van Harpen. Volgens het Comportementboek van de Amsterdamse Zeevaartschool werd op 19 april 1821 Cornelis Schoewert als ligtmatroos geplaatst op het fregat “Catharina Elisabeth” onder kapitein J.Ingerman en keer terug op 22 maart 1823. In de “Nederlandse Hermes” Jg. 3, deel 8 (pp 66-70) staat J.Ingerman in 1824 als gezagvoerder van het fregat “Catharina Elisabeth”.

             Het lijkt me onwaarschijnlijk dat van Harpen twee fregatten heeft gereed met de namen “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. Voorts heb ik geen aanwijzing dat er twee personen J.Ingerman zijn geweest.

      Ik kan een overeenkomstig commentaar leveren op de opgaven van kapitein Bos Lutjens als gezagvoerder van de “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. In de archieven van Zeemanshoop staat D(irk) Boes Lutjens (vlagnummer 36) van 1830 t/m 1833 als gezagvoerder van de “Vrouw Catharina Elisabeth”, wederom varend voor van Harpen te Amsterdam.

             Ergo: er is hier sprake van verwarring, die ik overigens niet kan oplossen. Dus ik laat het bij een signalering.

 

In monsterrol nr. 736 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd. 11 mei 1835 is Jan Ingerman, oud 49 jaar uit Amsterdam, gezagvoerder van de “Jacob Cats” en vertrekt op 30 juni 1835 met een equipage van 40 man uit Hellevoetsluis voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug in Nederland op 28 mei 1836.

Per 11 juli 1836 staat zijn aanmonstering als gezagvoerder van het fregat “Jacob Cats” voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man. 064.

 

Rotterdamsche Courant 08 oktober 1816114

Advertentie. C. de Grijs en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag den 14 oktober 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd DE DRIE VRIENDEN, gevoerd door kapt. Jan Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, binnen zijn huid, 23 voet, hol, in het ruim, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij C. de Grijs en Zoonen.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1817114

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Seesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 17 november 1817, ‘s avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd HENDRINA, gevoerd door kaptein J. Ingerman, lang 78 voet, wijd 23 voet, hol 13 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris omschreven, en berigt bij de makelaars. (opm: zie ook RC 070218)

 

Rotterdamsche Courant 05 mei 1821114

Naar Batavia ligt zeilree, om uiterlijk half mei (weer en wind dienende) in zee te zeilen, het extra snelzeilend tweedeks gekoperd fregatschip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, voorzien van een ruime aangename kajuit, ingerigt met de vereiste gemakken voor passagiers; adres bij de kapitein van het schip Jan Ingerman, wonende te Amsterdam op de Haarlemmerdijk, tussen de Oranjestraat en de Eenhoornsluis, no. 255.

N.B. Met deze bodem vertrekken geen militairen.

 

Rotterdamsche Courant 21 juni 1821114-

Amsterdam, 19 juni. Het schip (opm: fregat) VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, den 30 mei uit Texel gezeild naar Batavia, is den 7 juni op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid.

 

Rotterdamsche Courant 18 december 1821114

Rotterdam, 17 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 14 december:

Den 25 september is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip CATHARINA ELIZABETH, Ingerman, van Amsterdam; hetzelve heeft den 4 oktober de reis naar Batavia voortgezet; den 29 september het schip HERO, Pepper, van Antwerpen, en den 5 oktober het schip CORNELIA SARA, Marcussen, van Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 30 maart 1822114

Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:….

    Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM; te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam; van Batavia zijn vertrokken den 18 november 1821 LORD WELLINGTON, Anderson, naar Antwerpen, den 21 ROTTERDAM, Waters, naar Amsterdam; den 2 december TEXEL, Hosman, en ZELIMA, Neurenberg (opm: driemaster, thuishaven Gent, kapt. Christian J. Neurenberg), naar Antwerpen; den 9 HELVETIUS, Swift, naar Antwerpen, en den 12 DELPHINA, Boelen, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 07 februari 1818114

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, T. van Olivier, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee en W.P.D.C. Vrugt, makelaars, zullen, op maandag den 9 februari 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschips-Hol, genaamd HENDRINA, gevoerd geweest door kapt. J. Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, 23 voet, hol, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. (opm: de brik HENDRINA werd op 17 november 1817 reeds te koop aangeboden, zie RC 111117)

Alsmede een partij Scheeps-Gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, want, rondhouten, enz, liggende als bij notitie zal worden aangewezen.

Nadere onderrigting te bekomen bij de voormelde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 03 december 1822114

Amsterdam, 1 december. Den 27 juli van van Batavia naar Amsterdam vertrokken het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), kapt. J. Ingerman.

 

Rotterdamsche Courant 10 december 1822114

Rotterdam, 9 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 3 en 6 december:….

….Den 24 september is aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 24 december 1822114

Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:….

….Van de Kaap de Goede Hoop is den 5 oktober vertrokken het schip CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman), van Batavia naar Amsterdam.

 

Amsterdamsche Courant 16 oktober 1844114

Amsterdam, 15 oktober. Aangaande het schip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Ingerman, van Batavia naar herwaarts, te Mauritius met schade binnengelopen, wordt volgens brief van de kapitein in dato 28 juni gemeld, dat hij de 25 mei op 25º16’ ZB 46º36’ O.L. veel storm had doorgestaan en hevige stortzeeën had overgekregen, waardoor de fokkera gebroken doch weder gerepareerd was; de 7e juni, op de hoogte van de Kaap Relief, verhief de storm zich weder, welke verscheidene dagen aanhield en ontdekte men de 11e dito dat de boegspriet gebroken was, waardoor hij genoodzaakt was het boventuig te kappen teneinde de fokkemast te behouden, en besloot hij de Algoa Baay aan te doen. De steeds voortdurende storm, welke soms tot een orkaan over sloeg, maakte dit echter ondoenlijk en was hij genoodzaakt naar Mauritius af te houden, teneinde de geledene schade te herstellen; door de hevige stortzeeën en zwaar weder smoorde het schip en werkte zodanig, dat hij genoodzaakt werd alles tot verligting van het schip aan te wenden en onder anderen 480 balen koffij overboord te werpen, waarna hij gelukkig Mauritius bereikte.

 

Amasterdamsche Courant 08 november 1844114

Amsterdam, 7 november. Volgens brief van Mauritius, van de 13e augustus, was kapt. Ingerman, voerende het schip CLAUDIUS CIVILIS, gereed om de volgende dag naar Amsterdam te vertrekken.

 

NRC 30 augustus 1848114

-  1./40e part in het fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman, NLG 1000, in slag NLG 200. Koper G.J. Boelen.